woensdag 31 januari 2018

De (on)zin van blitz deel 2

Er wordt gezegd dat lesgeven aan kinderen jezelf jong houdt maar ik krijg eerder het omgekeerde gevoel. Steeds vaker stel ik vast dat ze mij als een dinosaurus beschouwen uit lang vervlogen tijden. Neem nu de draaischijftelefoon. Iedereen van mijn generatie of ouder weet wat het is maar voor de huidige jeugd is het ding heel verwarrend zie een grappig artikeltje op hln. Of het nu technologie, muziek of schaken is, steeds merk ik op dat er een gigantische kloof bestaat tussen mezelf en de jeugd. Ik viel laatst weer eens van mijn stoel toen zelfs een grote groep +twintigers nog nooit hadden gehoord van twic of ssdf. Twic bestaat al sinds 1994 en wordt beschouwd als 1 van de eerste zoniet de eerste online nieuwssite en is nog steeds actief. SSDF is een nog steeds actieve computerranking die al bestaat sinds 1984!

Kortom enkel in de jaren dat ik competitie-schaak speelde is er al enorm veel veranderd. Sommige schakers hebben de brui gegeven omdat de technologische revolutie hen het plezier afnam. Anderen zoals mezelf hebben zich trachten zo goed mogelijk aan te passen of zelfs getracht te profiteren van de nieuwe mogelijkheden. Zo mag ik stellen dat er een enorme evolutie is geweest in mijn partijvoorbereidingen in de laatste 2 decennia. Trouwens niet alles was hierbij kommer en kwel want niemand wil terug naar de loodzware koffers vol met (dikke papieren) schaakboeken. Hieronder geef ik via een tijdslijn de diverse ontwikkelingen weer in mijn persoonlijke partijvoorbereiding-evolutie. Sommige data waren niet exact terug te vinden dus werden bij benadering genoteerd.
  • 1996: Aankoop eerste PC met Fritz. Eerste partijvoorbereidingen op spelers waar ik al eerder tegen gespeeld heb hierbij gebruik makend van aangekochte openingsboeken en enkele eigen analyses gemaakt met behulp van een engine.
  • 1997: Opzoeken van eerder gespeelde partijen van mijn tegenstanders in eerste databases beschikbaar voor PC.
  • 2003: Start gebruiken van engine openingsboek die gratis bij een engine wordt geleverd om sneller een zicht te krijgen op de mogelijkheden in een opening.
  • 2005: Creatie van database waar ik mijn partijvoorbereidingen verzamel per kleur om zo beter gewapend te zijn in de Franse interclub waar vaak heel weinig tijd is om voor te bereiden.
  • 2007: Creatie van database voor partijen gespeeld door spelers in Deurne naar aanleiding van spelen clubkampioenschappen in Deurne (Na geboorte eerste kind, stopte ik met buitenland spelen en ging in plaats lokaal klubkampioenschap meespelen) omdat de commerciële databases weinig of geen partijen bevatten van spelers uit lagere elo-regionen.
  • 2010: Checken van correspondentiepartijen en computerpartijen voor frisse ideeën bruikbaar in de partijvoorbereiding.
  • 2012: Creatie van mijn detail-database om de openingsanalyses van gespeelde partijen te kunnen uitdiepen en dit vervolgens ook geregeld consulteren tijdens de partijvoorbereiding.
  • 2013: Creatie van mijn eerste openingsboek gebaseerd op tornooipartijen gespeeld door +2300 spelers omdat de commerciële openingsboeken theoretisch te snel achterop hinken en duur zijn.
  • 2013: geregeld downloaden van twic, iccf- en engine partijen + consulteren tijdens partijvoorbereidingen van online databases zoals chess.db omdat ik mij realiseer dat ik beter op de hoogte moet zijn van de meest recente evoluties.
  • 2015: monte carlo systeem geïntroduceerd in partijvoorbereidingen om snel een idee te krijgen wat er in openingen met weinig of geen referentiepartijen kan gebeuren. Snelle analyses worden steeds interessanter met de steeds sterker wordende schaakprogramma’s.
  • 2017: Aankoop Chess position trainer om specifieke openingsanalyses te oefenen voor een partijvoorbereiding.
  • 2017: Beter voorbereiden door het meer gestructureerd bekijken van openingen via gespeelde online blitzpartijen.
Mijn laatste nieuwe voorbereidings-hulpmiddel is dus het systematischer gebruiken van mijn online gespeelde blitzpartijen. In dit artikel zal ik tonen hoe efficiënt dit kan zijn mits er voldaan is aan 2 voorwaarden. Eerst en vooral moet je makkelijk toegang hebben tot je eigen gespeelde partijen. Het is dan ook de belangrijkste reden waarom ik vandaag Playchess verkies om online te spelen. Weinig of geen andere interfaces zorgen ervoor dat de partijen automatisch worden bewaard op de computer zie de database myinternetgames.cbh die ik vermeldde in mijn vorig artikel. De 2de vanzelfsprekende voorwaarde is dat je in blitz hetzelfde repertoire speelt als in gewoon schaak. Sommige blitzers hebben een aangepast openingsrepertoire speciaal voor de blitz maar hun blitzpartijtjes zullen dan niet bruikbaar zijn voor deze nieuwe methode van voorbereiden.

