Het viel mij al meerdere malen op tijdens open tornooien dat ik zowat de enige ben die zijn portable bij zich heeft. Ik krijg hierbij vaak blikken van wat wil je daarmee bereiken want tenslotte is er toch te weinig tijd tussen de ronden om iets voor te bereiden. De meesten zullen maximaal eens hun smartphone adresseren om snel te kijken wat hun volgende tegenstander recent nog op het bord heeft gehad.
Mijn rugzak met computer moet ook de nieuwsgierigheid gewekt hebben bij de bestuursleden van lsv chesspirant want ik werd eind vorig jaar uitgenodigd om zaterdag laatst een uitgebreide lezing te geven over schaaksoftware. Het thema ligt mij nauw aan het hart dus ging ik met plezier de uitdaging aan en dat zullen de aanwezigen ervaren hebben. Na 4 uur bijna non-stop uitleg was men duidelijk toe aan ontspanning die werd aangeboden in de vorm van een nieuwjaarsreceptie. Indrukwekkend was de eerste reactie die ik kreeg en daarmee wist ik al hoe laat het was. Het was te veel geweest en daarnaast ook vaak te moeilijk om te volgen voor de meesten.
De volgende dag in mijn wekelijkse schaakles te Mechelen had ik het ook over schaaksoftware maar ik maakte niet meer dezelfde fouten. Eerst deed ik een grondige check over wat mijn leerlingen vandaag gebruiken en al kennen. Dit bleek opnieuw zeer weinig te zijn. Om te beginnen raadde ik aan net als in mijn artikel databases gebruiken om de Fritz-interface te gebruiken. Dit ene programma is een soort cockpit of controlekamer waarmee je alle operaties kunt aansturen in zeer korte tijd. Hieronder zie je een schematische voorstelling van de diverse componenten die aangestuurd worden op mijn PC dankzij de Fritz-interface.
Ik gebruik versie 15 die gratis wordt geleverd samen met het aankopen van Komodo 11 (80 euro). Je kan dezelfde interface ook verkrijgen door het aankopen van Houdini 6 van de Belg Robert Houdart die eind vorig jaar TCEC seizoen 10 superfinal won maar is iets duurder (100 euro). Tenslotte werd vorig jaar ook versie 16 gelanceerd van de interface. Echter de nieuwigheden (o.a. spellingcheck en stemherkenning) lijken voor mij niet erg belangrijk en bovendien kan je de interface voorlopig enkel verkrijgen bij het aankopen van de 200 punten zwakkere Fritz-engine.
Vervolgens is het zaak om alle basisfuncties van de interface goed onder de knie te hebben. Dit is iets wat ik serieus onderschat heb in LSV. Ik ging van de veronderstelling uit dat zeker de gevorderde schakers weten hoe een engine-boek zelf aan te maken of wat de cijfertjes allemaal voorstellen in het engine-venster maar dat bleek helemaal niet te kloppen. Ook mijn leerlingen in Mechelen hadden nog nooit de handleiding gelezen van om het even welk Chessbase-programma. Trouwens dat is niet iets typisch voor het schaken. Mensen lezen in het algemeen geen handleidingen meer zie bv nog het recente hln artikel waarin verteld wordt dat 75% van de automobilisten niet meer weet wat de waarschuwingslampjes betekenen op het dashbord.
Ik zal ook niet beweren dat ik elke handleiding of steeds de kleine lettertjes lees van alles wat ik aankoop of op inschrijf want dan ben je meer dan de helft van de vrije tijd kwijt. Echter ik sta wel steeds stil bij de voor en nadelen van het al dan niet lezen. Zo spendeerde ik meerdere uren vorig jaar aan het lezen van de handleiding van mijn nieuwe wagen en besliste ik al lang geleden dat het absoluut noodzakelijk is om de online Fritz-handleiding (zelfs in het Nederlands beschikbaar) te lezen wanneer je serieus wilt analyseren en voorbereiden. Volgende keer wanneer iemand mij nog vraagt om uitleg te geven over schaaksoftware zal ik dan ook eerst vragen of ze die handleiding al eens hebben doorgenomen.
