Met het elorecord van Magnus Carlsen zagen we recent op bijna alle schaaksites het spook van de elo inflatie opduiken. Voor velen was het duidelijk dat 2861 vandaag niet beter is dan 2851 in 1999 omdat zonder de inflatie er geen sprake zou zijn van een record. Er werd door sommigen zelfs aangetoond dat er 2,2% inflatie is t.o.v. het vorige record. Dus als ik mijn speelsterkte wil vergelijken met 1999 moet ik volgens hen mijn huidige elo met 2,2% corrigeren. Vreemd en de aangebrachte cijfertjes vond ik op zijn zachtst gezegd dubieus zodat ik zelf op onderzoek trok.
Om de evolutie in speelsterkte t.o.v. de elo te bepalen kijken we eerst eens naar de top 100 spelers in de wereld. Ik heb een vergelijking gemaakt tussen 2 snapshots : 1/10/2012 en 1/10/2002 wat mogelijk was dankzij de beschikbare tabellen op de
fidewebsite.
Uit die tabel kunnen we heel wat informatie rapen:
Top 10: 2752,7 elo -> 2789,8 elo dus een stijging van 37,1 elo
Top 20: 2722,1 elo -> 2767,1 elo dus een stijging van 45 elo
Top 100: 2650,2 elo -> 2704,9 elo dus een stijging van 54,8 elo
Een eerste fabeltje die met deze cijfertjes weerlegd wordt, is dat de eloinflatie t.o.v. de ranking iets constant is. De 54,8 elo is een gemiddelde voor de top 100 maar voor individuele elo's kan er een serieuze afwijking op zitten.
Vervolgens kijken we even naar de gemiddelde leeftijden.
Top 10: 29,5 jaar -> 30,4 jaar dus een stijging van 0,6 jaar
Top 20: 31,1 jaar -> 31,2 jaar dus een stijging van 0,1 jaar
Top 100: 32,7 jaar -> 30,6 jaar dus een daling van 2,1 jaar
Hieruit kunnen we een belangrijke regel ontdekken van de eloinflatie t.o.v. de ranking. De eloinflatie t.o.v. de ranking is omgekeerd evenredig met de stijging van de gemiddelde leeftijd. M.a.w. hoe minder jonge spelers erbij zijn gekomen, hoe minder er eloinflatie t.o.v. de ranking gebeurt.
Eveneens interessant is te kijken naar het aantal nieuwe spelers.
Top 10: 5 spelers die 10 jaar geleden nog niet in de top 100 stonden met gemiddelde leeftijd 23,92 jaar
Top 20: 9 spelers die 10 jaar geleden nog niet in de top 100 stonden met gemiddelde leeftijd 26,09 jaar
Top 100: 60 spelers die 10 jaar geleden nog niet in de top 100 stonden met gemiddelde leeftijd 26,55 jaar
Er is dus een echte aardverschuiving gebeurd in de top 100 waardoor de samenstelling nog nauwelijks lijkt op die van 10 jaar geleden. Om eloinflatie t.o.v. speelsterkte te bepalen is het dus onvoldoende om de 2 tabellen naast elkaar te leggen omdat je teveel verschillende spelers met elkaar vergelijkt op speelsterkte. Nauwkeuriger is enkel de spelers te nemen die in beide tabellen voorkomen en die te vergelijken. Echter ook dat gaat nog te ver want dit houdt geen rekening met bv. jonge spelers die nog volop verbeteren en 10 jaar later qua speelsterkte sterk geëvolueerd zijn.
Vandaag bestaan er geen officiële elografieken die de speelsterkte van een modale actieve schaker over zijn ganse schaakloopbaan weergeven. De belangrijkste reden is uiteraard dat de elos pas geintroduceerd zijn in 1970 wat betekent dat er nog geen elogegevens beschikbaar zijn over een complete schaakloopbaan. Desalniettemin mits enige creativeit door het plakken van de elocurves van een jonge, van middelbare leeftijd en oudere schaker kan je toch onderstaande grafiek creëren.
