dinsdag 28 september 2021

Openingsstrategie deel 2

De prestatie van mijn zoon Hugo in de Open van Praag met 158 elo winst en een TPR van 1939 tartte alle logica. Hij had een jaar niet geschaakt (online schaak inbegrepen) en tijdens het tornooi had hij geen enkele partij voorbereid. Ik kan alleen maar er uit afleiden dat hij potentieel heeft. Stilletjes hoopte ik dan ook dat het voor Hugo een stimulans zou zijn om opnieuw meer te schaken.

Echter al snel bleek dat dit ijdele hoop was. Toen het tijd was om in te schrijven voor de Belgische en Nederlandse interclub, liet hij mij weten niet meer te willen meespelen. Ook een tornooi tijdens de herfstvakantie op maat gemaakt van de jeugd: La Bresse liet hij links liggen. Enkel het Belgisch jeugdkampioenschap schaken te Blankenberge kon hem nog bekoren maar ik heb het gevoel dat dit weinig te maken heeft met het schaken zelf. Plezier maken met de schaakvriendjes en vooral een extra dag geen school is waarvoor hij het wellicht doet.

Sommige ouders menen dat het in het belang van het kind is dat een talent ontwikkeld wordt zelfs als het kind daar geen zin in heeft. Een (12 jarig) kind kan nog niet weten wat goed is voor zichzelf (wat o.a. ook tot uiting kwam in mijn recent artikel de schaakmicrobe deel 5). Anderzijds heb ik te vaak gezien hoe zeer sterke jonge schakers van zodra ze volwassen werden, abrupt stopten met schaken. Niet zelden gaat dat dan ook nog gecombineerd met ouderverstoting: kinderen die niets meer van hun bezitterige ouders moeten weten. Kortom het is niet het pad dat ik wil bewandelen als ouder. Ik vind het spijtig maar ik respecteer de keuzes van mijn kinderen. Trouwens het vorige artikel van HK5000 toonde nogmaals aan dat je zeker niet moet schaken voor de centen.

Echter dat betekent dus ook dat ik mijn droom om op het elan van mijn zoon een comeback te maken, kan opbergen. Ik reken er niet meer op om samen van de ene naar de andere schaakwedstrijd te reizen. Als ik wil schaken dan zal ik voor mezelf moeten opkomen. Nu wat houdt mij nog tegen om dat effectief ook te doen? Mijn kinderen zijn ondertussen groot genoeg dat ze niet meer verlangen dat ik altijd thuis ben en hebben hun eigen hobby's/ vrienden.

Dus schreef ik mij dit jaar alleen in voor de Nederlandse interclub. 15 jaar geleden was het dat ik nog in het buitenland geschaakt heb zonder kinderen en ik genoot enorm van die eerste ronde een dikke week geleden. Het was een verademing om eens zonder jammerende kinderen te kunnen spelen die naar huis wilden gaan. Ik kon achteraf rustig de tijd nemen om een praatje te slaan en een biertje te drinken. Dat smaakt duidelijk naar meer.

Trouwens ik zag dat veel spelers na hun partij die eerste ronde bleven hangen. Er moest duidelijk bijgepraat worden na anderhalf jaar geen bordschaken. Een wederkerend onderwerp was hierbij natuurlijk de vraag wie wat had gedaan de voorbije lockdowns aan het schaken. Sommigen hadden een lang sabbatical genomen. Anderen hadden online af en toe geëxperimenteerd. Een enkeling had in het buitenland een tornooitje meegepikt maar niemand kon mijn programma in de verste verte evenaren. Ik had dan ook nauwelijks of niet het gaspedaal losgelaten.

Ik speelde 2 klassieke tornooien in Praag en 1 online klassiek tornooi mee. Ik richtte de Belgische online schaakclub op en onderhield die gedurende 6 maanden. Ik organiseerde en leidde een driedaags online jeugdtornooi. Ik organiseerde een 30-tal online schaaksessies op dinsdagen. Ik testte uitgebreid nieuwe versies van de schaakprogramma's Leela en Stockfish. Ik heb ongeveer 60 nieuwe artikels geschreven voor deze blog. Ik richtte de Beneliga op en speelde er vele keren mee. Ik speelde meer dan 10.000 online blitzpartijtjes. Last but not least ik analyseerde en bestudeerde 76 openingen.

Vorig jaar in november schreef ik op deze blog het artikel de onzin van blitz deel 3. Daarin vertelde ik dat ik begonnen was met openingen van mijn online blitzpartijtjes te selecteren om die eens serieus te bekijken bij gebrek aan eigen klassiek-competitiemateriaal. Tot net voor de start van Open Praag (begin augustus) probeerde ik elke dag een beetje hieraan te werken en dat leverde dus uiteindelijk een mooie collectie op.

Aanvankelijk bestudeerde ik enkel openingen waarvan ik verwachtte ze ook in klassiek schaken terug te zien. Echter naar verloop van tijd begon ik ook steeds vaker echte "blitz"-systemen in beschouwing te nemen. Heel veel spelers (mezelf incluis) passen een andere openingsstrategie toe bij het spelen op een sneller tempo. Er wordt veel meer op initiatief gespeeld en voorkennis (niet te verwarren met voorbereiding) want dat weegt zwaarder door in dit soort snelle partijen. In een periode met bijna enkel online blitz vond ik het dan ook niet onzinnig om daar eens extra aandacht aan te schenken.

