maandag 2 juni 2025

Schaakfeestjes

Ruim een maand geleden ontving ik een mailtje van een Amerikaanse schaker: Dana Mackenzie. Hij wou mij laten weten dat hij een nieuw boek had uitgebracht. Tussen 2007 en 2022 had hij 1245 artikels gepost op zijn schaakblog Dana blog's chess en de 40 beste had hij gebundeld in een boek.
Ik heb even getwijfeld om het aan te schaffen. Dana's blog heb ik jaren gevolgd dus de kans was groot dat ik nog weinig nieuw zou lezen. Bovendien ben ik helemaal niet thuis in de Amerikaanse schaakwereld. De vele namen van lokale meesters zeggen mij helemaal niets.

Anderzijds 25 euro vond ik een correct bedankje voor de vele uren leesplezier die ik in het verleden beleefde aan zijn schaakblog. Bovendien misschien wil ik in de (verre) toekomst iets gelijkaardigs doen van mijn blog. Blogs zijn nu eenmaal veel vergankelijker dan boeken. Ik vermoed dat er interesse zou bestaan voor een boek met de best of van deze blog. Daarin mag uiteraard het konijn niet ontbreken. De hypochonder lijkt ondertussen ook een klassieker te worden.

Het antwoord op de vraag "Did you come here to play chess or to have fun" is dan ook "allebei". Op mijn blog pas ik dezelfde filosofie toe als Dana. Schaaktechnisch valt er geregeld iets te halen uit onze artikels maar minstens even belangrijk is "hoe halen we plezier uit het schaken". Het is zeker niet zo dat fun het logische gevolg is van sterker schaken.

Nog meer dan in Dana's blog wordt in Dana's boek ingezet op de funfactor in het schaken. Alleen het derde hoofdstuk "chessparties" is daarom al de moeite op zich om dit boek te kopen. Tussen 2010 en 2021 nam Dana deel aan tientallen zogenaamde schaakfeestjes. Wat dit exact inhield, leg ik hieronder in 6 bulletpoints uit.
  1. Maandelijks georganiseerd of minstens op regelmatige basis
  2. Snacks en drank met vaak in de avond pizza worden voorzien door de gastheer/ vrouw.
  3. Enkel voor + 1800 spelers en op uitnodiging (onderling respect en samen willen werken is belangrijk)
  4. Deelnemers worden geïntroduceerd aan elkaar/ leren elkaar ook persoonlijk kennen
  5. Iemand voorziet een locatie voor x aantal personen en demonstratiebord
  6. Er wordt niet of nauwelijks partijen gespeeld. De focus ligt op samen analyseren  en filosoferen over het schaken.
Dat laatste is ook een heel belangrijk detail in het concept van schaakfeestjes. Er zijn geen prijzen of punten te winnen dus er is geen competitie onderling. Je probeert samen te genieten van interessante stellingen en af en toe leer je automatisch iets bij. In het boek en op de blog staan talloze voorbeelden hiervan. Dana vertelt dat hij wellicht zonder die feestjes nooit nationaal meester was geworden. De schaakfeestjes waren niet dichtbij maar een paar uurtjes rijden had hij er absoluut voor over.

Dan stel ik mij uiteraard de vraag, of zulke schaakfeestjes mogelijk zijn in België. Het is te zeggen, zou zoiets opnieuw mogelijk zijn in België want jawel ik heb in het verleden zelf nog deelgenomen aan gelijkaardige schaakfeestjes. Tussen 1997 en 2002 kwamen ik, Eddy Verledens, Herman Ottevaere en Roger Lannoy geregeld samen om stellingen te bekijken. Dat gebeurde meestal bij Roger thuis waar we koekjes en koffie/ water kregen. Ik herinner mij dat het op 1 van die feestjes was dat ik kennismaakte met de befaamde 3 kolommen-regel van ongelijke lopereindspelen. Eddy, Herman en Roger zijn ondertussen al vele jaren geleden overleden maar ze hadden anders zeker goedkeurend gekeken naar hoe ik onderstaand eindspel kon keepen in Cappelle La Grande.
Dana vertelt in zijn boek dat het overlijden van de organisator (Mike Splane) de reden was waarom de schaakfeestjes in 2021 gestopt zijn. Het is hetzelfde verhaal met de schaakfeestjes waar ik aan deelnam. In 2002 overleed Eddy en daarna hield het op.

Het is dan ook niet makkelijk om zoiets te organiseren buiten clubverband. Als je een echtgenote en kinderen hebt dan kan je niet zomaar een groepje schakers geregeld in huis uitnodigen. Sociaal zijn en schaken is sowieso geen makkelijke combinatie. Schakers gaan zelden bij elkaar op bezoek.

Ik vind dat jammer. Ik vermoed veel spelers zouden van zulke schaakfeestjes enorm genieten. Veel motivatie-problemen zouden onmiddellijk van de baan zijn. Zoiets kan perfect kleinschalig beginnen met 3 of 4 schakers die elkaar al goed kennen en aanvoelen. Ik zou het onmiddellijk zelf doen indien ik alleenstaande was.

