maandag 26 oktober 2020

Praktisch schaak deel 2

Het lijkt er steeds meer op dat we voor lange tijd niet aan een bord zullen kunnen schaken. Het is te zeggen zonder dat we onszelf in allerlei bochten moeten wringen waardoor er van het oorspronkelijk plezier aan bordschaken nog bitter weinig overblijft. Echter de alternatieven zijn weinig benijdenswaardig. Online schaken kan je niet serieus nemen want je weet nooit tegen wie of wat je precies aan het spelen bent. De laatste maanden kwam het ene na het andere dopingschandaal naar boven in die mate zelfs dat het even werd opgepikt door grote nieuwskanalen zoals the guardian.

Misschien moeten we gewoon maar de computer toelaten zoals bij iccf als we toch niet in staat zijn om de valsspelers te vermijden. Dan is er uiteraard geen probleem meer van valsspelen en krijgen we bovendien als leuke bonus dat de partijen kwalitatief veel hoger en interessanter zullen zijn. Dit lijkt mij ook een stuk leerzamer dan de vele blitz- en bulletpartijtjes die grotendeels tijdsverspilling zijn.

Anderzijds denk ik niet dat er nog veel leuks aan het schaken is wanneer alle partijen in een tornooi zullen eindigen op remise door gebruik te maken van een computer. Dit is exact wat er recent gebeurde in een toptornooi georganiseerd door iccf: Joop van Oosterom Memorial. Alle 28 partijen werden remise ondanks dat er telkens tot de laatste snik werd gestreden voor de overwinning want veel partijen eindigden op een zetherhaling.

Het zat er al een tijdje aan te komen zie mijn artikel van 2015 computers worden autonoom. Of zoals Nigel Short het benoemde op twitter: correspondentieschaken is nog meer dood dan een Noorse blauwe papegaai. Daarop probeerde oud-wereldkampioen correspondentieschaak Leonardo Ljubicic nog de brokken te lijmen door te stellen dat de partijen zeer relevant blijven voor het bordschaken en het onderzoek van openingen maar het kwaad was al geschied. Trouwens ik geloof niet dat er 1 correspondentiespeler is die schaakt om openingsnieuwtjes gratis te doneren aan bordschakers of openingsboeken. Ook correspondentieschaak wordt gespeeld om partijen/ tornooien te winnen dus net als bij gewoon bordschaken. Zonder winnaars/ verliezers is een competitie niet meer zinvol.

Dat laatste was trouwens ook de commentaar op de meest recente finale van het bordwereldkampioenschap. Op 28 november 2018 moest een rapidmatch uiteindelijk uitsluitsel geven over wie wereldkampioen zou worden nadat all 12 klassieke partijen op remise waren geëindigd. Dus ook voor bordschaken (tenminste bij de elitespelers) vroeg men zich af of klassiek schaken nog zinvol was als er geen winnaars/ verliezers meer waren.

Echter hier denk ik dat we te snel conclusies aan het maken zijn. In tegenstelling tot correspondentieschaak hadden zowel Magnus Carlsen als Fabiano Caruana diverse winstkansen in de klassieke partijen. Voor uiteenlopende redenen slaagden ze er niet in die te verzilveren. Ik heb een klein onderzoek gedaan met Stockfish en Leela om deze claim te kunnen staven en stelde vast dat zeker 5 partijen geen remise zouden zijn geweest mits gebruik te maken van de computer vanaf een welbepaalde zet.

M.a.w. ondanks dat de beste spelers intensief trainen met de beste engines, slagen ze er niet in om het niveau van die engines te evenaren in hun bordpartijen. Zoals ik al in deel 1 vermeldde, rekenen wij als mensen heel anders dan schaakprogramma's en kunnen we dus nooit op hetzelfde niveau schaken. Wat vandaag wel mogelijk is, is om een bulletproof-repertoire op te bouwen. Er is zoveel kennis vandaag over openingen beschikbaar dat je in combinatie met analyses van de huidige beste engines kunt openingen selecteren die niet meer weerlegd kunnen worden.

