woensdag 25 maart 2020

Verrassingen deel 3

Hoe ouder je wordt, hoe minder je nog zin hebt om jezelf aan te passen aan de maatschappelijke veranderingen. Mijn grootmoeder die ondertussen bijna 3 jaar geleden overleed, heeft nooit een computer of mobiele telefoon in huis gehad. De recente sluiting van talloze bankfilialen en de vraag/eis om enkel nog online te bankieren, veroorzaakte bij een groot deel van onze grijze bevolking angst en wanhoop. Ik vermoed velen van hen hebben dan maar hun financiële verplichtingen aan derden overgedragen.

Ook bij oudere schakers merk ik dezelfde terughoudendheid op t.o.v. veranderingen in het schaken. Sommigen zijn zelfs gestopt met schaken omdat schaken vandaag te veel verschilt met de tijd waarin men begonnen is met schaken. Schaken is dan ook de laatste 20 jaar erg veranderd. Ik denk aan het (veel) sneller tempo, de invoering van de increments, elektronische schaakklokken, afschaffen van het afbreken, nieuwe reglementen maar misschien wel de grootste impact had de computer.

Hoeveel schakers afgehaakt hebben onderweg is moeilijk in te schatten maar ik ben zeker ervan dat de veranderingen nodig waren om nieuwe jonge spelers aan te trekken en dus de toekomst op lange termijn van het schaken te vrijwaren. Trouwens ik denk dat voor veel jonge schakers het allemaal nog best sneller mag. Anderzijds is het geen toeval dat de seniortornooien erg populair zijn bij de oudere schakers net omdat men nog een trager tempo behoudt.

Jezelf heruitvinden is niet evident en dat geldt ook voor mezelf. Ik geef toe dat ondanks alle recente gemaakte inspanningen ik er niet in slaag om te wedijveren met de moderne openingsstrategien. Het is ook zo dat openingservaring in het schaken steeds minder waarde heeft. In een recent interview maakte Anish Giri de volgende interessante opmerking: "In 2010 zou je tien dagen nodig hebben voor een diepgaande analyse van een stelling. Twee jaar geleden kostte het twee dagen en tegenwoordig heb je de oplossing in een half uur gevonden."

Ik bedoel vandaag is het echt heel riskant geworden om 2 keer dezelfde variant te spelen als je tegenstander hierop zich kan voorbereiden. Je hebt slechts een fractie van de tijd nodig dan voorheen om de kritieke zetten met een computer te ontdekken en de tegenstander het erg lastig te maken zeker wanneer die tegenstander niet op voorhand weet welk stukje van zijn repertoire je zal aanvallen. M.a.w. speel niet iets waarvan al partijen van jezelf in een publieke database staan. In mijn situatie moet ik dan ook nog rekening houden met dat veel van mijn tegenstanders ook nog mijn blog lezen en daarvan zullen trachten te profiteren om informatie tegen mezelf te misbruiken/ gebruiken.

Kortom vandaag vanaf een zekere speelsterkte is het absoluut aan te raden om steeds nieuwe systemen aan te leren en zo voortdurend te variëren. Het is iets dat ik langzaamaan ook zelf steeds vaker tracht te doen. Echter ik geef toe dat het nog allemaal te traag en te weinig is. Een recent voorbeeldje opnieuw uit mijn Hollands repertoire illustreert heel duidelijk deze tekortkoming. Tot 2013 antwoordde ik 1.d4 f5 2.Lg5 h6 3.Lh4 g5 4.e4 met Pf6. 4 standaardpartijen speelde ik met deze variant waarvan onderstaande meest recente was.

