Met een veel drukkere agenda dan vorig jaar duurt het wat langer om bepaalde onderwerpen aan te snijden maar het spreekt voor zich dat ik de tumultueze apotheose van de voorbije Belgische interclubs niet op deze blog kon negeren. Alle ingrediënten voor een spectaculaire slotronde waren aanwezig. De 2 teams die nog in de running waren voor de titel (Amay en Wirtzfield) moesten het rechstreeks tegen elkaar opnemen terwijl tezelfdertijd de 2 teams die nog in aanmerking kwamen voor het 2de degradatieticketje (Deurne en Zottegem) ook een onderling duel moesten uitvechten. In deze wedstrijden hadden Amay en Deurne het voordeel van het gelijkspel wat betekent dat de tegenstanders moesten winnen om hun te kunnen passeren in de rangschikking.
In tegenstelling met de vorige ronden werd de laatste ronde voor 1ste klasse niet op dezelfde dag afgewerkt dan voor de andere klassen. Bovendien werd tevens beslist door de bond om die laatste ronde voor 1ste klasse gezamenlijk op 1 locatie af te werken. Voor zover ik begrijp werd voor deze 2 uitzonderingen niet eens de mening gevraagd van de leden op de A.V. waardoor achteraf heel wat wrevel heerste bij de spelers. Ik heb het recent al aangehaald in mijn blogartikeltje bav van 1 juni 2013 maar ik zou graag wat meer inspraak zien van de rechtstreeks betrokken spelers/ clubs. Persoonlijk zie ik zowel voordelen als nadelen aan dit soort uitzonderingen waardoor ik er geen uitgesproken mening over heb.
Echter mijn mening verandert als de uitzonderingen worden gekoppeld aan de voorwaarde dat er op de afgesproken speeldag geen mogelijkheid bestaat om bij force majeure uit te stellen. Het is uiteraard de wet van Murphy maar op de speeldag 24 maart kregen we zeer uitzonderlijk voor de tijd van het jaar nog serieuze sneeuwval waardoor iedereen werd afgeraden de baan op te rijden indien niet noodzakelijk. 's Morgens verwachtte ik een afgelasting zoals bij andere sportwedstrijden waardoor ik al stilletjes hoopte om mijn verjaardag (toevallig dezelfde dag) in gezinsverband te kunnen vieren maar er kwam geen bericht van de bond. Tussen mijn ploeggenoten was er twijfel wat nu precies te doen maar uiteindelijk beslisten we toch te vertrekken en hoopten we op beterschap onderweg. Dit bleek een grove misrekening te zijn want het werd 1 grote slippartij tot Bullingen (een dorpje aan de Duitse grens) waar de gemeenschappelijke ronde zou plaatsvinden. Op de snelweg kwam onze auto zelfs op een bepaald moment dwars te staan, enkele cm van de vangrail. Iets verderop moesten alle passagiers uitstappen en helpen duwen omdat de auto de helling niet op geraakte. Een foto die de spelers van Zottegem postten op hun site, laat de lezer proeven van de winterse toestanden. Het mag dan ook niet verwonderlijk zijn dat achteraf onze ploegkapitein een vlammende brief schreef naar de bond waarin zelfs om het ontslag werd gevraagd van de bondsvoorzitter. Een serieus antwoord op die brief, heb ik niet gezien of gehoord maar volgens officieuze bronnen kon er niet afgelast worden omdat Wirtzfield anders te veel geld zou verliezen (huur zaal, profs, vliegtuigtickets,...). Blijkbaar moet er eerst iets ernstig gebeuren vooraleer men beseft dat geld geen voorrang kan hebben op het welzijn van de spelers.
Aanvankelijk wilden dan ook meerdere ploeggenoten onmiddellijk rechtsomkeer maken om zonder kleerscheuren nu het nog licht was thuis te geraken. Echter er werd ons duidelijk gemaakt dat we dan ook de gevolgen zouden moeten dragen: forfait, geldboete, degradatie,... Je kan uiteraard zoiets wel aanvechten in een rechtbank maar uiteindelijk kozen we voor de pragmatische aanpak. Nu we er toch waren, konden we beter gewoon spelen. Hoe de terugrit te maken, zouden we bekijken na de partijen (achteraf bleek de meeste sneeuw reeds gesmolten dus we hadden geluk met onze gok).