Brabo

maandag 26 mei 2025

Experts in forfaits

Op HLN regende het enkele dagen geleden reacties op het artikel Denemarken eerste in Europa die pensioenleeftijd verhoogt naar 70 jaar. Er werd duidelijk een gevoelige snaar geraakt. De verhoging in België naar 67 jaar is nog niet in voege (vanaf 1 februari 2030) , laat staan verteerd. Ik ben onmiddellijk eens gaan kijken naar het verschil in levensverwachting tussen België en Denemarken. Tot mijn lichte verbazing leven we zelfs iets langer hier in België zie Levensverwachting Internationaal. Als je vergelijkt met enkel Vlaanderen dan is het verschil nog groter zie statistiek Vlaanderen. België met zijn torenhoge staatsschuld en groeiend jaarlijks tekort, stevent onvermijdelijk af naar een pensioenleeftijd van 70 jaar of hoger.

M.a.w. als ik mijn leeftijdsgenoten hoor vertellen over leuke dingen doen op pensioen waar ze vandaag geen tijd voor hebben dan denk ik dat de kans groot is dat het er nooit zal van komen. Mijn mama stierf al op 63 jaar na een slepende ziekte dus ik besef meer dan ooit dat ik nu die leuke dingen moet doen. Als ik een aantrekkelijk schaaktornooi zie dan schrijf ik mij gewoon in van zodra het een beetje mogelijk is. De open van Cappelle La Grande was weer zo een van mijn foliekes.

Alleen bleek het deze keer niet zo makkelijk te zijn om iemand te overtuigen om mij te vergezellen naar CLG. Iedereen die vorige keren met mij was meegegaan naar een schaaktornooi, kon of wilde niet. Sommigen waren ziek. Anderen moesten naar school en nog iemand had een sabbatjaar van het schaken genomen. Geen man over boord want dat is voor mij de perfecte reden om nieuwe mensen te leren kennen. Ik schreef een email naar 25 spelers van mijn club en wachtte af. Het werd een schot in de roos want ik leerde 3 toffe vrienden beter kennen.

vlnr: Ik, Richard, Marc en Bruno op een avondmaal in Cappelle La Grande 2025

1 iemand thuis was echter minder blij met mijn emailtje en dat was de interclubverantwoordelijke van Deurne. Ik had er totaal niet aan gedacht dat ik hierdoor de eerste ploeg van Deurne gehalveerd had voor de 8ste ronde van de Belgische interclub. Anderzijds ik zou wellicht net hetzelfde doen vandaag want mijn interesse in de Belgische interclub is al jaren tanend. Ik mis in Deurne een echte teamsfeer zoals ik bijvoorbeeld onlangs las op Gambiet naar 1ste nationale.

Ik schreef in ploegencompetities al over het belang van teamspirit maar ik vermoed weinig teams hebben dit zo begrepen als schaakclub Gambiet Opwijk. Slechts 3 keer op 88 partijen werd een basisspeler vervangen in het voorbije Belgisch interclubseizoen (ter vergelijking ondanks een heel kleine kern van spelers in Deurne, werden 19 vervangingen uitgevoerd). Ik las dat vooraf gebrainstormd werd over de tegenstanders. Tenslotte verslagen en een gezamenlijk etentje (enkel na de slotronde?) lieten het team als collectief boven zichzelf uitstijgen met een oververdiende promotie naar 1ste afdeling (1ste keer in de clubgeschiedenis).

Vooral de epiloog van het laatste Opwijk-verslag benadrukte hoe teamspirit spelers kan overtuigen om de extra mijl te lopen. 2de bord Jonas Van Cappellen reed na de laatste ronde rechtstreeks naar de spoeddiensten. Hij had de partij gespeeld en gewonnen met ondraaglijke maagpijnen. Petje af want zoiets heb ik zelf nog niet gedaan alhoewel ik ook al een mooie staat van dienst heb betreffende ziek spelen. Spelen met 38,5 graden koorts, spelen met een pijnlijke keelontsteking, spelen met covid, spelen na een voedselvergiftiging, spelen met mondpijn en hierdoor serieus slaaptekort,... Ik ga eigenlijk (bijna) nooit naar een dokter. Dat ik net samenleef met een hypochonder moest wel ergens om de kosten van onze sociale zekerheid niet compleet te laten ontsporen.

Echter ik en Jonas zijn uitzonderingen. Als we het artikel forfaits een hedendaagse plaag lezen dan is het veeleer net het omgekeerde wat er gebeurt. Schakers sturen hun kat voor de minste reden. Sommigen maken het echt wel bont zoals ik recent ontdekte van een echte expert in forfaits geven. Ik sprak in mijn vorig artikel over weinig oudere Belgen die veel open tornooien spelen. Wel eentje spant de kroon Oleg Iolis zowel in aantal open tornooien in het voorbije jaar als aantal dat hij voortijdig uit het tornooi stapte.