De attente en trouwe bloglezer zal misschien de partij al herkend hebben van mijn artikel het sadistische examen. Daarnaast besprak ik in het artikel Lars Schandorff ook mijn andere partijen met deze variant. Dus toen eind vorig jaar de Belgische FM Arno Bomans mij verraste door deze variant binnen te gaan, rook ik onraad en besliste om direct af te wijken met een alternatief dat ik een jaar eerder bestudeerd had. In verrassingen deel 2 gaf ik aan dat gemiddeld mijn tegenstanders afwijken op zet 4 dus ik dacht op tijd te zijn maar dat viel dik tegen.

Er waren geen partijen met 4...Lg7 in de database van mij en op de blog kon je zelfs geen hint terugvinden dat ik zou variëren met 4...Lg7. Ik heb wel ooit eens op het slapende schaakfabriek vermeld dat ik de variant theoretisch interessant vind maar dat dateert al van 2015. Het lijkt mij erg onwaarschijnlijk dat die commentaar mij de das heeft omgedaan. Arno gaf achteraf grif toe dat hij de lijn heel goed had voorbereid. Op het moment dat Arno uit boek was, is de partij eigenlijk al gespeeld want wit staat na 12 zetten gewonnen. Hoe is het mogelijk om op dit bescheiden niveau tegen zulke voorbereiding aan te lopen want wat kan je nog meer doen dan op zet 4 af te wijken?

Tja je kan ook op zet 1, 2 of 3 afwijken natuurlijk. Nu in 99% van de gevallen zal afwijken op zet 4 volstaan maar hier botste ik tegen een heel uitgekookte tegenstander die mij ook nog eens heel goed kent. In onze 2 vorige partijen had hij telkens een systeem voorbereid maar had hij geen rekening gehouden dat ik een andere variant in het systeem zou kiezen t.o.v. eerdere partijen in de database van mezelf. Uit die partijen had Arno zijn lessen getrokken. Deze keer zorgde Arno er ook voor dat hij de zijvarianten had bekeken in het gekozen systeem om klaar te staan voor mijn verrassing. De moeilijkheid hierbij is natuurlijk een systeem te kiezen waarbij het aantal zijvarianten beperkt is en waarvan je relatief zeker weet dat ik het systeem nog steeds speel. Uiteindelijk viel zijn oog op een partij uit de 5de ronde van Open Leuven die ik speelde op een livebord nog geen maand eerder waarin ik exact de eerste 3 zetten speelde van het systeem. Een screenshot van mijn openingsboek laat zien dat het aantal partijen met dit systeem beperkt is.
Dus we spreken hier over zo een honderd gespeelde partijen in de megadatabase waarvan minstens 1 speler +2300 elo heeft. Misschien 10% van de gespeelde partijen is relevant voor de theorie dus uiteindelijk is het een kwestie van een tiental partijen iets dieper te bekijken met een sterk schaakprogramma en daarvan een samenvatting te maken om die van buiten te leren. Arno wist dat ik normaal altijd op bord 1 speel en dus ik meer dan waarschijnlijk zijn tegenstander zou zijn. Bovendien weet hij uit ervaring en wellicht ook van deze blog dat ik eenzelfde systeem vaak opnieuw speel. Dan is het echt niet zo verwonderlijk dat een ambitieuze fide-meester zoals Arno zowel op 4...Pf6 als 4...Lg7 als 4...Th7 zich had voorbereid.

Zelfs variëren met varianten waarvan ik geen partijen heb staan in de databases blijkt dus op mijn bescheiden niveau onvoldoende te zijn als ik een voorbereiding wil overleven. In een interclubverslag van de KOSK las ik dat ik 1 van de bekendste schakers ben van het land maar dat zie ik eerder als een nadeel. Ik denk dan ook dat ik een zeer specifiek probleem heb die niet of zeer zelden voorkomt bij andere Belgen. Er zijn geen Belgen die tot de absolute wereldtop behoren. In de lopende kandidatefinales die gespeeld wordt te Yekaterinburg, Rusland merken we heel duidelijk op dat spelers die vasthouden aan hun normale systemen erg afzien van voorbereide varianten door hun tegenstanders.