Tenslotte krijg ik soms ook de opmerking dat voorbereiden in de lagere regionen niet mogelijk is omdat er te weinig partijen van de tegenstander in de database staan. Daar kan een laptop meezeulen, een goede interface met databases erop installeren en de handleiding van buiten leren niets aan veranderen. Echter ik weet uit ervaring dat men vaak fel onderschat wat voor informatie er te halen is uit zelfs een handvol partijen van de toekomstige tegenstander. Een mooi voorbeeldje was de 4de ronde in het voorbije Open Leuven. Ik filterde de stelling na wits 4de zet en merkte op dat de Nederlandse expert Eduard Coenen geen enkele partij hiermee heeft staan in de databases.
Uit bovenstaand screenshot zien we dat er in het openingsboek meer dan 10.000 meesterpartijen gespeeld zijn met die stelling. De mogelijkheden zijn zo uitgebreid dat een voorbereiding onbegonnen werk lijkt. Echter hier komen mijn getallen-vaardigheden van pas. In mijn dagdagelijks job moet ik trends vinden in getallenreeksen en iets gelijkaardigs is ook mogelijk zelfs op een handvol partijen. Laat ons kijken naar een aantal recente partijen van Edouard. Zoals uitgelegd in mijn artikel databases gebruiken is hierbij de sneltoetscombinatie "ALT+Q" handig om de zettenreeksen te bekijken.
Mij valt er onmiddellijk op dat Edouard steeds a6 ergens in de opening speelt ongeacht de opstelling van wit. Dit kan een bewuste keuze zijn maar vaak is het een teken dat de speler niet flexibel is. Een mens houdt nu eenmaal niet van verandering en soms leidt dit tot een krampachtig vasthouden aan bepaalde gewoontes. Meerdere voorbeelden hiervan kwamen al aan bod op deze blog zie de partijvoorbereiding deel 1, bjk deel 1, bjk deel 2 met als toppunt natuurlijk openen met de f pion en universele-systemen. Ik bedoel dat we dus een zeer goede kans hebben dat Edouard ook a6 zal spelen in de stelling waarvan we eerder geen partijen van hem hebben gevonden. Deze informatie zorgt ervoor dat we veel gerichter kunnen voorbereiden. Het is een kleine moeite om tenminste de hoofdlijn te bekijken waarmee ik trouwens al enige ervaring heb zie de valse waarheid. Het aantal meesterpartijen zakt al heel snel terug zoals we in hieronder screenshot zien.
De partij zelf komt in een volgend artikeltje aan bod maar ik kan nu al stellen dat Edouard totaal verrast was door mijn voorbereiding. Dit is ook iets wat mij opvalt wanneer ik speel tegen onbekende spelers met weinig partijen in de database. Men verwacht totaal niet dat er op hen wordt voorbereid waardoor het effect van een voorbereiding soms groter is dan bij iemand met veel partijen in de database. Kortom volgende keer toch eens overwegen om een pc mee te nemen naar een tornooi want wie weet, scoor je ermee een extra punt.
Brabo
Ik gebruik versie 15 die gratis wordt geleverd samen met het aankopen van Komodo 11 (80 euro). Je kan dezelfde interface ook verkrijgen door het aankopen van Houdini 6 van de Belg Robert Houdart die eind vorig jaar TCEC seizoen 10 superfinal won maar is iets duurder (100 euro). Tenslotte werd vorig jaar ook versie 16 gelanceerd van de interface. Echter de nieuwigheden (o.a. spellingcheck en stemherkenning) lijken voor mij niet erg belangrijk en bovendien kan je de interface voorlopig enkel verkrijgen bij het aankopen van de 200 punten zwakkere Fritz-engine.
Vervolgens is het zaak om alle basisfuncties van de interface goed onder de knie te hebben. Dit is iets wat ik serieus onderschat heb in LSV. Ik ging van de veronderstelling uit dat zeker de gevorderde schakers weten hoe een engine-boek zelf aan te maken of wat de cijfertjes allemaal voorstellen in het engine-venster maar dat bleek helemaal niet te kloppen. Ook mijn leerlingen in Mechelen hadden nog nooit de handleiding gelezen van om het even welk Chessbase-programma. Trouwens dat is niet iets typisch voor het schaken. Mensen lezen in het algemeen geen handleidingen meer zie bv nog het recente hln artikel waarin verteld wordt dat 75% van de automobilisten niet meer weet wat de waarschuwingslampjes betekenen op het dashbord.