Uiteindelijk denk ik dat ongeveer 24 van de 76 openingen in die categorie van pure blitz-systemen zich bevonden. Het zijn veelal stuk voor stuk gambieten waarmee ik soms al decennia worstelde omdat ik er nooit echt werk van had gemaakt. Van elk van die 24 openingen maakte ik een evaluatie over de correctheid. Sommige openingen werden min of meer weerlegd met enkele lastig te vinden computerzetten. Andere waren slechts licht dubieus maar er zaten ook enkele tussen die tot mijn verwondering perfect speelbaar bleken te zijn. Het is nogmaals een bewijs dat ik nog steeds weinig begrijp van het schaken. Dus ik heb weer veel nieuwe zaken ontdekt (nieuw op zijn minst voor mezelf) die ik daarna met veel plezier onmiddellijk uittestte online in nieuwe blitz-partijen. Een voorbeeldje hiervan is 4...Pxd4 in het Italiaanse Rosentreter-gambiet. Bijna niemand speelt het maar het is niet toevallig de eerste keuze van de topprogramma's.
De gambietspeler hoopte mij te verrassen maar was duidelijk zelf verrast door mijn tegengambiet. Hij had pech want het is zeker een van de minst slechte blitzsystemen. Het lijkt mij zelfs speelbaar voor een klassieke partij. Trouwens nu de klassieke bordtornooien terug opstarten, merk ik op dat een aantal spelers hun opgebouwde online-ervaring met enkele blitz-systeempjes ook eens durven te testen in serieuzere wedstrijden. In ronde 6 van Open Praag kwam mijn jonge tegenstander met zo een blitzsysteempje op de proppen maar hij kwam van een kale reis thuis.
Ik had het systeempje niet alleen tientallen keren al zelf online in blitz op het bord gehad. Ik wist ook al sinds 2009 van het stukoffer af op zet 14 waardoor de partij al min of meer beslist was in de opening. Echter pech durf ik het hier niet te noemen want ik vond de gekozen openingsstrategie van zwart gewoon te riskant. Toen ik het in 1997 voor het eerst tegenkreeg (jawel 24 jaar geleden dus verbetert mijn record van opening het langst op mijn repertoire), was het zeker nog speelbaar voor zwart. Vandaag met de huidige schaakprogramma's is het eerder raar om een tegenstander te ontmoeten die de anti-dote niet kent.

De juiste openingsstrategie hangt dus uiteraard af van de situatie en soms moet je ook een beetje geluk hebben. Trouwens het lijkt mij geen toeval dat we recent ook een opgang van blitz zien in de schaakliteratuur. Een paar decennia geleden werd blitz nog als een puur tijdsverdrijf bekeken en zeker onvoldoende gevonden om er achteraf aandacht aan te schenken. Vandaag zie ik dat databases blitzpartijtjes zonder schroom naast de klassieke partijen plaatsen. In schaakmagazines (zoals New In Chess) worden pagina's vol geschreven met analyses over armageddons (blitzpartijtjes om een duel te beslissen). Zelfs heuse repertoire-boeken worden nu gepubliceerd enkel en alleen voor dit type snelle partijen zie bv. a chess opening repertoire for blitz and rapidHow to crush super grandmasters in blitzInteresting Blitz Gamesa beginners blitz repertoireBlackmar-Diemer for blitz,...

De traditionalisten zien wellicht deze evolutie met leden ogen aan maar het is een feit dat veel schakers vandaag blitz/ rapid en zelfs bullet niet meer als een onnozel spelletje beschouwen. Voor sommigen is het zelfs het enige soort schaak dat men uberhaupt nog speelt. Tenslotte de vorige 2 klassieke wereldkampioenschappen werden beslecht in tiebreaks met rapid/ blitz. Op het allerhoogste niveau is elke professional vandaag bezig met het werken aan een aangepaste openingsstrategie voor die snelle partijen.

Brabo

donderdag 23 september 2021

Profschaak deel 2

Hoe interessant is het om schaakprofessional te zijn? Wanneer je het vergelijkt met een carrière in een andere tak (bedrijfsleven, overheid, academia, sport, …) zijn het enkel de happy few die dik verdienen. Een beetje zoals in de Formule 1 lijkt het wel: de top vijf verdient fortuinen, de tien volgende coureurs doen het heel goed, maar achteraan het peloton hangen de coureurs die zelf nog met miljoenen sponsorgeld (of het fortuin van papa) moeten zwaaien om een zitje te bemachtigen.

Toen Sam Shankland (een +2700-speler) op 20 september 2021 tweette dat hij in één dag zijn beleggingsportefeuille met meer dan 50.000 dollar zag dalen (door het dreigend failliet van de Evergrande groep in China), was dat toch een teken dat je als +2700-speler het niet slecht hebt. Nasdaq ging die dag met 4% achteruit, dus ik vermoed dat hij meer risicovolle beleggingen dan tech had (cryptomunten? De Bitcoin ging zo’n 15% achteruit.) Maar als we met 10% rekenen, dan zou dat betekenen dat Sam een half miljoen USD aan beleggingen had. Niet slecht voor een 29-jarige.

Bekijken we de prijzenpot van de Sinquefield Cup, (bron: BCM september 2021 & 2021 sinquefield cup) dan bracht deze MVL 90 kUSD op, terwijl Dairusz Swiercz als laatste nog 10 kUSD kreeg. Wat betreft de Grand Chess Tour, daar stond Wesley So op kop met 36,6 GCT punten en 142,5 kUSD, gevolgd door MVL (35 / 156,25 kUSD) en Mamedyarov (26,5 / 127 kUSD). Topverdieners hebben het goed, maar je moet in het circuit geraken. Radjabov staat in dit klassement op de laatste plaats met 6,5 / 28,5 USD en nu hij door de opmars van Firouzja en Rapport uit de top-tien is gevallen (en niet meteen de meest attractieve speelstijl heeft), zou het wel eens lang kunnen duren eer hij weer in het circuit geraakt.

