maandag 22 juli 2024

Chess960 deel 3

Op lichess werden er vorige maand juni 284.540 Chess960 partijen gespeeld. Dat is een fractie t.o.v. het aantal standaard partijen: bijna 90 Miljoen. Om chess960 op een bord te kunnen spelen, moet je goed zoeken. De Belgische schaakbond organiseert in tegenstelling tot Nederland (36 deelnemers) en Duitsland (60 deelnemers) geen Chess960 Belgisch kampioenschap. Het grootste Chess960 tornooi was in 2024 Frankfurt met 371 deelnemers. Het meest recente was Biel met 44 deelnemers

Ik zal er daarom geen doekjes om winden. Chess960 is nooit populair geweest en ook vandaag is het nog steeds een heel kleine niche. Zelfs een klassiek Chess960-toptornooi met Magnus Carlsen begin dit jaar zorgde voor nauwelijks enig merkbare verbetering hierin. Hoogtijd om dus eens uit te leggen welke positieve aspecten ik zie in Chess960.

Lichess
Voor mij een belangrijke motivator om Chess960 te spelen online was dat ik dit op lichess kon doen. In tegenstelling tot standaardschaak hoef ik in Chess960 niet bang te zijn dat de partijen tegen mij gebruikt zullen worden in een partijvoorbereiding (zie Prooi wordt jager). Bovendien geef je jezelf geen handicap van 100 punten door zelf zonder repertoire te spelen en je tegenstander wel (zie schaakopeningen studeren deel 6). Er is geen vervelende chess.com reclame of verplichting om diamand-lid te worden. Lichess heeft een gratis heel gebruiksvriendelijke interface.

Eliteschaak
In online standaardschaak ben ik sterker dan 99,9% van alle spelers. In online Chess960 ben ik slechts sterker dan 98% van de spelers. In online standaardschaak haal ik een piekrating boven de 2700. In online Chess960 heb ik nog geen 2300 kunnen bereiken. M.a.w. Chess960 trekt de sterkere schakers aan waardoor je er in zeer competitieve omgeving terechtkomt. FMs, IMs en GMs zijn oververtegenwoordigd in Chess960 t.o.v. standaardschaak.

Valsspelers
Ik vermoed dat dit gelinkt is aan het vorige maar het viel mij op dat valsspelen veel minder voorkomt in Chess960-schaak t.o.v. standaardschaak. Een Chess960-elo zegt blijkbaar erg weinig dus is er ook weinig interesse van valsspelers en misschien is het voor sommigen met de aparte beginstelling technisch ook lastiger. Helemaal onbestaande is valsspelen evenmin in Chess960 want ik ben er minstens 1 tegengekomen maar dat is in vergelijking met ongeveer 2% in standaardschaak (zie All about cheating) een peulschil. Het is een verademing om te kunnen spelen zonder voortdurend achterdochtig te moeten zijn.

Creatief
Last but not least krijg ik het gevoel dat ik dankzij Chess960-schaak mij goed kan trainen in het oplossen van onorthodoxe stellingen (geen bullet uiteraard). Ik zei het in het vorige artikel al dat je vanaf zet 1 bij de pinken moet zijn. Een Chess960 partij kan je onmogelijk op automatische piloot spelen zoals (te) vaak gebeurt in standaardschaken.

Ik kan het niet hard bewijzen of er een link bestaat tussen Chess960-schaak en creativiteit. Er zouden sowieso meer spelers het eens uitgebreid moeten testen maar in de laatste 2 maanden brak ik al mijn online records. Toeval dat ik naast Chess960 (lichess) ook op puzzels (lichess), 2 x bulletaccounts (lichess en chess.com), 1 blitzaccount (chess.com) en 1 rapidaccount (chess.com) allemaal binnen een tijdspanne van een paar weken mijn hoogste piek bereikte?

Ook in bordschaken draaide de wind en begon ik eindelijk van mijn eloverlies begin dit jaar goed te maken. In de voorlaatste ronde van de Belgische interclub scoorde ik mijn eerste winst dit jaar tegen een evenwaardige speler de Belgische FM Roel Hamblok.
Hoe ik de bordjes verhing in de laatste ronde van de Belgische interclub tegen de Belgische FM Adrian Roos ging nog een stap verder. Zelfs Adrian gaf mij na de partij een compliment dat er weinig te doen valt tegen iemand die telkens de beste zet blijft spelen in tijdnood.
Met een recent stevig BK-resultaat (zie BK Lier) trek ik voorlopig de lijn door maar ik besef uiteraard ook dat 1 of enkele zwaluwen nog geen lente maken. Bovendien heb ik evenmin enig zicht of Chess960 voor iedereen dezelfde voordelen zal kunnen opleveren. Dus speel het in de eerste plaats voor het spel zelf want dat op zich is zeker al de moeite waard. Spelen zonder openingstheorie garandeert dat elke partij bulkt van de originaliteit.

Brabo

donderdag 18 juli 2024

Chess960 deel 2

Vorige week spendeerde ik gemiddeld 5 uren per partijvoorbereiding in het Belgisch kampioenschap te Lier. Goed gek hoorde ik van sommigen en eerlijk gezegd vond ik dat studeren evenmin leuk. Ik kan dus best begrijpen dat sommige topspelers fan worden van Fischer Random.

