maandag 26 augustus 2024

Statistiek deel 2

De Belgische schaakbond heeft een nieuwe site: blog.frbe-kbsb-ksb.be waarmee we eensklaps van het stenen tijdperk naar de moderne tijd springen. Tags, reacties, iedereen kan artikels publiceren, een nieuwsbrief, up to date kalender... Het ziet er veelbelovend uit en ik ben dan ook van plan er aan mee te werken.

Voorlopig is dit uit tijdsgebrek gebleven bij het reageren op artikels maar in de nabije toekomst wil ik ook geregeld een artikel publiceren die beter past op de bondsite dan deze blog. Ik hoop dat anderen mijn voorbeeld volgen maar ik vrees er een beetje voor. Vorige week werd "Schaaksite zoekt met spoed vrijwilligers" gepubliceerd en toont nogmaals aan dat het erg lastig is om schakers te motiveren om artikels te schrijven.

Trouwens een reactie op Gm Daniel Dardha: verkennen van een mogelijke samenwerking legt ook een tweede obstakel bloot. Topspelers maar breder genomen ambitieuze spelers (zie Geheim) zijn vaak bijzonder karig met het gratis delen van kennis. Ik was dan laatst ook blij om te horen dat de Belgische FM Adrian Roos mij na onze onderlinge partij wou vertellen hoe hij mij had verrast met een zeer vreemde voortzetting in een opening die ik een paar maanden eerder nog in Marienbad op het bord had tegengekregen (zie Identiteitsfraude). "Statistiek" was zijn antwoord.
Volgens mijn openingsboek is het zeer vreemde 6.Pe2 statistisch interessant

In bovenstaande stelling had ik al eens 6.Ld3 en 6.Le2 tegengekregen maar Adrian verraste mij compleet met 6.Pe2. Ik had uiteraard onmiddellijk door dat ik weer gelopen was in een venijnige partijvoorbereiding. Het was puur geluk dat ik niet alleen een flinke tijdshandicap maar ook groot stellingsnadeel overleefde en later zelfs de partij won (zie Chess960 deel 3). Ik zeg geluk want recent in Dortmund ging ik 3 keer voor de bijl door eenzelfde type handicaps (hiermee wil ik sommigen tegenspreken die succes in de opening niet willen linken aan partijresultaten op mijn niveau).

Statistiek gebruiken om een openingskeuze te maken is niets nieuw voor mij want ik doe het al vele jaren maar het is wel de eerste keer dat ik het expliciet hoor van een andere speler. Sinds 2013 maak ik al mijn eigen openingsboeken in Chessbase (zie Groene zetten). Toen was het uitsluitend om de diverse opties elk afzonderlijk te onderzoeken maar vandaag is het ook vaak een handig instrument om bij weinig tijd heel snel een selectie te maken. Er zijn 3 parameters die hierbij belangrijk zijn.
  • Aantal partijen gespeeld met een zet. Als een zet meer wordt gespeeld dan is dat meestal omdat het als betrouwbaarder wordt beschouwd. Nadeel is uiteraard dat de meest gespeelde zetten ook het bekendst zijn.
  • Gemiddelde elo van de spelers bij een keuze van een zet. Hogere elo's selecteren vaak de betere voortzettingen al dan niet door voorafgaande studie. 
  • Over- of onder-score van een zet: (Verschil tussen gemiddelde eloprestatie - eigen gemiddelde elo van de spelers bij een keuze van een zet). Dit vind ik persoonlijk de belangrijkste parameter want vertelt ons het best of we elowinst of eloverlies mogen verwachten.
Als we kijken naar bovenstaand voorbeeld dan zien we in een oogopslag dat 6.Pe2 statistisch interessant is. Het staat in de top 2 van gespeeld door de hoogste elo's. Het heeft een overscore van 2513 - 2466 = 47 elo. Tenslotte werd 6.Pe2 in slechts 4% van de partijen gekozen dus het is zeer waarschijnlijk een uitstekend verrassingswapen.

Vervolgens is de logische stap dan ook om AI in te schakelen en een compleet repertoire op basis van statistiek te bouwen. Ondertussen bestaan al meer dan een jaar minstens 2 websites hiervoor: BookBuilder en aichesscoach dus ik vermoed dat al sommige professionals dit gebruiken.

Anderzijds geldt zoals bij veel AI-output ook hier dat garbage in is garbage out. Vooral de laatste paar jaar zie ik een enorme devaluatie van de kwaliteit van de publieke databases (Megadatabase ...) door de massale dumping van Titled Tuesday-partijen. Van sommige spelers zoals mijn tegenstander uit de derde ronde van Open Dortmund de Duitse FM Moritz Weishaeutel merkte ik op dat bijna alle gepubliceerde partijen zulke online blitzpartijtjes zijn.
384/574 partijen in de Megadatabase zijn van Moritz Weishaeutel online blitzpartijtjes

In Extra tijd deel 2 schreef ik dat blitzpartijtjes makkelijk 500 punten lager gespeeld worden van niveau dan klassieke partijen maar ook het online repertoire is soms helemaal misleidend. Dat zien we heel duidelijk in de partijen in de Megadatabase van 2024 voor Moritz.
Volgens de megadabase speelt Moritz bijna uitsluitend 1.e4

Een voorbereiding puur gebaseerd op statistiek zonder te kijken naar de afkomst van de partijen leverde al heel snel een winnend voordeel op.
Het spreekt voor zich dat een 2400 speler dit niet speelt in een klassieke bordpartij dus ik was dan ook niet verrast toen Moritz voor 1.d4 koos ipv volgens de statistiek 1.e4 in onze onderlinge partij.