7 van de 12 open tornooien werden niet uitgespeeld

Op killerinstinct scoorde Oleg dan wel weer heel hoog met een 99% scoorde. Toeval? Na het lezen van 2 blogartikels van de Nederlandse grootmeester Koen Leenhouts (het vuur gedoofd? en Moet ik een bye nemen?) lijkt mij er toch meer aan de hand. Ook Koen scoort met 90% zeer hoog op de killerinstinct-index.

Onze energie is niet onbeperkt en het wordt er niet beter op met ouder worden. Dan is de vraag uiteraard wat is het beste. Moet je enkel spelen wanneer je zin hebt (zoals chessmood ons vertelt) of speel je beter in het algemeen belang toch een partij op halve kracht? Trouwens met dat algemeen belang kan je ook vele richtingen uit.

Uit een tornooi stappen na verwittigen van de organisatie zien velen als totaal onschuldig. Pas bij niet verwittigen zullen de meeste spelers akkoord zijn dat dit niet ok is. In CLG was het fenomeen blijkbaar zo erg dat er voor het eerst in mijn schaakcarrière publiekelijk sancties werden afgekondigd tegen zulke lelijke forfaits. Spelers die hun tegenstanders tevergeefs lieten wachten, zouden worden gerapporteerd aan de Franse schaakfederatie.

Of de soep zo heet wordt gedronken als ze geserveerd wordt, lijkt mij twijfelachtig. Mijn tegenstander van de 8ste ronde had in de 3de ronde zijn tegenstander tevergeefs laten wachten maar werd daarna toch weer gepaard. 2 maten en gewichten?

Onaangekondigde forfait in de 3de ronde maar Nicolas mag toch verder meespelen

Misschien zat Nicolas vast in het verkeer en kreeg hij pardon van de organisatie. Met de recente reductie van de wachttijd van 1 uur naar een half uur (zie default-tijd deel 2) zal zoiets wellicht vaker voorkomen. Ik vond het in elk geval niet consequent van de organisatie en het zet de poort helemaal open naar talloze excuses.

In onze onderlinge partij was hij op tijd en liet ik mij niet beïnvloeden door wat er vooraf was gegaan. Ik was bovendien heel goed bewust dat mijn tegenstander met een TPR ruim 200 boven zijn elo aan het spelen was.
Experts in forfaits is de logische evolutie van de individualisering in onze maatschappij. Voor tornooi-organisatoren maar ook voor de vele brave deelnemers zal het niet altijd makkelijk zijn om dit te accepteren. De inspanningen en kosten gelinkt aan bordschaken zijn dan ook van een totaal andere orde dan onlineschaken.

Brabo

maandag 19 mei 2025

Jong en oud deel 3

Schakers heb je in alle maten en gewichten maar ik durf absoluut niet te stellen dat schaken voor iedereen is. Als ik met niet-schakers (familie, collega's...) praat dan begrijpt men zelden waarom iemand uren wilt spenderen aan houtjes schuiven op een bord. Openlijk durven ze het niet te zeggen maar ik hoor ze dan denken "Je bent een rare". Om schaker te willen zijn, moet je dus een beetje apart zijn. Het lijkt mij daarom ook geen toeval dat heel wat schakers een sterk karakter hebben en durven tegen de stroom in te zwemmen. In tornooien kom je daardoor soms heel kleurrijke figuren tegen. Wie herinnert zich nog de schaker met zijn papegaai? Wie kent de schaker van Mercatel die steevast in het paars is gekleed? 
Bron: website van Mercatel

Alexandre Bacrot waar ik het vorig artikel al over had, is zeker ook geen gewone sterveling. Zo is Alexandre Bacrot, de zoon van de sterke Franse grootmeester Etienne Bacrot. Ik herinner mij nog goed  hoe in 1997 Etienne Bacrot met blokletters werd aangekondigd in het Franstalige magazine Europe-echecs als jongste grootmeester ooit in de wereld (dat was dus nog voor ik toegang had tot het internet / het Franstalige magazine raad ik aan om je kennis van het Frans op een plezante en educatieve manier te verbeteren). Vader Bacrot is dus een zeer bekende grootmeester maar zoon Bacrot is titelloos ondanks al ruime tijd te beschikken over een + 2400 elo. Dat is vreemd maar ook weer niet zo vreemd als je mijn artikel Fidetitels deel 2 hebt gelezen waarin ik uitlegde dat steeds meer spelers niet wensen te betalen voor fide-titels.

In mijn vorig artikel illustreerde ik Alexandres allesbehalve orthodoxe manier van op winst spelen maar na de partij werd ik getrakteerd op zijn wellicht meest straffe stoot. "Sorry dat ik op winst speelde maar je bent al oud en ik had gezien dat je 's ochtends een lange partij had gespeeld." Ik moest even naar adem happen toen ik dit hoorde. Sorry zeggen omdat je op winst speelt, vind ik onzin maar dat ik als een oudje speelde, vond ik er los over. Ik was het daar niet mee eens maar ik laat de lezer zelf oordelen.
Pas nadat de emoties gezakt waren, besefte ik dat Alexandre het niet zozeer over mijn spel had maar eerder dat ik niet meer tot de jongsten behoor. Ik ben tenslotte 7 jaar ouder dan zijn papa Etienne en dan snap ik dat vanuit zijn perspectief ik al heel oud ben. Trouwens toen ik de eindstand bekeek, moest ik opnieuw slikken. Ik was met mijn 48 jaar de oudste in de top 50 !! De gemiddelde leeftijd in de top 50 was 25,5 jaar. De eerste speler die ouder was, stond op plaats 53: de Franse grootmeester Jean-Marc Degraeve. Wat is hier aan de hand?  Op 48 jaar ben je toch niet versleten als schaker? Welke lessen moet ik hier uit trekken? Laat ons eens kijken hoeveel open tornooien onze Belgische oudere toppers spelen.
Hoeveel open tornooien speelden de Belgische oudere toppers in het voorbije jaar?