Brabo

woensdag 18 maart 2020

Gratis deel 3

Sponsors aantrekken voor het schaken is niet makkelijk en hoogstwaarschijnlijk wordt het straks nog veel moeilijker. Alle laatste geldreserves zullen aangewend worden om de economie terug te kunnen aanzwengelen na de grootste crisis sinds wellicht WO2 die we nu meemaken. Je mag er dan ook vanuit gaan dat schaken compleet genegeerd zal worden net als alle andere vrijetijdsactiviteiten.

Schakers zullen bijgevolg dan ook zelf voor het schaken moeten zorgen. Echter daar verwacht ik heel weinig van. De meeste schakers zijn niet rijk en houden nu al de vinger op de portemonnee. Een voorbeeldje hiervan gaf ik al in mijn artikel Papua New Guinea waarin ik schreef over de shift in het voorbije decennium van betalend online spelen naar gratis online spelen.

Zelf heb ik ook altijd getracht om de uitgaven aan het schaken te beperken want de kosten lopen snel op zoals ik berekende voor mezelf in mijn artikel Hoeveel geld spendeer je aan het schaken? Ik stel mezelf bij elke aankoop dan ook steeds de vraag of er geen goedkoper of zelfs gratis alternatief bestaat die bovendien legaal en functioneel nauwelijks minderwaardig is. Zo koop ik al enkele jaren geen schaakprogramma's meer omdat Stockfish en Leela gratis beschikbaar zijn. Ik wil hierbij opmerken dat voor schakers die een computer hebben met een moderne grafische kaart dat het tijd is om over te schakelen naar de T60 netwerken. De score van een zonet beëindigde rapidmatch tussen stockfish 11 en Leela T60 netwerk 62713 was 48-52 en dat betekent voor Leela een vooruitgang van 3,5 punten op 100 partijen (ongeveer 40 elo) t.o.v. een vorige test met een van de beste T40 netwerken.

Deze blog is gratis voor de lezer maar zelf gebruik ik ook bijna uitsluitend gratis software om de artikels te creëren. Eerst gebruikte ik de gratis KnightVision PGN Viewer. Omdat Flash steeds meer door de browsers geweerd werd, schakelde ik in 2017 over naar de gratis Chess.com PGNviewer zie mijn artikel nieuwe viewers. Echter gratis betekent spijtig genoeg ook vaak minder stabiliteit en dat mocht ik de voorbije maanden meerdere malen aan de levende lijve ondervinden. Zo merkte ik eind vorig jaar plots op dat chess.com zonder enige waarschuwing zijn script had aangepast voor de pgnviewer waardoor alle chess.com-viewers in mijn artikels er verschrikkelijk lelijk uitzagen.

Ik vermoed dat weinig lezers dit opgemerkt hebben want ik heb daarna onmiddellijk de meer dan 1000 partijen in +600 artikels aangepast om het opnieuw normaal te laten uitzien. Het kostte mij 8 uren van html code aanpassen. Leuk is iets anders maar ik vond het te jammer om de oudere artikels te laten verkommeren zoals sommige andere bloggers wel deden zie de Australische grootmeester David Smerdon en de Kroatische grootmeester Alex Colovic. Ik zie in de statistieken dat er heel vaak nog wordt gekeken naar mijn oudere artikels wat ik niet zo verwonderlijk vind want ik schrijf meestal weinig of niets over de actualiteit.

Toen ik 2 weken geleden voor een 2de keer ontdekte dat chess.com zijn script had aangepast, begon ik mij te realiseren dat gratis hier misschien toch niet de juiste keuze is. De schade deze keer was minder uitgesproken met een lelijke 2de schuifbar rechts dus heb ik beslist om enkel bij de meest recente artikels de html-code up te daten. Dit kan je duidelijk zien vanaf jeugdtornooien deel 2. Andere bloggers kampen ook deze keer met hetzelfde probleem zie bv. een artikel van Alex Colovic.

