dinsdag 7 februari 2023

The Chess Bible

Vorig jaar wou ik meespelen in de Open van Leuven maar ik was te laat. Het tornooi was al maanden vooraf volzet en mezelf plaatsen op een reservelijst vond ik onzin. Echter het meest frapperende vond ik dat het gros van de deelnemers mij compleet onbekend was. Wie waren al die nieuwe gezichten? Waar kwamen die allemaal plots vandaan?

2 jaar geleden schreef ik op mijn blog dat veel clubs het moeilijk hadden om te overleven (zie Corona dreigt veel schaakclubs te laten verdwijnen) maar dat probleem is vandaag helemaal van de baan. Ja (veel) spelers zijn niet meer teruggekeerd maar een veelvoud aan nieuwe spelers hebben zich aangemeld. De New York Times schrijft dat de beroemde Marshall schaakclub vandaag een recordaantal van meer dan 1000 leden heeft. Dat is dus nooit eerder gebeurd in het 107 jarig bestaan van de club.

Veel clubs en tornooien groeien als nooit tevoren. De wachtlijst voor het zonet voorbije Wijk aan Zee was ellenlang en de meesten werden teleurgesteld. In Cap d'Agde werd de maximum van 1000 deelnemers bereikt. Ik kon nog net een plaats bemachtigen maar ik was al te laat voor logement op het domein van het schaaktornooi en moest zoeken in de buurt naar alternatieven.

Zonder twijfel is er een link met de explosieve groei die we de voorbije jaren hebben gezien in online schaken. Chess.com bereikte eind 2022 het waanzinnig getal van 100 Miljoen ledenSchaakvideo's halen miljoenen views met bepaalde streamers die een godenstatus hebben verkregen. Kortom het lijkt er op dat we in een gouden tijdperk van het schaken zijn terecht gekomen.

Dit gouden tijdperk zien we ook in het aantal publicaties van boeken, dvds, ... We worden overspoeld met materiaal en daar zit vaak heel wat interessants tussen. Zo schreef chessimprover over de gouden-tijd voor schaakgeschiedenis of schreef schaaksite recent nog over het beste boek ooit van Thinkers Publishing: The Chess Bible Most instructive tips, Axioms, One-liners & Mantras.
Ik heb het boek zelf niet (doelpubliek tussen 1000 en 2000 elo) maar ik begrijp helemaal de euforie van de recensent. Wie durft te zeggen dat hij niet zulk boek had gewenst aan het begin van zijn schaakcarriere? Zochten we niet allemaal in die beginjaren naar orde in de enorme chaos? Wel dat heeft de auteur voor ons gedaan. Hij beschreef in dit boek in 200 regels "alle" schaakwijsheid die relevant is ("voor amateurs"). 

Indien dat boek 30 jaar geleden gepubliceerd was dan had ik wellicht nooit in 2019 geschreven dat ik de regel Ruil pionnen wanneer je slechter staat ! nog niet kende. Dus ik heb een sterk vermoeden dat zelfs spelers boven de 2000 elo nog heel wat zullen leren uit dit boek.

Nu ik snap dat er uiteraard ook criticasters zullen zijn. Het gevaar is reëel dat regels te strikt worden gevolgd en dus te dogmatisch worden toegepast. Goed schaken is net aanvoelen wanneer wel of niet een regel kan worden gebroken zie dogma's deel 1 en deel 2.

Soms heb je de keuze om een regel al dan niet toe te passen maar het gebeurt ook vaak dat een regel helemaal niet werkt. In die situaties wordt het pijnlijk als je de regel toch blijft volgen en kan zelfs leiden tot het in vraag stellen of een regel uberhaupt nog betrouwbaar is. Een heel mooi voorbeeldje hiervan is de regel ongelijke lopers met 2 vrijpionnen wint als er minstens 3 kolommen tussen zijn.

1) Zwart wint zelfs als wit aan zet is
Dit is een typisch voorbeeld van de bruikbaarheid van deze regel. Zwart heeft de juiste randpion dus die telt mee. De extra witte pion heeft geen belang want wordt probleemloos gecontroleerd door de zwarte loper. Zwart wint want de zwarte vrijpionnen liggen te ver uiteen waardoor wit niet op tijd kan omschakelen tussen beide.

2) Remise zelfs als zwart aan zet is
In dit voorbeeld zien we opnieuw de bruikbaarheid van de regel. Ondanks het ontbreken van de witte pion en zelfs zwart aan zet, slaagt wit erin om tijdig beide zwarte pionnen onder controle te houden. Er zijn slechts 2 kolommen tussen beide vrijpionnen.

3) Zwart wint zelfs met wit aan zet
Echter enkel met een paar pionnen aan de damevleugel toe te voegen aan de vorige stelling, verandert al de evaluatie. Hier zien we de andere regel domineren : Ruil pionnen wanneer je slechter staat!

4) Remise enkel als wit aan zet is
Dit lijkt heel erg op de eerste stelling maar het verschil in de positie van de koningen maakt dat wit aan zet net op tijd is om de koning buiten het onderste kwadrant te houden. De zwarte randpion beperkt ook de beweging van zwarts koning en de vrijpionnen hebben de steun nodig van de koning.

5) Remise enkel als wit aan zet is
Dit gelijkt op stelling 3 maar omdat de 2 vrijpionnen verbonden zijn, weegt de regel "Ruil pionnen wanneer je slechter staat" hier niet door. De witte koning kan de zwarte vrijpionnen alleen aan als de zwarte koning weggaat.

Ik hou het bij deze 5 voorbeelden maar ik ben er zeker van dat er nog wel meer over deze regel verteld kan worden. In de praktijk kan het snel heel complex worden zoals in onderstaand voorbeeld waar al die bovenstaande stellingen aan bod komen en nog veel meer.
Ik heb mij ongelooflijk geamuseerd met het ontrafelen van al de geheimen in dit eindspel maar aan het bord was het uiteraard andere koek. Na de partij kwam een 2400 speler even meekijken maar hij moest al snel toegeven dat de complicaties totaal van de pot waren gerukt. Dit correct spelen met slechts 30 seconden op de klok zonder maar te spreken van het storend lawaai rondom, lijkt mij zeer onwaarschijnlijk voor om het even welke speler.

Het kennen van schaakwijsheid heeft dus zijn beperkingen. Anderzijds het betekent allerminst dat de regels waardeloos zijn. Talloze keren hebben ze mij extra halfjes opgeleverd dus ik raad iedereen ten stelligste aan om ze toch te leren.

Brabo

Geen opmerkingen:

Een reactie posten