Er zijn 18 Belgen die ouder zijn dan mezelf en een hogere rating hebben volgens de huidige Belgische elolijst. 2/3 van die 18 spelers heeft geen enkele open gespeeld tussen mei 2024 en mei 2025. Slechts de 2 professionals Igor Glek en Alexander Dgebuadze spelen gemiddeld minstens 1 open tornooi per maand. Ik kom op plaats 3 met slechts 3 schamele opens op een heel jaar. M.a.w. het is uitzonderlijk dat sterkere "oudere" amateurschakers nog meespelen in een open tornooi.

Bovendien merk ik ook op dat in de onderste regionen van Cappelle La Grande wel nog heel veel oudere spelers meespeelden. Ruim 150 spelers waren ouder dan ik. Zij zijn het levende bewijs dat schaken ook nog kan in open tornooien op oudere leeftijd. Is het angst om eloverlies van de oudere toppers dat ze niet meer willen spelen in open tornooien? Is het omdat open tornooien spelen veel meer energie vergt voor een topper dan de modale amateurschaker die een vakantie combineert met luchtig geschaak?

Misschien moet ik beslissen om ook zo een amateurschaker te worden. Ik bereid geen enkele partij meer voor en studeer geen schaak meer. Ik speel nog mijn partijen maar die analyseer ik nooit meer. Ik blijf gezellig uren hangen aan de bar tijdens de après-schaak na elke ronde. Ik maak mij niet meer druk als ik te laat aan het bord ben. Ik neem zeker byes als ik nog iets leuks in de omgeving wil bezoeken.

Dat kost me wellicht 100 of misschien zelfs 200 elo. Daar ben ik nog niet klaar voor. Ik stel mij bovendien de vraag of ik dan niet beter zoals de vele Belgische oudere toppers gewoon geen open tornooien meer speel. Met de vrijgekomen tijd en geld zou ik heel wat andere leuke dingen kunnen doen. Ik denk dan in de eerste plaats aan eens een grote reis van 1 of 2 weken met echtgenote en eventueel kinderen naar Italië, Griekenland of andere zuiderse locatie. Sinds mijn huwelijksreis (Italië in 2006) hebben we zoiets niet meer gedaan.

Ach volgend jaar word ik 50 jaar en mag ik meespelen in een heleboel seniortornooien. Ik heb al leuke aanbevelingen gekregen van iets oudere schakers. Dan ben ik plots weer het kakkernestje (Wordt dat woord in Nederland gebruikt?). Nee ik zal nog even blijven werken aan het schaken. Als ik een paar weken geen competitieschaak meer heb gespeeld dan voel ik het al knagen. De schaakmicrobe zal mij niet zo makkelijk loslaten. Ik vrees dat jullie nog voor een tijdje met mijn artikels opgescheept zullen blijven.

Brabo

maandag 12 mei 2025

Killerinstinct deel 2

Na de publicatie van mijn vorig artikeltje, zocht ik contact met de Nederlandse internationaal meester Herman Grooten. Ik vroeg hem op de man af of hoe het komt dat hij in mijn onderzoekje komt bovendrijven als speler met de hoogste killerscore. Ik kreeg snel antwoord met een referentie naar  een artikel op schaaksite. Hierin legt hij haarfijn uit dat hij op 21 jarige leeftijd (in het jaar 1979) voor het eerst een remise maakte met een 2600 elo maar achteraf berispt werd om het te makkelijk aannemen van de remise. Vanaf dan heeft Herman remises structureel geweigerd wat hem heel wat nullen maar ook diverse scalpen van + 2600s heeft opgeleverd.

Remises weigeren is echter kinderspel met wat mij overkwam in ronde 7 van Cappelle La Grande 2025. In die partij verzette mijn tegenstander hemel en aarde om toch geen remise te moeten maken. In onderstaande stelling speelde zwart na 10 minuten nadenken bewust een verliezende zet (ongeveer -2) omdat de correcte zet te vervlakkend is.
13 zetten later herhaalde hij dit exploot maar deze keer met de variatie door bewust een zetherhaling uit de weg te gaan alhoewel de computer opnieuw ongeveer -2 opgeeft.
Ik heb al eerder enkele artikels geschreven over risico's nemen zie deel 1 , deel 2 en deel 3 maar bovenstaande vind ik van een totaal ander kaliber. Ik heb zoiets nooit eerder meegemaakt. Ok je kan spelen op de man als hogere elo tegen lagere maar dit is voor mij meerdere bruggen te ver.