Dit betekent uiteraard niet dat topspelers in het bordschaken geen partijen meer kunnen verliezen in de opening. Ons geheugen is slechts een fractie van een standaard chessbase-database. Bovendien zijn veel stellingen wel heel makkelijk te neutraliseren met een engine maar is het zonder voorkennis een heel ander verhaal aan het schaakbord. Persoonlijk stap ik dan ook steeds vaker af van de wetenschappelijke aanpak zie deel 1 en deel 2. Als er geen weerlegging te vinden is dan kijk je beter naar andere factoren van de opening. Niet zelden weet ik zelfs op voorhand dat wanneer mijn tegenstander de opening even grondig thuis geanalyseerd heeft dan ik en ervoor kiest om de hoofdlijn te spelen dat remise onvermijdbaar wordt als hij het allemaal kan reproduceren.

Op topniveau zien we dan bij openingen met veel verplichte zetten hierdoor partijen wel heel snel zelfs op een klassiek tempo remise worden (zie bv. partij Maxime Vachier-Lagrave - Boris Gelfand gespeeld in 2013 die aan bod kwam in mijn atikel iccf). Echter op mijn niveau merk ik op dat het gevaar voor dit soort non-partijen zo goed als onbestaande is. Ik ken niemand die de openingen even grondig analyseert zoals ik uitlegde in mijn artikel openingen studeren deel 2. Ik ben daarom ook niet meer vies van een  specifieke variant te spelen die geforceerd naar remise leidt zoals in onderstaande opening.
Een partij met die specifieke variant kwam al aan bod in mijn artikel curieuzeneuzemosterdpot deel 2 waarin je kunt zien dat ik vrij makkelijk won dus ondanks de theoretische evaluatie. Ik wil hierbij ook nog even aan toevoegen dat wit iets makkelijker speelt in de slotstelling. Ik bedoel alhoewel alle partijen in correspondentieschaak remise werden met de slotstelling, had ik nog even doorgespeeld in het bordschaken want wit riskeert niets en zwart moet nog enkele accurate zetten vinden.

Dit betekent dus ook dat ik die zogenaamde remisevarianten helemaal niet speel om remise te maken maar wel degelijk om partijen te winnen. M.a.w. dit is iets totaal anders dan op remise spelen met wit tegen een sterkere tegenstander en wit kiest al in de opening een remisevariant. Anderzijds kan je jezelf natuurlijk afvragen of er veel plezier nog aan het schaken is om op deze wijze te spelen.

Dit soort opmerking kreeg ik ook na mijn 7de partij in Open Praag deze zomer. Ik koos toen voor een theoretische lijn waarvan ik wist dat ze in een remise-eindspel uitmondt maar met een pluspion. Mijn tegenstander had echter geen zin in dit soort partij en week snel af met een idee dat hij een jaar eerder met de Duitse grootmeester Artur Joesoepov had bestudeerd en die snel enorme complicaties creëert.
Achteraf ontdekte ik dat het idee ondertussen al weerlegd was in correspondentieschaak. Toen ik mijn tegenstander hierover aansprak, bleek hij hiervan niet op de hoogte te zijn. Hij had misschien het anders ook niet durven te spelen. Ik heb het al eerder aangehaald in de valse waarheid deel 2 dat het kan lonen om verouderde analyses te spelen als je je tegenstander hiermee uit boek kunt gooien.

Anderzijds toonde ik ook nog recent aan in chess position trainer deel 4 hoe gevaarlijk het kan zijn om openingen te spelen die je niet goed kent. Mijn tegenstander in Praag had dus het geluk dat ik zijn idee nog niet op voorhand had bestudeerd.

Meer en meer spelers kiezen daarom ook vandaag voor openingen waarin geforceerde lijnen minder en minder voorkomen. Niet zomaar is daarom o.a. het rustige Italiaans en het Berlijns zo populair geworden zelfs bij amateurs in de laatste jaren. Dit laat toe om weer echt te schaken i.p.v. te kijken wie het beste geheugen heeft. Nu ook daar zien we de kapers al aan de kust. Ik denk aan de volgende zeer recente publicaties the modernized berlin wall defense en uiteraard The Italian Renaissance deel 1 en deel 2. Nergens ben je nog veilig.

Brabo

woensdag 21 oktober 2020

Nieuwe viewers deel 2

Vorige week heb ik alle 244 artikels van mijn Engelstalige schaakblog gemigreerd naar de Chessbase-viewer. Iets meer dan 10 uren kostte het me op de html-code manueel aan te passen dus geen leuk werkje dat je vaak wilt doen. Het is natuurlijk de bedoeling om in het vervolg er enkel nog die viewer te gebruiken.