Magnus Carlsen is duidelijk ook op die kar gesprongen. Met de Freestyle Chess G.O.A.T. challenge begin dit jaar werd het allereerste toptornooi met klassiek Chess960-schaak georganiseerd. Ik vond het een geweldige show en publiciteit voor een schaken waarmee ik tot dan toe totaal geen ervaring mee had. Ik was zelfs zo gecharmeerd erdoor dat ik besliste om het ook eens te proberen. Wat oorspronkelijk een experiment was, groeide in de voorbije maanden uit tot een knuffelbeertje. Net geen 2000 Chess960 partijtjes (3 minuten + 0 seconden) speelde ik ondertussen op lichess !

Dus ik durf te stellen dat ik een beetje expert erin ben geworden. De literatuur over Chess960 is erg schaars en vaak bijzonder oppervlakkig dus leek het mij wel interessant om vanuit mijn eigen recente ervaringen eens hierover te schrijven. Daarnaast hoop en verwacht ik dat sommigen na het lezen van dit artikel en vooral volgend artikel ook eens Chess960 zullen proberen.

De eerste waarschuwing die ik aan nieuwe Chess960 spelers wil meegeven is dat je moet beseffen dat de eerste zet van een partij al kritiek kan zijn. In tegenstelling tot standaard-schaak zal je opmerken dat heel veel partijen reeds beslist worden in de eerste zetten. Hieronder zie je een screenshot van een ellenlange lijst aan openingsongelukjes omdat spelers te snel hun eerste zetten speelden.


In extreme gevallen was er dus al beslissend materiaalverlies na 2 of 3 zetten. Een opening klakkeloos kopiëren uit standaardschaak naar een random Chess960-positie is een gegarandeerd recept voor een compleet fiasco. In onderstaande partij dacht mijn tegenstander een koningsgambiet te spelen en stond na slechts 5 zetten mat.
De eerste tip die ik dan ook geef is om op lichess gebruik te maken van de 24 seconden wachttijd bij de eerste zet (voor 3 +0 partijen). Niet elk online platform geeft zulke wachttijd maar bij lichess loopt je klok niet onmiddellijk zolang je geen zet speelt. Dat is omdat spelers meestal enkele seconden de tijd nodig hebben om zich te realiseren dat een venster is opengegaan met een uitnodiging tot spelen. Ervaren en vooral competitieve Chess960 spelers gaan dan ook die wachttijd gebruiken om een aantal checks te doen.
  • In tegenstelling tot standaardschaken heb je vaak beginstellingen waar pionnen onverdedigd staan. Dus stel vast of dit het geval is en welke.
  • Zoek welke stukken slecht staan in de beginpositie en bedenk hoe je die zeer waarschijnlijk wil ontwikkelen (eventueel geef prioriteit aan ze in de eerste zetten)
  • Bepaal hoe en welke rochade je zeer waarschijnlijk wilt uitvoeren in de partij. Probeer de vorige 2 punten te combineren met een algemeen plan voor de eerste zetten
Ik kan je vertellen dat 24 seconden heel weinig is om bovenstaande allemaal uit te voeren en het is dan ook eigenlijk dom dat er toch veel Chess960 spelers zijn die onmiddellijk hun eerste zet spelen zonder hun wachttijd te gebruiken. Trouwens er bestaat ook discussie over deze wachttijd want sommigen zijn het niet eens dat die gebruikt wordt en breken daarom de partij af wanneer ze zien dat de tegenstander die gebruikt. Het is op zich ook merkwaardig om voor de eerste zet, 24 (gratis) seconden te gebruiken wanneer je alle andere zetten in 3 minuten moet spelen.

Een tweede waarschuwing die ik aan nieuwe Chess960 spelers geef is om zo snel mogelijk de afwijkende rochaderegels te kennen en vooral goed te onthouden. In onderstaande stelling had mijn tegenstander heel wat stukken geofferd om mij mat te zetten. Hij kreeg een koude douche na mijn rochade.
Dat is dan ook de tweede tip die ik kan geven. Je kan "makkelijk" 100 elo winnen op lichess puur door ervaring. Pas na 1000 blitzpartijtjes met Chess960 slaagde ik erin om de 2200 elo te doorbreken op lichess. Ervaring telt en dat zie je niet enkel bij het automatisch uitvoeren van de rochade.
Mijn Chess960 leercurve

Exacte openingstheorie leer(de) ik uiteraard niet maar na verloop van tijd krijg je wel een gevoel van hoe je een opening beter speelt. Zo viel het mij op dat met zwart even de symmetrie aanhouden vaak een veilige optie is om zonder kleerscheuren door de opening te komen (het is geen toeval dat men in de 19de eeuw dit ook deed bij standaardschaak). Daarnaast is het snel opspelen van de f-pion vaak een handige methode om slecht gepositioneerde lopers op g1/g8 of dames op een snelle efficiënte wijze te ontwikkelen. Als specialist in het Hollands (met ruime ervaring in stonewall, leningrader en klassiek) is dit voor mij uiteraard een welgekomen eigenschap van Chess960. Beide aspecten zien we heel duidelijk in onderstaande toppartij die enkele dagen geleden werd gespeeld in Biel.
Kortom het draait net als in standaard-schaken om stukken ontwikkelen, centrum bezetten en koningsveiligheid maar je moet soms hiervoor wel zetten spelen die je in standaard-schaken niet of minder snel in de opening zou spelen. In het vervolgartikel zal ik het hebben waarom ik net deze schaakvariant aanraad en geen andere om eens te proberen.