Als je voor een service niet betaalt dan krijg je ook geen garanties op de kwaliteit. Het is dan ook geen toeval dat chess.com voor de bloggers op hun eigen platform wel ervoor gezorgd heeft dat de oudere artikels automatisch niet gemassacreerd werden na de updates. Het is wellicht vrij simpel om bij een update van een script tezelfdertijd ook de html up te daten op je eigen platform.

Dus om nieuwe problemen te vermijden, zou ik deze blog kunnen transfereren of verderzetten op chess.com. Misschien lok ik hiermee zelfs een heleboel nieuwe lezers. Anderzijds geef ik er wel grotendeels mijn identiteit op want je wordt gewoon 1 van de honderden of zelfs duizenden blogs die vandaag al bestaan op chess.com. Dit lijkt mij niet aantrekkelijk. Bovendien wordt vandaag mijn blog heel snel herkend door de zoekmachines en dat zou wellicht op chess.com niet meer het geval zijn.

Misschien moet ik toch maar eens Chessbase aanschaffen en gebruik beginnen maken van hun viewer die je dan kan integreren op een blog. De kans lijkt mij veel kleiner dat je bij een betalend programma dezelfde fratsen kunt meemaken. Kwaliteit heeft een prijs. Het is trouwens iets wat ik recent ook meerdere malen opmerkte bij de online database van chess.db. De database wordt steeds minder vaak upgedate. Mijn recente partijen van Brasschaat, Leuven en Cappelle La Grande ontbreken in tegenstelling tot Chessbase. Ik weet dat chess.db voor vele spelers de gratis database is/was om zich voor te bereiden maar dat is vandaag dus een heel twijfelachtige keuze.

Het financieel model van chess.db bestaat uit reclame-inkomsten en ik vermoed dat men zich vergaloppeert heeft. Een site zoals chess.db onderhouden, betekent een continue investering van veel tijd en geld. Je moet al enorm veel verkeer naar je site kunnen lokken om dan te kunnen teren op reclame-inkomsten. Echter minder investeren, betekent ook minder bezoekers wat al snel een vicieuze cirkel wordt. Ik twijfel dan ook of chess.db op lange termijn zal blijven bestaan.

Tenslotte is het eigenlijk ook zo met het plaform waarop deze blog draait. Ik gebruik gratis die van google maar google doet uiteraard niet aan liefdadigheid. Google heeft het platform gecreëerd in de veronderstelling dat de bloggers niet alleen content zullen aanbrengen maar ook zullen toelaten om reclame te laten tonen. Duizenden blogs doen dat ook en lokken hierbij miljoenen lezers die op hun beurt dan reclame-inkomsten genereren. Om nieuwe blogs te laten groeien, laat Google toe om geen reclame te tonen maar je wordt na enige tijd wel regelmatig beleefd gevraagd om reclame te overwegen.

Tot nu toe heb ik dit steeds geweigerd. Ik heb geen zin om deze blog te bevuilen met vaak irrelevante reclame en de schaarse inkomsten interesseren mij niet. Hiermee neem ik wel een risico. Indien te veel bloggers dit beslissen dan wordt het voor Google niet meer interessant om dit platform te blijven onderhouden. In de voorwaarden staat ook duidelijk dat Google op elk moment kan stoppen met het platform zonder enige waarschuwing op voorhand. Tja dat kan je dan ook verwachten van gratis wat niet betekent dat je bij betalen een absolute garantie geniet. In elk geval neem ik mijn voorzorgen door geregeld alle html-code van deze blog te back-uppen. Bijna 10 jaar bloggen wil ik niet zomaar in een vingerknip zien verdwijnen.

Brabo

woensdag 11 maart 2020

Automatische zetten

Langzaam klimmen mijn kinderen op de schaakladder. Dochter Evelien doorbrak enige tijd geleden de 1400 elo. Zoon Hugo die enkele jaren langer schaakt, deed hetzelfde met de 1700 barrière. Elke coach of schaakouder zal beamen dat zulke resultaten jezelf met enige trots vervullen alhoewel het uiteraard voornamelijk de verdienste is van de kinderen zelf.