Ik was al enige tijd met het idee aan het spelen om van viewer te veranderen op die site maar ik maakte er pas nu werk van. Door de corona-crisis zijn al mijn gewone schaakactiviteiten onderbroken. Bovendien had ik de waarschuwing gekregen dat tegen eind dit jaar flash niet meer ondersteund zou worden. Enkele browsers zoals chrome ontmoedigen al geruime tijd het gebruik van flash waardoor ik al midden 2017 had beslist om te veranderen naar de Chess.com-viewer. Meer en meer lezers klaagden toen dat ze problemen hadden met de flash-viewer en ik vermoed dat sommigen hierdoor ook hun interesse voor deze blog hebben verloren.

Tenminste zo ben ik zelf wanneer ik blogs lees. Tenzij de blog super interessant is, ben ik niet bereid om veel energie erin te steken om bijvoorbeeld uit te zoeken hoe flash te laten werken voor die blog. Trouwens er bestaan wellicht honderd(en) schaakblogs en eerlijk gezegd 99% of zelfs meer is totaal niet de moeite om te lezen. Dus een aantrekkelijke blog moet niet alleen iets interessants te vertellen hebben maar moet ook makkelijk te lezen/ consumeren zijn.

Anderzijds vermoed ik dat sommigen zich zullen afvragen wat het nut is om al die oude artikels op te frissen. Als ik rondom kijk dan zie ik dat bijna geen enkele (schaak-) blogger dit doet. De meeste informatie op blogs is dan ook heel snel verouderd. Tornooien (tenminste voor corona) volgen elkaar in sneltrein-tempo op. Zo goed als niemand kijkt nog naar een tornooiverslag van x maanden/ jaren geleden. Als het niet nieuw is dan verliest de informatie heel snel haar waarde. Wel net daarom heb ik ervoor opgelet in mijn artikels dat nieuws nooit het hoofdthema is. Ik kan immers nooit concurreren met professionele nieuwssites. Ik heb dus van bij de start beslist dat mijn blog een andere invalshoek moest hebben zodat lezers hier iets uniek konden vinden die mij toch de moeite waard leek.

Plagiaat is enorm verspreid bij bloggers maar ik ben zeker dat dit hier niet het geval is. Soms neem ik wel eens een quote mee maar dan wordt die verwerkt in een thema waardoor het een totaal ander verhaal wordt. Trouwe lezers weten ook dat in mijn artikels veel persoonlijks steekt (eigen partijen, ervaringen of interpretaties, ...) waardoor ik ook soms eens tegen een heilig huisje schop. Dat niet iedereen het altijd hiermee eens is, leidt soms tot interessante discussies. Dit is dan ook waarom ik niet alles van deze Nederlandstalige blog vertaald heb naar het Engels. Bepaalde onderwerpen zoals onze Belgische schaakbond hebben weinig of geen waarde voor een internationaal publiek. In elk geval ben ik ervan overtuigd dat veel artikels op deze blog goed de tand des tijds kunnen weerstaan waardoor het mij dus wel zinvol lijkt om die oudere artikels levend te houden.

Dit valt ook af te leiden uit de blog-statistieken. Elke dag worden nog oude artikels opgevraagd zelfs x maanden/ jaren na publicatie. Zelfs ik doe dit geregeld want ik herinner mij bijlange niet meer wat ik hier allemaal al heb neergeschreven en soms wil ik wel een bepaald detail terugzien. Dus het was voor mij een eenvoudige beslissing om beide blogs zo lang mogelijk in een goede conditie te houden. Moeilijker vond ik welke viewer hiervoor ik het best gebruik.

Eerder schreef ik al dat ik midden 2017 koos om vanaf dan te werken met de Chess.com-viewer. In die tijd leek het mij de best beschikbaar viewer zie nieuwe viewers deel 1. De viewer van Chessbase werd functioneel als iets beter beschouwd maar was in tegenstelling tot de Chess.com-viewer toen niet gratis waardoor bijna geen enkele blogger het gebruikte. Ik vermoed dat dit wellicht ook een rol heeft gespeeld bij Chessbase om hun viewer in 2018 dan ook maar gratis aan te bieden. Het heeft weinig zin om een mooi programma achter een betaalmuur te houden als niemand het gebruikt.

