donderdag 6 april 2017

Schaakcomfort

Het materiaal van den schaker

De instrumenten van de schaker: op zijn minst een pen, potlood of balpen. Maar de stoel waar hij op zit is minstens even belangrijk – net als de tafel, het bord, de stukken en de klok natuurlijk. Maar bij een beetje competitie zijn klok, bord en stukken vastgelegd en kan je niet onderhandelen over alternatieven. Ook de stoel of tafel is dat vaak niet, maar lijkt me even belangrijk voor de concentratie, het schaakgevoel en de latere herinnering aan de partij.

Beginnen we bij de klok: mijn voorkeur ging altijd uit naar Gardé klokken (jawel met accent aigu, dat werd me pas later duidelijk – en hoe kon een Duitse klok nu Gardé noemen?). Klassiek, degelijk – en verrassend kwalitatief voor een Oost-Duits product. De witte plastic Russische klokken daarentegen hadden een oncomfortabel drukgevoel en boven alles een goedkope uitstraling. Dan had je nog die hele kleine analoge klokjes (merk?) en dat was het zo’n beetje bij ons in de club. Neen, Gardé stak er met kop en schouders bovenuit. Goede klokken om mee te blitzen ook trouwens. Algauw werden er ringetjes rond de drukknoppen gelijmd, om blitzers die de klok met de vlakke hand insloegen, te ontmoedigen. Een beetje schaker kan echter met één vinger de klok even hard indrukken. Incidenten, waarbij de drukknop van de tegenstander letterlijk de lucht invloog door de kracht van het indrukken, maken ondertussen deel uit van de onafhankelijk gevalideerde wereldgeschiedenis.

Uiteindelijk kwamen er digitale klokken aan – eerst een redelijke variëteit, maar toen DGT met zijn klok kwam (en de steun van FIDE kreeg) was het zo goed als voorbij met “duizend bloemen”. Later zijn er toch weer andere merken van digitale klokken opgekomen (ik herinner me dat de KOSK met een heel apart type speelde – en misschien nog), maar de DGT is de referentie gebleven. Op zich geen probleem, de DGT is een goede klok, maar ook hier was eerst gewenning nodig, want wanneer was die vlag nu gevallen… Maar voor blitzers is de digitale klok een zegen gebleken. Eindelijk 100% zeker dat je met vijf tegen drie minuten speelt, of dat dat vlaggetje niet 10 seconden te vroeg is gevallen. Ook tijdnoodadepten kussen hun beide handen. Ikzelf heb het ooit gepresteerd om de klok even uit het oog te verliezen op mijn 38ste zet in een interclubpartij, waarin ik gewonnen stond. Ik had mijn keuze gemaakt – keek nog even op de klok of ik nu al zou zetten en … nog 3 seconden! Ik voerde mijn zet onmiddellijk uit. 3 seconden… voor twee zetten. Mijn tegenstander had toen snel moeten zetten, maar wou in plaats daarvan mij nerveus maken en ging even wandelen. Dat gaf me de tijd om alle varianten uit te rekenen en het juiste antwoord op de twee waarschijnlijkste varianten uit te rekenen. Het is me gelukt om de 40ste zet te halen en de partij te winnen. Zonder digitale klok was ik verloren geweest.

Stukken en bord dan – zolang het bord een opplooibaar wit-bruin/zwart plastic/karton bord is, mogen het van mij verzwaarde plastic stukken zijn. Elke schaker weet dat bij goedkope houten stukken het paard een probleemgeval is – als enige stuk dat niet op een draaibank kan vormgegeven worden, is het vaak samengesteld uit twee stukken die aan elkaar gelijmd zijn. En die lijm komt vroeg of laat los. Mijn allereerste schaakspel – dat van mijn grootvader – had dat probleem. Dat nadeel hebben plastic stukken niet – gelukkig. Toch blijft het paard een zwak beestje, vooral als de oortjes wat uitspringen. Tweede risicogeval is de toren, die vaak bij het vallen van de tafel een kanteel verliest.