Voor clubs met veel jeugdspelers kunnen de nieuwe klassementen dan ook niet snel genoeg op elkaar volgen. Bijna iedereen wint telkens elo en zelfs bij verlies weet je dat dit slechts tijdelijk is. Echter voor clubs met uitsluitend oudere spelers zijn klassementen eerder een kwelling. Zo gaf Marcel Van Herck op facebook terecht aan dat er wel heel veel minnetjes waren bij de meest recente Belgische elo's voor de spelers van KSK Deurne.

Jong ben ik niet meer dus ook ik zie met flinke tegenzin veel vaker minnetjes dan plusjes bij mijn klassementen. Een 5de nederlaag dit seizoen in de Belgische interclub duwde zelfs recent mijn fide-elo op het laagste niveau in 18 jaar. Of om het nog dramatischer te laten uitschijnen, dook mijn fide-elo onder mijn startrating die ik in het jaar 2000 kreeg. Watskeburt? Voorkomt schaken niet Alzheimer?

Vooreerst moet ik uitleggen dat je in het jaar 2000 slechts een fide-elo kon krijgen als die hoger was dan 2200 elo. Vandaag ligt de minimumgrens op 1000 elo dus je kan mijn startrating van toen niet vergelijken met de startratings waarmee we vandaag vertrouwd zijn. Ook is een elo minder dan 100 elo onder je eigen beste elo niet uitzonderlijk zie piekrating deel 2. Kortom we moeten van een mug geen olifant maken.

Anderzijds vind ik mezelf nog (veel) te jong om nu al langzaam af te glijden. Bovendien heb ik in de voorbije maanden drastisch het aantal standaard-wedstrijden opgeschroefd waardoor ik meer dan ooit in vorm zou moeten zijn. Vorige jaren haalde ik gemiddeld 10 standaardpartijen per jaar voor fide-verwerking en speelde hierdoor vaak te traag en onzeker. In de laatste 6 maanden speelde ik al meer dan 25 fide-partijen dus ongeveer 5 keer meer dan voorheen (en dat komt natuurlijk omdat ik nu begonnen ben met tornooien te spelen samen met de kinderen).

Serieuze tijdnood (bestaat dit uberhaupt bij een increment?) kom ik dus recent nog zelden tegen. Echter misschien is er hierdoor een ander gevaar ontstaan in mijn spel doordat routine te ver is doorgeschoten naar automatismen. Zoals elke ervaren speler probeer ik mijn bedenktijd goed in te delen. Ik zal dan ook weinig of geen tijd spenderen aan zetten die mij vanzelfsprekend lijken want die tijd komt vaak van pas later in de partij wanneer complexe problemen opgelost moeten worden. Meestal is dit ook de juiste beslissing maar zo af en toe gaat het ook lelijk mis. Ik begin met een voorbeeldje uit mijn eerste interclubpartij in Nederland voor Landau Axel.
Als achteraf je eigen zoon Hugo komt vragen waarom geen 37.Tc1 en je weet niet waarover hij het heeft in eerste instantie dan besef je dat je veel te snel automatisch hebt teruggeslagen. Weinig tijd en lawaai van de omstaanders (Sliedrecht heeft een zeer leuke bar met een prachtige collectie aan bieren maar die staat wel midden in de speelzaal) mogen geen excuus zijn.