Trouwens ik vind bovenstaande analyse evenmin weggesmeten tijd/ energie. Sterker online schaken is een belangrijk onderdeel in het trainen van een openingsrepertoire en bepaalde fouten blijf je zonder computeranalyses herhalen (ik 43 keer in bovenstaand voorbeeld).

Het is ook zo dat dankzij de Titled Tuesday-partijen er interessante ideeën van minder bekende openingen gepubliceerd worden die soms heel populair zijn bij amateurschakers. M.a.w. zoals ik al vermeldde in spatiebalk deel 2 is het niet een zwart-wit verhaal die Titled Tuesdays in de databases. Het creëren van aparte openingsboeken met en zonder is technisch niet al te lastig en lijkt mij daarom de oplossing om van beide werelden optimaal te genieten.

Brabo

woensdag 7 augustus 2024

Nostalgie

De radiozender kiezen in de auto is samen met kinderen een gevecht dat ik zelden win. Mijn keuze voor Nostalgie (en recent ook steeds vaker Q-Foute-Radio) wordt steevast afgewezen. Dat wil niet zeggen dat sommige hedendaagse liedjes mij niet kunnen bekoren maar ik vind het gewoon veel leuker om de ene na de andere klassieker te beluisteren. Ze brengen ook vaak oude herinneringen terug toen ik de muziek voor het eerst hoorde.

Dat nostalgisch aspect vind ik ook net een van de meest aantrekkelijke in het standaardschaken. Elke partij die ik speel is een terugblik in mijn verleden door de opening die op het bord komt. Dat komt in mijn partijen meer dan bij andere spelers tot uiting door het zeer nauw en weinig veranderend repertoire dat ik al 3 decennia speel.

Toen ik het voorbije seizoen in de Belgische interclub dan ook na 25 jaar weer eens het Mollergambiet op het bord kreeg moest ik toch even slikken. Jawel het was van 1999 geleden dat ik die dinosaurus laatst in een klassieke partij had gezien. Ik herinnerde mij dat de Westvlaming Geert Danneel in die tijd een enorme fan was van dit Mollergambiet en moest dan ook even glimlachen toen ik recent ontdekte dat hij het ook vandaag nog online blijft spelen (zie 199 partijen op lichess waarvan de meest recente gespeeld in mei 204). Geert is dus nogmaals een voorbeeld van een speler die dubieuze en weerlegde openingen blijft spelen daar zijn tegenstanders geen gebruik (kunnen) maken van partijpublicaties.

Wat had mijn tegenstander de Belgische expert Marc Boeykens in gedachten toen hij koos voor het Mollergambiet? Het is uiteraard niet toevallig dat ik het 25 jaar niet meer op het bord heb gehad en het zou heel riskant zijn om te hopen dat ik de weerlegging niet zou herinneren. Online vond ik een video Every gambit refuted: Moller-gambit van de Amerikaanse grootmeester Eugene Perelshteyn gemaakt in 2021. Een check van de hoofdlijn met de huidige topprogramma's Leela en Stockfish bevestigden eveneens wat ik al vele jaren wist.
Dus de hoofdlijn was een dood spoor maar dat is uiteraard niet het einde van het verhaal. Een eerste aanknopingspunt vond ik in een rapidpartij van de immer creatieve sterke Nederlandse grootmeester Jorden Van Foreest (niet toevallig secondant geweest van Magnus Carlsen). "Zijn" 12.Tf4 had ik nog nooit gezien en wordt door de topprogramma's opgegeven als eerste keuze. Het blijkt volgens onderstaande computerpartij perfect speelbaar te zijn.
Vervolgens ging ik op zoek of er nog andere recente ontdekkingen zijn gemaakt in het Mollergambiet en uiteindelijk vond ik 6 vrijwel totaal onbekende ideeën die de oude weerlegde hoofdlijn rehabiliteren. Met eentje daarvan werd ik dus verrast in de interclub. Aan de hand van een computerpartij gespeeld met het voor mij meest aantrekkelijk idee geef ik hieronder een kort overzicht. 
Het Mollergambiet levert uiteraard geen voordeel op voor wit maar de oude evaluatie dat het weerlegd is, klopt niet. Voor iemand die geen schrik heeft van een gambiet te spelen, kan je zeker met bovenstaande vermelde (hyper-) moderne concepten iemand te grazen nemen (zelfs in klassiek schaken mits enig studiewerk).

