Hoe interessant
is het om schaakprofessional te zijn? Wanneer je het vergelijkt met een
carrière in een andere tak (bedrijfsleven, overheid, academia, sport, …) zijn
het enkel de happy few die dik verdienen. Een beetje zoals in de Formule 1
lijkt het wel: de top vijf verdient fortuinen, de tien volgende coureurs doen
het heel goed, maar achteraan het peloton hangen de coureurs die zelf nog met
miljoenen sponsorgeld (of het fortuin van papa) moeten zwaaien om een zitje te
bemachtigen.
Toen Sam Shankland (een +2700-speler) op 20 september 2021 tweette dat hij in één dag zijn beleggingsportefeuille met meer dan 50.000 dollar zag dalen (door het dreigend failliet van de Evergrande groep in China), was dat toch een teken dat je als +2700-speler het niet slecht hebt. Nasdaq ging die dag met 4% achteruit, dus ik vermoed dat hij meer risicovolle beleggingen dan tech had (cryptomunten? De Bitcoin ging zo’n 15% achteruit.) Maar als we met 10% rekenen, dan zou dat betekenen dat Sam een half miljoen USD aan beleggingen had. Niet slecht voor een 29-jarige.
Bekijken we de prijzenpot van de Sinquefield Cup, (bron: BCM september 2021 & 2021 sinquefield cup) dan bracht deze MVL 90 kUSD op, terwijl Dairusz Swiercz als laatste nog 10 kUSD kreeg. Wat betreft de Grand Chess Tour, daar stond Wesley So op kop met 36,6 GCT punten en 142,5 kUSD, gevolgd door MVL (35 / 156,25 kUSD) en Mamedyarov (26,5 / 127 kUSD). Topverdieners hebben het goed, maar je moet in het circuit geraken. Radjabov staat in dit klassement op de laatste plaats met 6,5 / 28,5 USD en nu hij door de opmars van Firouzja en Rapport uit de top-tien is gevallen (en niet meteen de meest attractieve speelstijl heeft), zou het wel eens lang kunnen duren eer hij weer in het circuit geraakt.
De grote vis in het aquarium is natuurlijk Magnus Carlsen. Als WK en aantrekkelijk speler, die altijd tot het uiterste gaat en een waanzinnig hoog niveau al jarenlang aanhoudt, is hij de magneet voor sponsors in het schaken. Zo is hij “global ambassador” voor Unibet in 2020 en 2021. Voor een Noor is dat niet evident, want reclame voor niet-Noorse gokbedrijven is illegaal in Noorwegen. Volgens dit (carlsen signs sponsorship deal with unibet) artikel kunnen we ervan uitgaan dat dit ene contract al een bedrag van 7 cijfers voor de komma telt. In september werd ook bekend dat hij MasterCard ging vertegenwoordigen als global brand ambassador (mastercard names world chess champion magnus carlsen global brand ambassador).
Hoe zit het met andere schakers? Volgens het vier maanden oude (en volgens mij op weinig concrete gegevens gebaseerde) lijstje van richest chess players/ zijn Kramnik, Anand, Aronian, MVL, Radjabov, Polgar en Caruana alle “kleine” miljonairs. Kasparov zou 5 MUSD waard zijn, wat gezien zijn impact in het verleden, en zijn huidige carrière (gastspreker, auteur en duur betaalde blitzer op privé-evenementen) niet ver van de waarheid lijkt te zijn. Zijn poging om het Carlsen-imperium te beconcurreren met een heropstart van zijn eigen website kasparovchess.com lijkt trouwens niet meer dan een poging in de marge. Carlsen wordt in dit lijstje slechts op 8 miljoen geëvalueerd, wat schromelijk onderschat lijkt (in reactie op de MasterCard deal van Carlsen herhaalde Forbes nog eens dat hij één van de best betaalde e-sport spelers is, in 2020 zelfs dé grootverdiener met 510.587 USD – Nakamura staat in dit lijstje pas op de zevende plaats met 347.375 USD). Dat toptalent Caruana op 13 MUSD geëvalueerd wordt, lijkt dan wel realistisch – hij heeft een WK-match achter de rug, is kind aan huis bij de Sinquefield tornooien en met zijn goede track record (meervoudig winnaar in Dortmund bv) is hij zeker de ideale schoonzoon die sponsors graag naar voor schuiven.