Een beetje competitiestuk is verzwaard. Niet verzwaarde stukken zijn voor amateurs. Sierstukken die je kan kopen in “speciaalzaken” houden hier geen rekening mee. Zo werd ik ooit getrakteerd op een mooi schaakspel met sierstukken (metaal) op houten voetjes. Niet mee te schaken jong – die paarden waren volkomen uit balans! Het bord was wel mooi, maar wat jammer van die stukken…

Als we het geluk hebben om op een houten ingelegd bord te spelen, horen daar vaak mooie houten stukken bij. Dat heb ik niet zo vaak in wedstrijdomstandigheden meegemaakt (Veurne speelde met zo’n stukken in IC, maar dat was zowat de enige club in West-Vlaanderen). Als je niet vaak met een bepaald soort stukken speelt, dan heb je daar aandacht voor – aandacht die niet naar de partij zelf gaat – je wordt je bewust van de stukken waarmee je speelt. Dat effect ebt wel weg, maar “feeling” speelt wel degelijk een rol – zelfs op amateurniveau.

Dus we hebben bord, stukken en klok. Wat meer? Tafel en stoel. Een organisator heeft vaak niet veel keuze wat stoelen en tafels betreft, maar wel over de keuze hoeveel borden er op een rij tafels gezet wordt. En dat is soms een moeilijke keuze. Vaak wordt de fout gemaakt om borden te dicht bij elkaar te plaatsen of zijn de apart geplaatste tafels gewoon te klein. Te klein betekent: geen plaats om je notatieformulier, je balpen, je drankje … op tafel te leggen zonder alles op jouw bord of dat van je buurman te moeten leggen. Te ver van elkaar geplaatste borden zijn aangenaam voor de schaker die zich volledig wil concentreren op zijn partij, maar het gevoel om samen te zitten schaken, de mogelijkheid om eens over de stelling naast je “mee te denken” gaat wat verloren. A fine line…

De rijen tafels op zich kunnen ook te dicht tegen elkaar staan, vooral op tornooien. Wanneer je de pech hebt “ingesloten” te zijn, wordt het een moeilijke trip naar de gang, in een rij van bijna rug-tegen-rug geplaatste stoelen. Daarnaast loopt je er steevast alle truien en jassen af die op de rugleuning gehangen zijn.

De tafel zelf moet van de juiste hoogte zijn. Je wil geen “bargevoel” door een te hoge tafel of te lage stoel, noch te ver moeten reiken om je stukken op de laatste rij te verzetten (zeker niet in tijdnood). Fischer bezorgde ooit een tafelmaker een halve hartaanval (ik geloof dat het bij het WK in 1972 was), toen hij wou dat een stuk van een wedstrijdtafel met ingelegd bord, minder breed moest zijn. Een stuk eraf dus… De mooiste foto vind ik in dat opzicht die van Burn tegen Owen (zie bv Edward Winter's chess explorations 54). Het lijkt onmogelijk dat beiden comfortabel zitten: Owen in een gemakkelijke zetel, Burn rechtop in een hogere stoel – zo’n 20 cm hoger gezeten lijkt het wel. En toch bevinden hun hoofden zich op bijna dezelfde hoogte.

Wat je zeker niet wil is een tafel die te laag is, zodat je maar met moeite je knieën eronder krijgt (ik ben nogal groot), of je benen niet comfortabel kan kruisen. Finaal is er nog de horror van de wiebelende tafel. Niet ergers dan dat, vooral als het effect zich voordoet bij elke verandering in houding van jezelf of je tegenstander. Dan begint een subtiel spel van druk uitoefenen (of net niet). Bierkaartjes zijn niet altijd voorhanden en dan is het een kwestie van stilzwijgende afspraken.

