dinsdag 26 augustus 2025

De remisekoning

Het nieuwe seizoen staat voor de deur. Het is de periode dat interclubverantwoordelijken het aantal teams vastleggen en dus aan ieder lid feedback vragen over hun deelname. Dat loopt niet altijd van een leien dakje vooral wanneer sommige spelers pas laatste minuut afhaken. Dan is het vaak niet makkelijk om de gaten nog opgevuld te krijgen. Zo lanceerde Schaakvereniging Rokado vorige week een alarmerende oproep op schaaksite voor nieuwe spelers.

Het is te zeggen nieuw in de zin van nog geen lid want jong mogen ze niet zijn. Er werd expliciet vermeld dat kandidaten ouder moeten zijn dan 50 jaar. De reden die men opgeeft is dat Rokado een vriendenclub is met bijna uitsluitend +50 jarigen.

In 2018 schreef ik al over spanningen tussen jongere en oudere spelers maar het is de eerste keer dat ik dit zwart op wit zie staan. Anderzijds herinner ik mij ook een passage uit 1 van Gelfands boeken. Boris vertelde daarin zonder schroom dat hij geregeld talentvolle jeugdspelers weigerde in zijn team. Ze pasten niet in zijn schaakfilosofie.

Ik begrijp uiteraard dat spelers liefst omgaan met generatiegenoten. Veel oudere spelers zijn evenmin  geïnteresseerd in de laatste nieuwe ontwikkelingen. Zelfs in de hoogste echelons zie ik dit fenomeen. In de lange rokade-podcast over openingen werd ongegeneerd door de drie tenoren toegegeven dat ze niet meer alle trends volgen zoals vroeger. Ik bleef er dus op mijn honger zitten betreffende openingstips maar die podcast was wellicht sowieso niet voor mij bedoeld.

Toen ik mijn diensten aanbood enkele jaren geleden bij de Stukkenjagers waren sommigen dan ook niet zeker of ik zou passen in het eerste team. De gemiddelde leeftijd lag 20 jaar jonger maar ik vond dat net een pluspunt. Het is een verademing om eens met jonge ambitieuze spelers te kunnen samenwerken. Zowel schaaktechnisch als levensvisie leer ik geregeld iets bij. Omgekeerd blijf ik uiteraard de vreemde eend in de bijt maar eentje die nuttig blijkt te zijn voor het team. Ik maakte het voorbije seizoen 7 op 8 partijen remise tegen stevige tegenstand. Dat vonden mijn teamgenoten zowel eigenaardig als best knap in de meesterklasse (zie verslag Stukkenjagers: nog een laatste meevaller).

Trouwens niet alleen in de Nederlandse interclub maar ook in mijn andere competities maakte ik een serie remises vaak tegen veel hogere elo's. In het verleden heb ik dat wel vaker gedaan maar het seizoen 2024-2025 brak alle records. Ik denk niet dat veel spelers met 2250 elo of lager zoiets al vaker hebben gedaan zelfs zonder rekening te houden met mijn leeftijd.

Seizoen 2024-2025
14 remises in klassiek schaken tegen GMs,IMs en FMs

Niet alles werd remise want ik heb ook 5 partijen verloren en 2 gewonnen dus misschien ben ik te voorbarig met mezelf als remisekoning uit te roepen. Feit is dat ik in de voorbije paar jaar dankzij de moderne engines mijn openingsrepertoire serieus heb kunnen bijschaven. Positioneel waren vroeger engines niet sterk genoeg om zwaktes aan te tonen in de opening en dat is sinds de neurale netwerken (2020) voorbij. Daarnaast kan ik ook meer in de breedte openingsanalyses maken sinds 2020 het niet meer nodig is om gemaakte analyses op te frissen. De progressie van de engines is bijna compleet stilgevallen.
Ik durf te stellen dat mijn repertoire nooit beter is geweest dan vandaag wat niet betekent dat het werk klaar is. Er zijn altijd nieuwe ideeën en daarnaast blijft het een hopeloos gevecht om alle gemaakte analyses te onthouden.