Nakamura is verveld van bijna WK-uitdager naar e-sport topper. Hij is nog altijd wereldtop in blitz en rapid, maar op twitter post hij bijna meer beurstips en foto’s van zijn natuurwandelingen, dan effectief schaakgerelateerd nieuws. Volgens Networthsplanet.com is zijn vermogen zo’n 50 miljoen dollar. Hij heeft zijn vermogen opgebouwd door sponsors, beurzen en prijzengeld. Éénmaal hij “wat over” had, belegde hij in de beurs en won nog wat geld in pokertornooien. Toen eind september op twitter gespeculeerd werd over een chessbox-match tussen hem en Carlsen, liet hij weten dat hij voor minder dan 10 miljoen USD zijn bed niet uit kwam – waarna ik meteen onder zijn prijs ging en aanbood om het voor 9 miljoen te doen.

De grote vis in het aquarium is natuurlijk Magnus Carlsen. Als WK en aantrekkelijk speler, die altijd tot het uiterste gaat en een waanzinnig hoog niveau al jarenlang aanhoudt, is hij de magneet voor sponsors in het schaken. Zo is hij “global ambassador” voor Unibet in 2020 en 2021. Voor een Noor is dat niet evident, want reclame voor niet-Noorse gokbedrijven is illegaal in Noorwegen. Volgens dit (carlsen signs sponsorship deal with unibet) artikel kunnen we ervan uitgaan dat dit ene contract al een bedrag van 7 cijfers voor de komma telt. In september werd ook bekend dat hij MasterCard ging vertegenwoordigen als global brand ambassador (mastercard names world chess champion magnus carlsen global brand ambassador).

Daarnaast was hij jarenlang geleden al begonnen met zijn schaakapp “Play Magnus”, en na een paar “succesvolle overnames / instappen in kapitaal” van zowel cash cow Chessable als New in Chess, kunnen we zeggen dat van quasi alle geld dat in het schaken omgaat, er een groot deel naar de meervoudig WK gaat. Met een sterk team en down to earth familie achter hem, kunnen we ervan uitgaan dat dit geld goed besteed zal worden en zijn kapitaal al eerder in de buurt ligt van een bedrag van 9 cijfers voor de komma.

Hoe zit het met andere schakers? Volgens het vier maanden oude (en volgens mij op weinig concrete gegevens gebaseerde) lijstje van  richest chess players/ zijn Kramnik, Anand, Aronian, MVL, Radjabov, Polgar en Caruana alle “kleine” miljonairs. Kasparov zou 5 MUSD waard zijn, wat gezien zijn impact in het verleden, en zijn huidige carrière (gastspreker, auteur en duur betaalde blitzer op privé-evenementen) niet ver van de waarheid lijkt te zijn. Zijn poging om het Carlsen-imperium te beconcurreren met een heropstart van zijn eigen website kasparovchess.com lijkt trouwens niet meer dan een poging in de marge. Carlsen wordt in dit lijstje slechts op 8 miljoen geëvalueerd, wat schromelijk onderschat lijkt (in reactie op de MasterCard deal van Carlsen herhaalde Forbes nog eens dat hij één van de best betaalde e-sport spelers is, in 2020 zelfs dé grootverdiener met 510.587 USD – Nakamura staat in dit lijstje pas op de zevende plaats met 347.375 USD). Dat toptalent Caruana op 13 MUSD geëvalueerd wordt, lijkt dan wel realistisch – hij heeft een WK-match achter de rug, is kind aan huis bij de Sinquefield tornooien en met zijn goede track record (meervoudig winnaar in Dortmund bv) is hij zeker de ideale schoonzoon die sponsors graag naar voor schuiven.

Dat is zeker een groot verschil met vroeger, toen WK-matchen gespeeld werden voor een habbekrats (Petrosian kreeg zo’n 2000 USD voor zijn winst op Spassky in 1966 – voor een mooi overzicht, zie how much is the world chess championship worth ). Schaakprof was zowat een eeuw lang een beroep voor armoezaaiers. Bijna alle “profs” moesten bijklussen als trainer, journalist, commentator, auteur, … of ze hielden het hoofd niet boven water. Ook in de jaren ’90 waren er spelers (als ik het me goed herinner, was dat Uwe Bönsch) die dachten dat ze “er waren” met 2600 elo, maar ook dan kregen ze nog geen uitnodigingen voor goede tornooien.

Actueel is het leven beter voor de topgrootmeester. Maar er zijn ook de verhalen van stress en onzekerheid – één van de meest recente spelers die gestopt zijn, is Noël Studer (zie zijn blog). Wie nu tussen 2600 en 2650 elo heeft, kan zeker zijn brood verdienen. Tussen plaats 90 en 100 op de FIDE lijst van september 2021 staan bv mensen als Shirov, Saric, Anton, Volokitin, … dus geen kleine jongens. Maar wie minder dan 2600 elo heeft, schaakt best als hobby-speler.

Pogingen om oude, arme spelers met een pensioen te ondersteunen zijn nu voor het eerst werkelijkheid geworden onder de nieuwe president Dvorkovich. Vroeger waren er al spelers die hiervoor ijverden, maar voor hen kwam die nieuwe wind te laat. Anderzijds kan men zich afvragen  welke verplichting een wereldschaakbond heeft tegenover individuen, hoe verdienstelijk ook. Is het niet de verantwoordelijkheid van spelers om hun eigen financiële toestand in de gaten te houden? Het lijkt aantrekkelijk om van een hobby, die je perfect beheerst, je beroep te maken, maar zoals Brabo al aangehaald heeft, het is een eenzaam beroep, vaak op hotelkamers, continu bijstuderen. Het zou me niet verbazen dat huwelijken met professionele schakers vaker stuk lopen.