Als voorbeeld van een succesvolle implementatie van blitzervaring in de partijvoorbereiding, kijken we naar de opening waarmee we vorig artikel afsloten. Na wits 8ste zet zijn er al bijna geen partijen meer in de commerciële databases. Je kan dan de engine activeren maar door het open karakter van de stelling heeft zoiets weinig nut. Het spel kan nog te veel kanten op. Veel nuttiger vind ik het om eens te kijken wat ik online al tegen heb gekregen in die stelling en in het bijzonder kijk ik dan naar de verliespartijen die ik al heb geleden. In blitz wordt natuurlijk veel onzin gespeeld en met een filter op enkel je eigen verliespartijen wordt toch deels het kaf van het koren gescheiden. Hieronder zien we een screenshot van al mijn verliespartijen met die stelling.


Daarna zal ik 1 per 1 met een engine snel checken wat ik precies verkeerd deed in die partijen en vooral of ik iets serieus gemist heb in de opening. Zo ook bijvoorbeeld de partij waarmee ik verloor na 8...c6 (zie hierboven in geel aangeduid). Toen ik die stelling aan mijn engine gaf, kwam hij met een zeer merkwaardig pionoffer op de proppen zie screenshot hieronder.


Uiteraard spendeerde ik even tijd om te begrijpen wat het pionoffer precies omhelsde. Dit proces herhaalde ik voor al mijn verliespartijen (11 stuks dus best doenbaar) hierbij nog enkele gelijkaardige topnieuwtjes ontdekkend. Daarna trok ik een streep onder de partijvoorbereiding. Meer doen gezien de zeer beperkte openingskennis die ik had van mijn tegenstander, leek mij nutteloos. Een paar uurtjes later begon onze partij.
Al tijdens de partij kon ik mijn emoties moeilijk verbergen. Edouard trapte recht in een van de vallen die ik thuis had voorbereid. Behalve 1 zet in een reeds zeer complexe positie, werd het een rechtlijnige overwinning voor mij. Mijn tegenstander was vol lof over mijn openingsconcept maar ik gaf achteraf ruiterlijk toe dat ik het fantastisch idee had gepikt van een +3000 elo engine.

Puur toeval zal je wellicht denken. Misschien is dit wel zo maar ik heb in het verleden al meerdere malen gezien dat wat in blitz op het bord komt, ook vaak durft in standaardschaak te verschijnen. Ervaren schakers gaan dikwijls de zet spelen die ze al in de eerste seconden hebben gezien. Zeker in stellingen met een niet-geforceerd karakter valt mij dit fenomeen op. De teller van mijn persoonlijke database met online gespeelde blitzpartijtjes is reeds voorbij 60.000. Voor mij is dit een schat aan extra materiaal die ik eventueel in een partijvoorbereiding kan gebruiken.