Tenslotte stel ik mezelf ook de vraag of die vele remises niet betekenen dat ik mijn potentieel niet volledig benut. De laatste interclubpartij van het seizoen legt misschien een symptoom bloot. Er zijn zoals vaak winstkansen voor mij maar ik speel het iets te oppervlakkig en gemakzuchtig.
Als remisekoning word je niet rijk. Ik sluit dit seizoen af met nauwelijks 10 elopunten meer dan het vorige. Veel van mijn tegenstanders hebben zelf al veel elo verloren zodat er niet zoveel meer te rapen valt. Bovendien zal een 2400 elopunter 2 keer nadenken vooraleer te gokken met een riskante winstpoging. Met K-factor 10 kost een remise 2 elo tegen mij. Daarentegen bij een verlies is men 3,5 keer meer kwijt dus 7 elo.

Brabo

dinsdag 19 augustus 2025

Herdersmat deel 2

Vele jaren was het eenzaam bloggen als Nederlandstalige schaker maar dit jaar schieten ze plots als paddenstoelen uit de grond. Ik vind het een heel leuke evolutie. De meest recente blog van de Belgische internationaal meester Thibaut Vandenbussche is een absolute smaakmaker zowel letterlijk als figuurlijk. Het bewijst wat ik al veel langer vermoedde. Schakers maken veel mee in hun leven en kunnen vaak heel veel interessants vertellen.

Daarnaast is het ook erg prettig om te beseffen dat wij schakers allemaal met dezelfde twijfels kampen. "In het land der blinden" toont Thibaut heel mooi aan hoe iemand in een tijdspanne van enkele uren zo slecht en zo goed kan spelen. Ik had net hetzelfde gevoel na 2 recente interclubpartijen maar dan in omgekeerde volgorde. Eerst maakte ik knap remise tegen een +2600 om daarna bijna te verliezen tegen een -2000 (fide) die notabene een herdersmat speelde.

Hoe kan je nu bijna verliezen van een herdersmat in een klassieke partij tegen een speler die zo veel lager staat op de ranking? Een eerdere blogreactie liet niet na om nog wat zout in de open wonde te gooien. Het kwam er op neer dat ik echt wel heel slecht moet hebben geschaakt om tegen herdersmat in de problemen te komen.

Schakers kunnen erg hard zijn voor elkaar. Ik ben zelf niet de braafste en kan tegen een stootje dus ik klaag niet. Wat ik wel met dit artikel wil aantonen is dat schaken vaak complexer is dan een eerste algemene indruk. In 2017 schreef ik dat clubspelers voor herdersmat kozen om openingstheorie te vermijden. Deze keer koos de clubspeler voor een totaal andere reden de herdersmat. Hij hoopte mij te verrassen met jawel theorie over de herdersmat.

In de Brugse Meesters 2025 hoorde ik een +2100 speler vertellen dat hij geen Chessable gebruikt. Ik ben dus niet de enige maar zonder Chessable ben je vandaag in het nadeel. Na de interclubpartij met de herdersmat kon mijn tegenstander een duivels lachje niet onderdrukken wanneer hij vertelde dat er een Chessable-cursus vandaag bestaat over de herdersmat: Secret blitz weapons wayward queen-attack. Ik viel van mijn stoel toen ik de +8 uren video-materiaal zag.

Hoe is het uberhaupt mogelijk om +8 uur materiaal te maken over een herdersmat? Wordt daar iets zinvol in verteld? Ik maakte mijn eigen uitgebreide analyses en stelde vast dat zelfs met een herdersmat de positie heel snel een chaos kan worden. Ik vermoed dat onderstaande kritieke variant geen enkele mens kan spelen.
Sommige lijnen zijn nog waanzinniger. Stockfish heeft geen enkele moeite om de sterkste zetten te vinden maar ik zie opnieuw geen mens dit zonder voorkennis spelen.
Kortom het is zoals de Nederlandse topgrootmeester Anish Giri in een livestream recent vertelde. Vandaag kan je zelfs van vrij dubieuze openingen een gevaarlijk wapen maken met behulp van de computer. Je bent nooit klaar met schaken dus er valt altijd wel iets te studeren.

Tijdens de lockdowns van covid speelde de Servische internationaal meester Miodrag Perunovic net als miljoenen anderen online schaak. Online schaken kan snel vervelen dus begon Miodrag te experimenteren met de herdersmat. Tot zijn verwondering scoorde hij er bijzonder goed mee wat je ook kan zien op bv. zijn lichessaccount: TheButcherMio. Zo ontstond het idee om er een studie van te maken en later dus een cursus.