Ondertussen zijn meer en meer bloggers recent naar de Chessbase-viewer overgestapt ook omdat Chess.com niet omkijkt naar de collateral damage die ze veroorzaken na software-updates van hun viewer. Veel oude artikels zien er vandaag erg lelijk uit door die ongevraagde software-updates: een artikel uit 2016 op de blog van de Australische grootmeester David Smerdon. Wanneer je net alle html-code hebt aangepast om de layout terug te herstellen, kwam er weer een update door Chess.com die een lelijke tweede scrollbar rechts plots creëerde zie: een artikel uit 2019 op de blog van de Macedonische grootmeester Alex Colovic.

Ik heb geen garantie dat dit niet zal gebeuren met de Chessbase-viewer. Desondanks vind ik het voldoende redenen om voor mijn Engelstalige blog de Chessbase-viewer een kans te geven i.p.v. de Chess.com-viewer. Ik vind het ook leuk dat in tegenstelling tot de Chess.com-viewer alle partijen bewaard worden in de html-code van mijn blog en niet op hun website. Betreffende functionaliteit zie ik weinig verschil of tenminste niets belangrijk. In beide viewers kan je analyseren, partijen downloaden, de layout naar keuze aanpassen ... Het is wel zo dat na een zoveelste update van de Chess.com-viewer je nu eerst wordt omgeleid naar hun website. Persoonlijk denk ik dat het iets makkelijker is om op de blog te blijven, zoals mogelijk is met de Chessbase-viewer met "the maximize board" optie (zie beneden rode cirkel).

Om terug te keren naar de blog moet je simpel opnieuw dezelfde knop drukken (klik dus niet op x in de rechterbovenhoek zoals ik eerst dacht want dan sluit de volledige browser).

Spijtig zijn er ook enkele minder leuke kantjes aan de Chessbase-viewer. Zo werden tijdens de migratie van de Chess.com naar de Chessbase-viewer bij een aantal partijen sommige symbolen niet correct geïnterpreteerd. Uiteindelijk om geen uren hieraan te spenderen, heb ik ze weggelaten ook al omdat de gebruiker altijd het wieltje beneden het diagram kan gebruiken om onmiddellijk een evaluatie te zien door een sterke engine.

Een ander probleem verschijnt wanneer ik meerdere blogartikels in 1 keer op het scherm wil tonen. Ik vermoed dat het iets te maken heeft met het niet correct afsluiten van een script in html want de viewer van het ene artikel blijkt de viewer in het andere artikel te interfereren. Op deze Nederlandstalige blog heb ik gekozen om in 1 keer 7 artikels onder elkaar te tonen maar voor de Engelstalige blog heb ik noodgedwongen mij moeten beperken tot 1 artikel per keer. We zien dit probleem duidelijk wanneer je bijvoorbeeld kiest voor de artikels van september. Nu mijn artikels zijn meestal vrij lang dus echt problematisch lijkt het mij niet dat de lezer slechts 1 artikel per keer kan lezen.

Tenslotte krijg ik ook het gevoel dat de Chessbase-viewer minder stabiel is op smartphones. Ik lees bijna nooit blog-artikels erop maar ik vermoed dat sommige lezers dit wel doen wanneer ze naar school/ werk aan het pendelen zijn. Ik aarzel dus om dezelfde migratie uit te voeren voor deze Nederlandstalige blog. Het zal mij wellicht ook 2 keer zoveel tijd vergen. Ook lijkt het mij interessant om 2 viewers te onderhouden zodat een update of stopzetting van een viewer minder impact heeft op de blogs. Grote bedrijven zoals Chess.com en Chessbase zullen wellicht niet snel verdwijnen maar je weet nooit wat de toekomst brengt. Hoe denken jullie hierover?

Brabo

zondag 11 oktober 2020

Chess position trainer deel 4

De Russische topgrootmeester Alexander Grischuk is een fenomeen in het schaken. Het is te zeggen vooral naast het bord, zorgt hij steevast voor interviews die op je lachspieren werken. Zo vond ik enkele maanden geleden schitterende compilaties van deze interviews die in deze triestige tijden van geen bordschaken mij toch even konden opmonteren zie Thug Life Compilation deel 1, deel 2 en deel 3.