Brabo

dinsdag 2 juli 2024

De sterktelijst deel 3

De reglementen in de Belgische interclub zijn voor volgend seizoen verscherpt. Het is gedaan met onsportieve versterkingen op te stellen want er bestaat nu voor elke reeks een maximum rating voor reservespelers. 1ste klasse: 2300, 2de klasse : 2150; 3de klasse 2000; 4de klasse 1850 en 5de klasse 1650.

Alleen jammer dat dit reglement slechts is goedgekeurd nadat er een achterpoortje is ingebouwd via de basisspelers (titularissen). Elke ploeg mag nu 50% meer dan het aantal beschikbare plaatsen toekennen aan basisspelers waarvoor de maximum rating niet geldt. Bovendien bestaat er nog steeds geen enkele verplichting tot spelen voor die basisspelers. In bv. 2de klasse heb je 8 beschikbare plaatsen dus kan je met dit achterpoortje 12= 8 +4 basisspelers met een + 2150 aantrekken. Dat is een heel ruime luxe reservebank.

Het spreekt voor zich dat vooral (uitsluitend?) de heel grote clubs met lange spelerslijsten van dit achterpoortje zullen kunnen profiteren. Mijn schaakclub Deurne beschikt vandaag over 3 + 2150 spelers in 2de klasse dus de nieuwe reglementen veranderen voor ons niets. Het is te zeggen voor de eerste ploeg want voor onze ploegen in de lagere klassen zal de interclubverantwoordelijke heel goed moeten opletten om geen fouten te maken.

Vorig seizoen was al geregeld problematisch voor onze interclubverantwoordelijke (Guy Dugailliez) om de ploegen te vullen (zie Inactiviteit deel 2) en volgend seizoen verwacht ik dat het nog een stuk lastiger wordt. Dat Guy het dan ook voor bekeken houdt na 1 seizoen, begrijp ik helemaal. Meer dan ooit zal de nieuwe interclubverantwoordelijke geduld moeten kunnen opbrengen om spelers te ronselen zodat alle ploegen correct en volledig zijn opgevuld.

M.a.w. ik verwacht een nog hogere druk op de (basis-)spelers om zeker niet af te haken wanneer ze opgesteld worden voor een wedstrijd. Die druk zorgde afgelopen jaar voor enkele heel onaangename situaties. 2 keer liet ik mij overhalen om te spelen zodat een forfait van 115 - 145 euro werd vermeden. De eerste keer was tegen Pantin toen ik een dag voor de wedstrijd vaststelde dat ik weer eens een covidbesmetting had opgelopen. Tijdens de wedstrijd had ik er geen last van want ik won relatief makkelijk van mijn tegenstander.
Ik denk niet dat het verboden is vandaag om te schaken met een covidbesmetting maar het is op zijn minst discutabel. Mijn werkgever liet mij toen ook komen werken dus velen zien het geen reden meer om de normale activiteiten te onderbreken. Echter ik herinner mij dat een week later meerdere collega's ook besmet waren door covid dus risicoloos was het zeker niet.

Enkele maanden later tegen TSM was het een voedselvergiftiging die mij tot een paar uur voor aanvang van de partij liet twijfelen om te spelen. Ik sliep tot 11 uur 's zondagochtend en een uur voor de partij had ik nog de wc-pot ondergespoten. Echter met 2 pillen imodium durfde ik het toch aan om te spelen (ik had geen koorts). Ik had geluk want met Marc Boeykens had ik een tegenstander die heel snel akkoord ging met remise (en mijn ploeg Deurne won de match).

Ik hoor soms dat "echte" schakers nooit ziek zijn maar leuk is het absoluut niet om zo "verplicht" te moeten spelen. De hoge boetes, de verplichte vaste opstellingen, de ploeggenoten die hun voorbereiding niet willen opofferen ... De nieuwe interclubreglementen gaan dit niet oplossen integendeel.

In de Nederlandse interclub is het veel eenvoudiger. Daar kan je de speler die afhaakt (ziekte ...) vervangen zonder te moeten schuiven met de rest van de ploeg. Dit leidde tot een grappige situatie in de laatste ronde met de Stukkenjagers in het voorbije seizoen. Op bord 10 werd aanvankelijk IM Stefan Beukema opgesteld. Eerst werd hij vervangen door FM Nathan De Strycker. Echter ook hij moest afhaken waardoor uiteindelijk FM Jasper Beukema speelde. Een luxeprobleem dus voor de ploegkapitein Luuk Baselmans die hij heel leuk samenvatte door: " Als de invaller van de invaller op bord 10 een FM is, dan weet je dat je klaar bent voor de meesterklasse."
Ik ijver niet voor exact dezelfde reglementen hier in België maar ik denk dat we het er wel over eens kunnen zijn dat het niet ok is dat spelers moeten kiezen tussen boetes en ziek spelen. Spelen met koorts (38,5 graden zie artikel uit 2012) dat ga ik echter niet meer doen. Als een zombie spelen is pure masochisme. Mijn schaakmicrobe is niet onverslaanbaar.


Brabo

vrijdag 28 juni 2024

Vlag deel 2

Wat is de grootste blunder die een schaker kan maken? Verliezen op tijd staat voor mij bovenaan. Het is de enige keer dat een arbiter een partij kan/ moet stopzetten. Bij elke andere blunder kan je nog hopen dat je tegenstander de afstraffing niet zal vinden of kan je soms nog de situatie later rechttrekken.

