zondag 29 mei 2022

Evolutie deel 2

De Nederlanders Johan Boskamp en Jan Mulder zijn al jaren kind aan huis bij de Vlaamse voetbalstudio's. Hun directe aanpak in de analyses en aanstekelijke lach zorgen voor een belangrijk tegengewicht t.o.v. hun Vlaamse collega's die vaak nogal te terughoudend en zelfs saai overkomen. Ook ik ben fan. Nederlanders zijn meer open dan Vlamingen en die eerlijkheid mis ik soms.

Dat ondervond ik ook laatst toen ik net mijn partij had beëindigd in de Nederlandse interclub. Bij het verlaten van het clublokaal in Sas van Gent botste ik op een Nederlandse IM die al jaren mijn blog volgt (Rara wie is hij? Hij won zonet het Vlaams kampioenschap. 😂). Na een paar complimentjes vond hij het tijd om mij uit mijn kot te lokken met "Brabo jouw aanpak in het schaken sucks". Nadat ik hem mijn leeftijd had verteld, pookte hij het vuur nog wat verder aan met "Je hebt 30 jaar van je leven weggegooid.".

"Je hebt gelijk" zei ik al lachend. In 4 van de 5 partijen die ik speelde het voorbije seizoen in de Belgische interclub was ik weer opzettelijk in de voorbereiding van mijn tegenstanders gelopen. In mijn 3 witpartijen had ik nog telkens de remise-handrem gevonden om grotere schade te vermijden. In mijn ene zwartpartij had ik de opening niet overleefd. Wat is daar nu leuk aan en vooral het is volstrekt onbegrijpelijk (idioot) om dit nog steeds na bijna 3 decennia competitieschaak te doen.

Kortom ik speel met compleet andere prioriteiten. Bovendien merk ik recent ook op dat ervaring zeker op gebied van openingen steeds minder relevant blijkt te zijn. Zoiets zei oud-wereldkampioen Viswanathan Anand ook in een vrij recent interview die hij gaf: Technology has reduced the value of experience. It has put experience in a sort of silo, where it’s valuable only in certain conditions. All experience gives now is some kind of wisdom of having faced a certain situation before, understanding the complexities of making certain decisions, but it doesn’t benefit you as much. Vrij vertaald zegt hij dat technologie heeft de waarde van ervaring laten devalueren. Technologie heeft ervaring in een soort silo geplaatst waar het enkel nog van tel kan zijn in specifieke situaties. Ervaring is een soort van wijsheid die je laat de complexiteit van bepaalde beslissingen beter inschatten maar het helpt je niet echt met de beslissingen zelf.

Begin 2021 schreef ik in een artikel revolutie in het millennium deel 3 hoe grote openingen die soms al 100 jaar of meer op het repertoire staan van wereldkampioenen vandaag door de computer in de vuilbak worden gekeeperd maar het gaat nog verder dan dit. Met de recente opgang van de neurale netwerken zien we dat bijna de hele openingstheorie wordt herschreven. Ik kan het niet meer exact terugvinden maar een topgrootmeester zei dat hij verplicht was om al zijn openingsfiles opnieuw van scratch op te bouwen. Dit ondervond op pijnlijke wijze vorig jaar ook de 13de wereldkampioen Garry Kasparov (zie Vachier Lagrave wins Croatia-rapid-blitz). In tegenstelling met zijn optreden in 2017 zie Evolutie deel 1 werkte deze keer voor geen meter meer zijn openingsrepertoire.
Het is mij duidelijk dat Garry niet al zijn oude openingsfiles van scratch weer opgebouwd heeft met behulp van de neurale netwerken. Iemand die al jaren op schaakpensioen is, heeft geen zin in dat soort titanenwerk. Dat het echt wel de openingen waren die hem parten speelden, bewees hij kort daarna in een Fischer-random-tornooi die hij mits enig geluk had zelfs kunnen winnen tegen de huidige elite zie Dominguez wins 2021 champions showdown chess9lx.