Niet verwonderlijk wordt hij dan ook regelmatig uitgenodigd om tornooien live te becommenatarieren. Dit was veelvuldig het geval in de Magnus Carlsen Chess Tour met zijn onlinetornooien. Alexander stelde niet teleur want zo herinner ik mij een leuke quote over openingen van hem tijdens Legends of Chess die ik op twitter las: "It used to be like memorising a poem, because it would be some moves you found yourself, then when computers just appeared it would be like memorising a poem in not your native language & nowadays it's like memorising random numbers - it's impossible".

Computerprogramma's worden steeds sterker waardoor ze steeds vaker ook zetten voorstellen die voor ons mensen nog heel moeilijk of zelfs niet meer te begrijpen zijn. Echter dit betekent niet dat we die random zetten zoals Alexander Grischuk ze noemt, niet moeten leren. Ze zijn wel degelijk (veel) beter dan wat we zelfstandig zouden kunnen analyseren en het is vandaag ook naïef om te hopen dat je tegenstander geen computer in de voorbereiding zal gebruiken om je eigen gemaakte brouwsels in een mum van tijd te weerleggen.

Ik bedoel willens nillens zijn we vandaag verplicht om in klassiek schaken mee te gaan in de wedren van openingen studeren als we tegen spelers boven 2200 elo spelen. Vanaf 2200 elo mag je er prat op gaan dat vandaag de overgrote meerderheid met een computer zich voorbereidt. Daarbij heb je steeds de keuze voor ofwel in de breedte of in de diepte te werken. Enkele maanden geleden schreef ik over de obstakels die ik ontmoette bij het studeren in de diepte zie het geheugen deel 2. De varianten komen zo zeldzaam op het bord dat het je niet meer lukt om die analyse van x maanden/ jaren geleden nog te herinneren wanneer het moet.

Echter in Open van Praag deze zomer ondervond ik ook voor het eerst de nadelen van meer in de breedte te willen werken (alhoewel dit nog heel beperkt is in vergelijking met de meeste topspelers). Ik schreef vorige maand nog in mijn artikel regressietesten dat veel varianten uit mijn repertoire recent zijn verdwenen en vervangen door (hopelijk) betere maar daarom scoor ik (nog?) niet beter in de praktijk, eerder in tegendeel. Een mooi voorbeeldje hiervan zijn mijn recente experimenten met c6 in de Leningrader. In de 6de ronde ontsnapte ik met een blauw oog door in een verloren positie remise te krijgen omdat mijn tegenstander nogal krap zat met zijn resterende tijd.

De 8ste ronde was nog erger. Deze keer stond ik al na 12 zetten compleet verloren tegen een 150 punten lager gekwoteerde tegenstander en mocht ik opnieuw op mijn blote knietjes bedanken voor het halfje dat ik cadeau kreeg.

Dit hadden dus makkelijk 2 nederlagen kunnen zijn en wellicht had ik dit ook verdiend. Nieuwe openingen spelen zonder enige kennis is bijzonder riskant tegen ervaren schakers. Ik snap dus heel goed waarom veel amateurschakers dezelfde openingen blijven spelen.

Anderzijds zoals ik al schrijf in de commentaar van de 2 partijen, was ik niet totaal onvoorbereid voor deze nieuwe opening. De varianten die op het bord waren gekomen, had ik wel degelijk vooraf ingestudeerd aan de hand van chesspositiontrainer en de methode die ik uitlegde in deel 3 enkele maanden geleden. Desalniettemin kon ik tijdens de partijen die kennis niet reproduceren.

Dit is dus iets totaal anders dan een oude analyse die ik vergeten ben. Hier spreken we over het vergeten van relatief korte varianten die ik slechts enkele dagen eerder nog meermaals (tot zelfs 10 keer) had ingestudeerd. Behoor ik tot de jonge dementen en moet ik mij er bij neerleggen dat openingen studeren voor mij een hopeloze zaak is geworden? Ik voel het niet zo aan en ik vermoed ook dat de waarheid elders ligt.