Nog erger was wat er gebeurde in de voorlaatste ronde van de laatste Open Leuven. Een gewonnen stelling verknalde ik met een automatische zet (toren op de open lijn plaatsen met tempowinst want aanval op de dame). Ik zag onmiddellijk bij loslaten wat ik gedaan had net als mijn tegenstander de Hongaarse expert Pal Suranyi maar hij verwisselde in een vlaag van zinsverbijstering de volgorde om. We schoten allebei in een lach tijdens de partij na het zien van zoveel absurditeit.
In de 2 eerste voorbeelden is het eenvoudig om te zien dat de automatische zet verkeerd was maar een pak moeilijker is het volgende voorbeeld opnieuw uit een partij die ik speelde in de Nederlandse interclub. Ik herinner mij dat ik even aarzelde bij het uitvoeren van de slagzet want ik voelde aan dat het misschien niet verplicht was.
Het resulterende eindspel was na de automatische slagzet beter voor mij maar niet gewonnen. Tot hiertoe liep het telkens goed af voor mij ondanks dat de automatische zet verkeerd was. Met snel spelen leg je ook altijd extra psychologische druk op de tegenstander. Echter in het laatste voorbeeld is mijn geluk op. Tegen de Belgische IM Stefan Beukema kun je zulke tactische frivoliteiten niet permitteren.
Ik begon dit artikel met het aanhalen van mijn fide-elo-dieptepunt. Het had dus nog veel slechter kunnen zijn indien mijn tegenstanders alle halve en hele punten hadden gepakt die ik in de voorbije maanden op het bord verprutste. Na de regen hoop ik dan ook dat de zon weer tevoorschijn mag komen. In elk geval was mijn meest recente open tornooi in het krokusverlof hoopgevend. Ik maakte 30 elo winst dus praktisch alle verlies van de voorbije maanden werd goedgemaakt. Omdat het pure actualiteit is, koos ik om een verslagje hiervan te laten publiceren op de site van mijn club Deurne.

Brabo

dinsdag 3 maart 2020

Curieuzeneuzemosterdpot deel 2

Nieuwsgierigheid is wellicht de belangrijkste eigenschap om als schaker (snel) te verbeteren. Sommige topspelers raadplegen elke mogelijke bron van informatie en/of schakelen hiervoor hun secondanten in. Vragen stellen en jezelf in vraag stellen is de sleutel. Het is dan ook jammer dat mijn studenten weinig tot geen initiatief tonen. Ze wachten tot het voorgekauwd op hun bord ligt en doen nauwelijks of geen moeite om zelf eerst iets op te zoeken.

Ik heb ook al meerdere malen meegemaakt dat iemand zijn gewonnen partij wil tonen maar kritische vragen zijn absoluut niet welkom. Nu de taak van een coach is zeker ook het zelfvertrouwen van zijn leerlingen op te krikken maar een groepsles vind ik hiervoor niet de juiste plaats. Dus als iemand gewoon zijn zetten toont zonder meer dan vertel ik hem zachtjes dat dit weinig zinvol is. Misschien hebben de andere coaches wel gelijk door te stellen dat ik door mijn lessen gratis te geven ik dit soort gedrag zelf heb aangetrokken. Iets dat gratis is, zal veel minder serieus worden genomen.

Sim Maerevoet gaf in ideeën deel 2 aan dat hij een 3 tal spelers in een tornooi naast zichzelf kan voorbereiden. Voor het bjk (als het niet wordt afgelast door het coronavirus) is er sprake van al 10 spelers die mogelijk door mij voorbereid moeten worden. Echter daar komt nog bovenop de analyse van de gespeelde partijen. Mission impossible heb ik al gezegd want vorig jaar stonden ze al in de gang te wachten tot soms middernacht. Ik ga dan ook dit jaar eisen van de +12 jarigen dat ze eerst zelf met de eigen computer voorbereidingen/ analyses maken en pas daarna bij mij mogen komen. Als het huiswerk niet gemaakt is dan doe ik ook niets.