Brabo

woensdag 24 januari 2018

De partijvoorbereiding deel 2

Het viel mij al meerdere malen op tijdens open tornooien dat ik zowat de enige ben die zijn portable bij zich heeft. Ik krijg hierbij vaak blikken van wat wil je daarmee bereiken want tenslotte is er toch te weinig tijd tussen de ronden om iets voor te bereiden. De meesten zullen maximaal eens hun smartphone adresseren om snel te kijken wat hun volgende tegenstander recent nog op het bord heeft gehad.

Mijn rugzak met computer moet ook de nieuwsgierigheid gewekt hebben bij de bestuursleden van lsv chesspirant want ik werd eind vorig jaar uitgenodigd om zaterdag laatst een uitgebreide lezing te geven over schaaksoftware. Het thema ligt mij nauw aan het hart dus ging ik met plezier de uitdaging aan en dat zullen de aanwezigen ervaren hebben. Na 4 uur bijna non-stop uitleg was men duidelijk toe aan ontspanning die werd aangeboden in de vorm van een nieuwjaarsreceptie. Indrukwekkend was de eerste reactie die ik kreeg en daarmee wist ik al hoe laat het was. Het was te veel geweest en daarnaast ook vaak te moeilijk om te volgen voor de meesten.

De volgende dag in mijn wekelijkse schaakles te Mechelen had ik het ook over schaaksoftware maar ik maakte niet meer dezelfde fouten. Eerst deed ik een grondige check over wat mijn leerlingen vandaag gebruiken en al kennen. Dit bleek opnieuw zeer weinig te zijn. Om te beginnen raadde ik aan net als in mijn artikel databases gebruiken om de Fritz-interface te gebruiken. Dit ene programma is een soort cockpit of controlekamer waarmee je alle operaties kunt aansturen in zeer korte tijd. Hieronder zie je een schematische voorstelling van de diverse componenten die aangestuurd worden op mijn PC dankzij de Fritz-interface.

Ik gebruik versie 15 die gratis wordt geleverd samen met het aankopen van Komodo 11 (80 euro). Je kan dezelfde interface ook verkrijgen door het aankopen van Houdini 6 van de Belg Robert Houdart die eind vorig jaar TCEC seizoen 10 superfinal won maar is iets duurder (100 euro). Tenslotte werd vorig jaar ook versie 16 gelanceerd van de interface. Echter de nieuwigheden (o.a. spellingcheck en stemherkenning) lijken voor mij niet erg belangrijk en bovendien kan je de interface voorlopig enkel verkrijgen bij het aankopen van de 200 punten zwakkere Fritz-engine.

Vervolgens is het zaak om alle basisfuncties van de interface goed onder de knie te hebben. Dit is iets wat ik serieus onderschat heb in LSV. Ik ging van de veronderstelling uit dat zeker de gevorderde schakers weten hoe een engine-boek zelf aan te maken of wat de cijfertjes allemaal voorstellen in het engine-venster maar dat bleek helemaal niet te kloppen. Ook mijn leerlingen in Mechelen hadden nog nooit de handleiding gelezen van om het even welk Chessbase-programma. Trouwens dat is niet iets typisch voor het schaken. Mensen lezen in het algemeen geen handleidingen meer zie bv nog het recente hln artikel waarin verteld wordt dat 75% van de automobilisten niet meer weet wat de waarschuwingslampjes betekenen op het dashbord.