Vooreerst is de variantenboom die ik als cruciaal beschouw van de Leningrader in korte tijd gegroeid tot een serieuze kanjer. Onderstaand overzicht toont de verdeling in complexiteit van mijn huidig zwartrepertoire en daarop zie je duidelijk dat de Leningrader de grootste slokop is.
Met net geen 400 zetten voor de Leningrader kan je jezelf afvragen of ik niet overdrijf en het mezelf niet nodeloos moeilijk maak. Een andere speler die ook de Leningrader af en toe speelt, vertelde mij dat hij zonder veel kennis toch succesvol ermee is. Echter hij speelt uitsluitend tegen spelers die minder dan 2000 elo hebben en dat is toch een totaal ander soort schaken. Dit zien we trouwens ook in de 2 partijen die ik in dit artikel eerder toonde. Bovendien vind ik 400 zetten helemaal nog niet veel als je dat vergelijkt met bv. het boek van Adrien Demuth die op zich al 400 pagina's beslaat. Met 1 (halve) zet per pagina besef je dat je slechts het topje van de ijsberg leert.

Daarnaast denk ik ook dat ik op de verkeerde wijze gewerkt heb met chesspositiontrainer. In onderstaande scherm zie je dat er 3 opties zijn om stellingen te studeren: systematisch, random of fotografisch. Ik koos voor systematisch maar dit was duidelijk een verkeerde keuze voor mij met deze opening.
Foto training is gewoon kijken naar zetten. Misschien werkt dit voor mensen met een fotografisch geheugen maar dat is niets voor mij. Reeds op school moest ik hard werken om woordjes Frans/ Engels ... in te studeren. Dit lukt enkel bij mij door veelvuldig herhalen en het actief neerschrijven van de afgedekte nieuwe woorden. Willekeurig had oorspronkelijk mijn voorkeur maar bij chesspositiontrainer is willekeurig echt wel willekeurig. Zo kan je makkelijk de ene variant 10 keer op het scherm krijgen en de andere slechts 1 keer. 400 zetten op die wijze instuderen, duurt een eeuwigheid zonder maar te spreken dat het vaak tijdsverlies is om 10 keer een variant opnieuw te moeten beantwoorden die je al van de eerste keer correct had.

Met systematisch krijg je alles exact 1 keer voorgeschoteld (tenzij je het verkeerd hebt want dan wordt het herhaald). Dit lijkt het beste maar er is 1 groot nadeel aan deze methode. De varianten/ zetten die op het scherm worden getoond, gebeuren steeds in exact dezelfde volgorde. Na een tijdje keek ik zelfs niet meer naar wat er exact op het bord stond want ik wist dat de ene zet na de andere moest komen. Ik misleidde mezelf dus tijdens het studeren. Ik dacht dat ik de opening had gestudeerd maar ik had in werkelijkheid een lange reeks zetten geleerd en dat brak mij zuur op in de bovenstaande partijen. Ik slaagde er niet in om ergens midden in de zettenreeks terug in te pikken ook al omdat er geen informatie was over waar ik precies zat in die zettenreeks.

Hieruit zijn een aantal belangrijke lessen te trekken te beginnen met de methode van studeren. Randomness (willekeurigheid) is noodzakelijk om in de oefeningen te steken. Ik heb de ontwikkelaar van chesspositiontrainer hierover gemaild of er misschien een update met verbetering van het programma mogelijk zou zijn. Het zou zeer interessant zijn wanneer de willekeurige selectie rekening kan houden met de reeds goed opgeloste varianten.

Een snelle tussenoplossing zou het opsplitsen kunnen betekenen van een opening bestaande uit 400 zetten in kleinere stukjes zodat we met de willekeurige selectie toch minder vaak dezelfde stellingen terugzien. Dit heeft wel als nadeel dat er minder gemixt kan worden en dat je meer tijd verliest met het switchen tussen de blokken.

Tenslotte is het ook zo dat ik misschien sowieso niet kan verwachten dat ik (als amateurschaker) onmiddellijk zo een grote hoeveelheid concrete zetten perfect van buiten kan kennen. Het is wellicht ook 1 van de belangrijkste redenen waarom (top-) spelers zelden de Leningrader wensen te spelen. Enkel als je op voorhand weet welke variant wit zeer waarschijnlijk zal spelen dan is een gokje ermee aantrekkelijk. Een andere speelbare optie werd opgegeven in het artikel ideeen deel 2. Je kiest een zijlijn als verrassingswapen maar dan zijn we echt wel op korte termijn aan het kijken terwijl ik toch verkies om iets lange tijd (meerdere malen) te kunnen spelen.