De commotie was hiermee nog niet voorbij. Toen mijn ploeggenoot, de Nederlandse FM Pieter Tolk opmerkte dat zijn partij live zou worden uitgezonden via schaakfabriek trok hij prompt het kabeltje van de liveconnectie los. Ik ken de exacte drijfveren niet van Pieter maar ik kan mij wel allerlei redenen voorstellen. Er was vooraf niets aangekondigd over live uitzendingen in de reglementen. Ook was er voor zover ik mij herinner geen delay op de broadcasting waardoor er een verhoogd risico bestaat op valsspelen wat vandaag een erg hot topic is, zie bv. mijn blogartikel vals spelen (hiermee wil ik niet de eerlijkheid van mijn tegenstanders in twijfel trekken). Ik zie meer dan voldoende redenen om Pieters keuze te respecteren maar de arbiter Geert Bailleul had een andere mening en gebruikte (misbruikte?) zijn autoriteit om Pieter toch te verplichten (onder straffe van forfait) te spelen met de liveconnectie. Pieter liet het gelukkig niet aan zijn hart komen en koos pragmatisch en loyaal t.o.v. de ploeg om toch te spelen en de liveconnectie toe te staan. Achteraf hoorde ik opnieuw via officieuze bronnen dat liveconnecties mogen omdat hierover niets in de reglementen staat. Als we die logica volgen dan kan alles wat niet vermeld staat in de reglementen, worden afgedwongen door een arbiter. Ik vraag mij af hoever de spelers hierin de arbiter zouden blijven volgen. Hoogtijd om eens duidelijke grenslijnen te trekken in de functie van een arbiter binnen de interclubs want als we zo verder gaan dat zullen we vroeg of laat met een dure rechtzaak zitten waar ieder lid zal mogen voor opdraaien. Persoonlijk vind ik live-uitzendingen een duidelijke plus voor het schaken mits aan enkele voorwaarden zijn voldaan zoals een delay en het vooraf duidelijk aangekondigd wordt via de reglementen.
Het duel voor de titel tussen Wirtzfield en Amay werd grotendeels financieel beslist. Amay kwam opdraven met een gemiddelde elorating van 2541 elo (2 spelers met + 2600 ratings) terwijl Wirtfield er nog een flinke schep bovenop deed met een gemiddelde elorating van 2632 elo (6 spelers met + 2600 ratings), zie de officiele interclubwebsite. Het elo-overwicht werd professioneel verzilverd door Wirtfield met 7 (veelal gecontroleerde) remises en 1 overwinning waardoor ze net over Amay naar de 1ste plaats wipten. Er valt niets aan te merken op deze strategie maar wat wel bedroevend is dat er in beide teams samen slechts 1 Belg speelde. Om de winstkansen te maximaliseren, kozen beide teams om hun Belgen aan de kant te schuiven met uitzondering van de Belgische GM Luc Winants. Als we dan eerder op de B.A.V. samen goedkeurden om het Belgisch schaak te promoten, zie mijn blogartikeltje nieuwe wedstrijdreglementen voor de details dan vraag ik mij luidop af of we niet met andere interclubreglementen dit beter kunnen bereiken. Ik bedoel hiermee niet dat alle buitenlanders moeten worden geweerd in de competitie. Sterke buitenlanders brengen het niveau omhoog van de interclub zodat talentvolle Belgen ervaring kunnen opdoen of zelfs normen kunnen halen. Dit jaar slaagden 2 Belgen om een IM-norm te verziveren (Jan Rooze en Glen De Schampheleire) wat zonder inbreng van buitenlanders wellicht onmogelijk ware geweest. Ik pleit dus voor een gezond evenwicht tussen buitenlanders en Belgen in de competitie. Hierbij mogen we niet te voortvarend van start gaan met het introduceren van nieuwe reglementen. Bv. enkel een maximum ratio buitenlanders/Belgen introduceren vind ik niet verstandig want dan krijg je situaties waar de buitenlanders onderling op de topborden spelen en de Belgen onderling op de lagere borden. Dit creëert helemaal geen extra kansen voor de Belgen om ervaring tegen sterke spelers op te doen of normen te scoren.