Trouwens alsof dit niet al voldoende killerinstinct was voor 1 tornooi, kende mijn tegenstander uit ronde 6 er zeker ook iets van. Slechts 15 jaar en ruim 300 elo minder had Ilyess Guechchati en toch weigerde hij in onderstaande stelling mijn remise terwijl het ongeveer gelijk staat (met allebei nog veel tijd op de klok).
Wit aan zet. Stockfish 17.1 toont 0.06

Op zet 40 verbaasde hij mij een tweede keer door met slechts seconden op de klok een zetherhaling uit de weg te gaan. In mijn artikel Angst deel 3 gaf ik reeds aan dat de jeugd tegenwoordig weinig angst meer kent maar dit is nog een stap verder.
In tegenstelling tot de sterkere speler Alexandre Bacrot van ronde 7 die alsnog won (volgend artikeltje toon ik hoe), beet Ilyess wel in het zand (een blunder dus vind ik niet zinvol om te publiceren). Ik heb mij daarom achteraf lang afgevraagd waarom Ilyess emotieloos het resultaat kon ondertekenen. Ik heb oudere en sterkere spelers zien instorten na zulk partijverloop. Ik vind het erg vreemd en fascinerend om zo fanatiek op winst te kunnen spelen op die jonge leeftijd en tezelfdertijd zo koel te blijven na verlies.

Anderhalve maand geleden was er commotie omtrent het toekennen van een schoonheidsprijs (zie beauty-prize-politics). Misschien moeten we het eens over een andere boeg gooien met een prijs voor de grootste strijdlust. Zoiets bestaat al jaren in vele wielerwedstrijden waardoor ook verliezers soms een heel mooie geldprijs kunnen winnen. De criteria kan je heel makkelijk vastleggen. Wie remises weigert (maximum 1 per partij) en zetherhalingen uit de weg gaat, maakt kans. Hoe sterker de tegenstander in vergelijking met jezelf, hoe beter. Is dit nieuw voor het schaken en/ of wie durft zoiets als organisator eens aan te bieden?

Brabo

woensdag 7 mei 2025

Killerinstinct

Het doel van het schaken is je tegenstander schaakmat zetten. Dat was de scherpe opmerking van een lezer die vond dat ik veel te weinig ambitie toon(de). Nee toen het talent killerinstinct werd uitgedeeld, stond ik niet op de eerste rij. Het gebeurt veel te vaak dat ik al voor de partij denk dat remise best ok is. Ik ben er ook als de kippen bij om een partij helemaal dood te maken als ik verrast wordt in de opening (zie bv. risico's deel 3).

Kortom ik vroeg mij na die opmerking af in hoeverre dit iets typisch is voor mezelf of zijn er ook andere spelers met zulke handicap. Hoe groot is het verschil in killerinstinct tussen mezelf en andere spelers? In 2021 publiceerde de Australische grootmeester David Smerdon hiervoor the fighting chess index maar die was er enkel voor topspelers en is ondertussen al gedateerd (voor covid dus 2020). Ik keek daarom naar de tenacity-score in het stijlreport die je per speler kunt generen met Chessbase 18. Die score zou volgens Chessbase een heel goede indicatie geven van iemands killerinstinct.

Chessbase 18 kan veel automatisch maar een onderzoek over het killerinstinct vergt nog steeds heel wat manueel werk. Eerst filterde ik alle spelers uit mijn up to date Big database 2025 waarvan ik minstens 50 gepubliceerde klassieke partijen kon vinden sinds januari 2020. Vervolgens filterde ik uit die groep de spelers met een of meerdere van onderstaande eigenschappen:
  • Belg
  • Nederlander
  • Hij/zij was mijn tegenstander in een klassieke partij die gespeeld werd in de voorbije 5 jaar
  • +2700 klassieke fide-elo volgens 2700chess.com op 6 mei 2025
Voor elk van hen noteerde ik in een exceltabel
  • Naam + voornaam
  • Killerinstinct = Tenacity-score
  • Piekelo sinds januari 2020
  • Aantal klassieke partijen in rekening gebracht (dus minstens 50)
  • Man of vrouw
  • Heb ik de speler in de laatste 5 jaar ontmoet in een open tornooi? Ja of Nee
In totaal verzamelde ik van 230 spelers de data. Dat liet mij toe om enkele interessante grafieken te maken. Ik begin met hoe groot iemands leeftijd invloed heeft op het killerinstinct.


In een 2de grafiek tracht ik te achterhalen in hoeverre (piek-) elo een invloed heeft op het killerinstinct.


  • De remises worden frequenter bij de hogere elo's.
  • Desondanks zakt de trendlijn met slechts 15% van 1900 naar 2900 fide elo.
Ik wou ook eens weten of er door het aantal partijen een vermoeidheidseffect te zien is in het killerinstinct.