Dit gaat dus ook veel verder dan wat ik schreef in mijn "Oude wijn in nieuwe zakken" artikels deel 1deel 2 en deel 3. Behalve de openingsnaam zelf, wordt de opening op een totaal andere en moderne wijze gespeeld. Opnieuw zijn het de neurale netwerken (laatste 5 jaar) die ervoor zorgen dat een totaal andere richting wordt ingeslagen.

Het zal dan ook niet verwonderen dat sommige topgrootmeesters gelijkaardige onderzoeken in andere dubieuze gambieten gemaakt hebben. De uitgestelde Schliemann in de recente fide candidates van Praggnanandhaa tegen Vidit Gujrathi was hiervan een typisch voorbeeld zie  youtube.

Dit wil niet zeggen dat elke uitgestorven dinosaurus door de moderne schaakprogramma's weer tot leven kan worden gewekt maar af en toe gaan we er eentje terugzien. Zulke partijen met lang vergeten openingen zijn voor heel veel schaakliefhebbers een festijn om van te smullen. Het is nostalgie maar tezelfdertijd bewijst het ook dat er nog heel veel te ontdekken valt in standaard schaken. Ik vermoed dat dit dan ook de voornaamste reden is waarom Fischer Random niet doorbreekt. Het verklaart wellicht tevens waarom schaken steeds jonger wordt. Er is heel veel tijd en energie nodig om al die nieuwe ontwikkelingen bij te benen.

Brabo

maandag 29 juli 2024

Hakuna matata

Het Belgisch kampioenschap in Lier ligt alweer 2 weken achter ons dus hoogtijd om als deelnemer (en blogger ) hier eens op terug te kijken. De afwezigen hadden ongelijk en ik had eerlijk gezegd dan ook gerekend op nog meer deelnemers. Ik ben geen expert in Belgische kampioenschappen maar deze editie in Lier leek mij de meest spectaculaire en best georganiseerde die ik al ooit gezien heb. Ik vond het persoonlijk doodjammer dat ik door het focussen op de eigen prestaties veel prachtige nevenactiviteiten gemist heb.

Met de 4de titel voor onze wereldster Daniel Dardha kreeg het Belgisch kampioenschap zijn verhoopte en oververdiende kampioen maar het werd toch nog spannend dankzij een geinspireerd spelende Stefan Beukema. Ik weet al lang dat Stefan briljante ingevingen kan hebben (zie taktiek deel 4) en deze keer slaagde hij erin t.e.m. de laatste ronde Daniel onder druk te zetten met als schitterende beloning een grootmeesternorm.

Kortom daar zou makkelijk een of meerdere blogartikels kunnen worden overgeschreven maar ik wil in dit artikel een ander nog onwaarschijnlijker verhaal vertellen over het Belgisch kampioenschap. De Belgische expert Bjarne Van Dijck werd de verrassende winnaar van het open tornooi met 8 punten uit 9. Als 20ste op startranking winnen is al zeer uitzonderlijk maar het is vooral de manier waarop dit gebeurde die nog lang zal herinnerd worden.

Zo startte Bjarne het tornooi met een verliespartij tegen de 78 jarige Paul Jacobs, bijna 400 punten lager gekwoteerd. Menig speler zou dan erg aangeslagen zijn maar na de partij bleef hij met een brede glimlach in de speelzaal rondlopen en nodigde hij iedereen die hij kende uit om zeker de volgende dag naar zijn schaakbokswedstrijd te komen kijken. Hij en zijn goede vriend Sander Pouliart zouden de grootste publiciteitstrekker van het hele Belgisch kampioenschap zondag 7 jui op de grote markt van Lier in gang trekken. De VRTRTVHLNDeMorgen, ... wilden allemaal graag hierover verslaggeven.
Boksen met Bjarne tegen Sander
Bron: Facebook ChessLooks Lier
Schaken met Bjarne tegen Sander
Bron: Facebook Chesslooks Lier
Na de 2de ronde kwam ik Bjarne opnieuw tegen en vroeg ik hem hoe het gegaan was. Hij antwoordde "2 keer gewonnen vandaag".  Toen ik verwonderd keek, verduidelijkte hij het verloop van de dag. Eerst had hij flink slaag gekregen van Sander in de boks en had hij ternauwernood de match nog kunnen winnen met schaakmat in de boksring. Eenmaal die wedstrijd gedaan was (ruim na de gongslag van de tweede ronde in de speelzaal), had hij zich snel omgekleed. Vervolgens had Bjarne enkele honderden meters gelopen naar de speelzaal waar zijn tegenstander voor de 2de ronde de 80 jarige Carlo Doossche zat te wachten. Met ruim een kwartier tijdsverlies op de klok en nog herstellend van de zopas gekregen tikken in de boksring, had hij toch die partij kunnen winnen.

Du jamais vue ! Ik stond even perplex want ik had gedacht dat hij een bye in het bk had genomen voor het boksschaken. Het was een geweldige ervaring vond Bjarne. Zijn tornooi was hiermee al geslaagd en toen had hij nog geen flauw idee wat voor moois er nog allemaal voor hem stond te wachten.

