Op Quality chess staan geregeld leuke blogartikels om zo verkeer te creëren, reclame te maken voor hun producten en uiteraard uiteindelijk meer te kunnen verkopen. Men gaat hierbij met opzet geen controversiële onderwerpen uit de weg. Zo werd recent een leuke partij uit de Belgische interclubs uitgelicht, zie blog. In ronde 8 van de Belgische interclubs scoorde oud-Belgisch kampioen Bruno Laurent een sensationele overwinning op de bekende IM Cemil Gulbas. In een glasheldere partij met ongelooflijke offers werd zwart in een luttele 23 zetjes tot opgave gedwongen. Echter al snel werd opgemerkt dat alles tot zet 16 reeds in 2012 was gespeeld in de partij Ivanisevic - Dzhuaev en de verbetering tot de slotzet allemaal de eerste keuze zijn van de huidige topprogramma's. Nee geen nieuw geval van bedrog maar wel een modelvoorbeeld van een geslaagde partijvoorbereiding zoals ik al eerder enkele had getoond in mijn artikeltje de sterktelijst. Zwart had de opening al eerder gespeeld en Bruno heeft uiteraard een fijne neus om hiervan te profiteren.
Tot zover leuk om te weten maar niets aanstootgevend. Echter dan claimt de auteur, de Schotse grootmeester John Shaw dat Cemil makkelijk de nederlaag had kunnen vermijden als hij zijn repertoire up to date had gehouden. Nu dat vind ik wel erg kort door de bocht zeker als jezelf nauwelijks nog speelt (4 partijen voor fide in het afgelopen jaar). Als je enkel de partijen van twic volgt dan moet je al elke week meer dan 1000 controleren of er iets relevants vermeld staat. De relevante partijen (gemiddeld 10?) moet je daarna nog screenen met een engine om verbeteringen te vinden. Nu twic is niet de enige bron van info. Je hebt correspondentieschaak, boeken, sites, ... Mijn ervaring leert mij dat bitter weinig amateurs up to date zijn met hun repertoire. Ik heb hiervan al meerdere malen geprofiteerd, zie o.a. mijn blogartikels iccf, revolutie in het millennium, zwitsers gambiet, ... Up to date zijn (en hierbij bedoel ik nog geen perfecte kennis maar tenminste de partijen kennen die recentelijk op grootmeesterniveau zijn gespeeld) is iets wat niet alleen een continue inzet vergt maar ook een enorme doorzetting want het is vaak saaie materie. Zelfs profspelers slagen er geregeld niet in wat je o.a. kunt zien in de partij Sergei Zhigalko - Pavel Pankratov gespeeld in het net beëindigde Bronstein Memorial, gewonnen door de Georgische topgrootmeester Jobava Baadur en waarin onze bekende Armeense speler Mher Hovhanisian een 2de grootmeesternorm scoorde.
Men maakt mij dus niet wijs dat een repertoire up to date houden makkelijk haalbaar is. Ik durf zelfs stellen dat je het als amateur met een beperkte vrije tijd voor het schaken gewoon kunt vergeten. Nu om succes te hebben met een opening, hoeft het niets steeds nieuw en spectaculair te zijn. Soms is een oud vergeten variantje afstoffen ook voldoende om een klinkende overwinning te scoren. Dit recept werd in de 4de interclubronde gebruikt door mijn Litouwse tegenstander Sarunas Sulskis. Desalniettemin nam hij wel een (berekend?) risico want hij had het al een keertje eerder gebruikt in 2009 tegen de Litouwse IM Mindaugas Beinoras en die partij had ik ook gezien tijdens de voorbereiding. Echter door de ellenlange spelerslijsten (zie de sterktelijst) moest ik keuzes maken en zo kwam het dat ik de prioriteit gaf aan het bekijken van andere meer tactische openingen.
Achteraf vertelde mijn vriendelijke tegenstander dat niemand minder dan oud-wereldkampioen Robert James Fischer dit concept vele keren heeft gespeeld en dus zeker punch bevat. Het is te zeggen met een belangrijk nuance wat Fischer speelde het pas na Pbd2. Echter Sarunas koos voor onmiddellijk ruilen omdat hij had gezien in de voorbereiding op het vliegtuig van Litouwen naar België dat ik altijd Pbd2 beantwoordde met cxd4 waarna het concept niet meer mogelijk was. Echter door een vroeg ruilen krijgt zwart wel extra mogelijkheden maar dat had wit er wel voor over om mij snel op onbekend terrein te krijgen. Nu erg uitgebreid kan de voorbereiding van wit niet zijn geweest want anders had hij zeker de verbetering op zet 17 moeten kennen die door jawel niemand minder dan Fischer werd gespeeld.
Ook heel wat amateurs kennen uiteraard de waarde van het verrassen met oude openingen. Koningsgambieten, Aljechins, ... zijn openingen die ook vandaag nog erg populair zijn in de club. Echter het kan ook erg fout gaan als er een sterke ambitieuze speler voor je zit die niet alleen zich bezighoudt met de recente ontwikkelingen in de theorie maar ook tijd investeert in het studeren van de klassiekers. Onderstaand verhaal werd al kort verteld op het fefb forum door GM Luc Winants maar ik vermoed dat het voor de meesten onbekend is en best nog wel wat beter ingekleed kan worden.
Sommige bronnen vertellen dat de sterke Amerikaanse schaker Frank Marshall zijn 'Marshallgambiet' had gereserveerd speciaal voor de oud-wereldkampioen Jose Raul Capablanca. In 1918 introduceerde en verraste Marshall met dit gambiet Capablanca maar het werd een afknapper want Capablanca verdedigde zich briljant en won de partij die een klassieker werd.
Het is zeker niet mijn bedoeling om te lachen met de zwartspeler maar hoe wit erin slaagt om de analyses van Kasparov te verbeteren is op zijn minst opmerkelijk. Minder vreemd wordt het als ik vertel dat de witspeler ook een gedreven correspondentiespeler is en zelfs recent een SIM-norm scoorde. Jonge sterke bordspelers die zich nog zo kunnen inzetten voor correspondentieschaak zien we niet vaak. Als dit dan handig wordt uitgespeeld op schaaksite dan wordt plots een winst van 18% nieuwe leden in correspondentieschaak opgetekend na jaren van dalende interesse.
Het opdienen van oude wijn in nieuwe zakken is dus niet risicoloos. Nu sommigen zullen het onzin vinden maar ik vind dat het wel iets extra heeft om af en toe eens een oude klassieker te volgen en zo je eventjes te laten voordoen als 1 van de schaakkampioenen. Deze dimensie kan chess960 zoals onlangs in Moskou werd gepropagandeerd nooit ons geven.
Brabo