Het verschil van de titelstrijd met het degradatieduel was groot. Op 1 uitzondering (Pieter) waren alle spelers Belgen en niemand (voor zover ik weet) werd betaald om te spelen. Ondanks er geen financiële incentief was, was de inzet op alle borden minstens even groot, zo niet zelfs groter dan bij de illustere professionals. Het werd een memorabele wedstrijd die beslist werd in de laatste minuten van de interclubcompetitie. Vooraf werd in de auto gespeculeerd dat 50% halen op de eerste 2 borden voldoende moest zijn om met de ploeg minstens een gelijkspel af te dwingen maar dat bleek een verkeerde inschatting. Zelf speelde ik zoals het hele seizoen op bord 1 en kreeg zoals verwacht de jonge en talentvolle Glen De Schampheleire als tegenstander. Daar ik bitter weinig bruikbare partijen van Glen had teruggevonden in de voorbereiding, had ik mij toegespitst om vooral de grote hoofdsystemen in het Hollands te reviewen. Het is sowieso onmogelijk in het beperkte tijdsbestek om alle mogelijkheden op voorhand te bekijken dus verkies ik liever de zaken te reviewen waarvan ik het meeste schrik heb. Glen koos echter voor een zijsteempje met 2.d3 tegen het Hollands wat in 2005 door de Duitse GM Stefan Kindermann gepropagandeerd werd in zijn boek The Leningrad system. Het was van 1997 dat ik het nog eens in een lange partij op het bord had gehad maar veel betekent dit niet. De laatste jaren had ik de variant geregeld eens bekeken als voorbereiding op potentiële tegenstanders waarvan partijen met die variant in de databases vermeld staan.
Op de Zottegemse site werd gerapporteerd dat Glen enorme kansen had maar dat vind ik nogal overdreven. Persoonlijk vind ik het mijn beste partij van dit seizoen ondanks de foutjes die wellicht onvermijdbaar waren in dit soort complexe stelling. Het is uiteraard een meevaller om net dit soort partij in de cruciale laatste interclubronde te kunnen spelen maar aanvankelijk zag het er naar uit dat het niet zou baten. Op de lagere borden werd weinig gehaald waardoor het uiteindelijk allemaal afhing van bord 2. De score was toen 3,5-3,5 dus moest Daniel Sadkowski remise houden in een troosteloos eindspel met 2 pionnen minder.
Voor Daniel zal de remise wel een opluchting geweest zijn na een erg moeizaam seizoen maar van een feeststemming was er geen sprake want het is nooit prettig om een andere ploeg te laten degraderen. Bovendien smaakt het eveneens bitter om te zien dat de ploegen met talentvolle Belgen langzaam uit de 1ste afdeling verdwijnen terwijl andere ploegen met bijna uitsluitend buitenlanders wel makkelijk standhouden. Ik betwijfel of dit een goede evolutie is voor het Belgisch schaken.
Volgend jaar spelen we dus met Deurne nog een jaartje in 1ste afdeling. Aanvankelijk had ik wat schrik van de reactie thuis want de extra inspanningen t.o.v. 2de afdeling die ik gemaakt heb, waren niet van de poes: ongeveer 1500 km verplaatsingen en wellicht +150 uren bezig geweest met de 11 wedstrijden. Gelukkig bleek mijn schrik onterecht. Omdat er bij het heenrijden grote problemen waren geweest op de weg, werd er beslist om niet te wachten op de uitkomst van Daniels partij. Tot mijn verrassing werden wij op de terugrit opgebeld door mijn vrouw die alles live aan het meevolgen was op Schaakfabriek en ons uitgebreid feliciteerde met het behoud. Ik zal niet ontkennen dat ik opgetogen was om te horen dat er ook thuis meegeleefd werd en het behoud dus als positief werd beschouwd.
Het was een ongelooflijk avontuur op het 1ste bord met tal van interessante partijen die ik hier op de blog heb besproken. De score van 3/11 tegen een gemiddelde van 2468 elo is niet geweldig maar evenmin slecht. In elk geval vind ik de score voor mijzelf verdiend want met wat geluk hadden het zelfs 2 punten extra kunnen zijn, zie de gemiste remises tegen Michiels en Bok en de gemiste directe winsten tegen Docx. Met zwart had ik het dit seizoen makkelijker dan met wit maar dat wijt ik voornamelijk aan het feit dat ik verscheidene van mijn tegenstanders kon verrassen met mijn keuze voor Oud-Hollandse opstellingen waarmee ik afweek van mijn gepubliceerde partijen in de database. Ik vermoed dat ik dit voordeel volgend seizoen zal kwijt zijn. Normaal speel ik volgend seizoen een bordje lager en daar ben ik niet rouwig om want ik hoop hiermee scenarios zoals beschreven in mijn blogartikeltje met een kanon op een mug schieten te vermijden. Sterke Jan lost mij af en kan hopelijk opnieuw de ploeg op sleeptouw nemen want volgend seizoen belooft nog heel wat moeilijker te worden om erin te blijven.