Ik zal ook niet beweren dat ik elke handleiding of steeds de kleine lettertjes lees van alles wat ik aankoop of op inschrijf want dan ben je meer dan de helft van de vrije tijd kwijt. Echter ik sta wel steeds stil bij de voor en nadelen van het al dan niet lezen. Zo spendeerde ik meerdere uren vorig jaar aan het lezen van de handleiding van mijn nieuwe wagen en besliste ik al lang geleden dat het absoluut noodzakelijk is om de online Fritz-handleiding (zelfs in het Nederlands beschikbaar) te lezen wanneer je serieus wilt analyseren en voorbereiden. Volgende keer wanneer iemand mij nog vraagt om uitleg te geven over schaaksoftware zal ik dan ook eerst vragen of ze die handleiding al eens hebben doorgenomen.

Tenslotte krijg ik soms ook de opmerking dat voorbereiden in de lagere regionen niet mogelijk is omdat er te weinig partijen van de tegenstander in de database staan. Daar kan een laptop meezeulen, een goede interface met databases erop installeren en de handleiding van buiten leren niets aan veranderen. Echter ik weet uit ervaring dat men vaak fel onderschat wat voor informatie er te halen is uit zelfs een handvol partijen van de toekomstige tegenstander. Een mooi voorbeeldje was de 4de ronde in het voorbije Open Leuven. Ik filterde de stelling na wits 4de zet en merkte op dat de Nederlandse expert Eduard Coenen geen enkele partij hiermee heeft staan in de databases.
Uit bovenstaand screenshot zien we dat er in het openingsboek meer dan 10.000 meesterpartijen gespeeld zijn met die stelling. De mogelijkheden zijn zo uitgebreid dat een voorbereiding onbegonnen werk lijkt. Echter hier komen mijn getallen-vaardigheden van pas. In mijn dagdagelijks job moet ik trends vinden in getallenreeksen en iets gelijkaardigs is ook mogelijk zelfs op een handvol partijen. Laat ons kijken naar een aantal recente partijen van Edouard. Zoals uitgelegd in mijn artikel databases gebruiken is hierbij de sneltoetscombinatie "ALT+Q" handig om de zettenreeksen te bekijken.

Mij valt er onmiddellijk op dat Edouard steeds a6 ergens in de opening speelt ongeacht de opstelling van wit. Dit kan een bewuste keuze zijn maar vaak is het een teken dat de speler niet flexibel is. Een mens houdt nu eenmaal niet van verandering en soms leidt dit tot een krampachtig vasthouden aan bepaalde gewoontes. Meerdere voorbeelden hiervan kwamen al aan bod op deze blog zie de partijvoorbereiding deel 1bjk deel 1bjk deel 2 met als toppunt natuurlijk openen met de f pion en universele-systemen. Ik bedoel dat we dus een zeer goede kans hebben dat Edouard ook a6 zal spelen in de stelling waarvan we eerder geen partijen van hem hebben gevonden. Deze informatie zorgt ervoor dat we veel gerichter kunnen voorbereiden. Het is een kleine moeite om tenminste de hoofdlijn te bekijken waarmee ik trouwens al enige ervaring heb zie de valse waarheid. Het aantal meesterpartijen zakt al heel snel terug zoals we in hieronder screenshot zien.
De partij zelf komt in een volgend artikeltje aan bod maar ik kan nu al stellen dat Edouard totaal verrast was door mijn voorbereiding. Dit is ook iets wat mij opvalt wanneer ik speel tegen onbekende spelers met weinig partijen in de database. Men verwacht totaal niet dat er op hen wordt voorbereid waardoor het effect van een voorbereiding soms groter is dan bij iemand met veel partijen in de database. Kortom volgende keer toch eens overwegen om een pc mee te nemen naar een tornooi want wie weet, scoor je ermee een extra punt.