Dus ervaring blijkt meer dan ooit erg vergankelijk te zijn. We kunnen altijd blijven genieten van de talloze prachtige winstpartijen van Kasparov maar op vlak van openingstheorie is zijn rol uitgespeeld. Dat merkte ik recent ook op toen ik de anti-Marshall van Kasparov nog eens van stal haalde in de Belgische interclub. Mijn tegenstander de Belgische FM Adrian Roos wist precies hoe hij het varkentje moest wassen en speelde het beduidend nauwkeuriger dan Kasparov's wk-tegenstander in 1993: Nigel Short.
Dat betekent dus ook dat ik misschien toch niet zo veel heb gemist in de voorbije 30 jaar. Het lijkt mij dat voor iedereen de counters recent reset zijn en we allemaal weer zullen moeten leren. Dat niet iedereen daar nog zin in heeft, verwondert mij evenmin zoals ik vorige week las op schaaksite zie Ajuus. Na 30 jaar hoofdklasse/ meesterklasse houdt o.a. de Nederlandse IM Henk Vedder het voor bekeken. De veelvuldig kampioenenploeg En Passant laat zich vrijwillig degraderen om op een niveau te kunnen spelen waar het opvolgen van de laatste openingstrends onbelangrijk is.

Dat is allerminst hoe ik er zelf tegen aan kijk. Ik heb de voorbije 2 jaar nooit harder gewerkt aan de openingen. Ik vind het razend interessant om zelf met een computer openingen te kunnen fileren als nooit tevoren. De tools zijn er eindelijk om als gewone sterveling te kunnen wedijveren met topgrootmeesters in de openingsstudie. Aan een schaakpensioen denk ik nog niet, integendeel.

Brabo

donderdag 19 mei 2022

Computerevaluaties deel 2

Vorige week kreeg ik een berichtje van een vriend/ jeugdcoach met de vraag om te helpen met het begrijpen van een computerevaluatie. Stockfish gaf een score van meer dan + 2 voor zwart maar zelfs na meerdere minuten zetten uitproberen, slaagde hij er niet in het winstplan te ontdekken. Kon ik het hem uitleggen in enkele woorden wat de computer niet met cijfers kon?

Het is een steeds vaker wederkerend probleem tegenwoordig dat schakers zich verloren voelen bij het bekijken van de computerevaluaties. HK5000 schreef er eind vorig jaar een artikel al over zie deel 1 dat computerevaluaties voor ons stervelingen vaak buiten ons begrip liggen. Voor computer-haters is het koren op de molen om computers zoveel mogelijk te bannen uit analyses van partijen gespeeld door mensen.

Nu i.p.v. mijn vriend enkel uit te leggen waarom meer dan +2 voor zwart, toonde ik aan mijn vriend ook hoe hij zelf in het vervolg het winstplan kon ontrafelen. Daar is 1 heel simpele truuk voor en dat is de computer de positie laten uitspelen tegen zichzelf. Dat kan via een eenvoudige "shootout" met een blitzpartijtje maar je kan het ook uitbreiden zoals ik al beschreef in een van mijn allereerste artikels op deze blog: Analyseren met de computer.

"Dat kost (te) veel tijd" was de reactie van mijn vriend. Ja, je hebt inderdaad veel meer tijd nodig dan wat een 1000-2000 elo sterkere computer in soms enkele seconden kan berekenen. Daar wringt uiteraard het schoentje. Ik schreef het onlangs nog in het artikel Amateurs: de meeste schakers hebben geen flauw benul van wat er nodig is om een sterke schaker te worden en vooral zijn niet bereid om de nodige inspanningen ervoor te leveren. Persoonlijk slaag ik er dus altijd in om een computerevaluatie mits de nodige tijd te investeren (jawel soms vele uurtjes) uiteindelijk te doorgronden. Echter dat is voor mij niet het einde van de rit.