Enkele maanden geleden overkwam me in de Nederlandse interclub zulke beschamende blunder. In een gelijke positie op zet 37 ondanks een increment van 30 seconden was ik een fractie te laat met het indrukken van mijn klok. Het verlies kwam bijzonder ongelegen voor mijn ploegmakkers de Stukkenjagers want hiermee kwamen we op een grote 3 - 0 achterstand in ons duel met Paul Keres. Dat we daarna nog de match konden winnen, was een klein mirakel zie verslag Een onterechte overwinning.
Na mijn debacle in het tornooi van Marienbad kwam dit hard binnen vooral omdat mijn tegenstander nog bijna een uur op zijn klok had staan in de slotstelling. Ik was in mijn recente partijen geregeld aan het flirten met de tijdnood dus dan moet je wel eens de vraag stellen of ik niet beter mijn tijd moet indelen. Misschien moet ik meer op intuïtie spelen zoals mijn tegenstander de Nederlandse FM Mark Smits. Hij maakte heel vaak in onze partij zonder veel rekenen snel zetten.
Echter Marks speelstijl is evenmin zonder risico's. Als je zo weinig nadenkt in kritieke posities dan mis je ongetwijfeld belangrijke wendingen. Als je tegenstander dan voldoende alert is/ tijd heeft dan overleef je het niet. In onze onderlinge partij had ik meerdere winstkansen waarvan onderstaande wellicht de mooiste en grootste is.
Het verschil in mijn en Marks speelstijl bewijst nogmaals hoe verschillend spelers met een identieke rating kunnen zijn (er zijn dus vele paden naar een bepaalde rating). Er bestaat evenmin een eenduidig antwoord die geldt voor elke stelling wat de optimale tijdspendering is. Achteraf is het uiteraard altijd makkelijk om te zeggen dit was een kritieke stelling (zie ook mijn mooiste zet).

Anderzijds wil ik zeker niet te licht gaan over verliezen op tijd. Het is iets wat we koste wat het kost moeten vermijden. Daarom lijkt het mij ook zinvol om eens in kaart te brengen hoe vaak een vlag valt in een klassieke partij. Makkelijker gezegd dan gedaan uiteraard want voor zover ik weet, kan je dit niet uit een database of andere publieke data halen. Wat ik wel kon doen was eens kijken naar mijn persoonlijke 1073 klassieke partijen (meer dan minimum 1 uur elk bedenktijd) die ik allemaal becommentarieerd heb. Dat is toch ook een mooi sample en in mijn commentaren vermeld ik vlag altijd.

In 37 op 1073 partijen viel de vlag

Bovenstaande input plaatste ik vervolgens in een klein overzichttabel zodat we een onderscheid kunnen maken tussen mezelf en mijn tegenstanders, tussen verliezen op tijd volgens stand van de eindpositie en tussen met of zonder increment spelen.

Dus 1 keer op 1073 partijen werd een partij verloren op tijd in gewonnen stelling. Dat verhaal heb ik al in geuren en kleuren verteld op mijn blog zie Het sadistische examen dus dat blijft een specialleke. Daarnaast valt het vooral op dat 31 van de 37 partijen met vlag gebeurden in verloren eindposities. Dat lijkt mij niet echt verwonderlijk. In verloren stellingen is het vaak tevergeefs zoeken naar een zet die de partij nog enigszins speelbaar houdt. Zolang je zelf nog denkt dat er misschien iets te zoeken valt dan kan je beter gewoon blijven zoeken tot de vlag is gevallen. Opgeven en achteraf ontdekken dat er toch nog een miraculeuze redding was, is wellicht de allergrootste blunder.

Tenslotte wil ik er ook nog op wijzen dat de invoering van de increment niet geleid heeft tot een algemene daling van het aantal partijen verloren door tijdsoverschrijding. Als we rekening houden met het aantal gespeelde partijen dan krijgen we een iets ander beeld dan in de vorige tabel.

In 2006 speelde ik pas voor het eerst enkele partijen met increment en slechts in 2018 speelde ik meer met increment dan zonder increment. Dat verklaart waarom ik sinds 1996 voorlopig veel meer zonder dan met gespeeld heb. Sinds 2020 heb ik uitsluitend nog met increment gespeeld.

Mijn tornooiprestaties (TPR) zijn beduidend lager met dan zonder increment. Echter het is wellicht te voorbarig om te stellen dat increment hier de boosdoener is vooral omdat het percentage verliezen op tijd zelfs is afgenomen voor mezelf. Ouder worden, de recente elodeflatie ... hadden wellicht een veel grotere impact op mijn TPR.

Tenslotte vind ik het ook lastig om grote conclusies te maken gebaseerd op slechts 10 partijen op 307 partijen die verloren werden op tijd met increment. De invoering van de increment ging gepaard met een verkorting van de partijen 2 uren -> 1u50 voor 40 zetten + notatieplicht tot het einde. Desalniettemin zou je toch kunnen stellen dat 30 seconden per zet ruim genoeg is om nooit op tijd te kunnen verliezen.

In klassiek bordschaken is verliezen op tijd iets zeldzaam in tegenstelling tot het vluggeren online. Zelfs een diehard online schaker zoals Hikaru Nakamura zei daarom in de recente NIC Podcast dat klassiek schaken zeker niet snel zal verdwijnen. Goed diep nadenken blijft ook vandaag interessant maar vergeet de klok niet !