Brabo
In tegenstelling met de vorige ronden werd de laatste ronde voor 1ste klasse niet op dezelfde dag afgewerkt dan voor de andere klassen. Bovendien werd tevens beslist door de bond om die laatste ronde voor 1ste klasse gezamenlijk op 1 locatie af te werken. Voor zover ik begrijp werd voor deze 2 uitzonderingen niet eens de mening gevraagd van de leden op de A.V. waardoor achteraf heel wat wrevel heerste bij de spelers. Ik heb het recent al aangehaald in mijn blogartikeltje bav van 1 juni 2013 maar ik zou graag wat meer inspraak zien van de rechtstreeks betrokken spelers/ clubs. Persoonlijk zie ik zowel voordelen als nadelen aan dit soort uitzonderingen waardoor ik er geen uitgesproken mening over heb.
Echter mijn mening verandert als de uitzonderingen worden gekoppeld aan de voorwaarde dat er op de afgesproken speeldag geen mogelijkheid bestaat om bij force majeure uit te stellen. Het is uiteraard de wet van Murphy maar op de speeldag 24 maart kregen we zeer uitzonderlijk voor de tijd van het jaar nog serieuze sneeuwval waardoor iedereen werd afgeraden de baan op te rijden indien niet noodzakelijk. 's Morgens verwachtte ik een afgelasting zoals bij andere sportwedstrijden waardoor ik al stilletjes hoopte om mijn verjaardag (toevallig dezelfde dag) in gezinsverband te kunnen vieren maar er kwam geen bericht van de bond. Tussen mijn ploeggenoten was er twijfel wat nu precies te doen maar uiteindelijk beslisten we toch te vertrekken en hoopten we op beterschap onderweg. Dit bleek een grove misrekening te zijn want het werd 1 grote slippartij tot Bullingen (een dorpje aan de Duitse grens) waar de gemeenschappelijke ronde zou plaatsvinden. Op de snelweg kwam onze auto zelfs op een bepaald moment dwars te staan, enkele cm van de vangrail. Iets verderop moesten alle passagiers uitstappen en helpen duwen omdat de auto de helling niet op geraakte. Een foto die de spelers van Zottegem postten op hun site, laat de lezer proeven van de winterse toestanden. Het mag dan ook niet verwonderlijk zijn dat achteraf onze ploegkapitein een vlammende brief schreef naar de bond waarin zelfs om het ontslag werd gevraagd van de bondsvoorzitter. Een serieus antwoord op die brief, heb ik niet gezien of gehoord maar volgens officieuze bronnen kon er niet afgelast worden omdat Wirtzfield anders te veel geld zou verliezen (huur zaal, profs, vliegtuigtickets,...). Blijkbaar moet er eerst iets ernstig gebeuren vooraleer men beseft dat geld geen voorrang kan hebben op het welzijn van de spelers.
Aanvankelijk wilden dan ook meerdere ploeggenoten onmiddellijk rechtsomkeer maken om zonder kleerscheuren nu het nog licht was thuis te geraken. Echter er werd ons duidelijk gemaakt dat we dan ook de gevolgen zouden moeten dragen: forfait, geldboete, degradatie,... Je kan uiteraard zoiets wel aanvechten in een rechtbank maar uiteindelijk kozen we voor de pragmatische aanpak. Nu we er toch waren, konden we beter gewoon spelen. Hoe de terugrit te maken, zouden we bekijken na de partijen (achteraf bleek de meeste sneeuw reeds gesmolten dus we hadden geluk met onze gok).