Brabo

zondag 4 oktober 2020

Het thuisvoordeel

Schakers die musiceren en muzikanten die schaken, er zijn er heel veel. Zelf schreef ik 2 jaar geleden in mijn artikel jubileum over hoe ook ik eerst vooral muzikant was en pas als volwassene de switch maakte naar uitsluitend schaken. Een andere misschien minder bekende maar minstens even populaire combinatie is voetbal en schaken. Hierbij speelt onze huidige wereldkampioen schaken Magnus Carlsen uiteraard een belangrijke rol. Niet alleen is Magnus een begenadigd voetballer maar daarnaast is hij ook een grote fan van Real Madrid. In dezelfde adem moet ik dan ook zijn voormalige trainer Simen Agdestein vermelden die zowel in het schaken als in het voetbal ooit voor de nationale Noorse ploeg speelde.

Ook bij onze Belgische jeugdschakers zijn er heel veel voetballers die dus naast het schaken ook competitiewedstrijden voor hun voetbalclub spelen. Die voetbalmicrobe wordt trouwens ook op jeugdschaaktornooien doorgegeven. Zo herinner ik mij een leuke anekdote toen we terugkeerden van een schaaktornooi waaraan Hugo had deelgenomen. In de auto vroeg ik aan hem of hij het leuk had gevonden. 'Ja', zei hij enthousiast, 'ik heb 2 goals gemaakt'. De schaakresultaten waren voor hem duidelijk minder belangrijk dan de fun die hij had gehad bij het voetballen wanneer er gewacht moest worden tussen de partijen.

Ik was bijgevolg dan ook niet verrast toen Hugo steeds meer aandrong om een stap verder te zetten met het voetballen. Ik hield de boot aanvankelijk af maar op een bepaald ogenblik besefte ik dat als hij echt dolgraag wilt voetballen dat ik dit als goede ouder moet ondersteunen. Bovendien was er recent ook veel tijd vrijgekomen daar we gestopt waren met schaaklessen zie kinderen leren schaken deel 4. Dus ging ik een paar maanden geleden op zoek naar een voetbalclub voor hem maar dit bleek niet eenvoudig. De meeste voetbalclubs staan niet te springen om een 11 jarige onervaren jongen op te nemen. Het is niet zo als bij het schaken dat meedoen in het voetbal belangrijker is dan winnen. Als je pas op 11 jaar begint met voetballen in een club dan sta je al 5 jaar intensief trainen achter op de meeste andere spelers en dat betekent dat je geruime tijd niet het team/ de club kunt helpen in de competities.

Ik moest Hugo dan ook lange tijd teleurstellen tot vorige week ik plots een berichtje kreeg van een voetbalclub in de buurt dat Hugo mocht meetrainen. Men kampt er met veel afzeggingen en een extra speler zou in de toekomst meer dan waarschijnlijk van pas komen. Hugo was superblij maar dit betekende wel dat we dringend de nodige schoenen, scheenlappen, truitje,... nog moesten aankopen. Het was niet goedkoop maar het was de moeite waard toen ik na de eerste training vorige vrijdag hoorde van Hugo dat hij zich super geamuseerd had (en achteraf thuis heel snel als een blok in slaap viel).
Einde eerste voetbaltraining met Hugo helemaal rechts op de foto.

Het is een compleet andere wereld dan het schaken en dat betekent dus dat we in de toekomst veel zullen bijleren. Zo was de befaamde buitenspel-val al onmiddellijk voor Hugo een harde les tijdens de eerste training. Het thuisvoordeel is ook zoiets waarmee hij wellicht later kennis zal maken wanneer hij wedstrijden mag meespelen.

Zo waren er laatst ook heel wat artikels in het nieuws over de invloed van de corona-maatregelen op het thuisvoordeel zie bv. bundesliga bewijst zonder fans is er amper thuisvoordeel of  de vloek van het lege stadion drie redenen waarom thuisvoordeel eerder thuisnadeel is met premier league als uitzondering of belgie lijkt trend bundesliga te volgen geen publiek meer uitzeges. Supporters stuwen de eigen spelers vooruit en arbiters zijn iets milder voor de thuisploeg want vrezen boze reacties van de supporters bij een foute beslissing.