Brabo

woensdag 19 juni 2024

Vlag

Fide heeft een marketingprobleem nu zowel de nummers 1 en 2 (Carlsen en Nakamura) openlijk aangeven dat klassiek schaken geen prioriteit voor hen is. Daarnaast heeft de regerende wereldkampioen Ding Liren al overwogen om te stoppen met schaken en met zijn recente resultaten zou het mij totaal niet verwonderen als hij die gedachte ook effectief uitvoert. Het was typerend voor het sterkste tornooi van 2024 : Norway Chess dat het hoogtepunt een Armageddon was tussen Nakamura en Carlsen.

In die Armageddon had Nakamura wit met 10 minuten als starttijd terwijl Carlsen met zwart slechts 7 minuten kreeg als starttijd. Na zet 40 kregen beide spelers een seconde extra per zet maar die increment vermeed niet dat Carlsen desalniettemin verloor op zet 51 met een tijdsoverschrijding in een gelijke positie. Carlsen was duidelijk niet blij met dit ongelukje maar kon achteraf toch weer snel lachen. Het publiek smulde ervan.

Verliezen op tijd ("vlag" werd vroeger gezegd want we speelden toen met mechanische klokken die een vlag per speler hadden) is terug van weggeweest. Na de introductie van de increments overal zagen we beduidend minder tijdsoverschrijdingen t.o.v. vorige eeuw. Echter nu worden steeds meer "belangrijke" partijen met kortere tempi afgewerkt en dat doet het aantal tijdsoverschrijdingen weer stijgen. Die link zien we heel duidelijk in het chess.com-artikel Interesting chess data time controls and game results. In klassiek schaken is vlag een rariteit terwijl het in bullet veruit de dominator (+60%) is op het partijresultaat.

Ik spendeer(de) zelf heel veel tijd online aan (heel) vlugge partijtjes (zie o.a. Taktiek deel 6) dus ik was wel eens benieuwd hoe het bij mezelf zat betreffende tijdsoverschrijdingen. Ik had een vermoeden vooraf dat het niet zo goed was maar de resultaten van mijn onderzoek gaven aan dat de werkelijkheid nog veel slechter was.

Ongeacht het platform waar ik op speelde, was bijna 50% van mijn verloren partijen door een tijdsoverschrijding. Ik deed het daarmee duidelijk slechter dan mijn tegenstanders. Dat werd ook bevestigd in de remises door vlag want die waren voor bijna 100% allemaal omdat ik door mijn vlag ging terwijl mijn tegenstander geen mat-materiaal meer had (kale koning).

Mijn tijdsoverschrijdingen zijn dus geen weglopen van een verloren positie (zoals vooral veel gebeurt bij de lagere elo's). Voor beide platformen bekeek ik 100 van mijn verloren partijen op vlag en opnieuw waren de resultaten ontluisterend.

In ongeveer 50% van de slotstellingen waarin ik verloor op tijd, was er nog niets aan de hand of stond ik zelfs gewonnen. Bovendien is er ook nog zoiets als tijdnood waardoor je in de laatste zetten nog vaak halve of zelfs hele makkelijke punten weggooit.

Dan kan je natuurlijk de vraag stellen of dit online geschaak nog leuk/ interessant is en of ik misschien geen ander tempo beter kies met bijvoorbeeld een increment. Dat is iets wat ik uiteraard ook getest heb met meer dan 1000 partijtjes 2 minuten + 1 seconde op lichess.

Dat tempo ligt mij beduidend beter. Het aantal remises door vlag is bijna helemaal gedecimeerd. Mijn vlag/verlies rate is zelfs lichtjes beter dan bij mijn tegenstanders. Partijen 2+1 krijgen veel vaker dan partijen 3+0 een resultaat die gelinkt is aan het niveau van de gespeelde zetten ipv tijdsverbruik.

Opmerkelijk vind ik ook dat als er een vlag valt bij 2+1 dat die veel vroeger valt dan bij 3+0. Dat heeft zeker te maken met het feit dat je met een seconde increment geen kans maakt om iemand te vlaggen in een steriele stelling zoals hieronder. Ik had nog 2 seconden op de klok en als ik premove met Th3-f3-h3 kan ik nooit met 1 seconde increment verliezen. Zonder increment slaagt mijn erg sluwe tegenstander desalniettemin in om te winnen.

1 zet voor mijn vlag viel had ik nog 0,6 seconden op de klok dus ik had toen al 24 zetten in 1,4 seconden dankzij premoven gespeeld. De 0,6 seconden was net te weinig om de omschakeling te maken van premoven naar de toren te nemen. Het was mij misschien wel gelukt te overleven op chess.com want ik heb het gevoel dat de lag-compensatie daar iets beter werkt (zie ook het beduidend hoger gemiddeld aantal zetten voor mijn vlag valt).

Kortom al dat vlaggen is niet goed voor mijn hart. Ik snap dat de jeugd erop kickt maar voor mij hoeft dit allemaal niet meer. Het is geen toeval dat geen enkele + 40 jarige terug te vinden is in de top 20 van de meest recente chess.com bullettornooien. De oudste bulletspeler in een top 20 die ik terugvond was de 38 jarige Spaanse grootmeester Jose Carlos Ibarra Jerez. De gemiddelde leeftijd ligt op 24 jaar dus velen waren kinderen.