Een punt verliezen in het begin van een tornooi is echter vaak geen handicap (zie Zwitsers gambiet). Na 4 overwinningen op een rij speelde Bjarne in ronde 6 voor het eerst op de liveborden. Geen stress want Bjarne moest niets bewijzen wat niet het geval was voor zijn hoger gekwoteerde tegenstanders die stuk voor stuk fouten maakten. Bjarne nam de punten dankbaar aan en kwam hierdoor zelf aan de leiding. Nu kreeg ook de steeds zo vrolijke Bjarne plots voor het eerst zenuwen bij een kans op de titel.

Zo had ik Bjarne nooit eerder gezien. Ik ken Bjarne al sinds 2016 toen ik les begon te geven in Mechelen (zie De schaakmicrobe). Hij was toen 1 van de sterkste en meest belovende jeugdspelers dus ik herinner mij nog heel goed hoe hij als 15 jarige na slechts 2 weken mij vertelde dat hij wou stoppen met mijn schaaklessen. Schaken moest een spel blijven en mijn lessen waren duidelijk gericht op meer dan enkel plezier. Een erg volwassen keuze vond ik toen voor zo een jonge kerel want op die leeftijd herkennen weinigen al het grotere plaatje. Schaken is het zelden waard om alles op te offeren.

Bjarne bleef sindsdien wel schaken maar zonder zich te bekommeren om elo of theoretische schaakkennis. Echter onderschat Bjarne niet want voor je het weet, slaagt hij erin om zulke chaos op het bord te creëren dat veel hoger gekwoteerde tegenstanders het spoor bijster geraken. In de laatste ronde van Brasschaat 2019 won hij ei zo na van mezelf ondanks zijn compleet mislukte opening.
De openingskeuze van de elofavoriete WIM Annmarie Muetsch om zo snel mogelijk de bewandelde theoretische paden te verlaten in de slotronde van het bk tegen Bjarne was dan ook wellicht niet het beste. In de tactische chaos die erop volgde, kwam Bjarne als onverwachte maar verdiende winnaar uit de strijd.
Op de prijsuitreiking vertelde hij mij dat dit meer dan waarschijnlijk het hoogtepunt is van zijn hele (schaak-)leven. Hij was dolgelukkig maar was zich er tezelfdertijd van bewust dat zelfs deze titel van Belgisch Open kampioen geen reden was om nu plots meer te schaken. Schaken is een prachtig spel maar uiteindelijk ook slechts een spel. Er is nog veel meer interessants in het leven.
Een dolblije Bjarne met pet die zijn prijs komt ophalen
Bron: Facebook Chesslooks Lier

Ik vermoed dat veel schakers (mezelf incluis) hieruit iets kunnen leren. We nemen onszelf vaak veel te serieus. Zo doet/ deed Bjarne ook nog aan judo, tennis, voetbal ... Die levensfilosofie zien we ook terug in de schaakclub waar hij voorzitter van is: de Rode loper. Een wafelbak, een Chilli Chess Challenge, een Vier op een rij toernooi, een Spelletjes en dessertenavond, een Schaak en pokeravond, een pizza-avond ... Het werd allemaal al georganiseerd in "zijn" schaakclub. Zo jammer dat dit in mijn studententijd niet bestond want dat had mij ook enorm gesmaakt.

Dus als ik de volgende keer opnieuw een partij verlies dan zal ik proberen te denken als Bjarne. Het was een partij waarin ik mij goed geamuseerd heb. Er is geen enkele reden om je hierover druk te maken. Straks is er weer iets anders dat de moeite is om te beleven. Er is geen stress: Hakuna matata.

Brabo

maandag 22 juli 2024

Chess960 deel 3

Op lichess werden er vorige maand juni 284.540 Chess960 partijen gespeeld. Dat is een fractie t.o.v. het aantal standaard partijen: bijna 90 Miljoen. Om chess960 op een bord te kunnen spelen, moet je goed zoeken. De Belgische schaakbond organiseert in tegenstelling tot Nederland (36 deelnemers) en Duitsland (60 deelnemers) geen Chess960 Belgisch kampioenschap. Het grootste Chess960 tornooi was in 2024 Frankfurt met 371 deelnemers. Het meest recente was Biel met 44 deelnemers

Ik zal er daarom geen doekjes om winden. Chess960 is nooit populair geweest en ook vandaag is het nog steeds een heel kleine niche. Zelfs een klassiek Chess960-toptornooi met Magnus Carlsen begin dit jaar zorgde voor nauwelijks enig merkbare verbetering hierin. Hoogtijd om dus eens uit te leggen welke positieve aspecten ik zie in Chess960.

Lichess
Voor mij een belangrijke motivator om Chess960 te spelen online was dat ik dit op lichess kon doen. In tegenstelling tot standaardschaak hoef ik in Chess960 niet bang te zijn dat de partijen tegen mij gebruikt zullen worden in een partijvoorbereiding (zie Prooi wordt jager). Bovendien geef je jezelf geen handicap van 100 punten door zelf zonder repertoire te spelen en je tegenstander wel (zie schaakopeningen studeren deel 6). Er is geen vervelende chess.com reclame of verplichting om diamand-lid te worden. Lichess heeft een gratis heel gebruiksvriendelijke interface.