De volgende vraag is dan ook "Wat doen we met die nieuwe verworven kennis"? Opnieuw lopen de meningen tussen profschakers/ coaches uiteen. Sommige zijn van mening dat we ten allen tijde lessen kunnen trekken en die vervolgens in toekomstige partijen moeten kunnen toepassen. Think Like a Machine (die ik al vermeldde in het artikel Praktisch schaak) is het meest categoriek. We moeten trachten te denken als de computer. Anderen zijn subtieler zoals Leren leren van computers met Matthew Sadler the silicon road to chess improvement of laatst nog in het chess.com-artikel Modern chess trend double edged pawn push. Ik krijg soms koude rillingen van die onzin want daar zou altijd onderstaande waarschuwing moeten bij vermeld staan.
Echt ik ben ervan overtuigd dat het "aanleren" van bepaalde computerzetten/ winstplannen vaak meer slecht dan goed doet voor iemands schaakontwikkeling. Zo gingen alle alarmbellen bij mij laatst af  bij het chess.com-artikel dat ik hierboven naar refereerde. De computer toont vandaag in de meest onmogelijke stellingen dat g4-g5 de beste zet is maar het is absurd volgens mij om de lezers te vertellen dat we zelf ook dit soort zetten moeten opzoeken en durven spelen.

Eigenlijk ondermijnt de auteur al met het eerste voorbeeld in zijn artikel zijn eigen verhaal. Als we zo gemakkelijk van de computer leren dat g4-g5 de beste zet is in heel veel stellingen dan waarom werd dit door de jonge Nederlandse supergrootmeester Jorden Van Foreerst gemist in onderstaande partij? Hij had zeeën van tijd op de klok en Jorden is ontegensprekelijk iemand die zeer intensief met de computer werkt en weet er het allerkleinste voordeel uit te destilleren.
Dus nee g4-g5 is geen zet die je zelfs als zeer sterke professional automatisch op je radar hebt staan zelfs na vele jaren geleerd te hebben van een computer. Er zijn gigantische risico's verbonden aan deze zet die je door de jaren heen met scha en schande hebt leren inschatten. Ik durf te stellen dat een sterke schaker dit slechts durft te spelen in een onbekende stelling als er een concreet voordeel zichtbaar is (behalve misschien een schaakpersoonlijkheid zoals de Nederlandse IM Manuel Bosboom die kickt op deze onorthodoxe zetten).

Kortom als de computer in mijn eigen partijen de zet g4/g5 aanduidt als beste/interessante zet dan zal ik wel eens glimlachen bij het zien van zoveel wonderlijk moois maar ik zal het mezelf zelden kwalijk nemen dat ik de zet niet eens overwogen heb tijdens de partij. Recent botste ik minstens 2 maal op zulke stellingen bij het analyseren van mijn eigen partijen. In het eerste voorbeeld was het mijn tegenstander die de kans aan zich liet voorbijgaan.
Dus g4 werkte omwille van enkele briljante tactische motieven die in de stelling verscholen zaten. Dat het ver boven de rekencapaciteiten ligt van een mens, wordt bewezen door Leela die als 3500 schaakprogramma zich eveneens schromelijk misrekent.

Het andere voorbeeld heb ik zelf gemist in de Belgische interclub tegen de Belgische FM Adrian Roos. Opnieuw twijfel ik sterk of het een goed idee ware geweest om g4 te spelen in de praktijk ondanks dus dat het aanbevolen wordt door de computer.
Dat zetten zoals g4-g5 mogelijk zijn en soms zelfs de beste kunnen zijn in bepaalde stellingen, ontken ik absoluut niet. Ik denk wel dat we dit in de voorbeelden die ik in dit artikel toon, moeten overlaten aan de professionele idioot die onze schaakcomputers zijn. We moeten een duidelijk onderscheid maken in het beoordelen van computeranalyses  (synthese) van wat wel of niet door ons in de praktijk kan worden gebruikt. Daarbij moeten we zeker ook rekening houden met ons eigen speelsterkte. Voor minder ervaren spelers is dit geen eenvoudige opdracht. Een persoonlijke coach is daarom geen luxe.