Desondanks ben ik toch gestopt met 2+1 en teruggekeerd naar 3+0 omwille van het gebrek aan tegenstanders. Ik schreef het al eerder in mijn artikel van 2015 Uitdagingen dat er nadelen zijn aan sterker te zijn dan de meeste schakers. Op lichess moest ik vaak 5 minuten wachten om een tegenstander te krijgen en zelfs dan was ik nog helemaal niet te kieskeurig.

Het is problematisch om interessante tegenstanders te vinden op 2+1 voor mijn elosterkte. Ik schreef het al in lichess dat 3+0 er kop en schouders bovenuit steekt qua populariteit bij + 2400 spelers. Langer wachten dan de partij zelf duurt, vind ik nog erger dan eens extra te verliezen op vlag.

Tenslotte keek ik tijdens mijn onderzoek ook eens wat het effect is van openingen kennen/ studeren op vlag. Deze maal geen verrassingen. Als je een opening niet goed kent dan ga je meer tijd verbruiken, sneller in tijdnood komen en uiteindelijk meer partijen verliezen door tijdsoverschrijding.

Beide speelde ik met de lichess-account: mvhk. Met 2+1 speelde ik een voor mij onbekend repertoire waardoor ik ongeveer 10% meer partijen verloor op tijd dan met mijn gekend repertoire. Met 3+0 speelde ik Chess960 partijen waarbij ik zelfs ruim 20% meer partijen verloor op tijd dan gewoon schaak met mijn gekend repertoire.

Dan resteert enkel nog de vraag of er tips zijn om het vlaggen te verminderen want ik denk niemand is er fan van. Enkele kwamen er reeds aan bod in Schaakcomfort deel 3: een stille rustige omgeving, een goede computermuis, .. Gisteren liet ik mijn 8 jaar oude modem van Telenet vervangen en werden enkele pods (versterkers) geplaatst. Ik heb het nog niet kunnen uitgebreid testen maar ik ben benieuwd hoeveel winst ik hiermee kan maken.

Brabo

PS
Zij die zich afvragen of je met 50% verliespartijen een heel slechte blitzer bent, wil ik nog even meegeven dat ik heel recent + 2700 haalde op chess.com met 3+0. Je kan dus best ver geraken zelfs als trage blitzer maar het blijft uiteraard een handicap. Hoe hoger op de online eloladder, hoe sneller er geblitzt wordt.

dinsdag 11 juni 2024

De (on)zin van blitz deel 6

Big brother is watching you. Onze privacy kalft steeds verder af. Wie niets te verbergen heeft, hoeft niets te vrezen. Daar zal de lichessgebruiker: Jadoubovic11 na het lezen van dit artikel wellicht anders over denken. Zo ontdekte ik dat Jadoubovic11 op zaterdag 2 maart 2024, 21 blitzpartijtjes speelde met het tempo 3 minuten elk. Bovendien laat lichess toe om na te gaan wanneer exact elke partij gespeeld werd.
Starttijden van blitzpartijen Jadoubovic11 op zaterdag 2 maart 2024

Wie kan dat nu schelen? Niemand inclusief mezelf tot ik die 2de maart thuiskwam en mijn zonet gespeelde partij van de Nederlandse interclub eens checkte in het online openingsboek van Lichess. Er was exact 1 partij die op zet 17 dezelfde stelling bereikte in een nochtans allesbehalve mainstream-opening met jawel het kleur en profiel van Jadoubovic11.
Was Jadoubovic11, het geheime lichessaccount van mijn tegenstander de Nederlandse FM Mark Smits? Het repertoire klopte helemaal. Bovendien had Jadoubovic11 tijdens een covidlockdown gespeeld in een online tornooi van KiNG Keres, een samenwerking tussen schaakclubs van Tilburg en Utrecht. Mark speelt voor Paul Keres dus er was geen twijfel meer mogelijk.

Alleen jammer dat ik dit pas na onze bordpartij ontdekte en niet vooraf. Het is dan ook bijzonder lastig met de vrije opstellingen in de Nederlandse interclub om "alles" te bekijken. Een ronde eerder tegen Caissa Eenhoorn was ik ondanks ruim 10 uren voorbereiden verrast geweest door een tegenstander die ik niet had bekeken. Tegen Utrecht had ik gekozen om het repertoire van meer kandidaten (10) te bekijken maar minder diep waardoor er dan weer geen tijd was om van iedereen een online detailonderzoek te maken (zie Lichess deel 2). Per speler ben je dan toch al makkelijk een uur extra bezig.

Nu over online profielen ontdekken heb ik al voldoende geschreven. Deze keer trok ik vooral grote ogen over het spelgedrag zowel online als aan het bord van Mark Smits. Na de partij vertelde Mark mij dat hij met de gekozen opening veel ervaring heeft en met + 1000 online partijtjes heeft hij zeker niet gelogen. Dat is waanzinnig veel met zo een klein systeempje: 1.e4 e5 2.Pf3 Pc6 3.Lb5 Pge7 4. 0-0 d6.
Openingtree zwart Jadoubovic na 1.e4 e5 2.Pf3 Pc6 3.Lb5 Pge7 4.0-0

Dat verklaart ook grotendeels waarom Mark nog geen enkele keer had nagedacht voor zet 18 in onze bordpartij. Echter veel minder aanvaardbaar is dat zwart na zet 17 gewoon heel slecht staat volgens de huidige topprogramma's (Stockfish toont +1.25).