Eliteschaak
In online standaardschaak ben ik sterker dan 99,9% van alle spelers. In online Chess960 ben ik slechts sterker dan 98% van de spelers. In online standaardschaak haal ik een piekrating boven de 2700. In online Chess960 heb ik nog geen 2300 kunnen bereiken. M.a.w. Chess960 trekt de sterkere schakers aan waardoor je er in zeer competitieve omgeving terechtkomt. FMs, IMs en GMs zijn oververtegenwoordigd in Chess960 t.o.v. standaardschaak.

Valsspelers
Ik vermoed dat dit gelinkt is aan het vorige maar het viel mij op dat valsspelen veel minder voorkomt in Chess960-schaak t.o.v. standaardschaak. Een Chess960-elo zegt blijkbaar erg weinig dus is er ook weinig interesse van valsspelers en misschien is het voor sommigen met de aparte beginstelling technisch ook lastiger. Helemaal onbestaande is valsspelen evenmin in Chess960 want ik ben er minstens 1 tegengekomen maar dat is in vergelijking met ongeveer 2% in standaardschaak (zie All about cheating) een peulschil. Het is een verademing om te kunnen spelen zonder voortdurend achterdochtig te moeten zijn.

Creatief
Last but not least krijg ik het gevoel dat ik dankzij Chess960-schaak mij goed kan trainen in het oplossen van onorthodoxe stellingen (geen bullet uiteraard). Ik zei het in het vorige artikel al dat je vanaf zet 1 bij de pinken moet zijn. Een Chess960 partij kan je onmogelijk op automatische piloot spelen zoals (te) vaak gebeurt in standaardschaken.

Ik kan het niet hard bewijzen of er een link bestaat tussen Chess960-schaak en creativiteit. Er zouden sowieso meer spelers het eens uitgebreid moeten testen maar in de laatste 2 maanden brak ik al mijn online records. Toeval dat ik naast Chess960 (lichess) ook op puzzels (lichess), 2 x bulletaccounts (lichess en chess.com), 1 blitzaccount (chess.com) en 1 rapidaccount (chess.com) allemaal binnen een tijdspanne van een paar weken mijn hoogste piek bereikte?

Ook in bordschaken draaide de wind en begon ik eindelijk van mijn eloverlies begin dit jaar goed te maken. In de voorlaatste ronde van de Belgische interclub scoorde ik mijn eerste winst dit jaar tegen een evenwaardige speler de Belgische FM Roel Hamblok.
Hoe ik de bordjes verhing in de laatste ronde van de Belgische interclub tegen de Belgische FM Adrian Roos ging nog een stap verder. Zelfs Adrian gaf mij na de partij een compliment dat er weinig te doen valt tegen iemand die telkens de beste zet blijft spelen in tijdnood.
Met een recent stevig BK-resultaat (zie BK Lier) trek ik voorlopig de lijn door maar ik besef uiteraard ook dat 1 of enkele zwaluwen nog geen lente maken. Bovendien heb ik evenmin enig zicht of Chess960 voor iedereen dezelfde voordelen zal kunnen opleveren. Dus speel het in de eerste plaats voor het spel zelf want dat op zich is zeker al de moeite waard. Spelen zonder openingstheorie garandeert dat elke partij bulkt van de originaliteit.

Brabo

donderdag 18 juli 2024

Chess960 deel 2

Vorige week spendeerde ik gemiddeld 5 uren per partijvoorbereiding in het Belgisch kampioenschap te Lier. Goed gek hoorde ik van sommigen en eerlijk gezegd vond ik dat studeren evenmin leuk. Ik kan dus best begrijpen dat sommige topspelers fan worden van Fischer Random.

Magnus Carlsen is duidelijk ook op die kar gesprongen. Met de Freestyle Chess G.O.A.T. challenge begin dit jaar werd het allereerste toptornooi met klassiek Chess960-schaak georganiseerd. Ik vond het een geweldige show en publiciteit voor een schaken waarmee ik tot dan toe totaal geen ervaring mee had. Ik was zelfs zo gecharmeerd erdoor dat ik besliste om het ook eens te proberen. Wat oorspronkelijk een experiment was, groeide in de voorbije maanden uit tot een knuffelbeertje. Net geen 2000 Chess960 partijtjes (3 minuten + 0 seconden) speelde ik ondertussen op lichess !

Dus ik durf te stellen dat ik een beetje expert erin ben geworden. De literatuur over Chess960 is erg schaars en vaak bijzonder oppervlakkig dus leek het mij wel interessant om vanuit mijn eigen recente ervaringen eens hierover te schrijven. Daarnaast hoop en verwacht ik dat sommigen na het lezen van dit artikel en vooral volgend artikel ook eens Chess960 zullen proberen.