Hierin zien we dus een snelle stijging van de speelsterkte in de jeugdjaren die sterk afbuigt op 20 jaar. Tussen 20 en 30 zien we een kleine gemiddelde stijging van een extra 50 elopunten. Rond 30 jaar speelt men op zijn best en kan men door ervaring en voldoende spelen dit niveau vasthouden tot ongeveer 50 jaar. Vanaf 50 begint het onvermijdelijk verval in een vrij gestaag tempo.
Vooreerst wil ik stellen dat de curve de gemiddelde speelsterkte toont van de gemiddelde speler die gans zijn loopbaan actief blijft. In realiteit zullen er zeer grote afwijkingen bestaan maar voor het bepalen van de elo-inflatie t.o.v. de speelsterkte is dit m.i. wel bruikbaar omdat we net geïnteresseerd zijn in gemiddelden en niet in individuele gevallen.
Ik besef tevens dat deze grafiek de zwakke schakel is in mijn blogartikeltje want ik heb geen harde bewijzen dat tussen 30 en 50 jaar een actieve speler zijn beste niveau kan houden. Ik kan enkel verwijzen naar het voorbij wereldkampioenschap waar 2 plus veertigers (
Anand & Gelfand) bepaalden wie wereldkampioen zou worden. Lasker, Steinitz, Alekhine, Botvinnik waren zelfs wereldkampioen boven hun 50tigste maar dit waren uiteraard andere tijden. Ik trek een arbitraire grens op 50.
Rekening houdend met bovenstaande grafiek kunnen we uiteindelijk uit de oorspronkelijke tabellen, de spelers selecteren die 2 keer voorkomen en tevens steeds binnen de leeftijdsgrenzen 30-50 zich bevinden.
Uit die tabel halen we 2 gegevens:
Rating: 2685,5 elo -> 2708,3 elo = 22,8 elo
Ranking: 25,62ste plaats -> 46,62ste plaats
Het aantal spelers is eigenlijk te klein om serieuze conclusies te trekken maar ik doe het toch bij gebrek aan beter. De ranking is gemiddeld serieus gedaald ondanks dat we mogen verwachten dat deze spelers niet aan speelsterkte hebben ingeboet dus opnieuw een aanwijzing dat de ranking enorm is beïnvloed in het laatste decennium door nieuwe jonge spelers. Echter belangrijker is de elowinst van de spelers. Alhoewel die veel kleiner is dan wat de eloinflatie t.o.v. de ranking aantoont, laat het wel vermoeden dat er toch enige inflatie is opgetreden.
Hebben de fanaten van de elo-inflatie dan toch gelijk maar hun inflatieindex is gewoon te groot genomen? Zo simpel zit het niet in elkaar want in bovenstaande tabel houden we enkel rekening met de actieve spelers tussen de leeftijdsgrenzen 30-50 die in beide tabellen van de top 100 voorkomen. Er is helemaal geen rekening gehouden met actieve spelers tussen de leeftijdsgrenzen 30-50 die slechts in 1 van beide tabellen voorkomen. Als we dat wel doen dan valt onmiddellijk op dat er geen enkele actieve speler tussen de leeftijdsgrenzen 30-50 erbij is gekomen maar wel dat er 17 uit de top 100 zijn gevallen. Die 17 actieve spelers (dus zonder rekening te houden met Kasparov, Bareev,...) hebben echter in het laatste decennium gemiddeld 44,7 elo verloren dus ruimschoots de 22,8 elo inflatie compenserend van de 13 spelers. Toppers in de negatieve zin en vandaag nog steeds actief zijn o.a.
Kharlov Andrei met - 132 elo,
Neverov Valeriy met - 102 elo ,
Lutz Chistopher - 86 elo. Of al die ex-top 100 spelers nog echt als een voltijds actieve prof mogen worden gerekend is twijfelachtig maar het geeft wel duidelijk aan dat de 22,8 elo, gebaseerd op slechts 13 spelers naar alle waarschijnlijkheid geen indicatie is voor een algemene inflatie.