Uiteindelijk hebben we de stoelen. In Gent heb ik het ooit eens gezien dat iemand op de twee achterpoten van de witte tuinstoelen balanceerde en er prompt doorheen schoot – niet doen dus. Zijn de tafels soms niet al te veel soeps, de stoelen zijn vaak nog van bedenkelijker kwaliteit. Vaak zijn de klassiekers nog de beste stoelen om in te schaken. Beroemd zijn de testsessies van WK-matchspelers voor het eerste treffen; de zaal wordt geïnspecteerd, het licht, het geluid, het bord, tafel, stukken en … stoel. Comfort mag niet overheersen, want dan verdwijnt de scherpte. De stoel moet ondersteunen, maar mag zich niet op de voorgrond plaatsen.

Het laatste comfortaspect is de belichting. Ik moet bekennen dat de slechtste omstandigheden die ik meemaakte, deze waren in de open van Leuven (sorry mensen). Geen daglicht, onvoldoende sterkte van de verlichting – sommige tafels hadden zelfs een eigen bureaulamp gekregen (eigen of vanuit de organisatie verschaft?). Het was quasi onmogelijk om hier foto’s te nemen. De analysezaal met bar aan de straatkant had veel betere speelomstandigheden, maar was waarschijnlijk net te klein om een wissel door te voeren.

Belichting is voor schakers heel belangrijk – Fischer (hij weer) kon er enorm over doorbomen, maar zijn opmerkingen zorgden er ook voor dat alle andere spelers mee profiteerden. Fel zonlicht is uit den boze (hier is de raad van Ruy Lopez nog altijd geldig: ga met je rug naar de zon zitten), maar een plaats dichtbij het raam is altijd te verkiezen boven ééntje in het midden van de zaal. Daglicht is onovertroffen en soms is het TL-licht een kwelling, vooral als de ballast niet goed werkt en de TL flikkert. Halogeenlampen zijn ook nog OK, maar het gele licht zal snel de indruk wekken dat er onvoldoende lichtsterkte is.

Dus – een schaker kan veel in slechte omstandigheden, maar topprestaties worden enkel geleverd in optimale omstandigheden. En dan heb ik het nog niet over het geluid gehad (het eeuwige bar-probleem), de verwarming, tocht, repetities van andere clubs naast, boven of onder het speellokaal…

HK5000 

12 opmerkingen:

  1. "3 seconden… voor twee zetten."
    In mijn artikel http://schaken-brabo.blogspot.be/2016/02/vestingen.html kwam even mijn partij tegen Jorden Bratuszewski van Open Leuven aan bod. Daarover schreef ik dat ik mijn 40ste zet nog net haalde met exact 1 seconde op de klok. Mat heb ik ook een aantal keren gezet in standaard-partijen met slechts een aantal seconden resterend op de klok. Mijn grootste scalp was Mher Hovhanisian zie http://schaken-brabo.blogspot.be/2012/10/een-uitgebreid-zwartrepertoire.html
    De digitale klokken laten toe om met veel minder marge te spelen dan voorheen.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. "Mijn tegenstander had toen snel moeten zetten, maar wou in plaats daarvan mij nerveus maken en ging even wandelen."
    Ik denk niet dat dit reglementair is. Als je aan zet bent dan moet je aan het bord zitten. In mijn artikel http://schaken-brabo.blogspot.be/2016/09/eten-en-drinken-deel-2.html geef ik zelfs aan dat je zelfs niet van je bord mag voor een sanitaire stop wanneer je aan zet bent.
    Anderzijds als je denkt voordeel te kunnen halen uit de tegenstander zijn onsportiviteit dan zie ik geen enkele reden om dit niet te doen.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. "het bord een opplooibaar wit-bruin/zwart plastic/karton bord "
    In een interclubpartij gespeeld te Humbeek van 2011 (zie http://schaken-brabo.blogspot.be/2012/03/een-theoretisch-duel-in-de-svechnikov.html) vroeg ik eens om het plastiekbord te ruilen nadat we al een aantal zetten hadden gespeeld. Bij elke zet kwam het plastiekbord van de tafel omdat het zo hard plakte van wellicht bier. Niemand wist of mijn vraag reglementair was maar ook mijn tegenstander was het eens dat het schaakcomfort beneden alle peil was met het speelbord.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. "Op zich geen probleem, de DGT is een goede klok, maar ook hier was eerst gewenning nodig, want wanneer was die vlag nu gevallen"
    Heel vaak krijg ik de vraag van andere schakers om hun te helpen met de juiste instellingen van een klok. Het gaat nog steeds geregeld mis. Zo herinner ik mij dat ik eens een Franse interclubpartij won op tijd tegen een IM waarna er protest kwam toen bleek dat de increment vergeten was. Uiteraard werd het resultaat niet meer gewijzigd. In Zottegem werd in een interclubronde vastgesteld dat alle klokken van een ploeg verkeerd waren ingesteld. Ik was toen ook aanwezig zie http://schaken-brabo.blogspot.be/2015/12/risicos.html
    Tenslotte is het ook vaak totaal onduidelijk wanneer extra tijd erbij komt. Is dit na het verstrijken van de tijd of reeds na het voltooien van een x- aantal zetten. Het hangt af van het type digitale klok wat ik proefondervindelijk te weten kwam in http://schaken-brabo.blogspot.be/2013/12/het-sadistische-examen.html