Miodrag raadt de opening aan voor blitz maar mijn tegenstander bewees dat het ook interessant is voor klassiek schaken. In Brugge vertelde de Belgische expert Arne Nemegeer mij dat hij vaak de zet speelde die hij al de eerste paar seconden had gezien. In mijn openingstudie maak ik al vele jaren gebruik van blitzpartijen omdat ze vaak een goede indicator zijn voor klassiek schaken zie de (on)zin van blitz deel 2.

Dit wil niet zeggen dat de herdersmat helemaal koosjer is. Aan de hand van mijn partij tegen Mardoek Thienpondt toon ik enkele pijnpunten waar de cursus geen antwoord op zal kunnen geven.
De opening valt of staat dus met het verrassingseffect. Hoe groot is de kans dat de tegenstander toevallig dezelfde cursus gekocht heeft en bestudeerd heeft? Wie heeft van de herdersmat met een moderne engine zelfstandig een uitgebreide studie gemaakt? Bijna niemand en dat is net waarom sommige witspelers vandaag veel beter scoren dan je zou verwachten.

Trouwens als er nog steeds spelers bang zijn om een stelling met wit te spelen die -0,3 nadeel oplevert dan raad ik ze aan om eens Koen Leenhouts "HZ- ronde 8 Puzzle-Rush" na te lezen. Daarin wordt uitgelegd hoe wit bewust een stelling met -0,4 nadeel speelt maar toch vlot wint. Koen is een grootmeester. Als de aanpak werkt voor een grootmeester dan zeker voor de gewone sterveling.

Dan resteert nog een laatste belangrijke vraag en dat is het prijskaartje. Mardoek omzeilde dit met de gratis lightversie van 50 minuten want voor de complete herdersmat-video wordt 110 euro gevraagd. Ik vermoed Koen heeft wel 79 euro betaald voor Trompowsky attack top level repertoire for white. Ik vind dat persoonlijk heel veel geld voor een verrassingsopening. Koen mag verwachten dat al zijn tegenstanders nu gewapend zullen zijn en de -0,4 nadeel zullen trachten uit te buiten. Het gebruikmaken van dit soort openingswapens past niet in mijn wetenschappelijke aanpak dus ik denk niet dat ik ooit op die trein zal stappen. Wel zal ik zulke verrassingswapens nooit licht opnemen. Een grondige studie en een of meerdere anti-dotes zal ik altijd maken. Weliswaar soms te laat !

Brabo

dinsdag 5 augustus 2025

Het zwarte gat

De eerste reactie op mijn reisbrochure naar Saint Antonin Noble Val voor schakers kwam uiteraard van mijn editor. "Papa, je bent een foodie". Ik had weer meer over eten geschreven dan schaken zelf dus ik kon ze geen ongelijk geven. Trouwe bloglezers weten al lang dat ik lekker eten heel belangrijk vind tijdens het spelen van tornooien. Dat zat dus helemaal goed in mijn meest recente tornooi.

Desalniettemin was ik toch weer een paar kilo afgevallen na het tornooi. Op de eerste speeldag was ik al 4 keer naar het groot toilet geweest voor de start van de eerste ronde. Ik vermoed dat het genetisch is maar mijn dochter heeft ook enorm veel stress bij het schaken (daarom ook de gebruikersnaam de stress-kip). Ze heeft mij na ons Frans tornooi al laten weten dat het wellicht de laatste zomer is dat we nog tornooien samen zullen spelen. De liefde voor het schaken (en haar papa ?) is niet oneindig en daar heb ik alle begrip voor.

De Nederlandse grootmeester Koen Leenhouts schreef laatst in 1 van zijn dagboekverslagen dat wel meer schakers last hebben van stress. Het verklaart ook waarom ik niet zoals Koen van 1 tornooi naar een ander fladder. Ik vind het zelfs na een fantastisch avontuur heel geruststellend om weer thuis te komen. Van een zwart gat is geen sprake. Bovendien heb ik na zulk tornooi ook altijd minstens 2 weken analyseplezier van mijn eigen partijen.