Dezelfde oefening voerde ik ook eens uit op ons Belgisch eloklassement. De fide geeft geen publieke nationale fidelijsten weer in diverse jaren. Echter de Belgische elo staat gekoppeld aan de fide (alle officiële partijen tegen fidespelers dus ook in het buitenland gespeeld, tellen mee) dus m.i. voldoende betrouwbaar om een onderzoek op eloinflatie uit te voeren eens dieper in de buik van het eloklassement. Op
de KBSB-site is de oudste propere elolijst van de topspelers gedateerd januari 2006. Die elolijst vergelijk ik met de meest recente dus juli 2012. M.a.w. we kijken over een periode van 6,5 jaar.
Ook hier kunnen we opnieuw heel wat interessante informatie uit halen.
Top 10: 2455,4 elo -> 2483,4 elo dus een stijging van 28 elo
Top 20: 2420,7 elo -> 2437,3 elo dus een stijging van 16,6 elo
Top 100: 2301,6 elo -> 2303,6 elo dus een stijging van 2 elo
In tegenstelling met de wereldtop zien we dus een veel kleinere eloinflatie t.o.v. de ranking. We zien zelfs dat je voor plaats 100, 4 elopunten minder moet hebben dan 6,5 jaar geleden wat naar alle waarschijnlijkheid betekent dat er over het complete ledenbestand een elodeflatie t.o.v. de ranking zal zijn. Een belangrijke reden hiervoor is het krimpend actief ledenbestand (4552 leden -> 3873 leden of -15%).
Vervolgens kijken we even naar de gemiddelde leeftijden.
Top 10: 34,13 jaar -> 36,49 jaar dus een stijging van 2,36 jaar
Top 20: 37,29 jaar -> 37,87 jaar dus een stijging van 0,58 jaar
Top 100: 38,37 jaar -> 38,06 jaar dus een daling van 0,31 jaar
In tegenstelling met de wereldtop zien we een gemiddelde leeftijd die 6 tot 8 jaar ouder ligt. Dit gegeven, gecombineerd met het feit dat er nauwelijks een daling is van de gemiddelde leeftijd, wijst erop dat er heel weinig jonge spelers (-30 jaar) zijn bijgekomen. Dit wordt tevens bevestigd als ik kijk naar het aantal nieuwe spelers en hun gemiddelde leeftijd.
Top 10: 2 spelers die 10 jaar geleden nog niet in de top 100 stonden met gemiddelde leeftijd 27,09 jaar
Top 20: 3 spelers die 10 jaar geleden nog niet in de top 100 stonden met gemiddelde leeftijd 26,52 jaar
Top 100: 25 spelers die 10 jaar geleden nog niet in de top 100 stonden met gemiddelde leeftijd 33,59 jaar
Ik vind het normaal dat het aantal nieuwe topspelers in België veel kleiner is dan het aantal nieuwe topspelers in de wereld want we kijken over een kortere termijn (6,5 jaar t.o.v. 10 jaar) en we beschikken niet over een groeiende markt zoals Oost-Azië. Echter dat de gemiddelde nieuwe Belgische topspeler bijna 7 jaar ouder is dan de gemiddelde nieuwe wereldtopspeler (ondanks we spreken over een veel lagere niveau) is helemaal geen goed signaal. Dit is deels te wijten aan het krimpend actief ledenbestand (oudere leden schuiven op) maar vooral omdat we zeer slecht onze beste talenten begeleiden en dus er helemaal niet inslagen om hun volle potentieel aan te boren. Ik leg even dit laatste statement uit. Als onze beste talenten beter worden begeleid dan zal je automatisch zien dat ze een (veel) hoger niveau zullen bereiken. Jongeren die een veel hoger niveau bereiken, zullen automatisch sneller in de Belgische top 100 verschijnen. Jongeren die sneller in de top 100 verschijnen zullen automatisch de gemiddelde leeftijd van de nieuwe spelers omlaag brengen.