Brabo

dinsdag 16 januari 2018

Halloween

Een kleine 2 maand geleden was het zoals elk jaar weer hoogspanning thuis. Het sinterklaasfeest stond voor de deur dus liet ik mijn kinderen een lijstje maken wat ze allemaal graag zouden krijgen. Daarna is het natuurlijk altijd kwestie van de verwachtingen een beetje te temperen want de vraag is altijd groter dan het aanbod. Het gesprek met mijn 8 jarige zoon liep deze keer niet echt zoals verwacht.
- Ik: "Moet je echt dat hebben? Zouden we niet beter niet voor dat andere kiezen?
- Zoon: "Het is weer te duur voor jou zeker?"
- Ik: "Mmm? Voor mij?
- Zoon: "Ik bedoelde voor sinterklaas natuurlijk."
- Ik: "Weet jij al iets meer over sinterklaas?"
- Zoon:"Wel ik heb tante Ellen buiten zien de chocolade-eieren verstoppen toen ik 5 was. Ik heb mama het muntje van de tandenfee zien leggen onder mijn kussen toen ik mijn eerste tand had verloren. Dus weet ik ook wel al lang wie sinterklaas is."
- Ik:"Oei en ik die hoopte om nog even te kunnen genieten van jouw jeugdige onschuld. Waarom heb je mij niets eerder verteld?"
- Zoon:"Ach ik speelde het spelletje mee om zo zeker geen cadeautjes te missen. Dit betekent toch niet dat ik dit jaar geen cadeautjes zal krijgen?

Natuurlijk ontzegde ik hem niet zijn cadeautjes. Alle kinderen dromen ervan en elke cultuur heeft wel zijn eigen kinderfeest hiervoor. Zo is het grote kinderfeest op 31 december in Rusland : Дед Мороз & Снегурочка (Grootvadertje Vorst met zijn kleindochter Snegoerotsjka). Net als de Sint in België  kan je hem/hen geregeld ontmoeten in winkelcentra of zelfs op de straat. Tevens zie je ze in talloze reclame opdraven. Zelfs gigantische standbeelden worden er van hen gemaakt waarbij het aanschuiven was om een foto met de kinderen van te maken.
Mijn 2 kinderen poserend bij de standbeelden.
Natuurlijk betekende dit voor hen dat ze een tweede keer konden profiteren van cadeautjes. Opa en oma (kortatei en nanei noemen we ze volgens hun Tataarse achtergrond) lieten hen genieten van snoep en een stevige zakcent waarmee ze zelf iets mochten kopen.

Aan andere kinderfeesten doen wij met ons gezin niet mee alhoewel ik zie dat Halloween ook in onze contreien steeds populairder wordt. In mijn kindertijd bestond het helemaal niet maar vandaag zie ik steeds meer activiteiten rond Halloween. Zo was er tijdens de week van Open Le Touquet een echte trick or treating zie o.a. twitter VilleduTouquet.

Echter het is niet omdat ik zelf geen Halloween als kind meegemaakt heb, dat het iets is dat ik slechts recent leerde kennen. Alleen al door het schaken kwam ik al decennia geleden in contact met Halloween. Ik heb het natuurlijk over het Halloweengambiet en hiermee belanden we uiteindelijk toch op het echte onderwerp van dit artikel na de niet alledaagse introductie.