Ik ontmoet online spelers zoals Mark heel vaak die talloze partijen met dezelfde rommelopeningen spelen en dus zich geen sikkepit aantrekken van wat de computer als evaluatie ons vertelt. Het is wel de eerste keer dat ik ontdek hoe iemand blindelings op het bord durft te kopiëren waarmee hij online succesvol is (55,8% met zwart is een stevige score).

Anderzijds valt het mij ook op aan de starttijden van Jadoubovics blitzpartijtjes op 2 maart dat Mark wellicht nooit (veel) tijd spendeert aan partijvoorbereidingen in de Nederlandse interclub. UTCTime is onze tijd + 1 uur dus uit de eerste tabel kunnen we afleiden dat Mark nog tot een kwartier voor de start van onze partij online zat te blitzen (voordeel van een thuismatch ?). Kort na de match was afgelopen was Mark opnieuw online aan het blitzen. Tenslotte had Mark een derde blitzsessie vanaf 23uur 's avonds tot ruim na middernacht (erg creepy dat zulke info allemaal publiek is, niet ?) 

Mark is opnieuw absoluut geen uitzondering want ik ben vaak verwonderd over hoe verslaafd veel schakers zijn (zie ook De schaakverslaving). Trouwens ik kijk beter in eigen boezem want mijn echtgenote kan evenmin begrijpen hoe ik soms onmiddellijk na een hele dag weggeweest voor een bordpartij toch 's avonds niet kan weerstaan om de computer boven te halen voor nog meer schaken.

Echter net voor een klassieke bordpartij online blitzen daar kan je mij niet op betrappen. Dat lijkt mij een totaal verkeerd recept om in de juiste mindframe te geraken. Mark vertelde mij achteraf dat hij erg last had van nervositeit tijdens de bordpartij maar dan lijkt het mij toch vanzelfsprekend om vooraf het online schaken aan banden te leggen. De online platformen zullen ons niet waarschuwen voor die onzin.

Brabo

dinsdag 4 juni 2024

Wat is leuk aan het schaken?

Slechts 17% van mijn 238 tegenstanders met een titel zijn gestopt met schaken, schreef ik in mijn vorig artikel. Dat vind ik best een mooi rapport maar we spreken dan ook over de 1% beste schakers. Ik heb geen cijfers voor de lagere elo's maar ik weet met zekerheid dat het er veel minder rooskleurig uitziet. Bij de jeugd is de uitval gigantisch. In mijn hoofdkring Deurne durf ik zelfs te stellen dat het dramatisch is want na 15 jaar jeugdlessen is niemand als volwassene actief gebleven.

Schaken is niet cool maar ook wat is er uberhaupt leuk aan het schaken? De Singaporees Kaushik Ashwath stond recent in alle kranten omdat hij als achtjarige, de jongste schaker is die ooit van een grootmeester won in een klassieke bordpartij. Echter het was zijn antwoord op de vraag "Wat vind je leuk aan het schaken" die mij is bijgebleven. "Ik vind het schaken leuk omdat het je brein helpt om beter en slimmer te worden."

Ik categoriseer dit als kinderlijke naïviteit maar volwassenen doen het vaak niet beter. Veel schakers draaien zich in allerlei bochten om te kunnen uitleggen waarom ze schaken leuk vinden of maken zich er vanaf dat iets leuk vinden puur persoonlijk is. Ook de schaakliteratuur zwijgt in alle talen over hoe je plezier uit het schaken kunt halen. Plezier in het schaken komt vanzelf of komt niet, hoor ik regelmatig van sommigen schakers.

Begin dit jaar ben ik dan ook eens blijven stilstaan bij wat ik precies leuk vind aan het schaken. Hoe komt het dan ik na meer dan 30 jaar wel nog elke dag meerdere uren bezig ben met het schaken. Misschien kan mijn persoonlijk verhaal anderen stimuleren en aanmoedigen om te (blijven) schaken? Ik nam de koe bij de horens, verzamelde een heleboel informatie, vatte het samen en stak het in een uitnodigend jasje (met dank aan mijn dochter Evelien).
Voordrachten met als thema: Schaken is fun

Ik kreeg in Vlaanderen op 3 plaatsen de kans om uit te leggen hoe we (nog meer) fun kunnen halen uit het schaken. Op 22 februari gaf ik in Lier (Chesslooks) een eerste keer de voordracht. Zondag 25 februari was Roeselare (Torrewachters) aan de beurt. Tenslotte op zondag 25 maart gaf ik de derde in Dikkele (op het Chess en Chill- weekend van Schaakinitiatief Vlaanderen).

Ik hoorde achteraf alleen maar positieve geluiden maar ik ben vooral benieuwd of iemand achteraf ook iets gedaan heeft met de vele tips die ik heb gegeven. Een groot deel van de voordracht had ik interactief gemaakt met behulp van mentimeter en daaruit bleek heel duidelijk dat de meesten (iedereen ?) nog niet de maximale funfactor bereikt had. De presentatie bevatte 5 kernboodschappen.

1) Schaken is universeel: Maak schaakvrienden !

