Mijn hogere studies voor ingenieur liet ik niet aan het toeval over in tegenstelling tot heel wat medestudenten. Ik zorgde er steeds voor dat ik de cursussen minstens 3 keer serieus bestudeerd had zodat ik de leerstof grondig kende. Mijn resultaten waren bijgevolg ook steeds erg goed. Deze grondige wijze van voorbereiden heb ik ook geërfd in het schaken. Zelfs vandaag na bijna 20 jaar schaken, is er nog steeds weinig of geen sleet te bemerken op mijn (zeer) intensieve
partijvoorbereidingen. Echter ik moet natuurlijk ook wel beamen dat er ook grote verschillen bestaan tussen een hedendaagse partijvoorbereiding en mijn toenmalige voorbereidingen op de examens.
Vooreerst bestaat er bij een partijvoorbereiding geen limiet op de hoeveelheid leerstof in tegenstelling met de meeste klassieke examens. Je moet dus als schaker zelf bepalen wanneer stoppen redelijk is of niet. Een vraag die ik mezelf hierbij recent stelde, is of het loont om tijd te spenderen aan het herhalen van het ingestudeerde materiaal of die tijd beter kan gespendeerd worden aan het bekijken van nog extra varianten? Of een zeer gelijkaardige vraag is, hoeveel tijd per zet moet je spenderen? Het antwoord hangt uiteraard af van een aantal factoren zoals hoe snel en goed kan de persoon iets onthouden, hoeveel (nieuwe) varianten moeten worden onthouden, ... Echter ik denk wel dat de meeste schakers bij tijdsdruk kiezen van zo weinig mogelijk tijd te spenderen aan het herhalen omdat je tenslotte ook zelf nog voor een groot deel door rekenen en deducties de onthouden fragmenten aan elkaar kunt puzzelen. Dat er bij het puzzelen af en toe iets fout gaat, is uiteraard geen verrassing.
Daarnaast bestaat er ook een groot verschil in studie-omstandigheden. Toen ik mij voorbereidde op mijn examens van ingenieur dan achtte mijn omgeving het prioritair dat ik gerust werd gelaten. Zo kon ik makkelijk op 1 dag 12 uren geconcentreerd studeren. Vandaag wordt een partijvoorbereiding door mijn omgeving wel getolereerd maar ik word tevens verwacht om tezelfdertijd paraat te staan voor de andere taken. Een voorbereiding op zaterdag is bijgevolg vaak niets meer dan een aaneenschakeling van halve relatief vrije uurtjes (met 2 jonge kinderen is het nooit 100% rustig) tussen de andere activiteiten (wekelijkse boodschappen, brengen van de kinderen naar dansschool, tekenschool, zwemles,...). Zulke chaotische wijze van voorbereiden beïnvloedt natuurlijk de studie-kwaliteit. Een concreet voorbeeld van zulke chaotische voorbereiding tracht ik in het vervolg van mijn artikeltje uit te leggen. Het is te zeggen, ik zal het deel vertellen dat in rechtstreeks verband stond met de gespeelde partij.
In de laatste ronde van de Belgische interclubs stond er voor Deurne niets meer op het spel. De ploeg was reeds gedegradeerd en enkel een persoonlijk succesje kon nog worden behaald. Omdat ik door omstandigheden op bord 1 speelde, was de kans reëel dat ik
de nieuwe Belgische grootmeester Bart Michiels zou ontmoeten dus het spreekt voor zich dat ik mij op hem duchtig voorbereidde. In onze vorige ontmoeting had hij gekozen voor
the modern french maar ik achtte de kans klein dat hij dit opnieuw zou spelen. De verrassing zou er deze keer niet meer zijn en als Bart een beetje mijn blog had gevolgd dan had hij ook wel door dat ik mijn voorbereidingen serieus neem. Nu zoals eerder vermeld, ben ik niet iemand die een voorbereiding aan toeval over laat dus desondanks nam ik mij toch voor om de opening van onze vorige onderlinge partij serieus te bekijken.
Het eerste wat ik bekeek, was het concept uit de correspondentiepartij dat ik zelf al in mijn vorig artikeltje naar voren schoof dus met 0-0-0. Omdat ik de opening sinds mijn partij (dus die van 2012) niet meer op het bord had gehad en bijgevolg niet meer serieus had bekeken, was het hoogtijd om de partij met een engine eens van naderbij te bekijken. Trouwens Bart kon makkelijk hetzelfde doen als hij de blog had gelezen.