Het aantal partijen verwerkt voor elo vond ik tevens eens interessant om te bekijken.
Top 10: 624,6 partijen -> 922,4 partijen
Top 20: 696,1 partijen -> 975,2 partijen
Top 100: 636,8 partijen -> 713,1 partijen
We zien een drastische stijging die ik vooral wijt aan het feit dat de laatste jaren fidepartijen in het buitenland gespeeld, nu wel meetellen voor de Belgische rating. Het is dan ook geen toeval dat de top 20 spelers die veel vaker in het buitenland spelen net de grootste aangroei aan partijen hebben. Ik vermoed dat dit effect nog wel eventjes zal duren daar we geen grootschalige verjonging van de top 100 onmiddellijk moeten verwachten.
Tenslotte wou ik ook nog eens kijken naar wat de eloinflatie is t.o.v. de speelsterkte met de Belgische eloratings. Hiervoor selecteerde ik opnieuw de spelers die 2 keer voorkomen en steeds binnen de leeftijdsgrenzen 30-50 jaar zich bevinden.
Uit die tabel halen we 2 gegevens:
Rating: 2358,8 elo -> 2336,8 elo = -22 elo
Ranking: 29,23ste plaats -> 40,19ste plaats
Met 26 spelers hebben we een groep 2 keer zo groot dan bij de wereldtop dus betrouwbaarder. De gemiddelde ranking is gedaald wat niet verwonderlijk is met een elodaling. Echter het is wel vreemd dat we een elodeflatie hebben t.o.v. de speelsterkte tenminste als we veronderstellen dat we binnen de leeftijdsgrenzen ongeveer dezelfde sterkte behouden. Minder vreemd wordt het als we kijken wie de spelers zijn. Velen hebben vandaag een gezin, een drukke job,... waardoor er veel minder tijd voor het schaken overblijft en er dus automatisch elopunten worden afgegeven. Dit betekent ook dat weinigen aan de standaard loopbaangrafiek voldoen. Het is trouwens geen toeval dat net de professionals (top 3) niet deze trend volgen.
Eindconclusies
- Eloinflatie t.o.v. de ranking heeft een rechtstreeks verband met het totale ledenbestand en met het aantal jonge talentvolle nieuwe spelers.
- Eloinflatie t.o.v. de ranking heeft geen enkel rechtstreeks verband met eloinflatie t.o.v. de speelsterkte
- Bovenstaand onderzoek toont duidelijk aan dat de eloinflatie t.o.v. speelsterkte klein is en misschien zelfs negatief. Een gelijkaardige conclusie maar vanuit een totaal andere invalshoek kan je vinden in het wetenschappelijk onderzoek van Kenneth Regan en Guy Haworth, zie uitgebreide versie of korte samenvatting .
- Er kan geen uitsluitsel worden gegeven dat 2861 elo vandaag, beter is dan 2851 elo in 1999. Het is een feit dat speelsterkte over de tijd niet stilstaat t.o.v. de elorating. Rekening houdend met de tabellen waarbij we keken binnen de leeftijdsgrenzen van 30 - 50 jaar, durf ik te stellen dat de fluctuatie tussen de -20 elo en + 20 elo is. 10 elo valt binnen deze fluctatie vandaar ik niet durf te stellen welk elorecord nu de hoogste speelsterkte vertegenwoordigt.
- Het is mogelijk om zelfs op middelbare leeftijd nog te winnen in rating/ speelsterkte mits veel spelen en een zeker professionalisme.
- De tabellen van de Belgische topspelers zijn een duidelijk alarmsignaal dat het (nog) niet de juiste kant opgaat in ons landje. De KBSB moet dringend een nieuw/ beter plan maken om zowel de kwaliteit (meer spelers) en de kwantiteit (meer topspelers) te verbeteren.
Brabo