Pogingen om oude, arme spelers met een pensioen te ondersteunen zijn nu voor het eerst werkelijkheid geworden onder de nieuwe president Dvorkovich. Vroeger waren er al spelers die hiervoor ijverden, maar voor hen kwam die nieuwe wind te laat. Anderzijds kan men zich afvragen welke verplichting een wereldschaakbond heeft tegenover individuen, hoe verdienstelijk ook. Is het niet de verantwoordelijkheid van spelers om hun eigen financiële toestand in de gaten te houden? Het lijkt aantrekkelijk om van een hobby, die je perfect beheerst, je beroep te maken, maar zoals Brabo al aangehaald heeft, het is een eenzaam beroep, vaak op hotelkamers, continu bijstuderen. Het zou me niet verbazen dat huwelijken met professionele schakers vaker stuk lopen.
En daarnaast de stress om in elk tornooi maar in de prijzen te landen. In Dieppe zag ik daar een mooi voorbeeld van; Kamran Shirazi, ondertussen ook al bijna 69 jaar, speelde een opmerkelijk zwakke eerste tornooihelft. Daarna sloeg zijn turbo aan en won hij zijn laatste vier partijen, waaronder in de laatste ronde tegen topelo Pierre Barbot. Het leverde hem gedeelde tornooiwinst op, met Colin, Haub en Jolly, maar gezien zijn lage weerstand, een vierde plaats op scheidingspunten. Maar aangezien het prijzengeld volgens het Hort-systeem werd verdeeld, zal zijn beloning aan de eerder magere kant geweest zijn.
Aan de andere kant van het spectrum, heeft Corona en The Queen’s Gambit wel het schaken – ook bij adult improvers – een boost gegeven, die ook aan de bodem van de piramide mogelijkheden heeft gecreëerd. Op Twitter zag ik bv Stacia Melinda Pugh uit Ohio haar job opgeven, om full-time schaakcoach te worden. Met 1800 of zo elopunten lijkt het onmogelijk om het hoofd boven water te houden, maar je moet beseffen dat in de USA schaaklessen – ook van coaches met minder dan 2000 elo – vlot 30 à 50 EUR/uur kosten. Met handvol studenten, die een paar uur per dag les volgen, kom je al ergens. Enkele dagen geleden postte ze dat de klassikale lessen terug opstarten. Aantal kinderen: meer dan 120… Zelfs verdeeld over verschillende lesgevers levert dat nog een mooie duit op.
Als uitsmijter over financiële aspecten van het topschaak (condities voor een simultaan) wil ik nog deze mooie anekdote over Kortchnoi meegeven, die volledig te lezen valt op de blog van KOSK voorzitter José Vandekerckhove: viktor de verschrikkelijke een in memoriam. Ter vergelijking: Roeselare nodigde in november 1980 ex-WK Boris Spassky uit voor een simultaan op 25 borden. Spassky woonde in Parijs, dus kon hij makkelijk tot Rijsel sporen, waar hij opgehaald werd. Zijn tarief: 6.000 Franse franken, wat in toenmalige BEF zo’n 37.000 frank was. Als ik de tabellen van Statbel mag geloven, dan zou dit nu zo’n 110.000 BEF vertegenwoordigen, of zo’n 2.750 EUR. Niet te duur voor een dagje met een ex-WK lijkt me. Ik denk niet dat je voor die prijs Anand kan strikken vandaag de dag.
HK5000