Dit artikel zal het dus over een ander soort zwart gat hebben. Het is het type dat we in de ruimte zien of eerder in sciencefiction. Sciencefiction is een van mijn vele andere zwaktes. Een tip die ik gelijkgezinden kan geven is De trailer van Project Hail Mary die een maand geleden werd vrijgegeven. Het boek was al fenomenaal en ik heb een vermoeden dat de film een klassieker zal worden.

Als je wikipedia raadpleegt dan is een zwart gat een gebied in de ruimte waaruit niets kan ontsnappen zelfs licht niet. Alles dat te dicht in de buurt komt wordt aangetrokken en opgeslokt. Dan is natuurlijk de vraag wat heeft dit allemaal te maken met het schaken? Er bestaat geen zwart gat in het schaken of toch? Wel ik geloof dat ik er eentje ontdekt heb. Het viel mij recent op dat heel veel partijen plots eindigen ondanks 1 of beide spelers perfect nog verder hadden kunnen spelen. 19 van mijn 100 recente partijen werd abrupt afgebroken door een totaal niet geforceerde zetherhaling.

Sinds Sofia-regels steeds vaker gelden, zie ik een duidelijke toename van zetherhalingen in mijn partijen. Op zichzelf niets speciaal maar wel dat die zetherhalingen nooit geforceerd zijn. Schakers lijken massaal te zwichten voor zetherhalingen van zodra er eentje op het bord kan komen. Dat gaat zelfs heel ver want geregeld staat zelfs een van beide spelers compleet gewonnen. De zetherhaling in de laatste ronde van het Belgisch expertenkampioenschap 2025 tussen Elias Ruzhansky en Maxime Hauchamps liet heel wat stof opwaaien.
Het was een mokerslag voor Elias om na de partij te ontdekken dat de computer niet alleen de zetherhaling uit de weggaat maar ook winst toont voor Elias. Een extra halfje had hem de titel van Belgisch kampioen opgeleverd. Dat is voor een zeer ambitieuze speler als Elias balen maar ik vind zoiets onterecht. Ik herinner mij iets gelijkaardig in Cap d'Agde 2023 tegen de Franse internationaal meester Marco Materia. Ook daar kwam een zetherhaling op het bord maar toonde de computer achteraf hoe ik had kunnen afwijken met winst.
Ik denk in bovenstaande voorbeelden hadden we allebei afgeweken van de zetherhaling indien we vooraf hadden geweten dat de stelling gewonnen stond. Daarom ook dat puzzels oplossen nooit tornooischaak kan vervangen.

Trouwens weten dat iets wint, betekent nog niet dat iemand de winst zal vinden. In onderstaande stelling wist ik dat ik heel waarschijnlijk gewonnen moest staan maar liet ik toch een zetherhaling toe. Ik zag in tijdnood niet hoe precies het verder moest en mijn ploegkapitein gaf mij aan dat een halfje voldoende was voor de matchoverwinning.
In een meer recent voorbeeld tegen opnieuw Elias Ruzhansky was de situatie nog zelfs een stuk extremer. Deze keer wisten we zelfs allebei dat ik heel goed tot gewonnen stond en groot was dan ook de frustratie van de altijd op winst spelende Elias dat ik niet wou afwijken van een zetherhaling. Pas na 4 zetherhalingen en het besef dat ik aan het wachten was op het extra half uur, trok Elias de stekker uit de partij.
Beseffen dat je gewonnen staat, betekent niet dat je ook de partij zult winnen. Daar werd ik onlangs nog pijnlijk mee geconfronteerd in Cappelle La Grande zie killerinstinct deel 2. Het was mijn tegenstander die de zetherhaling uit de wegging ondanks verloren te staan. Hij taxeerde correct dat zijn praktische kansen beduidend hoger lagen dan de objectieve evaluatie. Elias heeft ondertussen bijna 150 elo meer dan ik dus misschien was mijn beslissing toch niet zo fout om niets ondoordacht te willen spelen.

In een dagboekverslag schrijft Koen dat remises te vroeg aannemen, je kansen ontneemt om iets te leren. Kan je dat ook zeggen van niet geforceerde zetherhalingen of is het iets minder duidelijk hier? Ik vermoed dat nog veel van mijn partijen zullen verdwijnen in het zwarte schaakgat.

Brabo