De eerste waarschuwing die ik aan nieuwe Chess960 spelers wil meegeven is dat je moet beseffen dat de eerste zet van een partij al kritiek kan zijn. In tegenstelling tot standaard-schaak zal je opmerken dat heel veel partijen reeds beslist worden in de eerste zetten. Hieronder zie je een screenshot van een ellenlange lijst aan openingsongelukjes omdat spelers te snel hun eerste zetten speelden.


In extreme gevallen was er dus al beslissend materiaalverlies na 2 of 3 zetten. Een opening klakkeloos kopiëren uit standaardschaak naar een random Chess960-positie is een gegarandeerd recept voor een compleet fiasco. In onderstaande partij dacht mijn tegenstander een koningsgambiet te spelen en stond na slechts 5 zetten mat.
De eerste tip die ik dan ook geef is om op lichess gebruik te maken van de 24 seconden wachttijd bij de eerste zet (voor 3 +0 partijen). Niet elk online platform geeft zulke wachttijd maar bij lichess loopt je klok niet onmiddellijk zolang je geen zet speelt. Dat is omdat spelers meestal enkele seconden de tijd nodig hebben om zich te realiseren dat een venster is opengegaan met een uitnodiging tot spelen. Ervaren en vooral competitieve Chess960 spelers gaan dan ook die wachttijd gebruiken om een aantal checks te doen.
  • In tegenstelling tot standaardschaken heb je vaak beginstellingen waar pionnen onverdedigd staan. Dus stel vast of dit het geval is en welke.
  • Zoek welke stukken slecht staan in de beginpositie en bedenk hoe je die zeer waarschijnlijk wil ontwikkelen (eventueel geef prioriteit aan ze in de eerste zetten)
  • Bepaal hoe en welke rochade je zeer waarschijnlijk wilt uitvoeren in de partij. Probeer de vorige 2 punten te combineren met een algemeen plan voor de eerste zetten
Ik kan je vertellen dat 24 seconden heel weinig is om bovenstaande allemaal uit te voeren en het is dan ook eigenlijk dom dat er toch veel Chess960 spelers zijn die onmiddellijk hun eerste zet spelen zonder hun wachttijd te gebruiken. Trouwens er bestaat ook discussie over deze wachttijd want sommigen zijn het niet eens dat die gebruikt wordt en breken daarom de partij af wanneer ze zien dat de tegenstander die gebruikt. Het is op zich ook merkwaardig om voor de eerste zet, 24 (gratis) seconden te gebruiken wanneer je alle andere zetten in 3 minuten moet spelen.

Een tweede waarschuwing die ik aan nieuwe Chess960 spelers geef is om zo snel mogelijk de afwijkende rochaderegels te kennen en vooral goed te onthouden. In onderstaande stelling had mijn tegenstander heel wat stukken geofferd om mij mat te zetten. Hij kreeg een koude douche na mijn rochade.
Dat is dan ook de tweede tip die ik kan geven. Je kan "makkelijk" 100 elo winnen op lichess puur door ervaring. Pas na 1000 blitzpartijtjes met Chess960 slaagde ik erin om de 2200 elo te doorbreken op lichess. Ervaring telt en dat zie je niet enkel bij het automatisch uitvoeren van de rochade.
Mijn Chess960 leercurve

Exacte openingstheorie leer(de) ik uiteraard niet maar na verloop van tijd krijg je wel een gevoel van hoe je een opening beter speelt. Zo viel het mij op dat met zwart even de symmetrie aanhouden vaak een veilige optie is om zonder kleerscheuren door de opening te komen (het is geen toeval dat men in de 19de eeuw dit ook deed bij standaardschaak). Daarnaast is het snel opspelen van de f-pion vaak een handige methode om slecht gepositioneerde lopers op g1/g8 of dames op een snelle efficiënte wijze te ontwikkelen. Als specialist in het Hollands (met ruime ervaring in stonewall, leningrader en klassiek) is dit voor mij uiteraard een welgekomen eigenschap van Chess960. Beide aspecten zien we heel duidelijk in onderstaande toppartij die enkele dagen geleden werd gespeeld in Biel.
Kortom het draait net als in standaard-schaken om stukken ontwikkelen, centrum bezetten en koningsveiligheid maar je moet soms hiervoor wel zetten spelen die je in standaard-schaken niet of minder snel in de opening zou spelen. In het vervolgartikel zal ik het hebben waarom ik net deze schaakvariant aanraad en geen andere om eens te proberen.

Brabo

dinsdag 2 juli 2024

De sterktelijst deel 3

De reglementen in de Belgische interclub zijn voor volgend seizoen verscherpt. Het is gedaan met onsportieve versterkingen op te stellen want er bestaat nu voor elke reeks een maximum rating voor reservespelers. 1ste klasse: 2300, 2de klasse : 2150; 3de klasse 2000; 4de klasse 1850 en 5de klasse 1650.

Alleen jammer dat dit reglement slechts is goedgekeurd nadat er een achterpoortje is ingebouwd via de basisspelers (titularissen). Elke ploeg mag nu 50% meer dan het aantal beschikbare plaatsen toekennen aan basisspelers waarvoor de maximum rating niet geldt. Bovendien bestaat er nog steeds geen enkele verplichting tot spelen voor die basisspelers. In bv. 2de klasse heb je 8 beschikbare plaatsen dus kan je met dit achterpoortje 12= 8 +4 basisspelers met een + 2150 aantrekken. Dat is een heel ruime luxe reservebank.