En daarnaast de stress om in elk tornooi maar in de prijzen te landen. In Dieppe zag ik daar een mooi voorbeeld van; Kamran Shirazi, ondertussen ook al bijna 69 jaar, speelde een opmerkelijk zwakke eerste tornooihelft. Daarna sloeg zijn turbo aan en won hij zijn laatste vier partijen, waaronder in de laatste ronde tegen topelo Pierre Barbot. Het leverde hem gedeelde tornooiwinst op, met Colin, Haub en Jolly, maar gezien zijn lage weerstand, een vierde plaats op scheidingspunten. Maar aangezien het prijzengeld volgens het Hort-systeem werd verdeeld, zal zijn beloning aan de eerder magere kant geweest zijn.

Aan de andere kant van het spectrum, heeft Corona en The Queen’s Gambit wel het schaken – ook bij adult improvers – een boost gegeven, die ook aan de bodem van de piramide mogelijkheden heeft gecreëerd. Op Twitter zag ik bv Stacia Melinda Pugh uit Ohio haar job opgeven, om full-time schaakcoach te worden. Met 1800 of zo elopunten lijkt het onmogelijk om het hoofd boven water te houden, maar je moet beseffen dat in de USA schaaklessen – ook van coaches met minder dan 2000 elo – vlot 30 à 50 EUR/uur kosten. Met handvol studenten, die een paar uur per dag les volgen, kom je al ergens. Enkele dagen geleden postte ze dat de klassikale lessen terug opstarten. Aantal kinderen: meer dan 120… Zelfs verdeeld over verschillende lesgevers levert dat nog een mooie duit op.

Als uitsmijter over financiële aspecten van het topschaak (condities voor een simultaan) wil ik nog deze mooie anekdote over Kortchnoi meegeven, die volledig te lezen valt op de blog van KOSK voorzitter José Vandekerckhove: viktor de verschrikkelijke een in memoriam. Ter vergelijking: Roeselare nodigde in november 1980 ex-WK Boris Spassky uit voor een simultaan op 25 borden. Spassky woonde in Parijs, dus kon hij makkelijk tot Rijsel sporen, waar hij opgehaald werd. Zijn tarief: 6.000 Franse franken, wat in toenmalige BEF zo’n 37.000 frank was. Als ik de tabellen van Statbel mag geloven, dan zou dit nu zo’n 110.000 BEF vertegenwoordigen, of zo’n 2.750 EUR. Niet te duur voor een dagje met een ex-WK lijkt me. Ik denk niet dat je voor die prijs Anand kan strikken vandaag de dag.

HK5000

maandag 20 september 2021

De afrekening

Het coronavirus is nog lang niet uit de wereld. Desalniettemin denk ik dat het toch al interessant kan zijn om eens te kijken naar de impact van anderhalf jaar corona-crisis op de (Westerse) schaakwereld. Zijn er nieuwe blijvende initiatieven ontstaan? Zien we een aangroei of eerder een daling van het aantal schakers? Welke lessen werden er getrokken door de schaakinstanties?

Laat ons starten met het online schaken waar zich recent bijna alles moest afspelen door de lockdowns. Als we kijken naar bv. de lichess-database dan zien we ongeveer een verdrievoudiging van de activiteit t.o.v. maart 2020. Daarnaast ontstonden diverse online competities die tot op vandaag nog lopen zoals  de lichess-liga en de lichess-mega team battles. Echter tot daar het goede nieuws. Met de heropstart van het bordschaken in de meeste schaakclubs zien we dat clubschakers massaal afhaken van het online schaken en dit heeft een directe impact op de grote online tornooien. De lichess-liga heeft reeds 30% verloren van zijn piek. De mega-team-battles zitten in een snelle neerwaartse spiraal nu bijna alle grootmeesters verdwenen zijn en in de meest recente editie waren 3 keer minder spelers dan de piek.

De zondagse battles en 99% van de online tornooitjes georganiseerd door de schaakclubs zijn stopgezet. De Belgische online schaakclub met zijn eigen diverse sites (lichess-pagina, facebookwebsite, twitch en youtube-kanaal) is al verscheidene maanden dood. Zelfs het online klassiek schaken waarvan ik had gehoopt dat het een oplossing voor de inactiviteit zou bieden, blijkt geen vervolg meer te krijgen. Tenslotte de online nieuwsbrief van de KBSB is stilletjes sedert mei verdwenen.

M.a.w. het ziet er naar uit dat het heel snel terug naar business is zoals voor corona. Voor de modale clubschaker was het online schaken niet meer dan een vervelende noodoplossing. Dan is de volgende vraag natuurlijk hoe het staat met het clubschaken. Wel daar is het nog heel vroeg dag maar ik zie toch een aantal hoopvolle tekens. Zo merk ik op dat de lokale clubkampioenschappen van Deurne, Mechelen, Roeselare,... slechts lichtjes verlies van deelnemers kennen. De Nederlandse interclub is gestart met 3 reeksen minder op 41 t.o.v. 2 seizoenen geleden en dat is best een mooi resultaat in deze tijden. Ik verwacht een iets lagere opkomst voor het volgend Belgisch interclubseizoen wegens de lage vaccinaties in Brussel en Wallonië maar niets desastreus. Open tornooien zoals Open LeuvenOpen Hoogeveen, Open Tegernsee zijn al maanden op voorhand volzet.

Alles bij elkaar genomen zou het dus een licht ledenverlies betekenen. Mits een doorgedreven jeugdbeleid kan dit opnieuw worden omgebogen maar dat is twijfelachtig. De voorbije maanden werden zeker inspanningen gemaakt voor de jeugd maar slechts een kleine groep werd bereikt. Bovendien reeds voor corona zagen we dat verscheidene clubs het lastig hadden om vrijwilligers te vinden. Jonge nieuwe krachten blijven schaars en de overblijvers zijn weeral een dagje ouder geworden.