Het Halloweengambiet werd oorspronkelijk Muller-Schulze gambiet of ook Leipzig gambiet genoemd (zie wikipedia).  Pas nadat een artikel van Jakob Steffen werd gepubliceerd in 1996 kwam de nieuwe naam in voege. Halloweengambiet klonk veel beter en al snel werden de oude namen niet of nauwelijks meer gebruikt. Op amateurniveau kreeg het gambiet enige bekendheid omwille van het angstaanjagende karakter van de resulterende complicaties. Een artikeltje op Tim Krabbes site: "A breeze in the sleepy Four knight's game" goot nog meer olie op het vuur. Echter dit betekende tezelfdertijd ook min of meer de doodsteek van het gambiet. De extra aandacht trok enkele theoretici aan en al snel werden diverse anti-dotes gevonden. Een minder bekende anti-dote die ik nog herinner uit die periode en nog steeds graag eens speel online, zien we hieronder.
Dit is het nadeel van veel gambieten. Je kan vaak het stuk teruggeven en je houdt een goede stelling over. Toch zien we het gambiet af en toe nog als een verrassingswapen opduiken. Daarbij zijn ook nieuwe, verfijnde versies ontdekt die minder dubieus zijn. Zo denk ik aan het Halloweengambiet tegen de glek die soms ook het omgekeerde Halloweengambiet wordt genoemd. Zelfs sterke spelers hebben zich met succes gewaagd aan dit systeem.
Tenslotte bestaat er ook nog zoiets als een dubbel omgekeerde Halloweengambiet of misschien moeten we het een omgekeerde Glek noemen. Ook in deze versie is het offer perfect speelbaar. Dit werd reeds gedemonstreerd door een piepjonge Magnus Carlsen. Zijn voorliefde voor snel de theoretische paden te verlaten, heeft hij duidelijk met de paplepel meegekregen.
Misschien kent de lezer deze geschiedenis al en was dit artikel slechts een opfrissing. De dubbel omgekeerde Halloweengambiet kwam al aan bod in een artikel gepubliceerd in 2008 op de blog van Sverre Johnsen maar ik vermoed dat weinigen hiervan op de hoogte zijn. Ik daarentegen dus wel en dat mocht mijn tegenstander in ronde 3 van de voorbije Open Leuven ervaren. De verrassing mislukte en ik kreeg al snel comfortabel spel zeker nadat wit ook nog eens hallucineerde.
Ik hoor sommige ouders klagen dat hun kinderen partijen verliezen door dit soort dubieuze gambieten. Men vindt het flauw om de kinderen in een val te laten trappen waardoor ze niet de kans krijgen om hun capaciteiten te tonen. Dit is echter een belangrijk onderdeel in het schaken waarmee men moet leren omgaan. Ofwel past men het repertoire aan zodat men dit soort gambieten vermijdt ofwel is men bereid om alle mogelijke dubieuze gambieten te leren vaak door scha en schande. Onlangs werd ik opnieuw bekritiseerd omdat ik weiger mijn zoon grote openingen te laten spelen. Dit zou slecht zijn voor ontwikkeling. Echter ik zie het nut niet in om hem in vallen te laten trappen waardoor de partij geregeld in minder dan 20 zetten voorbij is. Vandaag is het volgens mij veel belangrijker om hem lange partijen te doen spelen. Het opbouwen en afwerken van een partij is zonder twijfel prioritair op zijn niveau t.o.v. het leren van theoriezetten.

Brabo

dinsdag 9 januari 2018

Swindels

Terugvechten vanuit een verloren positie is in het schaken absoluut niet evident. In mijn artikel comebacks toonde ik aan dat in mijn partijen het kalf meestal al verdronken is wanneer er een evaluatieverschil van meer dan 1 pion is. Een recent artikeltje van schaaksite over het begrip omkeerbaarheid toont hetzelfde aan maar op een totaal andere manier. De Nederlandse expert Jaap Amesz demonstreert met enkele rapidpartijen hoe hij een topprogramma die een 1000 elo meer heeft makkelijk verslaat wanneer hij een stuk extra voor krijgt. Handicapwedstrijden zijn dus enkel interessant voor de beginnende schakers.

Het eindspel is een uitzondering omdat een fout er normaliter veel zwaarder doorweegt dan in het middenspel. Niet zelden heb ik in het verleden totaal verloren eindspelen kunnen redden doordat ik een beter inzicht had dan de tegenstander zie bv. eindspelen loper tegen paardeindspelen paard tegen paardeindspelen met ongelijke lopers,... Persoonlijk vind ik het spijtig dat we slechts in ongeveer 10% van onze partijen te maken krijgen met een "speelbaar" eindspel. Een hoger percentage had zonder twijfel positief geweest voor mijn rating. Trouwens het huidige snellere tempo in vergelijking met een paar jaar terug was zeker nadelig voor het eindspel.