Het spreekt voor zich dat vooral (uitsluitend?) de heel grote clubs met lange spelerslijsten van dit achterpoortje zullen kunnen profiteren. Mijn schaakclub Deurne beschikt vandaag over 3 + 2150 spelers in 2de klasse dus de nieuwe reglementen veranderen voor ons niets. Het is te zeggen voor de eerste ploeg want voor onze ploegen in de lagere klassen zal de interclubverantwoordelijke heel goed moeten opletten om geen fouten te maken.

Vorig seizoen was al geregeld problematisch voor onze interclubverantwoordelijke (Guy Dugailliez) om de ploegen te vullen (zie Inactiviteit deel 2) en volgend seizoen verwacht ik dat het nog een stuk lastiger wordt. Dat Guy het dan ook voor bekeken houdt na 1 seizoen, begrijp ik helemaal. Meer dan ooit zal de nieuwe interclubverantwoordelijke geduld moeten kunnen opbrengen om spelers te ronselen zodat alle ploegen correct en volledig zijn opgevuld.

M.a.w. ik verwacht een nog hogere druk op de (basis-)spelers om zeker niet af te haken wanneer ze opgesteld worden voor een wedstrijd. Die druk zorgde afgelopen jaar voor enkele heel onaangename situaties. 2 keer liet ik mij overhalen om te spelen zodat een forfait van 115 - 145 euro werd vermeden. De eerste keer was tegen Pantin toen ik een dag voor de wedstrijd vaststelde dat ik weer eens een covidbesmetting had opgelopen. Tijdens de wedstrijd had ik er geen last van want ik won relatief makkelijk van mijn tegenstander.
Ik denk niet dat het verboden is vandaag om te schaken met een covidbesmetting maar het is op zijn minst discutabel. Mijn werkgever liet mij toen ook komen werken dus velen zien het geen reden meer om de normale activiteiten te onderbreken. Echter ik herinner mij dat een week later meerdere collega's ook besmet waren door covid dus risicoloos was het zeker niet.

Enkele maanden later tegen TSM was het een voedselvergiftiging die mij tot een paar uur voor aanvang van de partij liet twijfelen om te spelen. Ik sliep tot 11 uur 's zondagochtend en een uur voor de partij had ik nog de wc-pot ondergespoten. Echter met 2 pillen imodium durfde ik het toch aan om te spelen (ik had geen koorts). Ik had geluk want met Marc Boeykens had ik een tegenstander die heel snel akkoord ging met remise (en mijn ploeg Deurne won de match).

Ik hoor soms dat "echte" schakers nooit ziek zijn maar leuk is het absoluut niet om zo "verplicht" te moeten spelen. De hoge boetes, de verplichte vaste opstellingen, de ploeggenoten die hun voorbereiding niet willen opofferen ... De nieuwe interclubreglementen gaan dit niet oplossen integendeel.

In de Nederlandse interclub is het veel eenvoudiger. Daar kan je de speler die afhaakt (ziekte ...) vervangen zonder te moeten schuiven met de rest van de ploeg. Dit leidde tot een grappige situatie in de laatste ronde met de Stukkenjagers in het voorbije seizoen. Op bord 10 werd aanvankelijk IM Stefan Beukema opgesteld. Eerst werd hij vervangen door FM Nathan De Strycker. Echter ook hij moest afhaken waardoor uiteindelijk FM Jasper Beukema speelde. Een luxeprobleem dus voor de ploegkapitein Luuk Baselmans die hij heel leuk samenvatte door: " Als de invaller van de invaller op bord 10 een FM is, dan weet je dat je klaar bent voor de meesterklasse."
Ik ijver niet voor exact dezelfde reglementen hier in België maar ik denk dat we het er wel over eens kunnen zijn dat het niet ok is dat spelers moeten kiezen tussen boetes en ziek spelen. Spelen met koorts (38,5 graden zie artikel uit 2012) dat ga ik echter niet meer doen. Als een zombie spelen is pure masochisme. Mijn schaakmicrobe is niet onverslaanbaar.


Brabo

vrijdag 28 juni 2024

Vlag deel 2

Wat is de grootste blunder die een schaker kan maken? Verliezen op tijd staat voor mij bovenaan. Het is de enige keer dat een arbiter een partij kan/ moet stopzetten. Bij elke andere blunder kan je nog hopen dat je tegenstander de afstraffing niet zal vinden of kan je soms nog de situatie later rechttrekken.