Een crisis schept kansen maar weinig of geen van die kansen hebben zich gematerialiseerd. De enige echte grote verandering die ik recent opmerkte is dat je nu van heel veel clubschakers makkelijk grote aantallen partijen kunt terugvinden. Alles, echt alles dat je online doet, laat sporen na. Het is soms wat zoeken maar dankzij de chats, clubwebsites,... slaag ik er heel vaak in om online profielen met echte namen te linken. Ik bereidde mij de voorbije anderhalve maand op 17 spelers voor. Van 12 vond ik een of meerdere online schaakprofielen vaak met honderden tot zelfs duizenden gespeelde online partijtjes.
In de derde kolom zie je het aantal partijtjes dat ik gevonden heb van de spelers door enkel te kijken in de megadatabase. In de 6de kolom zien we dan het aantal online partijtjes die ik gevonden heb dankzij hun online profielen op lichess en chess.com. Sommige spelers hebben duidelijk niet stilgezeten tijdens corona. Anderen hebben dan weer slechts aan een paar tornooitjes deelgenomen. In beide gevallen is alles geregistreerd en zelfs een account wissen (zie hierboven naar Karel Brozka) helpt niet. 

Nu heb ik wel van sommigen duizenden extra partijtjes gevonden, je moet vervolgens ook nog het kaf van het koren scheiden. In online partijtjes zit heel veel onzin tussen. Soms heb je ook maar een uurtje om voor te bereiden dus onvoldoende tijd om alles te bekijken. Filteren is dus absoluut noodzakelijk en daarvoor zie ik 2 belangrijke opties : openingtree en een eigen openingsboek aanmaken. Ik begin met openingtree die ondertussen steeds wijder bekend geraakt bij de clubschakers.

Openingtree is een gratis website die je toelaat om in enkele seconden/ minuten tijd (afhankelijk van het aantal partijen) een volledig overzicht van het openingsrepertoire van een online account te verkrijgen. Bovendien kan je van een bepaalde positie altijd lichess opstarten om Stockfish te raadplegen. Dus je hebt geen dure Chessbase nodig. Een simpele smartphone met stabiele internetverbinding volstaat om alle toepassingen te kunnen gebruiken.

Echter geen Chessbase betekent tezelfdertijd ook dat iets opzoeken in je eigen databases heel omslachtig is. Ik heb heel veel openingsbestanden zelf aangemaakt en dan is het veel handiger als alles kan in 1 interface. Een ander nadeel van die openingtree is dat je geen meerdere accounts kunt samenvoegen. Dus iemand die zowel een lichess als chess.com account heeft, moet je telkens afzonderlijk bekijken op openingtree. Tenslotte gaat het analyseren van meerdere varianten in iemands repertoire ontzettend traag via openingtree mits je per zet telkens heen en weer moet springen tussen lichess en openingtree. Ik dacht dat kan veel beter.

Eind vorig jaar schreef ik in mijn artikel lichess hoe je heel simpel en snel alle partijen van lichess en chess.com kon downloaden met een paar klikken. Vervolgens is het in Chessbase kinderspel om op kleur die databases samen te voegen. Als laatste stap maak je een nieuw openingsboek aan en importeer je die database waarna alles klaar staat om uiterst efficiënt te werken. Zelfs bij een waanzinnig aantal van 8.687 online partijen zoals in mijn voorbereiding tegen Finak Vaclac kostte mij dit aanmaken van een gepersonaliseerd openingsboek slechts ongeveer 10 minuten tijd. Onderstaand screenshot toont heel mooi de enorme voordelen t.o.v. openingtree.

Dus ik heb alles op 1 plaats beschikbaar. Ik zie de stelling waarin ik geïnteresseerd ben. Ik heb het gepersonaliseerd openingsboek van "alle" online gespeelde partijen van mijn tegenstander met alle belangrijke statistieken. Ik zie mijn eigen openingsboek waarmee ik onmiddellijk kan afchecken wat voor mij nieuw is in het repertoire van mijn tegenstander of ik al eens eerder heb bekeken. In parallel rekent Stockfish voortdurend mee. Tenslotte switchen naar andere databases (correspondentieschaak, computerschaak...),  openingsboeken (+2300 spelers) of zelfs engines (leela) kan in enkele muisklikken.

In andere woorden het is een uiterst geavanceerd commando-center om mijn partijen voor te bereiden. Anderzijds geef ik ook onmiddellijk toe dat het zeer zelden doorslaggevend is op het resultaat van mijn bordpartijen . Een mooi voorbeeldje van de bescheiden impact zien we in onderstaande partij uit ronde 4 van Open Praag tegen de Nederlandse expert Erik Both.
Ondanks 17 zetten voorbereiding op het bord met een voordelige stelling volgens de computer stond ik heel lang verloren in de partij. Het was een mirakel dat ik het redde. In het tornooi was het een keerpunt voor mij want daarna ging het opmerkelijk beter in de volgende partijen.

Online partijen van je tegenstander bekijken in de voorbereiding zal dus slechts een klein beetje helpen. Echter serieuze schakers gebruiken alle kleine voordeeltjes die ze maar te pakken kunnen krijgen zoals deze blog van een schaakprofessional ook beschrijft. De Zwitserse grootmeester Noel Studer zegt daarin zelf ook actief op zoek te gaan naar online accounts van zijn tegenstanders.

Veel amateurschakers die terug met bordschaak starten krijgen nu te maken met de afrekening van hun anderhalf jaar online geschaak. Het is vooral pijnlijk voor de spelers die hun lievelingsvarianten openbaar te grabbel hebben gegooid. Sommigen spelen die varianten al decennia zorgeloos tot nu dus. Accounts sluiten helpt evenmin want de partijen blijven ook dan nog beschikbaar. Het wordt aanpassen of wachten tot het internet langzaam alles vergeet.