Ik vond het concept ideaal om Barts speelstijl te bekampen maar door het ontdekte gat op zet 13 durfde ik het niet te spelen. Achteraf vroeg ik of Bart mijn blog had gelezen en tevens de antidote op het concept met 0-0-0 had gevonden. Op het lezen van de blog, bevestigde Bart. Het had mij enorm verwonderd als een grootmeester niet van vrij beschikbare voorkennis zou gebruik maken maar op het kennen van de antidote gaf hij een eerder verwarde uitleg. Hij zei namelijk dat hij hierop al eens succesvol c4 in de praktijk had gespeeld. Echter de enige partij die ik kon terugvinden waarin Bart c4 speelde op 0-0-0 was een variant zonder de toegevoegde zetten Le2 en 0-0 waardoor ik vermoed dat Bart niet het gat op zet 13 kende (wat niet wil zeggen dat hij aan het bord niet de juiste zet had gespeeld). Hij zou niet de eerste (sterke) speler zijn die de kans liet voorbijgaan om de beschikbare informatie op mijn blog maximaal te gebruiken. Hieronder geef ik de best interessante partij weer waarin Bart c4 speelde op 0-0-0.
De foutenlast toont m.i. aan dat mits een goede voorbereiding dit soort stellingen geen slechte keuze zou geweest zijn tegen Bart.
In elk geval ik ging dus op zoek naar een alternatief en die vond ik in het concept vermeld in
een reactie van TheUnknownOne. Ik maakte een vluchtige studie van wat de gevolgen zijn als Bart een identieke opstelling zou kiezen als in onze vorige onderlinge partij en kwam tot de vaststelling dat er een leuk nieuwtje kon worden gespeeld.
Wit heeft misschien geen concreet voordeeltje maar ik vond de resulterende stellingen wel aangenaam voor wit. Bovendien was ik bijna 100% zeker dat het idee 11.Pb5 een complete verrassing zou zijn waardoor ik minstens heel wat tijd op de klok zou winnen.
Echter een week eerder had ik ook gelezen op
chesspublishing.com dat
de sterke Zweedse correspondentiespeler Thomas Johansson claimt dat zwart met 9...f6 onmiddellijk kan egaliseren. Ik ben niet geabonneerd op de site (volgens mij een absolute aanrader voor elke speler met meestertitel-ambities) maar ik kon toch relatief snel terugvinden waarom. Nu gelijk spel in correspondentie betekent nog geen droge kansloze stelling in bordschaak dus bleef ik zoeken naar interessante ideeën maar verder dan onderstaande correspondentiepartij kwam ik niet.
Opnieuw was ik dus niet tevreden van het resultaat en voelde ik mij genoodzaakt om de zoektocht verder te zetten. Een vreemde maar interessante partij vond ik in
de computer-database.
Iets te vreemd voor mij vooral omdat ik onvoldoende begreep waarom nu net De2. Trouwens de resterende tijd was te beperkt om er nog een serieuze studie aan te wijden dus parkeerde ik het idee. Het concept uit de volgende partij die ik hier vermeld kon ik daarentegen veel makkelijker begrijpen.
De varianten die ik bekeek, leken mij aantrekkelijk voor wit. Anderzijds met een zet zoals a3, zet je de deur wel wijd open voor allerlei al dan niet interessante zwarte voortzettingen. M.a.w. de kans was groot dat zwart mij onmiddellijk uit boek zou kunnen smijten en dan zonder enige ervaring sta je ook weer nergens.
Dus wat dan wel? Tijd om nog iets nieuw van scratch te bekijken, wou ik niet meer investeren want er waren nog andere openingen die ik perse wou bekijken. Is de resulterende stelling van mijn oorspronkelijke analyse op de aanbeveling van Thomas echt zo pessimistisch? Ik besloot om de variant opnieuw te bekijken en vond enkele interessante ideeën waardoor ik uiteindelijk het toch een kans wou geven. Het is na dit lang artikel zeker geen verrassing meer als ik vertel dat jawel de complete variant op het bord verscheen.
Als 200 punten lager gekwoteerde speler tegen een grootmeester een stelling behalen waarin je controleert en zwart moet opletten dankzij bijna uitsluitend de voorbereiding dan beschouw ik de voorbereiding als een onverdeeld succes. De Belgische IM Geert Van der Stricht gaf achteraf nog aan dat zulk lot af en toe onvermijdelijk is als hoger gekwoteerde speler maar daar ben ik het toch niet helemaal mee eens. Als je 2 keer dezelfde opening speelt tegen iemand waarvan je mag verwachten dat hij zich (goed) voorbereidt dan ben je grotendeels zelf verantwoordelijk voor de resulterende stelling.
Dat ik er nog in slaagde om de slotstelling te verknoeien, komt in een volgend artikeltje want daar valt ook nog heel wat over te vertellen. Met dit artikeltje heb ik alvast een status update gemaakt van deze interessante Modern French.
Brabo