    BeantwoordenVerwijderen
  5. "Sierstukken die je kan kopen in “speciaalzaken” houden hier geen rekening mee."
    Hoeveel sierborden heb je thuis staan? Eenmaal heb ik eens een speciaal handgemaakt schaakspel gekocht in India waarna iedereen dacht dat ik graag sierborden kreeg als cadeau. Gevolg was dat ik binnen de kortste keren het ene na het andere speciale marmeren, stenen,... schaakspel kreeg. Ik heb toen beleefd gezegd aan alle lieve mensen dat alle schaakspelen in een grote kartonnen doos terecht kwamen waarna het stopte.
    Je kan daar helemaal niet mee spelen. In een reactie op mijn artikel http://schaken-brabo.blogspot.fr/2016/01/hout-voelen.html gaf ik aan wat ik belangrijk vind aan een goed schaakspel.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Ikzelf heb er geen enkel - het sierbord met stukken staat nog bij mijn ouders. Voor de liefhebbers - ik heb onlangs foto's gezien van soukhs in Marokko en daar kan je je hart ophalen aan hele mooie borden, maar dat zal geen unicum zijn. Wie zelf zijn bord wil/kan maken, er staan goede filmpjes op Youtube :-)

      Verwijderen
  6. "Belichting is voor schakers heel belangrijk – Fischer (hij weer) kon er enorm over doorbomen"
    In het boek Timman's Titans staat een mooie anekdote over Fischer en belichting. Het gebeurde tijdens de 1ste partij van de candidatefinales tussen Fischer en Petrosian in 1971 te Buenos Aires (Argentinie).
    "There was a power failure during the first game. The theatre where the games were played fell completely dark. The chess clock was stopped, Petrosian stood up and started to walk around a little. Most people would react in that way. Fischer on the other hand, remained glued to the board. He was sitting there in the dark, contemplating the position in full concentration.
    It was a striking contrast: at earlier occasions, Fischer had subjected the lightening in the playing hall to a careful investigation every time. Now, he was prepered to immerse himself in the position without any light. Petrosian, who noticed what was happening, summoned the arbiter to set Fischer's clock in motion again. Fischer consented. His attitude showed a grim fanaticism; Alekhine and Kortchnoi would also behaved like that."

    Als je Engels goed genoeg is dan raad ik het boek zeker aan.