Trouwens nu we het over vragen stellen hebben, kan ik nog een 2de keer het artikel van Sim gebruiken als referentie. Daarin staat dat je ook vragen moet stellen aan je tegenstander tijdens de partij. Natuurlijk moet je dat niet letterlijk interpreteren want praten mag niet tijdens een wedstrijd. Sim bedoelt dat je stellingen moet creëren waarin de tegenstander verplicht wordt om moeilijke zetten zelfstandig te vinden. 1 specifieke vraag mag je aan jezelf stellen maar best nooit aan je tegenstander. Wat heeft mijn tegenstander voorbereid op mij? Aan jezelf is dit ok om zo een goede afweging te maken of het misschien verstandiger is om af te wijken van je normale opening. De vraag stellen aan je tegenstander is niet aan te bevelen en toch heel af en toe gebeurt het.

Soms geraakt een speler zo verliefd op een opening dat hij die met hand en tand wil verdedigen en zelfs nieuwsgierig wordt naar wat de tegenstander heeft voorbereid. Ik herinner mij een aantal jaren geleden dat ik erg verwonderd was dat onze Belgische grootmeester Bart Michiels het waagde om voor de 3de keer dezelfde opening tegen mij te spelen. Misschien dacht Bart dat hij weinig riskeerde daar er minder dan een uurtje was om voor te bereiden maar in open tornooien heb ik altijd mijn pc mee waardoor ik snel toegang heb tot al mijn databases en analyses. Ik analyseer al mijn partijen in detail en dan heb ik maar een tiental minuten nodig om die analyses eens op te frissen. De eerste 2 partijen met de opening bereikte ik geen voordeel maar deze keer kwam Bart wel in de problemen.
De extra 200 elo maakten uiteindelijk dan toch nog het verschil maar Bart heeft heel diep moeten gaan. Achteraf kreeg ik dan ook felicitaties van Bart dat ik een van de weinige spelers ben die met echt interessante ideeën op de proppen kom. Dit verwacht je niet van iemand met mijn rating en ik vermoed dan ook dat hij volgende keer toch 2 keer gaat nadenken om nog eens te vragen tijdens de partij wat ik heb klaarliggen op zijn favoriete opening.

Vandaag is het dan ook echt niet zo moeilijk meer om gevaarlijke ideeën te creëren tegen het repertoire van een grootmeester zelfs al ben je veel lager gekwoteerd. Ik ben net terug van de Open van Cappelle La Grande en ook daar viel het mij weer op dat ik er telkens in slaagde om de internationaal meesters en grootmeesters in de opening af te troeven. Alleen variëren zelfs tussen tientallen lijnen is vandaag al niet meer voldoende om veilig te zijn. Enkel door steeds nieuwe paden te bewandelen, kan je de invloed van de computer neutraliseren.

In het clubkampioenschap van Deurne vertelde Robert Schuermans mij na onze onderlinge partij dat hij te nieuwsgierig was naar wat ik deze keer had klaarliggen/ voorbereid op zijn absolute liefdeskind het Schliemanngambiet. Vorige zomer was Robert er in geslaagd om heel knap achter het bord een levensgevaarlijk idee van mij te neutraliseren maar deze keer liep het helemaal anders.
Als je iemand een opening wil laten testen en je hebt geen toegang tot topspelers dan denk ik dat ik hiervoor zeker in aanmerking kom. Ik heb onlangs een krachtige nieuwe pc gekocht met een sterke grafische kaart dus ik probeer zo goed mogelijk alle technologische ontwikkelingen op te volgen. Robert wil duidelijk deze opening nog meer spelen en dan is een punt opofferen een kleine investering.

Oh en ik heb het met opzet weggelaten uit de analyses maar een nieuw idee staat weeral klaar in de Schliemanngambiet. Het is maar dat je niet moet denken dat je met bovenstaande analyses nu alles weet en er geen gevaar meer is. Het houdt ook nooit op. Puur competitief ben ik het dan ook eens met de reactie van Richard Meulders: de beste opening is de opening die je tegenstander het minst kent of iets nauwkeuriger en jij natuurlijk wel kent.

Brabo