Brabo

vrijdag 10 september 2021

De schaakmicrobe deel 5

Terug naar het onbezorgd leventje van voor corona is nog niet voor morgen in België. Zelfs met de vaccins wordt het ondertussen steeds duidelijker dat we het virus (voorlopig?) niet de genadeslag kunnen toebrengen. Bijgevolg gaan de discussies over de covidmaatregelen onverminderd verder ook binnen de Belgische schaakwereld.

Ik bemoei mij er niet mee. Soms heb ik wel eens het gevoel dat er in België 11 miljoen virus-experten zijn maar eigenlijk weet niemand precies hoe de vork aan de steel zit in dit coronaverhaal. In elk geval ik ben wellicht een van de weinige (wie nog?) Belgische schakers die tegenwoordig geregeld in het buitenland schaakt wegens de mondmaskerplicht. Ik heb mij zonet aangemeld voor de Nederlandse interclub en ook tijdens de voorbije zomer zocht ik het weer ver met een tornooi in Tsjechië ipv België. In beide landen is er geen mondmaskerplicht tijdens het spelen van partijen. Ja je moet er iets voor over hebben om als Belg zonder mondmasker te kunnen schaken tijdens corona-tijden. 

Dus net als vorig jaar trok ik deze zomer weer naar Praag om te schaken. Toen was het een groot avontuur die ik in geuren en kleuren vertelde op deze blog zie de schaakmicrobe deel 3. Dit jaar moest niet onderdoen maar ik loop voor op de feiten. Laat mij eerst mijn verhaal doen en dan kunnen jullie beslissen of ik overdrijf of niet.

Om te beginnen wou ik eigenlijk helemaal niet terug naar Praag dit jaar. Begrijp mij niet verkeerd. Het is een goed georganiseerd tornooi en een leuke locatie maar ik speel toch liever zonder 1000 km enkele richting te moeten reizen voor een schaaktornooi. Bovendien spelen in een land waar je de taal niet machtig bent, is toch ook altijd een nadeel (zie mijn artikel het thuisvoordeel). Dus aanvankelijk keek ik lange tijd naar de tornooien van Gent, Brugge en in mindere mate Geraardsbergen. Gent werd geannuleerd. In Brugge werd mondmasker verplicht. Geraardsbergen was nog zotter met spelen op 5 locaties. Probeer dat eens mee te spelen tezelfdertijd met je kinderen. Ik las in Vlaanderen Schaakt Digitaal dat de Nederlandse IM Herman Grooten het gedaan heeft met enkel zijn enige zoon en steevast al 10 minuten te laat was voor elke partij.

Echter in het buitenland spelen zonder corona-pas is evenmin een sinecure. Zoals ik al had vermeld in juni op mijn blog (zie schaakcomfort deel 3) behoorde ik tot de 5% volwassenen in België die pas eind augustus/ begin september ten vroegste een corona-pas zouden kunnen ontvangen. Brute pech natuurlijk want ik snap ook wel dat de vaccinaties afhankelijk zijn van de leveringen. Bovendien vragen sommige landen om de 48 uur een nieuwe PCR-test. Vorig jaar was al moeilijk om te reizen maar dit jaar was dus nog een pak moeilijker. De buurlanden vielen hierdoor al snel af en dus kwam Praag opnieuw op de radar.

Thuis was er weinig animo voor mijn voorstel. Done that, been there was de reactie van mijn kinderen. Vorig jaar hebben we er al alles gezien dus ze hadden geen zin om mee te gaan. Ik snap dat uiteraard. Ze zijn niet zoals ik die ook nog uren na en voor de partijen bezig is met schaken. Persoonlijk heb ik geen probleem ermee dat het toeristische aspect wegvalt tijdens een schaaktornooi. Daarentegen denken veel amateurschakers er ander over. Voor hen is de combo schaken + toerisme wel erg belangrijk bij het kiezen van buitenlandse tornooien.

Nu veel schakers zijn einzelgängers dus zitten er niet mee in om ergens alleen naar toe te gaan maar zo zit ik niet in elkaar. 10 dagen zonder gesprekspartner in een hotelkamer zitten in het buitenland lijkt mij allerminst aangenaam. Het is bovendien 1 van de belangrijkste redenen waarom professionals stoppen met schaken. Anderen worden dan weer notoire alcoholverslaafden want de verleiding is groot om op die manier toch even je zinnen te verzetten.

Dus ging ik op zoek naar schakers die geïnteresseerd waren om gratis mee te rijden met mij om samen het tornooi te spelen. Dat bleek niet zo eenvoudig want ik wou ook niet om het even wie zomaar meenemen. Uiteindelijk kreeg ik een voorstel uit een verrassende hoek. Mijn zoon Hugo zou eens polsen bij zijn beste schaakvriendjes wie er wou meegaan en samen zou hij het wel zien zitten om nog een keertje naar Praag mee te gaan. Tot mijn lichte verwondering kwam hij af met 2 jongens.

Ik twijfelde en ik niet alleen. Mijn echtgenote raadde het mij zelfs ten stelligste af want zij wist ondertussen uit ervaring hoe ik mijn tornooien speel. Je kan niet en intensief je partijen in het tornooi voorbereiden/analyseren en tezelfdertijd 3 jongens van 12 jaar waarvan je 1 totaal niet kende begeleiden zoals het moet. Anderzijds wist ik ook dat dit wellicht mijn enige kans was om uberhaupt te schaken deze zomer (wat achteraf ook bevestigd werd).