Ik heb in dit artikel het gehad over een valkuil van computerevaluaties maar er valt zeker ook veel van te leren. Daar zal ik het later (nog) eens over hebben. Behalve de evidente openingen kan je ook door de jaren heen een heleboel middenspel/ eindspelkennis aanleren door dagelijks met de computer te werken. Ik ben daar het levende bewijs van want ik heb nauwelijks of geen schaakboeken over strategie/ positiespel gelezen.

Brabo

zaterdag 14 mei 2022

Mode deel 4

In het vorig blogartikel liet ik doorschijnen dat ik het niet heb op gokkers in het schaken. Speel om het even welk ander spel maar blijf weg van het schaken. Ik sta te roepen in de woestijn want de schaakwereld bestaat uit een allegaartje van spelers. De drijfveren lopen soms zeer uiteen tussen de schakers.

Bovendien kan ik niet ontkennen dat geluk toch geregeld in een schaakpartij een rol speelt. Een partij kan niet gewonnen worden als de tegenstander geen fout maakt. Elke competitieschaker hoopt dus in zekere zin altijd op fouten van de tegenstander.

Het niveau van de schaker is hierbij niet de enige factor die een rol speelt.  Door het opzoeken van (opening-)stellingen die fouten (liefst grote) eerder bij de tegenstander uitlokken, kan je het lot een serieus handje helpen. Die bereik je vaak niet door het spelen van de beste zetten (eerste keuze aangegeven door de computer) want daar kan je moeilijk iemand mee verrassen.

Vooral in snellere partijen (die nog steeds in populariteit winnen) zien we hoe efficiënt deze aparte techniek kan zijn. Het is veel meer dan hoopschaak want je hebt een groot saftey-net. Een mooi voorbeeldje uit mijn eigen (online) bordpraktijk hiervan zien we in onderstaande partij.
Jawel dus in 16% van mijn online blitzpartijtjes (28/171) antwoordde mijn tegenstander 7.Dh5 met 0-0. Echter minstens even belangrijk vind ik ook dat er geen weerlegging bestaat van 7.Dh5 en ik ook zonder 0-0 nog steeds volgens mijn rating scoorde.

Ik ben er best een beetje trots op dat ik dit idee eind 2020 ontdekt heb (zie geometrie) dus ik schrok recent wel toen ik in de lichess database per toeval zag hoe vaak anderen dit ook al gespeeld hebben.
Reeds 5064 partijen staan reeds geregistreerd met deze nochtans vreemde openingspositie. Met meer dan 25% (1289/5064) wordt zelfs een gemiddeld hogere succespercentage behaald (wellicht omdat hier ook snelle bulletpartijen zijn meegerekend die ik niet speel).

Hoe is dit uberhaupt mogelijk? Zou het? Ik bedoel, was ik met mijn blogartikel begin vorig jaar de katalysator hiervoor? De complete lichess database bekijken is te omslachtig maar dankzij Lichess Elite Database (enkel blitzpartijen van +2400 spelers) kan ik toch een goed idee krijgen wanneer de meeste partijen met die opening gespeeld zijn.
De gele ster is de maand (december 2020) wanneer ik het begon te spelen op lichess. De rode ster (januari 2021) is de maand wanneer ik erover schreef in een blogartikel. We zien een duidelijke toename van de populariteit in die maanden dus hoogstwaarschijnlijk heb ik er inderdaad aan meegeholpen.

1 van de fans die er van het eerste uur bij was en nog steeds bij is, is de Belgische FM Frederic Decoster. Hij schreef op 26 januari 2021: "Heel interessant" Dit is een nieuwtje die zijn ingang wel kan vinden." Ik merk op dat hij ondertussen het al minstens 26 keer zelf online getest heeft. De onderstaande is een leuke en knappe overwinning in het 2de oks (online klassiek schaaktornooi) tegen een jonge speler die recent heel veel progressie gemaakt heeft.
Echter in de grafiek zien we ook een terugval in de 2 volgende maanden en een derde groene ster waardoor er toch meer aan de hand is. Het duurde even vooraleer ik besefte waarom er in april precies een nieuwe piek werd bereikt tot ik ergens las dat de regerende wereldkampioen Magnus Carlsen had verloren in 8 zetten en na nauwelijks een paar seconden spelen. Zou het? Nee toch, jawel.