  • Onze Belgische nummer 1 Daniel Dardha is de meest actieve speler in mijn onderzoekje.
  • Zonder Daniel Dardha ligt de trendlijn ongeveer 8% hoger voor de meest actieve spelers.
  • Ik zie een lichte stijging van het killerinstinct als spelers meer spelen en dat heeft wellicht te maken met minder schrik van eloverlies.
  • Speelt Daniel te veel partijen?

De score van de Belgen in mijn data kan je hieronder aflezen. Ik kom er zoals verwacht zelf zwak uit.
Belgen met minstens 50 klassieke partijen gespeeld sinds 2020
en gepubliceerd in de Big Database 2025
  • Slechts 55 Belgen kwamen in aanmerking voor mijn onderzoekje
  • De Belg met het hoogste killerinstinct is Daria Vanduyfhuys.
  • 2 Belgen kregen een 0 score van Chessbase voor hun killerinstinct.
  • Rood betekent dat de killerinstinct-score van de speler 10% onder de te verwachten score volgens leeftijd ligt.
Tenslotte was ik ook nog geïnteresseerd in enkele speciale vergelijkingen van groepen.

1. Belg: Ja - Nee


    • De gemiddelde Belg heeft een iets lagere killerinstinct-score (inclusief correctie volgens leeftijd) t.o.v. niet Belgen.
    • 55 Belgen is een klein percentage van het totaal aantal Belgische schakers. Ze zijn ook een speciale categorie dus veel kunnen we hier niet uit afleiden.
2. Man - Vrouw

    • Vrouwen scoren gemiddeld ruim 12% hoger op de killerinstinct-index dan mannen (inclusief correctie volgens leeftijd)
    • Zijn de vrouwen competitiever of is het eerder dat de minder competitieve vrouwen massaal afhaken?
3. Open tornooi spelers: Ja - Nee

    • De spelers die ik ontmoette in open tornooien hebben gemiddeld een iets groter killerinstinct (inclusief correctie volgens leeftijd)
    • Tussen de 187 spelers die ik niet in open tornooien ontmoette, zijn ook nog veel spelers die regelmatig open tornooien spelen.
Mijn algemene conclusie is dat er trends zijn maar dat het killerinstinct vooral iets heel individueel is dus ongeacht leeftijd, elo, geslacht, activiteit ... In de tabel van de Belgen insinueer ik met de rode kleur dat spelers meer dan 10% onder de trendlijn zich moeten aanpassen maar ik ben daar zelf niet zeker van. Het is goed om jezelf te kennen en daar rekening mee te houden in beslissingen. Het is noch eenvoudig, noch een recept tot succes om plots drastische wijzigingen in je schaakpatroon te maken. Mentale coaches in het schaken worden langzaam bekender maar nog veel te weinig spelers maken er gebruik van.

Brabo

woensdag 30 april 2025

Extra tijd deel 4

Partijen van het eerste grote klassiek Freestyle-tornooi in Grenke (17-21 april 2025) heb ik nauwelijks live gevolgd of zelfs nagespeeld. Desondanks viel het mij wel op dat er veel partijen beslist waren in minder dan 20 zetten. 46 op 621 gespeelde en gepubliceerde partijen in de Freestyle A-groep waren miniaturen = 7% van het totaal. Daar zaten bovendien verliespartijen van heel sterke spelers zoals Dardha, Movsesian en Smeets tussen. Zoiets heb ik nooit eerder gezien in klassiek schaak. Ter vergelijking in de parallel lopende Standaard A-groep waren slechts 4 op 584 gespeelde en gepubliceerde partijen beslist in minder dan 20 zetten. De hoogste verliezende speler in die 4 partijen had slechts 2266 elo. In mijn database met persoonlijke klassieke partijen (+1000) vond ik slechts 1 partij terug waarin ik in minder dan 20 zetten heb opgegeven.
Dit Freestyle-fenomeen werd ook door andere spelers opgemerkt zoals bijvoorbeeld in de meest recente editie van de C-Square Podcast. Volgens de Amerikaanse supergrootmeester Fabiano Caruana is het gelinkt aan een gebrek aan ratings voor Freestyle waardoor spelers hun motivatie verliezen. Ik denk dat het vooral te maken heeft met dat veel spelers zeer weinig ervaring hadden met Freestyle-schaak. Zo zag ik de Nederlandse grootmeester Jan Smeets 3 weken voor de start van Grenke plots op lichess Chess960 spelen. Hij speelde er in totaal 42 blitzpartijtjes zie smeets Chess960-lichess. Dat is niet ernstig. Ter vergelijking ik heb ruim 300 fide-elo minder dan Jan. Online heb ik slechts 80 Chess960-elo minder op lichess dankzij 5000 Chess960 partijenDe verliespartij in minder dan 20 zetten van Jan in Grenke moet dus eerder gelinkt worden aan dit gebrek aan oefenen.

Magnus Carlsen laat zelden in zijn kaarten zien maar hij heeft zonder twijfel al een zeer groot aantal partijen Freestyle-schaak gespeeld. Hiermee had hij een groot voordeel t.o.v. alle andere Grenke-deelnemers. In de eerder vermelde podcast zegt Fabiano daarom ook dat de 9 op 9 van Magnus voor hem geen al te grote verrassing was. Het formaat van het tornooi was precies op maat van Magnus. Magnus zei in een Grenke-interview dat het de eerste keer was in 20 jaar dat hij nog eens dubbele ronden op een dag speelde. Dat is uiteraard geen toeval.