De schaakmicrobe was uiteraard te sterk wat niet wil zeggen dat ik als kip zonder kop met de jongens vertrok naar Praag. Op voorhand maakte ik  enkele duidelijk afspraken met de ouders en kinderen. Daar ik elke dag mijn partijen uitgebreid wou voorbereiden, was het noodzakelijk dat ik kon erop vertrouwen dat de kinderen zich enkele uren konden gedragen zonder dat ik mezelf met hen moest bezig houden. Daarnaast zouden ze het hotel enkel onder mijn begeleiding mogen verlaten. Niemand protesteerde dus ging ik er vanuit dat ik met 3 engeltjes zou vertrekken.

Wel ik vermoed ieder van hen zijn wellicht engeltjes thuis als ze alleen zijn. Echter zet je ze samen dan gaat het dak eraf. Al op dag 1 had ik er geen goed oog meer op. 1 van de jongens had behalve een schaakboek helemaal niets mee om zich bezig te houden. Tja dan kan je wel raden dat een kind van 12 niet gewoon uren blijft zitten op zijn bed in zijn kamer. In een mum van tijd ging het geluid crescendo in mijn aanpalende hotelkamer (ik had uiteraard de kamer naast die van hen geboekt).

Daarna begon het kattenkwaad. Eerst nog braafjes maar toen ze ontdekten dat ik niet ingreep, gingen ze steeds verder de grenzen aftasten: tikkertje in de gangen van het hotel, nachtlawaai, druivenpitjes van de 5de verdieping op straat gooien naar voorbij wandelende mensen, kloppen op de deuren van hotelkamers, een hotelsleutel die op het dak van het hotel belandde, opsluiten van elkaar in de badkamer/ onder het bed, worstelen, flesjes vullen met water en droppen voor hotelkamers, ... Een keertje greep ik toch in toen ik op straat roepende bekende stemmen hoorde. Jawel 2 van mijn jongens liepen op straat terwijl ik nochtans heel duidelijk had gezegd dat dit verboden was.

De allerlaatste dag kwam de volledig poetsploeg kijken naar hoe de jongens hun kamer hadden achtergelaten. Overal lagen kruimels. Afval was geduwd onder hun bedden. 1 poetsvrouw vertelde mij zelfs dat ze een dag eerder per ongeluk een vuile onderbroek met de stofzuiger hadden opgezogen. Hun kledij lag over de hele kamer verspreid dus tussen de etensresten. Ze konden er gelukkig allemaal hartelijk om lachen en keken mij vol medelijden aan. Het leven van een alleenstaande papa met 3 jongens is niet makkelijk.

De jongens vertelden mij achteraf dat het tornooi zelfs leuker was dan het schaakkamp georganiseerd enkele weken eerder door Schaakinitiatief Vlaanderen. Ik was veel minder streng en ze hadden zoveel meer mogen/ kunnen doen. Echter de reacties aan het thuisfront waren een stuk minder positief toen ik vertelde wat er gebeurd was. Als enige volwassene draag je altijd de volle verantwoordelijkheid. Sommigen vertelden mij dat ik uit het tornooi had moeten stappen bij zulk ontspoord gedrag. Een ervaren scouts-leider vertelde mij dat je nooit een groep van kinderen (zelfs 17 jarigen) kunt vertrouwen dat ze zich zullen gedragen zonder toezicht van een volwassene. Dat is iets helemaal anders dan 1 kind die een paar uur alleen thuis zit.

Tja ik wou mijn partijvoorbereidingen niet opgeven. Een ouder belde mij zelfs op om in te grijpen maar ik weigerde meer te doen dan eens te praten met de kinderen. Ik vertikte het om permanent naast hen te zitten en hen continu te corrigeren. 2000 km rijden om dan 10 dagen onbetaald oppas/ politieagent te spelen daar had ik niet voor getekend. Ik ben niet een betaalde tourorganisator zoals bij de uitzendingen van een nationale selectie naar een Europees of Wereldkampioenschap die altijd klaar staat.

Ik heb mijn lesje geleerd. Het had ook slecht kunnen aflopen als de hotelmanager ons eruit had gezet of de politie plots ons hadden meegenomen na klachten. Ik vermoed in Belgie heeft ook nooit iemand zoiets  geprobeerd zoals ik. De kinderen waren poeslief tijdens het schaken of als ik erbij was. Van zodra ik uit de buurt was, gingen de poppen telkens aan het dansen. Er ontbrak heel duidelijk een extra volwassene om die periodes van partijvoorbereidingen te overbruggen.

Toeval of niet maar ikzelf speelde een goed tornooi en dat was uiteindelijk voor mij de hoofdzaak. Ik behaalde een punt extra in vergelijking met vorig jaar. Dat was goed voor een winst van 16 elo ipv. 28 elo verlies vorig jaar. Het was een jaar geleden dat ik nog aan een bord had kunnen schaken en ik had het enorm gemist. Ik had het spelletje ook nog niet helemaal verleerd zoals in onderstaande partij. Mijn tegenstander is de Tsjechische FM Rostislav Taborsky die kort nadien als 16de elo het open tornooi van Ricany in Tsjechië won met 7,5/9.
In dit artikel heb ik omwille van privacy-redenen namen en afbeeldingen van de jongens weggelaten. Ik heb ook met opzet weggelaten wie wat precies heeft gedaan. Als volwassene ben ik mij ten volle bewust dan ik finaal alleen verantwoordelijk ben. Ik werd daarom ook afgeraden om deze blog te schrijven. Nu zoals vaak trek ik mij weinig aan wat anderen van mij denken of menen wat ik zou moeten doen. Met deze blog wil ik nog een keertje aantonen dat de schaakmicrobe een heel sterk beestje kan zijn. Tenslotte denk ik dat dit artikel ook het fabeltje weerlegt dat schakende kinderen allemaal heel verstandig en voorbeeldig zijn. Kinderen blijven kinderen.