Enkele maanden geleden overkwam me in de Nederlandse interclub zulke beschamende blunder. In een gelijke positie op zet 37 ondanks een increment van 30 seconden was ik een fractie te laat met het indrukken van mijn klok. Het verlies kwam bijzonder ongelegen voor mijn ploegmakkers de Stukkenjagers want hiermee kwamen we op een grote 3 - 0 achterstand in ons duel met Paul Keres. Dat we daarna nog de match konden winnen, was een klein mirakel zie verslag Een onterechte overwinning.
Na mijn debacle in het tornooi van Marienbad kwam dit hard binnen vooral omdat mijn tegenstander nog bijna een uur op zijn klok had staan in de slotstelling. Ik was in mijn recente partijen geregeld aan het flirten met de tijdnood dus dan moet je wel eens de vraag stellen of ik niet beter mijn tijd moet indelen. Misschien moet ik meer op intuïtie spelen zoals mijn tegenstander de Nederlandse FM Mark Smits. Hij maakte heel vaak in onze partij zonder veel rekenen snel zetten.
Echter Marks speelstijl is evenmin zonder risico's. Als je zo weinig nadenkt in kritieke posities dan mis je ongetwijfeld belangrijke wendingen. Als je tegenstander dan voldoende alert is/ tijd heeft dan overleef je het niet. In onze onderlinge partij had ik meerdere winstkansen waarvan onderstaande wellicht de mooiste en grootste is.
Het verschil in mijn en Marks speelstijl bewijst nogmaals hoe verschillend spelers met een identieke rating kunnen zijn (er zijn dus vele paden naar een bepaalde rating). Er bestaat evenmin een eenduidig antwoord die geldt voor elke stelling wat de optimale tijdspendering is. Achteraf is het uiteraard altijd makkelijk om te zeggen dit was een kritieke stelling (zie ook mijn mooiste zet).

Anderzijds wil ik zeker niet te licht gaan over verliezen op tijd. Het is iets wat we koste wat het kost moeten vermijden. Daarom lijkt het mij ook zinvol om eens in kaart te brengen hoe vaak een vlag valt in een klassieke partij. Makkelijker gezegd dan gedaan uiteraard want voor zover ik weet, kan je dit niet uit een database of andere publieke data halen. Wat ik wel kon doen was eens kijken naar mijn persoonlijke 1073 klassieke partijen (meer dan minimum 1 uur elk bedenktijd) die ik allemaal becommentarieerd heb. Dat is toch ook een mooi sample en in mijn commentaren vermeld ik vlag altijd.

In 37 op 1073 partijen viel de vlag

Bovenstaande input plaatste ik vervolgens in een klein overzichttabel zodat we een onderscheid kunnen maken tussen mezelf en mijn tegenstanders, tussen verliezen op tijd volgens stand van de eindpositie en tussen met of zonder increment spelen.

Dus 1 keer op 1073 partijen werd een partij verloren op tijd in gewonnen stelling. Dat verhaal heb ik al in geuren en kleuren verteld op mijn blog zie Het sadistische examen dus dat blijft een specialleke. Daarnaast valt het vooral op dat 31 van de 37 partijen met vlag gebeurden in verloren eindposities. Dat lijkt mij niet echt verwonderlijk. In verloren stellingen is het vaak tevergeefs zoeken naar een zet die de partij nog enigszins speelbaar houdt. Zolang je zelf nog denkt dat er misschien iets te zoeken valt dan kan je beter gewoon blijven zoeken tot de vlag is gevallen. Opgeven en achteraf ontdekken dat er toch nog een miraculeuze redding was, is wellicht de allergrootste blunder.

Tenslotte wil ik er ook nog op wijzen dat de invoering van de increment niet geleid heeft tot een algemene daling van het aantal partijen verloren door tijdsoverschrijding. Als we rekening houden met het aantal gespeelde partijen dan krijgen we een iets ander beeld dan in de vorige tabel.

In 2006 speelde ik pas voor het eerst enkele partijen met increment en slechts in 2018 speelde ik meer met increment dan zonder increment. Dat verklaart waarom ik sinds 1996 voorlopig veel meer zonder dan met gespeeld heb. Sinds 2020 heb ik uitsluitend nog met increment gespeeld.

Mijn tornooiprestaties (TPR) zijn beduidend lager met dan zonder increment. Echter het is wellicht te voorbarig om te stellen dat increment hier de boosdoener is vooral omdat het percentage verliezen op tijd zelfs is afgenomen voor mezelf. Ouder worden, de recente elodeflatie ... hadden wellicht een veel grotere impact op mijn TPR.

Tenslotte vind ik het ook lastig om grote conclusies te maken gebaseerd op slechts 10 partijen op 307 partijen die verloren werden op tijd met increment. De invoering van de increment ging gepaard met een verkorting van de partijen 2 uren -> 1u50 voor 40 zetten + notatieplicht tot het einde. Desalniettemin zou je toch kunnen stellen dat 30 seconden per zet ruim genoeg is om nooit op tijd te kunnen verliezen.

In klassiek bordschaken is verliezen op tijd iets zeldzaam in tegenstelling tot het vluggeren online. Zelfs een diehard online schaker zoals Hikaru Nakamura zei daarom in de recente NIC Podcast dat klassiek schaken zeker niet snel zal verdwijnen. Goed diep nadenken blijft ook vandaag interessant maar vergeet de klok niet !

Brabo