Freestyle-schaak betekent dat de uren partijvoorbereiding niet bestaan. 2 klassieke partijen per dag wordt hierdoor veel makkelijker verteerbaar. Bovendien werd ook nog eens in Grenke de extra tijd na zet 40 weggelaten. Dan vermoed ik dat je zelfs gemiddeld minder tijd bezig bent met 2 klassieke Freestyle-partijen per dag dan 1 klassieke partij met extra tijd standaardschaak. Magnus leidt met ruime voorsprong de wereldranglijst rapid dus was zeker vragende partij hiervoor. Het legde hem geen windeieren want hij scoorde 5 winstpunten waarbij de tijdnood van de tegenstanders een cruciale rol speelde.
  • 2de ronde: 30 ste zet Finek - Carlsen: 1 minuut tegen 15 minuten waarna Finek helemaal instort
  • 3de ronde: 30 ste zet Carlsen - Grandelius: 26 minuten tegen 6 minuten waarna Grandelius de verliezende fout maakt
  • 7de ronde: Carlsen wint op tijd tegen Maghsoodloo op zet 31 reeds
  • 8ste ronde: 43ste zet Mamedov - Carlsen: 4 minuten tegen 24 minuten waarna Mamedov er niet meer in slaagt om een constructieve verdediging te vinden
  • 9de ronde: 25ste zet Carlsen - Keymer: 10 minuten tegen 1 minuut waarna Keymer de verliezende fout maakt
In deel 1 schreef ik al dat ik geen fan was van klassieke partijen zonder extra tijd maar soms is extra tijd ook echt wel te veel van het goede. Op speeldag 5 (19 februari 2025) in Cappelle La Grande was ik ruim 14 uur intensief bezig met schaken.
  • 6 uur: Opstaan en 2 uren voorbereiden op ronde 6.
  • 8 uur: douchen, ontbijten, pendelen met auto naar tornooizaal
  • 9 uur: Start ronde 6
  • 14 uur: Einde ronde 6, snel terugrijden naar hotelkamer, middageten binnen schrokken, voorbereiden op ronde 7 want paringen zijn er al
  • 16 uur: Naar de tornooizaal, start ronde 7
  • 21 uur: Einde ronde 7, terug naar hotelkamer. Tijdens avondmaal, checken van de 2 gespeelde partijen met smartphone.
Het blogartikel I don't like chess-tournaments van de Amerikaanse FM Nathan Solon begrijp ik dus helemaal. Of het eten is niet goed, of er is te weinig rust of je speelt oninteressante partijen, of het is te duur, .... Je vindt altijd wel een reden om ergens niet te willen spelen.

Zeker volwassen spelers zullen daarom afhaken of proberen een open tornooi te combineren met toerisme. Afgelopen weken zag ik heel leuke verslagen van Pascal De Kaey in open tornooi Reykjavik (IJsland)Wouter Schuurbiers in open tornooi Bangkok (Thailand) en uiteraard ook nog Koen Leenhouts in open tornooi Menorca (Balearen eilanden van Spanje).

Ik vroeg Pascal achteraf hoe combineer je toerisme in IJsland met dubbele ronden van extra tijd in een tornooi. Niet voorbereiden was deel van zijn antwoord. Door niet voor te bereiden win je al snel 4 uren per dag t.o.v. wat ik doe in CLG. Koen lanceerde dan weer een poll om te zien of byes nemen een goed idee was zie toernooidagboek Menorca 2

Niet voorbereiden en dan achteraf ontdekken dat ik de opening van de partij vooraf had kunnen weerleggen. Ik zou het mezelf niet kunnen vergeven. Een week mijn gezin in de steek laten om te schaken en dan ter plaatse beslissen om een partij niet te spelen. Ik voel mij nu al erg schuldig dat ik dit niet aandurf. Het perfecte tornooi bestaat niet maar BK Lier vorig jaar kwam aardig in de buurt. De extra tijd beschouw ik nog steeds als een bonus maar ik stel geen veto aan open tornooien zonder.

Brabo

maandag 21 april 2025

Chivalry

Als je een podcast publiceert waarin je klaagt over te weinig Vlaamse schaakartikels dan wordt ergens ook verwacht dat je zelf de handen uit de mouwen steekt. Dat is precies wat de nieuwe blog van De Lange Rokade doet. Ze zijn sinds 27 februari 2025 online en met 15 posts hebben ze een vliegende start genomen. 2 van de 3 podcasters (komt Tom er nog bij of houdt hij zich liever afzijdig?) schrijven over diverse thema's waarop ik al af en toe eens een reactie achterliet. Ik juich het initiatief uiteraard toe want het is erg leuk om te lezen.