De commotie was hiermee nog niet voorbij. Toen mijn ploeggenoot, de Nederlandse FM Pieter Tolk opmerkte dat zijn partij live zou worden uitgezonden via schaakfabriek trok hij prompt het kabeltje van de liveconnectie los. Ik ken de exacte drijfveren niet van Pieter maar ik kan mij wel allerlei redenen voorstellen. Er was vooraf niets aangekondigd over live uitzendingen in de reglementen. Ook was er voor zover ik mij herinner geen delay op de broadcasting waardoor er een verhoogd risico bestaat op valsspelen wat vandaag een erg hot topic is, zie bv. mijn blogartikel vals spelen (hiermee wil ik niet de eerlijkheid van mijn tegenstanders in twijfel trekken). Ik zie meer dan voldoende redenen om Pieters keuze te respecteren maar de arbiter Geert Bailleul had een andere mening en gebruikte (misbruikte?) zijn autoriteit om Pieter toch te verplichten (onder straffe van forfait) te spelen met de liveconnectie. Pieter liet het gelukkig niet aan zijn hart komen en koos pragmatisch en loyaal t.o.v. de ploeg om toch te spelen en de liveconnectie toe te staan. Achteraf hoorde ik opnieuw via officieuze bronnen dat liveconnecties mogen omdat hierover niets in de reglementen staat. Als we die logica volgen dan kan alles wat niet vermeld staat in de reglementen, worden afgedwongen door een arbiter. Ik vraag mij af hoever de spelers hierin de arbiter zouden blijven volgen. Hoogtijd om eens duidelijke grenslijnen te trekken in de functie van een arbiter binnen de interclubs want als we zo verder gaan dat zullen we vroeg of laat met een dure rechtzaak zitten waar ieder lid zal mogen voor opdraaien. Persoonlijk vind ik live-uitzendingen een duidelijke plus voor het schaken mits aan enkele voorwaarden zijn voldaan zoals een delay en het vooraf duidelijk aangekondigd wordt via de reglementen.
Het duel voor de titel tussen Wirtzfield en Amay werd grotendeels financieel beslist. Amay kwam opdraven met een gemiddelde elorating van 2541 elo (2 spelers met + 2600 ratings) terwijl Wirtfield er nog een flinke schep bovenop deed met een gemiddelde elorating van 2632 elo (6 spelers met + 2600 ratings), zie de officiele interclubwebsite. Het elo-overwicht werd professioneel verzilverd door Wirtfield met 7 (veelal gecontroleerde) remises en 1 overwinning waardoor ze net over Amay naar de 1ste plaats wipten. Er valt niets aan te merken op deze strategie maar wat wel bedroevend is dat er in beide teams samen slechts 1 Belg speelde. Om de winstkansen te maximaliseren, kozen beide teams om hun Belgen aan de kant te schuiven met uitzondering van de Belgische GM Luc Winants. Als we dan eerder op de B.A.V. samen goedkeurden om het Belgisch schaak te promoten, zie mijn blogartikeltje nieuwe wedstrijdreglementen voor de details dan vraag ik mij luidop af of we niet met andere interclubreglementen dit beter kunnen bereiken. Ik bedoel hiermee niet dat alle buitenlanders moeten worden geweerd in de competitie. Sterke buitenlanders brengen het niveau omhoog van de interclub zodat talentvolle Belgen ervaring kunnen opdoen of zelfs normen kunnen halen. Dit jaar slaagden 2 Belgen om een IM-norm te verziveren (Jan Rooze en Glen De Schampheleire) wat zonder inbreng van buitenlanders wellicht onmogelijk ware geweest. Ik pleit dus voor een gezond evenwicht tussen buitenlanders en Belgen in de competitie. Hierbij mogen we niet te voortvarend van start gaan met het introduceren van nieuwe reglementen. Bv. enkel een maximum ratio buitenlanders/Belgen introduceren vind ik niet verstandig want dan krijg je situaties waar de buitenlanders onderling op de topborden spelen en de Belgen onderling op de lagere borden. Dit creëert helemaal geen extra kansen voor de Belgen om ervaring tegen sterke spelers op te doen of normen te scoren.