We hebben "geluk" want Carlsen was live aan het streamen toen hij met exact dit truukje werd mat gezet zie twitch.tv. De partij kan je hier nog "naspelen". Carlsen kon er zelf hartelijk mee lachen maar het filmpje en de zetten gingen als een lopend vuurtje door de schaakgemeenschap. Plots kende bijna iedereen het nu.

Dit zien we heel duidelijk in de populariteit van de opening in de maanden daarna. Als de wereldkampioen in deze val was getrapt dan was het zeker de moeite waard om het tegen om het even wie eens te proberen.

Ik ben dus een illusie rijker dat ik als onbekende kleine schaker een nieuwe trend/ mode in de schaakwereld had gecreëerd. Marcel Van Herck zei het laatst nog in een reactie op mijn artikel tablebases: het zijn altijd de grote spelers die met de pluimen gaan lopen. Alles wat Carlsen aanraakt, verandert in goud zelfs als hij een bulletpartijtje verliest in 8 zetten door te premoven. Tja er valt weinig tegen te beginnen en gelukkig hoef ik er geen boterham minder door te eten.

Brabo

vrijdag 6 mei 2022

Hoopschaak

Het oplossen van puzzels is een uiterst belangrijk onderdeel in de progressie van een schaker maar vandaag krijg ik soms het gevoel dat de slinger te ver is doorgeslagen. In om het even welk magazine of website worden we met puzzels gebombardeerd. Meer nog er is zelfs in de laatste jaren een heuse nieuwe stroming in het schaken ontstaan waarbij puzzels oplossen een discipline op zichzelf is geworden.

Neem nu bijvoorbeeld het grootste gratis online schaakplatform lichess. In eerste instantie werd met de puzzels de klassieke rol van trainen, analyseren en verbeteren opgenomen. Het dashboard gaf hierbij aan de deelnemer feedback betreffende zwaktes en sterktes. Het is 100% gratis en zonder beperkingen dus er werd massaal gebruik van gemaakt door de leden. Het Lichess-management merkte dit uiteraard ook zelf op en dus logisch werd er gekozen om op dit succes verder te bouwen.

Iets wat bijna altijd werkt is een competitie-element toevoegen aan een bestaand concept en dat was hier zeker ook het geval. Lichess lanceerde in de voorbije jaren verscheidene interessante formaten van puzzelcompetities:
  • Streak: Los steeds moeilijker wordende puzzels op en bouw aan een succesreeks. Er is geen klok, dus neem de tijd. Eén foute zet en het spel is uit! Per sessie kun je één zet overslaan.
  • Storm: Los zoveel mogelijk puzzels op in 3 minuten. Puur gokken kan niet want met elk verkeerd antwoord, verlies je 10 seconden.
  • Racer: Je speelt een puzzelwedstrijd tegen een of meerdere personen. Met elk correct antwoord krijg je een punt. Het doel is dus om zoveel mogelijk punten te verzamelen in 90 seconden. Alle puzzels moeten worden opgelost met hetzelfde kleur aan zet. Alle deelnemers krijgen dezelfde puzzels.
Ik vind het knap programmeerwerk en fun om te doen dus ik juich het absoluut toe maar er zijn ook gevaren. Zo zie ik een steeds groter wordende groep van schakers die enkel nog aan zulke puzzel (-competities) deelnemen. Daar is niets mis mee zolang je jezelf niet wijsmaakt dat dit ook een goede training is voor het gewone bordschaken.