Ik zal ook niet beweren dat ik elke handleiding of steeds de kleine lettertjes lees van alles wat ik aankoop of op inschrijf want dan ben je meer dan de helft van de vrije tijd kwijt. Echter ik sta wel steeds stil bij de voor en nadelen van het al dan niet lezen. Zo spendeerde ik meerdere uren vorig jaar aan het lezen van de handleiding van mijn nieuwe wagen en besliste ik al lang geleden dat het absoluut noodzakelijk is om de online Fritz-handleiding (zelfs in het Nederlands beschikbaar) te lezen wanneer je serieus wilt analyseren en voorbereiden. Volgende keer wanneer iemand mij nog vraagt om uitleg te geven over schaaksoftware zal ik dan ook eerst vragen of ze die handleiding al eens hebben doorgenomen.
Tenslotte krijg ik soms ook de opmerking dat voorbereiden in de lagere regionen niet mogelijk is omdat er te weinig partijen van de tegenstander in de database staan. Daar kan een laptop meezeulen, een goede interface met databases erop installeren en de handleiding van buiten leren niets aan veranderen. Echter ik weet uit ervaring dat men vaak fel onderschat wat voor informatie er te halen is uit zelfs een handvol partijen van de toekomstige tegenstander. Een mooi voorbeeldje was de 4de ronde in het voorbije Open Leuven. Ik filterde de stelling na wits 4de zet en merkte op dat de Nederlandse expert Eduard Coenen geen enkele partij hiermee heeft staan in de databases.
Uit bovenstaand screenshot zien we dat er in het openingsboek meer dan 10.000 meesterpartijen gespeeld zijn met die stelling. De mogelijkheden zijn zo uitgebreid dat een voorbereiding onbegonnen werk lijkt. Echter hier komen mijn getallen-vaardigheden van pas. In mijn dagdagelijks job moet ik trends vinden in getallenreeksen en iets gelijkaardigs is ook mogelijk zelfs op een handvol partijen. Laat ons kijken naar een aantal recente partijen van Edouard. Zoals uitgelegd in mijn artikel databases gebruiken is hierbij de sneltoetscombinatie "ALT+Q" handig om de zettenreeksen te bekijken.
Mij valt er onmiddellijk op dat Edouard steeds a6 ergens in de opening speelt ongeacht de opstelling van wit. Dit kan een bewuste keuze zijn maar vaak is het een teken dat de speler niet flexibel is. Een mens houdt nu eenmaal niet van verandering en soms leidt dit tot een krampachtig vasthouden aan bepaalde gewoontes. Meerdere voorbeelden hiervan kwamen al aan bod op deze blog zie de partijvoorbereiding deel 1, bjk deel 1, bjk deel 2 met als toppunt natuurlijk openen met de f pion en universele-systemen. Ik bedoel dat we dus een zeer goede kans hebben dat Edouard ook a6 zal spelen in de stelling waarvan we eerder geen partijen van hem hebben gevonden. Deze informatie zorgt ervoor dat we veel gerichter kunnen voorbereiden. Het is een kleine moeite om tenminste de hoofdlijn te bekijken waarmee ik trouwens al enige ervaring heb zie de valse waarheid. Het aantal meesterpartijen zakt al heel snel terug zoals we in hieronder screenshot zien.
De partij zelf komt in een volgend artikeltje aan bod maar ik kan nu al stellen dat Edouard totaal verrast was door mijn voorbereiding. Dit is ook iets wat mij opvalt wanneer ik speel tegen onbekende spelers met weinig partijen in de database. Men verwacht totaal niet dat er op hen wordt voorbereid waardoor het effect van een voorbereiding soms groter is dan bij iemand met veel partijen in de database. Kortom volgende keer toch eens overwegen om een pc mee te nemen naar een tornooi want wie weet, scoor je ermee een extra punt.
Brabo
Moet er geen evenwicht zijn tussen wat je aan openingsvoorbereiding doet en de echte speelsterkte? Het is toch zo dat de uitslag vaak weinig te maken heeft met hoe het staat na de opening. Gedreven openingsvoorbereiding lijkt me echter wel wat voor de interclub,
BeantwoordenVerwijderenbijvoorbeeld voor een IM-norm met normaal gezien 14 dagen tijd tussen de ronden. En natuurlijk gedragen veel amateurs zich tegenwoordig als een onbetaalde prof, dat zie je ook bij de wielertoeristen met hun dure fietsen. Met andere woorden als je er plezier aan hebt, doen!