Het verschil van de titelstrijd met het degradatieduel was groot. Op 1 uitzondering (Pieter) waren alle spelers Belgen en niemand (voor zover ik weet) werd betaald om te spelen. Ondanks er geen financiële incentief was, was de inzet op alle borden minstens even groot, zo niet zelfs groter dan bij de illustere professionals. Het werd een memorabele wedstrijd die beslist werd in de laatste minuten van de interclubcompetitie. Vooraf werd in de auto gespeculeerd dat 50% halen op de eerste 2 borden voldoende moest zijn om met de ploeg minstens een gelijkspel af te dwingen maar dat bleek een verkeerde inschatting. Zelf speelde ik zoals het hele seizoen op bord 1 en kreeg zoals verwacht de jonge en talentvolle Glen De Schampheleire als tegenstander. Daar ik bitter weinig bruikbare partijen van Glen had teruggevonden in de voorbereiding, had ik mij toegespitst om vooral de grote hoofdsystemen in het Hollands te reviewen. Het is sowieso onmogelijk in het beperkte tijdsbestek om alle mogelijkheden op voorhand te bekijken dus verkies ik liever de zaken te reviewen waarvan ik het meeste schrik heb. Glen koos echter voor een zijsteempje met 2.d3 tegen het Hollands wat in 2005 door de Duitse GM Stefan Kindermann gepropagandeerd werd in zijn boek The Leningrad system. Het was van 1997 dat ik het nog eens in een lange partij op het bord had gehad maar veel betekent dit niet. De laatste jaren had ik de variant geregeld eens bekeken als voorbereiding op potentiële tegenstanders waarvan partijen met die variant in de databases vermeld staan.
Op de Zottegemse site werd gerapporteerd dat Glen enorme kansen had maar dat vind ik nogal overdreven. Persoonlijk vind ik het mijn beste partij van dit seizoen ondanks de foutjes die wellicht onvermijdbaar waren in dit soort complexe stelling. Het is uiteraard een meevaller om net dit soort partij in de cruciale laatste interclubronde te kunnen spelen maar aanvankelijk zag het er naar uit dat het niet zou baten. Op de lagere borden werd weinig gehaald waardoor het uiteindelijk allemaal afhing van bord 2. De score was toen 3,5-3,5 dus moest Daniel Sadkowski remise houden in een troosteloos eindspel met 2 pionnen minder.
Voor Daniel zal de remise wel een opluchting geweest zijn na een erg moeizaam seizoen maar van een feeststemming was er geen sprake want het is nooit prettig om een andere ploeg te laten degraderen. Bovendien smaakt het eveneens bitter om te zien dat de ploegen met talentvolle Belgen langzaam uit de 1ste afdeling verdwijnen terwijl andere ploegen met bijna uitsluitend buitenlanders wel makkelijk standhouden. Ik betwijfel of dit een goede evolutie is voor het Belgisch schaken.
Volgend jaar spelen we dus met Deurne nog een jaartje in 1ste afdeling. Aanvankelijk had ik wat schrik van de reactie thuis want de extra inspanningen t.o.v. 2de afdeling die ik gemaakt heb, waren niet van de poes: ongeveer 1500 km verplaatsingen en wellicht +150 uren bezig geweest met de 11 wedstrijden. Gelukkig bleek mijn schrik onterecht. Omdat er bij het heenrijden grote problemen waren geweest op de weg, werd er beslist om niet te wachten op de uitkomst van Daniels partij. Tot mijn verrassing werden wij op de terugrit opgebeld door mijn vrouw die alles live aan het meevolgen was op Schaakfabriek en ons uitgebreid feliciteerde met het behoud. Ik zal niet ontkennen dat ik opgetogen was om te horen dat er ook thuis meegeleefd werd en het behoud dus als positief werd beschouwd.
Het was een ongelooflijk avontuur op het 1ste bord met tal van interessante partijen die ik hier op de blog heb besproken. De score van 3/11 tegen een gemiddelde van 2468 elo is niet geweldig maar evenmin slecht. In elk geval vind ik de score voor mijzelf verdiend want met wat geluk hadden het zelfs 2 punten extra kunnen zijn, zie de gemiste remises tegen Michiels en Bok en de gemiste directe winsten tegen Docx. Met zwart had ik het dit seizoen makkelijker dan met wit maar dat wijt ik voornamelijk aan het feit dat ik verscheidene van mijn tegenstanders kon verrassen met mijn keuze voor Oud-Hollandse opstellingen waarmee ik afweek van mijn gepubliceerde partijen in de database. Ik vermoed dat ik dit voordeel volgend seizoen zal kwijt zijn. Normaal speel ik volgend seizoen een bordje lager en daar ben ik niet rouwig om want ik hoop hiermee scenarios zoals beschreven in mijn blogartikeltje met een kanon op een mug schieten te vermijden. Sterke Jan lost mij af en kan hopelijk opnieuw de ploeg op sleeptouw nemen want volgend seizoen belooft nog heel wat moeilijker te worden om erin te blijven.
Brabo