Dus ik ben het niet eens met spelers die denken dat ze aan het werken zijn voor hun bordschaken als ze dagelijks aan zulke puzzelcompetities deelnemen. Meer ik denk zelfs dat het schadelijk kan zijn. Je brengt jezelf in een oplosmodus die elke connectie met bordschaken verloren heeft. Een indirect bewijs wordt geleverd met de leuke lichess-gadget: training/of-player. Lichess maakt automatisch nieuwe puzzels aan van je eigen online gespeelde partijtjes die aan de algemene gigantische puzzel-database worden toegevoegd. Het zijn bijna steeds gemiste combinaties maar ik loste mijn eigen misbaksels allemaal makkelijk op zonder de tijdsdruk.

Daarnaast merk ik ook op we steeds vaker in een gevaarlijke reflex-modus schaakzetten spelen. Een patroon wordt herkend en de oplossing wordt automatisch gelinkt. Het is hilarisch als Carlsen na de gespeelde zetten 1.e4 e5 2.Pf3 Pf6 al kan vertellen dat het over de partij Alonso Zapata - Viswanathan Anand gespeeld in 1988 zal gaan zie "Magnus Carlsen's Mind-Blowing Memory! World Chess Champion tested. Aan een schaakbord noem ik zoiets hoopschaak.

Nu ik geef toe soms is het erg lastig om te weerstaan aan de lokroep. Neem nu bijvoorbeeld het klassiek stukoffer van een loper op h6/h3. Het thema is al bekend minstens sinds de 19de eeuw wat aangetoond wordt in het boek On the origin of good moves (die ik eerder vermeldde op deze blog in het artikel oude wijn in nieuwe zakken deel 3).
Niet iedere schaker zal deze partij kennen maar ieder ervaren schaker kent het thema. Als verdediger breekt het angstzweet uit wanneer je tegenstander het speelt. Weinig aanvallers kunnen weerstaan aan de hypnotiserende werking van het stukoffer. Je hebt zelfs spelers die hun hele (online) repertoire hiervoor aanpassen om extra kansen op het stukoffer te kunnen vinden.
Zo ver ga ik niet maar in een fun-partijtje zoals online blitz, kan ik er vaak ook niet aan weerstaan. Dat je dan soms verliest van een speler met 600 elo minder, neem je erbij voor lief.
Nu in het algemeen kom je zelfs al is het stukoffer compleet verkeerd er heel vaak mee weg online met die (zeer) snelle tijdscontroles. Je krijg bijna altijd swindelkansen. Als de verdediger de matdreigingen weerlegd heeft dan is tijdnood veelal een probleem later in de partij. Dus een goed voorbeeld van de slechte/ gevaarlijke reflex-zet is dit thema niet. Anderzijds is het gevaar wel reëel dat spelers eenzelfde succes verwachten in klassiek bordschaken. Dat zou wel eens enorm kunnen tegenvallen.

Ik merk op dat een aantal spelers het lastig hebben na 2 jaar bijna uitsluitend online schaken om de nuchtere meer objectieve mindset terug te vinden nodig voor klassiek bordschaken. Dat zien we in meer riskante openingen (zie openingsstrategie deel 2) en bijvoorbeeld in onderstaande partij uit de Nederlandse interclub. Is het toeval dat mijn tegenstander online heel actief was gedurende de lange lockdowns?
Mijn tegenstander gaf achteraf toe dat hij gevoelsmatig had gespeeld op het insluiten van mijn dame zonder concreet de consequenties ervan te hebben doorgerekend. Hij hoopte dat het wel goed zou komen maar dit gebeurde dus niet en daarna kon ik simpel het punt binnenkoppen.

Ik vind dit soort hoopschaak iets anders dan bewust risico's nemen. Je neemt ook risico's maar je hebt geen idee wat de kansen zijn. Ik ben nooit een fan geweest hiervan (online schaken inbegrepen) en in klassiek schaken vind ik het al helemaal niet ok. Nu wellicht moeten nog enkele spelers acclimatiseren. Als je een paar zulke klassieke bordpartijen verloren hebt dan besef je ook wel dat het anders moet dan in online schaken.

Brabo