Tezelfdertijd valt het mij ook op dat zowel Glen als Koen bijzonder voorzichtig zijn met iets van persoonlijke schaakkennis te delen die ook maar op 1 of andere wijze tegen zichzelf kan worden gebruikt. Eigen partijen worden niet gedeeld (ik stel mezelf de vraag of dat misschien de reden is van Substack te kiezen waardoor geen partijen kunnen worden afgespeeld) . Koen geeft zelf toe tijdens de review van deze blog dat het wringt om over iets te schrijven maar steeds op de rem te moeten staan. Het is best mogelijk om een interessante/ entertainende schaakblog te schrijven zonder waardevolle informatie over jezelf te delen maar het is sowieso een grote handicap.

Kritiek op deze blog heb ik dan ook nauwelijks gehoord in de 5de editie van de podcast de Lange Rokade. Wel was het zo dat ik als bordschaker met de grond gelijk werd gemaakt. Bepaalde openingen in mijn repertoire zijn barslecht. Ik werk totaal inefficiënt aan het schaken. Mijn openingsaanpak is complete onzin. Het is absurd om je schaakkennis zomaar te grabbel te gooien op een blog.

Het zijn allemaal terechte opmerkingen over mij als bordschaker waarvan ik zelf al heel lang bewust ben. Tevens ben ik akkoord dat een schets maken van de auteur nuttig is in een review van een blog. Anderzijds mis ik nuancering hierbij. Het was hoogstwaarschijnlijk niet de bedoeling van de review maar er is op zijn minst de schijn gecreëerd dat de kwaliteit van een schaakblog sterk afhangt van de auteur als bordschaker.

Bloggen en bordschaken hebben vaak tegenstrijdige belangen. Openheid/ chivalry is een enorm pluspunt in bloggen maar is een enorm nadeel in bordschaken. Zelfs ik maak altijd een afweging. Is het verhaal belangrijker dan mijn schaakkennis? Hoe groot is de persoonlijke schade als ik iets deel? Zoals terecht werd opgemerkt in de Lange Rokade-podcast, durf ik hierin heel ver te gaan. Schakers zijn gelukkig lui en vergeten snel maar het achterste van mijn tong laat ik niet altijd zien. Zeker relevante openingsnieuwtjes voor mijn repertoire verwijder ik geregeld in partijanalyses als ze niet kritisch zijn in een verhaal.

Nee in vergelijking met mijn tegenstander uit de 2de ronde van Cappelle La Grande ben ik klein bier betreffende openheid. De Luxemburger Claude Kaber nomineer ik als de ultieme schaakridder die altijd de tegenstander met open vizier zal bekampen. Tijdens de partijvoorbereiding was ik totaal verbaasd over hoe Claude geen enkele moeite deed om iets te verbergen. + 16.000 partijen op chess.com en + 26.000 partijen op lichess zijn gesigneerd met zijn volledige naam. Bovendien stuurt hij steevast aan op het koningsgambiet in zijn witpartijen zowel in online als bordschaken. Trouwens alsof dat niet genoeg chivalry is, speelt hij een variant op het Muzio-gambiet waar de hedendaagse computers geen fan van zijn. 1 keer raden hoe onze onderlinge partij verliep?
In de 19de eeuw had Claude zich als een vis in het water gevoeld. In de 21ste eeuw is deze manier van spelen tegen een goed voorbereide speler bijna gegarandeerd een nul. Het verklaart wellicht ook waarom Claude in de voorbije 25 jaar ongeveer 300 elo heeft verloren. Chivalry heeft geen plaats meer vandaag.

Desalniettemin is niet alles zwart-wit in dit verhaal. Zo viel het mij op dat in +42.000 online partijen van Claude niemand van zijn tegenstanders "mijn" weerlegging had gespeeld. Online heeft Claude geen last van partijvoorbereidingen. Bovendien vertelde Claude mij achteraf dat ik de eerste was in bordschaken die hem met deze weerlegging geconfronteerd heeft. Heel weinig schakers in zijn elo-range doen de moeite om online profielen op te zoeken. De weinigen die het doen spelen bovendien zelden of nooit de Fischer-verdediging. Tenslotte is de weerlegging op zich ook niet zo makkelijk om als mens goed te doorgronden. Sommige varianten zijn best pittig. Onderstaande computerpartij toont aan dat het zelfs met een partijvoorbereiding nog fout kan gaan aan het bord.
Ik was er niet 100% gerust in tijdens de partij. Ik moest Claude achteraf ook gelijk geven dat we geen computers zijn en bovenstaand schaak als mens niet kunnen produceren. Claude lijkt dan ook niet van plan om zijn chivalry op te geven. Ik sluit af met een losse interpretatie van een quote die ik 2 maanden geleden hoorde op de perpetual chess podcast van de sterke Duitse grootmeester Jan Gustafsson. "Oudere schakers moeten bezig zijn met fun in het schaken ipv zichzelf nog grote doelen te stellen." Dat hoef je Claude niet te vertellen. Hij verbaasde iedereen in CLG door na zijn val in de sneeuw te blijven schaken tot zelfs enkele uren voor de geplande arm-operatie. Schaken is voor hem pure fun en de rest is bijzaak.

Brabo