    BeantwoordenVerwijderen
  7. "Ik moet bekennen dat de slechtste omstandigheden die ik meemaakte, deze waren in de open van Leuven (sorry mensen)."
    Persoonlijk vond ik de belichting die ik in Aalter eens meemaakte, de allerslechtste. 1 staande lamp werd gericht op mijn bord. Echter eenmaal de wedstrijd spannend werd, kwamen steeds meer mensen rondom staan en dus ook voor de staande lamp. Gevolg was dat je bijna niets meer zag op het bord. Toen ik vroeg om weg te gaan voor de lamp, had dit weinig zin. Een andere kibitzer had mijn vraag niet gehoord en kwam natuurlijk met veel plezier staan op de vrijgekomen mooie plaats. Ik was machteloos en voelde mij uiteraard geirriteerd. De partij werd uiteindelijk remise zie http://schaken-brabo.blogspot.be/2013/04/ik-wist-het-wel.html

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. In het laatste open Vlaams kampioenschap dat ik meespeelde (in Gent), was ik verantwoordelijk voor de laatste partij van de laatste ronde (ik verloor); daarna moest er geblitzt worden voor de titel (en promotieplaats). Die partij werd buiten gespeeld (vermoedelijk omdat de zaal ondertussen werd opgeruimd). Het was ondertussen zo laat - en donker in de tuin, dat omstaanders met het licht van de GSM's het bord moesten verlichten voor de blitzpartijen...

      Verwijderen
    2. Schakers tonen veel te weinig respect voor elkaar. Het is dan ook niet verwonderlijk dat buitenstaanders het evenmin doen.
      Zo herinner ik mij een minder leuke anekdote van het Deurnse clubkampioenschap in 2008, het eerste jaar waarbij er niet meer werd afgebroken (zie http://schaken-brabo.blogspot.be/2012/05/afbreken.html). Het was dicht tegen half een 's nachts toen plots de cafebazin boos kwam binnengestormd in de speelzaal en ons gebiedde om onmiddellijk te stoppen met schaken. Ik en mijn tegenstander zaten aan het blitzen in de uitvluggerfase dus we negeerden haar zo goed als het kon waardoor ze natuurlijk nog bozer werd. Uiteindelijk verloor ik zelfs die partij zie http://schaken-brabo.blogspot.be/2012/03/de-favoriet-heeft-honderden-punten-meer.html
      Een andere clubgenoot vertelde mij eens dat hij en zijn tegenstander in een ander kampioenschap aan de deur werden gezet om 1u 's nachts. Ze hebben toen de partij op een zakschaakspel afgewerkt zittend op een drempel van een huis.

      Een van de zaken waarmee schaken in Belgie kan groeien, is alvast onszelf een beetje serieuzer nemen. Er moet zeker voor officiele wedstrijden een minimum-standaard bestaan die gedocumenteerd staat in een reglement maar zoiets is vandaag nog niet het geval. In een volgend blogartikeltje schrijf ik hierover meer.

      Verwijderen
  8. "Fel zonlicht is uit den boze."
    Fel zonlicht is geregeld een enorm probleem. Handen als zonnekleppen gebruiken is vaak noodzakelijk. Ik hoorde wel eens dat in Brugge ze bijzonder sportief hiermee omgaan door de thuisploegen te benadelen. Dat is zeker niet overal het geval.

    BeantwoordenVerwijderen
  9. "En dan heb ik het nog niet over het geluid gehad (het eeuwige bar-probleem), de verwarming, tocht, repetities van andere clubs naast, boven of onder het speellokaal…"
    Vieze geuren is ook nog iets wat ik meegemaakt heb. Je speelt een goed tornooi en dan mag je in de laatste ronden op de topborden. Echter op dat moment stel je jezelf echt de vraag of je niet beter wat meer blunders had gemaakt eerder in het tornooi want de (lijf?-) geur van sommige profs was niet te harden.
    Gelukkig wordt het rookverbod vandaag wel overal goed opgevolgd. De oude garde heeft zeer lang dit rookverbod tegen gehouden maar werd uiteindelijk door de wet opzij gezet.

    BeantwoordenVerwijderen