Zoiets hebben we natuurlijk niet tijdens het schaken tenzij in de regels van Floor zie aflevering Fanatiek vanaf 7min 20sec (niet vergeten op te klikken want hilarisch !). Ieder van ons gezin is absolute fan van dit kinderprogramma die terecht al enkele prijzen heeft gewonnen. En toch wil ik het in dit artikel over dit thema eens hebben want er valt zelfs in het schaken iets over te vertellen.

Zo gaf oud-wereldkampioen Viswanathan Anand eens in een interview aan dat het voor hem eerder een nadeel dan een voordeel was om in zijn eigen thuisstad Chennai het wereldkampioenschap in 2013 te spelen. In eigen land kon Magnus Carlsen slechts 2 van de 7 georganiseerde toptornooien winnen ondanks hij steeds de elofavoriet was zie Norway Chess. Ik kan het niet meer exact terugvinden maar ik dacht dat het de Franse topgrootmeester Maxime Vachier-Lagrave was die vorig jaar de Chess-tour in Parijs won door in een hotel te logeren ondanks dat hij op wandelafstand woonde van de tornooizaal. De afleidingen/ verleidingen zijn thuis nu eenmaal veel groter en schaken doe je het best wanneer die er niet zijn.

Een uitzondering die ik opmerk op het thuisnadeel is af en toe bij de arbitrage. Zo herinner ik mij een anekdote uit een Frans tornooi die ik speelde in 2005. Met slechts seconden resterend op de klok claimde mijn tegenstander remise op en de arbiter kende die tot mijn grote verwondering onmiddellijk toe.

Ok het staat uiteraard remise want ik kan hem niet in tempodwang krijgen. Anderzijds moet wit blijven opletten waar hij zijn stukken zet en een fout is snel gebeurd als je niet meer kunt nadenken. Ik vermoed dan ook dat sommige arbiters anders hadden gejureerd. Nu Fransen zijn chauvinisten en als buitenlander moet je niet verwachten dat je het voordeel zult krijgen bij twijfel. Ik ben daarom ook blij dat we vandaag bijna altijd met increment spelen zodat dit soort pijnlijke discussies niet meer voorvallen.

Dit betekent niet dat we van alle conflicten in het schaken verlost zijn. Zo kwam mijn zoon Hugo al wenend de hotelkamer binnen na de laatste ronde in Open Praag. Ook hier speelde de arbiter een cruciale rol waarbij het thuisvoordeel duidelijk was. Hugo sprak geen woord Tsjechisch dus was kansloos en gaf gedegouteerd enkele zetten later op.

Hugo's tegenstander was slechts 9 jaar oud dus dan begrijp ik wel dat een j'adoube fout kan lopen maar dat betekent nog niet dat je daarom de fout door de vingers kunt zien. Dat deed de arbiter m.i. duidelijk wel door de jonge lokale held volledig in bescherming te nemen. Achteraf werd ik zelfs niet meer in de buurt toegelaten van de speler/ ouder om verhaal te halen. Het is ook compleet absurd om je koning zogezegd recht te zetten als een zet daarmee prompt mat in 1 zou zijn.

Het is een pijnlijke les die Hugo de eerste prijs van de -12 kostte en misschien hem ook voor een stuk nog meer naar het voetballen geduwd heeft. Anderzijds vermoed ik dat gelijkaardige zaken ook zullen gebeuren in het voetbal. In het buitenland/ bij uitwedstrijden, zorg je er beter voor dat het resultaat niet afhangt van een arbitrage. Speel gewoon beter want het heeft geen enkele zin om achteraf te protesteren.

Dit wil niet zeggen dat alle arbiters zo zijn. Er zijn er best ook die heel neutraal kunnen arbitreren. Zo vernam ik uit 2de hand een anekdote over onze enige Belgische internationaal scheidsrechter Geert Bailleul. Niet voor niets heeft hij deze status verworven. Zo liet hij in zijn Brugge prompt de zitplaatsen omdraaien net voor het aanvangsuur van de interclub wanneer bleek dat enkel de uitploegen met hun gezicht in de volle zon zouden moeten spelen. Thuisploegen weten ondertussen dat ze geen cadeaus moeten verwachten.

Brabo