Voorbereiden mag nooit het plezier wegnemen van het schaken dus doe het enkel als je er goed bij voelt. Persoonlijk vind ik een uurtje voorbereiden op een partij van 4 uren, zeker niet overdreven (meer is in een open tornooi vaak niet mogelijk). In de interclub steek ik er vaak veel meer tijd in maar ik bekijk dat ook als openingen studeren. Als ik mijn voorbereiding op het bord krijg dan heb ik ook meer plezier aan mijn partij.
VerwijderenValery, ben het daar niet helemaal mee eens. Toen ik me voorbereide op partijen kreeg ik in de opening vaak een voordeel dat tegenstanders niet meer goed konden maken. Sinds ik gestopt ben met openingsvoorbereiding is mijn schaakniveau (lees Elo) drastisch gedaald. Veel partijen verlies ik nu - vooral tegen sterkere tegenstanders - doordat ik slecht uit de opening kom.
VerwijderenIk schreef in 2012 een artikel over de invloed van openingen studeren op mijn elo/ sterkte: http://schaken-brabo.blogspot.be/2012/07/schaakopeningen-studeren.html
VerwijderenEen paar opmerkingen heb ik op Gerts reactie.
1) Als je stopt met openingen te studeren/ voorbereiden dan speel je best geen scherpe openingen en moet je meer varieren.
2) Ik zie vaak dat stoppen met openingen studeren samengaat met stoppen taktiek oefenen, stoppen schaakboeken lezen,... Ik zeg niet dat dit bij jou het geval is maar normaal zijn er nog andere factoren die het verlies aan schaakniveau verklaren behalve de opening.
Begrijp ik dat je niet per se het programma Chessbase zelf nodig hebt, maar vanuit de Fritz interface werkt? Ik vraag dit omdat wij thuis al het Fritz 15 programma hebben. Ik heb mij er nog niet zo in verdiept, maar willen we dit gaan gebruiken om allereerst een database met eigen partijen op te bouwen dan scheelt dit een aanzienlijke investering. En eventueel dan een Big Database of Mega Database kopen werkt ook hierop blijkbaar. Ik vraag mij af wat er aan functionaliteit tussen Chessbase 14 en Fritz 15 aan verschil is?
BeantwoordenVerwijderenKlopt ik werk uitsluitend met de Fritz interface al meer dan 20 jaar.
VerwijderenAls je mijn blog al een tijdje volgt dan besef je dat ik veel meer dan de gemiddelde schaker werk aan het schaken met schaaksoftware. Dus als ik geen Chessbase nodig heb dan heeft de gemiddelde schaker dit absoluut niet nodig.
Nu dit betekent niet dat Chessbase totaal geen leuke toepassingen heeft.
- Automatisch verwijderen van dubbels. Persoonlijk vind ik het niet zo erg als er een partij 2 keer in staat. Wel erg vind ik het als een partij ontbreekt.
- Toegang tot de online database van Chessbase. Echter als je zelf al op je computer geregeld updates doe van je databases dan heb je dit niet nodig.
- Toegang tot de cloud. Dit kan handig zijn als je met diverse toestellen toegang wilt hebben tot een database. Ik vind een groot scherm een absolute must dus uiteindelijk werk ik met slechts 1 toestel waardoor ik de cloud niet nodig heb.
- Automatische download van de nieuwste partijen. Ik doe het manueel of ga eens kijken op chess.db wanneer het al een tijde geleden is dat ik de laatste download gemaakt heb.
- Analyse van een collectie partijen. In de Fritz interface moet je ze 1 voor 1 doen. Nu het analyseren van een collectie partijen doe ik sowieso nooit. Mijn analyses worden continu bijgewerkt.
- Webbrowser voor publiceren van artikels op het web. Ik gebruik de gratis webbrowser van chess.com
- Openingreferentie van positie/ spelers. Met een filter in de Fritz15 interface vindt je dezelfde partijen. Het gaat een tikkeltje trager en het overzicht is iets minder. Echter ik vind dit niet erg omdat ik sowieso alle partijen 1 voor 1 bekijk.
- Opzoeken van gelijkaardige stellingen/ structuren. Dit is iets wat ik niet kan maar kijk eens naar mijn artikel http://schaken-brabo.blogspot.be/2017/11/het-vlindereffect.html De minste verandering in een stelling levert vaak al een totaal andere evaluatie op dus die functie vind ik weinig zinvol.
Kortom Chessbase zal extra comfort geven bij het schaken maar nodig is het niet en daarom vind ik het ook te duur.