Brabo

maandag 6 september 2021

De schaakmicrobe deel 4

Gisteren trok de hoogmis van het Belgisch schaken zich terug op gang. De grootste competitie van ons land ontwaakte na anderhalf jaar. De maanden voorafgaand woedde een felle discussie over of het al dan niet ok was om in covidtijden fysiek aan een schaakbord te schaken. Daar kwam nu een eind aan want iedere clubschaker kon niet langer zich wegsteken. Iedereen moest kleur bekennen. Ofwel speelde je mee of niet. Een compromis bestond er niet.

Dus de interclubronde gisteren was niet alleen een herstart of doorstart maar zou ook de vraag beantwoorden hoe het zit met de schaakmicrobe in België. Wel ik denk met bijna 1000 clubschakers die aanwezig waren op de afspraak dat we mogen stellen dat de schaakmicrobe net als het covidvirus nog lang niet uitgeroeid is. Meer nog het toont aan dat velen bereid zijn om de extra mijl te lopen voor een potje schaak op een fysiek schaakbord en het dus een terechte beslissing was van de bond om die mensen niet langer in de kou te laten staan.

Bijna 1000 clubschakers is mooi maar tezelfdertijd toont het ook hoe verdeeld de Belgische schaakwereld is vandaag. T.o.v. een normale interclubronde met een bezetting dicht tegen 100% bleven gisteren bijna 600 plaatsen leeg of slechts een bezetting van 63%. Dat is uiteraard geen positief nieuws voor het Belgisch schaken. Een kijkje naar onderstaande tabel toont ons dat in alle afdelingen er massaal forfait werd gegeven. (Disclaimer sommige resultaten zijn nog steeds niet binnen. Ik heb verondersteld dat men gespeeld heeft dus mogelijks zijn het aantal lege plaatsen nog onderschat.)
1ste klasse is het vlaggenschip van de competitie en heeft een voorbeeldrol maar net daar vallen de meeste forfaits. Toeval, bezuinigingen genoodzaakt door de coronacrisis, het wegvallen van tickets voor het Europees ploegenkampioenschap, buitenlandse spelers die makkelijk en liever ergens anders kunnen spelen zonder mondmasker, ...? Ik heb er het raden na. In elk geval het aantal forfaits kan niet enkel worden verklaard met de 20% minder leden tijdens het voorbije jaar. Trouwens spelers die in het seizoen 2019-2020 aangesloten waren mochten meespelen zelfs als ze nu niet meer aangesloten zijn.

Bovendien ook in gewone tijden zijn er spelers die uitvallen waardoor (bijna) alle ploegen/ clubs meerdere reserves hebben die kunnen invallen. Zo kan je zien dat ik zelf niet meespeelde bij Deurne maar de eerste ploeg tot mijn verwondering gisteren toch volledig was zonder gebruik te maken van spelers uit andere ploegen. M.a.w. het lijkt mij zeer duidelijk dat het aantal forfaits absoluut niet enkel overmacht is. Integendeel de meeste zijn zonder twijfel bewuste keuzes geweest. 

Alhoewel mijn afwezigheid niet leidde tot een forfait, was dit ook een bewuste keuze en zeker geen overmacht (ik ben gaan wandelen met mijn echtgenote). Zolang de mondmaskerplicht niet 100% afgeschaft is, speel ik niet mee en ik hoor van verscheidene kanten dat ik niet de enige ben die er zo over nadenkt. Nu ik snap echt wel het nut van die mondmaskers maar plezier hebben met het schaken en mondmaskers dat lukt voor mij niet. Ik heb de Belgische interclub in tegenstelling tot de winkel of het werk niet nodig.

Ik eis in dit artikel evenmin om de mondmaskerplicht af te schaffen en dus dat schakers risico's moeten nemen. Trouwens er zijn ook nog altijd schakers die zelfs mondmaskerplicht onvoldoende veilig vinden en dus het onzinnig vinden om uberhaupt nu te schaken of bijkomende strengere maatregelen eisen. Uiteindelijk komt het grotendeels aan op keuzes maken en dat is uiteraard iets waarin wij helemaal niet goed in zijn. We leven in een zeer sterk versnipperd (schaak-)land. Ik was bijgevolg dan ook niet verwonderd dat de hete aardappel betreffende covid naar de clubs werd doorgeschoven. 

Het gevolg is een spaghetti aan covid-regels zelfs als we enkel kijken naar de Vlaamse clubs. In sommige clubs is het mondmasker dragen ten alle tijde verplicht. Voor andere moet je het enkel dragen als je tegenstander het eist. Weer een andere moet je het dan dragen als je niet volledig gevaccineerd bent. Tenslotte vermoed ik ook dat er wel enkele zijn die het mondmasker verbannen hebben maar dit liever niet aan de grote klok hangen.

Ik heb in de voorbije 24 jaar welgeteld 9 interclubwedstrijden gemist. Dat is 9 op 262 of 97% actief meegespeeld. 3 door examens voor mijn studies ingenieur. 3 door de geboorte van mijn zoon. Eentje omdat ik een overlapping had met de Franse interclub waar veel meer op het spel stond. 1 omdat ik een communiefeest van mijn neefje niet kon/wou negeren en tenslotte 1 partij doordat ik mijn zoon begeleidde in Open Le Touquet. Wie doet beter? 
Ik ben dus voor een stuk meubilair in de Belgische interclub maar iedereen is vervangbaar. Als een minimum aan spelcomfort niet kan worden gegarandeerd dan hoeft het niet meer voor mij. Voor kwantiteit i.p.v. kwaliteit is er online schaken. Nu ik zoek alternatieven want schaken doe ik nog te graag. In heel wat landen kiest men voor een meer relaxe covid-regelgeving en met mijn auto geraak ik er veelal zonder problemen.

Brabo