Dus een gewonnen middenspel met een relatief lage computer-evaluatie zal vaak makkelijker te winnen zijn dan een gewonnen eindspel met een soms veel hogere computer-evaluatie. Ervaren spelers weten hoe tegenspel te vermijden in een gewonnen middenspel. Voor de verdediging is er meestal niets anders dan urenlang verdedigen. Dit is niet alleen lastig en saai maar levert bovendien zelfs voor sterke spelers weinig kans op succes. Het is dan ook niet verwonderlijk dat sommigen op de swindeltoer gaan. De definitie van wikipedia vertelt ons het bedotten van de tegenstander om een verloren positie alsnog te redden.

Met de swindelzet leg je dus een val voor de tegenstander maar riskeer je tezelfdertijd ook een veel snellere/ onmiddellijke nederlaag. Wanneer stug verdedigen sowieso naar een gegarandeerde nederlaag leidt, is de swindel absoluut verantwoord. Echter in vele andere situaties is de juiste keuze veel minder duidelijk. Ik ben zeker hierin niet goed. Wanneer ik swindelzetten speel, is het veelal te laat en eerder een allerlaatste stuiptrekking voor de opgave zonder realistische kansen op een ommekeer. Ik herinner mij 1 duidelijke uitzondering in mijn schaakcarriere waarbij ik trachtte te swindelen in een slechte maar nog niet duidelijk verloren stelling.

De slotstelling is totaal verloren voor mij maar wit was tevreden met de remise dus keek niet verder dan de zetherhaling (iets gelijkaardigs gebeurde recent in de partij Zaki Harari - Maxim Rodshtein gespeeld in Isle of Man).  Naar alle waarschijnlijkheid had een iets sterkere speler afgeweken en zou de swindel gefaald zijn. In elk geval voelde ik mij achteraf niet trots op de swindel. Ik vond dat ik een half punt gestolen had maar besefte tezelfdertijd dat vele anderen nooit zouden aarzelen om mezelf iets gelijkaardig te kunnen lappen.

Helemaal anders voelt het aan wanneer een swindel gebeurt door een unieke verborgen mogelijkheid na een verandering in de stelling. Deze swindels zijn niet gebaseerd op het uitlokken van fouten maar vertrekken vanuit de eigen sterkte en vinden van vaak spectaculaire wendingen. Het meest vruchtbare terrein hiervoor is opnieuw het eindspel. In mijn artikel vakantie deel 3 vertelde ik al dat ik de partijen van de andere Belgen in Le Touquet trachtte te volgen. Hierbij keek ik niet alleen naar de spelers in de A-groep maar ook naar de Belgen in de B-groep. Zo zag ik een leuke swindel uitgevoerd door de 11 jarige Leen Deleu.

De resultaten vielen wat tegen voor Leen in het tornooi maar die ontsnapping zal zeker deugd gedaan hebben.

In Open Leuven overkwam mij de mooiste swindel uit mijn schaakcarrière en bovendien in een middenspel. Net op het moment dat ik dacht hem eindelijk te kunnen pakken blies de flamboyante Belgische expert Emile Boucquet mij van mijn sokkel met een wondermooi stukoffer die geforceerd naar remise leidde. De wrange smaak van een zeer gunstige stelling met pluspion te hebben laten glippen, werd al snel weggespoeld toen ik steeds beter de schoonheid ervan kon begrijpen.

Ik vermoed dat Emile op voorhand niet alles had uitgerekend maar dat doet er hier niet toe en was bovendien ook bijna onmogelijk gezien de resterende tijd op de klok. Halfjes of zelfs hele punten wil ik altijd wel verliezen als mijn tegenstander dit soort swindels op het bord kan toveren.

Eigenlijk horen dit soort swindels thuis in een boek voor de echte schaakliefhebber. Hiervoor hebben we leren schaken. Nu moet het net lukken dat de Australische grootmeester David Smerdon op zijn blog een oproep heeft gedaan om de beste swindels naar hem op te sturen omdat hij die wil bundelen in een boek zie artikel: a swindle that never was. Dus heb je zelf iets spectaculairs meegemaakt in de carrière, schrijf het hieronder of stuur het rechtstreeks op naar David.

Brabo