Schakers vind je overal (zie o.a. mijn artikel Taktiek deel 6) en is misschien 1 van de beste verbindingsmiddelen die bestaat tussen culturen, leeftijden, ... Dankzij het schaken ben ik met talloze interessante persoonlijkheden in contact gekomen. Het schaken heeft ook voor mij vele deuren geopend. Desalniettemin zie ik nog steeds schakers die nauwelijks of geen contact leggen met elkaar. Soms ben ik geshockeerd wanneer iemand mij na een partij niet eens meer kan vertellen wie de tegenstander was. Wat een gemiste kans denk ik dan en zo onpersoonlijk kan schaken toch niet leuk zijn? Een rondvraag tussen de aanwezigen liet er geen twijfel over bestaan dat velen kansen laten liggen.

Het lijkt mij geen toeval dat schaakkennis delen erg laag staat bij de meesten. Jammer want samenwerken is een fantastische stimulator om te schaken (zie ook de reeks over de schaakbuddy deel 1deel 2 en deel 3).

2) Schaken is avontuur: Kom uit je kot !

Als ik 1 les geleerd heb van mijn + 60 tornooien (zie mijn eerste schaakoverwinning) dan is het dat elk tornooi verrassingen biedt. Daar zijn zowel goede als slechte tussen maar saai wordt het nooit. Tegenwoordig denk ik dan ook niet meer in goed/ slecht maar weer een leuk/ sterk verhaal (voor de blog). Tijdens de voordracht vertelde ik 3 grappige persoonlijke anekdotes om de interesse voor schaakavonturen bij de aanwezigen op te krikken. Kortom als tijd en geld beschikbaar zijn dan blijf niet enkel onder de kerktoren spelen. Uiteraard een schaakvriend meenemen is de kers op de taart of soms is het konijn.

3) Schaken is divers: Varieer, experimenteer !

Schaken is zoveel meer dan enkel bordschaken en zelfs bordschaken op zich kent talloze vormen. Verandering van spijs doet eten en dat geldt ook voor het schaken. Door bezig te zijn met diverse facetten van het schaken, is de kans om verveeld te geraken vele malen kleiner. Ik start daarom geregeld met nieuwe projecten. Die zijn niet allemaal even succesvol maar af en toe zitten er blijvertjes tussen zoals schaakprogramma's testen deel 2. Bij de aanwezigen bleek ook deze keer bij een rondvraag dat velen nog domeinen hebben waar ze geen enkele ervaring mee hadden.

Schaakengines en over schaken schrijven blijken niches te zijn. Ik raad het toch aan om eens te proberen. Ik heb er altijd heel veel plezier kunnen uithalen. Op deze blog staan talloze voorbeelden hiervan.

4) Winnen is leuk: Iedereen kan fun hebben in het schaken !

Als je naar de schaakliteratuur kijkt dan draait het bijna uitsluitend om winnen. Het is alsof enkel sterke spelers fun kunnen hebben. Dat is pure onzin. Van zodra je 2 a 3 punten op 9 kunt halen in een open tornooi dan heb je reeds alle nodige kwaliteiten om maximaal te kunnen genieten van het schaken. Voor de elo-correctie kwam dat ongeveer op 1500 elo. Vandaag is dit wellicht eerder 1700 elo. Voor het merendeel is dit perfect haalbaar mits een (kleine) inspanning. Dat wil niet zeggen dat ik een hogere elo afraad maar dat ieder voor zich moet bepalen of de extra inspanningen bovenop nog de funfactor verbeteren of niet. Ik zie te vaak spelers die alle spelplezier verliezen door enkel nog bezig te zijn met het winnen van partijen.

5) Schaken is mooi: Zoek en kijk naar schoonheid !

We zijn allemaal ooit begonnen met schaken omdat we een verrassende combinatie of idee mooi vonden. Echter naar verloop van tijd wordt het steeds moeilijker om dezelfde sensaties nog te beleven. Steeds vaker klikken spelers onmiddellijk naar de volgende partij. Ik zie sommige bordspelers hun notatieformulier al weggooien vooraleer ze de tornooizaal verlaten hebben. Zonde uiteraard want zo mist men prachtige kansen om te genieten van al het moois dat onder het oppervlak verborgen zit in het schaken. 
Een schaakpartij is als een ijsberg.
We zien tijdens het spelen enkel wat er boven het wateroppervlak uitsteekt.

Vandaag beschikken we over een geweldig hulpinstrument om schoonheid in het schaken te ontdekken die we met het blote oog niet kunnen zien. De computer wordt door de meesten enkel gezien als een corrector maar het kan dus veel meer voor ons betekenen. Een voorbeeldje hiervan kan je vinden in het artikel het vlindereffect.

Met 5 simpele vuistregels hou ik dus schaken voor mezelf leuk en ik zie geen reden waarom dit ook niet zou kunnen lukken voor anderen. We zijn vandaag in de schaakwereld veel te veel prestatiegericht en het is er de laatste jaren niet op verbeterd met de toevloed van Oosterse spelers. Fun in het schaken is voor hen bijna een alien-concept. Trouwens je hoeft helemaal niet zo ver te gaan om te ondervinden wat een anti-fun schaakwereld betekent want in Marienbad was geen bar of analyseruimte beschikbaar.

Het spreekt voor zich dat dit artikel slechts een inleiding is over dit thema. Iedereen heeft zijn eigen voorkeuren dus het is zeker niet mijn bedoeling om iemand tot iets te verplichten. Ik vertel en ieder moet zelf beslissen wat voor zichzelf nuttig kan zijn. Zinloos, vergeefse moeite? Tja dan ben ik misschien de schaakversie van Don Quichot die tegen de windmolens vecht. 

Brabo