Onze schaaksport heeft promotie nodig om te groeien of zelfs te overleven maar zelden wordt zijn grootste troef goed uitgespeeld. Met schaken kan je jezelf een heel lang leven amuseren en blijft altijd intrigeren. Ik ben al meer dan 25 jaar verknocht aan het spel en nog dagelijks ontdek ik nieuwe dingen. Schaken is voor mij een oneindige bron aan spannende verhalen die zowel op als naast het bord gebeuren. Talloze voorbeelden hiervan kwamen aan bod op deze blog.
Niet in het minst speelt het ontbreken van absolute leeftijdscategorien hierin een belangrijke rol. Elke fysieke sport moet rekening houden met leeftijd maar in het schaken is het best mogelijk om een piepjonge speler te zien spelen tegen een zeer oude ervaren rot. Schaken is een absolute bruggenbouwer tussen generaties want het levert naast samen tonnen spelplezier ook een zeer gemakkelijk gespreksonderwerp.
Trouwens piepjong mogen we best letterlijk nemen. Op 3 jaar zijn er al kinderen die in staat zijn om de spelregels aan te leren en kunnen die ook toepassen in een partij. Mijn zoon Hugo was nog geen 4 jaar toen hij samen met zijn zus Evelien kennismaakte met het schaken zie vals spelen. Op de foto hieronder zien we Hugo thuis net voor zijn 4de verjaardag een partijtje spelen.
Nee, ik ben zeker geen ouder die zijn kinderen wil pushen om te schaken. Mijn dochter haakte al snel af en Hugo bleef op een zeer gezapig tempo verder schaken. Niets moest waardoor het 2 jaar duurde om stap 1 af te ronden. Ik meen dat er een groot contrast is met het optreden van de 3 jarige Misha Osipov in een Russische TV show. Geniaal kind of niet maar ik ben niet de enige die zich afvraagt of dit nog gepast is.
Anderzijds ondersteuning van de ouders is bij zeer jonge kinderen absoluut noodzakelijk. Clubs moeten de ouders hierop attent maken wanneer ze zien dat dit onvoldoende gebeurt. Ik durf zelfs te stellen dat bepaalde minimum voorwaarden moeten worden gesteld aan de ouders bij inschrijven van hun kind in een schaakclub. Te vaak zie ik ouders hun 7/8 jarigen wekelijks droppen in de les en de kous is af. Sorry maar dan is het voor de kinderen niets meer dan een veredelde opvang. Vanaf stap 2 mag/ moet je durven jeugdtornooien te spelen. Eerder raad ik niet aan omdat de spelregels onvoldoende zijn gekend en het kind meestal enkel tegen een lange reeks nederlagen zal aankijken. Voor Hugo betekende dit dat we op 6,5 jaar samen jeugdtornooitjes begonnen af te schuimen (zie basis).
Begin 2017 bereikte Hugo stap 3 en dat betekende tijd om te proeven van standaardschaak. Echter hierbij botste ik op een probleem want geen enkele club in de buurt heeft een reguliere competitie overdag. Men had nog nooit eerder rekening moeten houden met spelers die bedtijd hebben tussen 8 en 9 uur 's avonds. Ik speelde met het idee om mijn oude club de Torrewachters in Roeselare te contacteren want ik weet dat ze een mooi kampioenschap hebben zaterdagmiddag om 14 uur. Echter elke week bijna 300 km rijden voor 1 partijtje werd na enige reflectie afgevoerd. Uiteindelijk bood KMSK zelf een noodoplossing aan door Hugo een plaatsje te geven in 1 van hun 10 interclubploegen. 1 dag na zijn 8ste verjaardag beet hij de spits af. Toeval of niet maar dit betekende maar eventjes 75 jaar verschil met zijn 83 jarige ploeggenoot Walter Huyck.
Beide schakers zien we allebei genieten van de namiddag samen een potje interclub spelen. Het enorme leeftijdsverschil was geen obstakel. Trouwens Walter wist nog een leuke anekdote te vertellen aan Hugo want 17 jaar geleden had hij al eens tegen mij gespeeld. Schaak blijven spelen op hogere leeftijd helpt blijkbaar voor het geheugen want ik heb inderdaad een partij in mijn persoonlijke database staan die ik tegen Walter gespeeld heb.
Aan speelsterkte heeft Walter in de laatste jaren wel wat ingeboet maar dat zal hem allerminst deren. Korchnoi of Sterke Jan zijn/ waren grote uitzonderingen. Jan werd dit seizoen 70 en speelt nog steeds ons 1ste bord in 2de afdeling met een 2300 rating. Buitengewoon zeker als je weet dat hij vorig jaar nog een tijd in de spoed heeft gelegen met een herseninfarct. In het verleden zijn al meerdere spelers tijdens een wedstrijd geveld door een hartfalen zie bv. deaths at the chess olympiad. Ik ken daarom ook meerdere (oudere) spelers die op aanraden van hun dokter de harde competitie vaarwel hebben gezegd.
Veel hangt natuurlijk af van hoe je als speler schaakt. Blijft winnen zeer belangrijk of kan je een nederlaag snel van je afschudden. Als ik kijk naar mijn eigen zoon Hugo dan zie ik al een positieve evolutie. Het is al een tijdje geleden dat ik nog traantjes heb gezien ondanks dat de eerste 3 interclubwedstrijden werden verloren. Het vuur blijft desondanks duidelijk aanwezig wat een brede glimlach verraadde na zijn allereerste intercluboverwinning vorige zondag tegen de 55 jarige Griek Nikolaos Zaimis.
Het is nog te vroeg om Hugo naar grote internationale tornooien mee te nemen zoals Gent, Charleroi,... Stap 4 vind ik een minimum met een bijhorende rating van 1400. Dit wil ik niet forceren zoals ik sommige andere jeugdspelers zie doen. Bij de -10 hoor ik dat sommigen al in stap 5 of 6 zitten terwijl ze in de praktijk technisch hopeloos achterop hinken.
Een reëel gevaar is dat kinderen die te snel vooruit willen of worden geduwd, vroeg of laat opgebrand geraken. Nu ik zie ook soms volwassenen die zichzelf onrealistische doelstellingen opleggen. Het plezier moet centraal blijven staan. Pas als we dat steeds respecteren, wordt schaken iets uniek waarvan oud en jong tezelfdertijd kan genieten.
Brabo