dinsdag 25 januari 2022

Het konijn

Als ik een klassieke wedstrijd op het bord moet spelen tegen iemand die ik niet ken dan zoek ik vooraf graag enige achtergrondinformatie op van die persoon online. Waar komt die speler vandaan? Voor welke club speelt hij/ zij? Wat is zijn/ haar beroep? Is hij/zij getrouwd? Heeft hij/zij kinderen? .... Ik heb hiervoor niet altijd de tijd en het levert geen waardevolle informatie op om beter te schaken maar het verhoogt wel de totaalervaring. Je speelt tegen een echte persoon en niet zomaar enkele stukken.

Eigenlijk vind ik het vreemd dat niet iedereen dit doet. Heel veel bordschakers hebben de mond vol van hoe onprettig online schaken is omdat het zo een koele onpersoonlijke omgeving is. Echter eenmaal aan een fysiek schaakbord verandert er nauwelijks iets. De meeste spelers tonen niet de minste interesse in wie hun tegenstanders zijn. Het gaat zelfs zo ver dat sommigen zelfs na decennia samen spelen in eenzelfde team niet eens van elkaar kunnen vertellen of ze getrouwd zijn of niet.

Ik vind dit bijzonder triestig maar verwonderen doet het mij al lang niet meer. Trouwens het is evenmin iets typisch voor het schaken. Ik heb collega's waarmee ik meer dan 20 jaar samenwerk en die nooit iets van hun privéleven delen. Zelfs van sommige familieleden krijg ik nauwelijks iets te horen. Is het onze Vlaamse welbekende geslotenheid? Bij onze noorderburen (Nederlanders) krijg ik toch een veel warmer gevoel van hun meer ongeremde sociale interacties.

Ik ben dan ook recent heel erg beginnen houden van een (her-)nieuw(d) reisconcept. Je gaat op reis en neemt iemand mee die je door de reis (veel) beter leert kennen. Tv-kijkers kennen het wellicht want ik denk bv aan de Vlaamse tv-series De Columbus en Sergio over de grens. Er is geen script maar door de ongedwongen sfeer en vooral de zee van vrije tijd, krijg je automatisch een veel grotere diepgang in de gesprekken. Taboes sneuvelen en ook tot lange tijd na de reis blijven bepaalde gesprekken nazinderen. Het meeste is uiteraard niet voor publicatie maar ik denk dat Guy Dugailliez, mijn reisgezel vorige oktober naar de Open van Munster, geen bezwaar zal hebben als ik vertel over de anekdote van het konijn.

Tja eten is altijd en overal een gespreksonderwerp. Wat gaan we eten vandaag? Waar kunnen we lekker eten? Wat eet jij graag? Zo kwam ik al snel te weten dat Guy net als ik heel graag konijn eet. "Ach", vertelde ik hem, "dat komt bij ons nog heel zelden op tafel". Mijn echtgenote vindt het doodjammer om die lieve beestjes te serveren als eten dus weigert ze het om klaar te maken. Vroeger in mijn kindertijd aten we konijn heel regelmatig. Ik herinner me dat mijn grootvader ze nog kweekte, zelf slachtte en ze dan hing met de oren aan de waslijn. Wij mochten kiezen welke we gingen opeten. Sorry voor de vegetariërs onder de lezers maar dat was telkens een feestmaal. Ik vermoed dat Guy medelijden met me kreeg want hij stelde voor om mij bij een volgende ontmoeting in België eens een zelf-klaargemaakt stukje konijn mee te geven.

Enkele weken gingen voorbij na terugkomst in België maar dan stond plots mijn clubkampioenschap-partij in Deurne met Guy op het programma. Zou hij zich houden aan zijn belofte? Echter ik was vooral bezig met hoe ik nog zou kunnen schaken als ik de hele tijd aan dat lekker konijn naast mijn bord zou denken? Dus ik koos de vlucht voorwaarts en had geluk. In de Colruyt stond net konijn uitzonderlijk (reeds bereid) in aanbod. Een voorbereiding met konijn daar zou ik Guy wel mat mee kunnen zetten.
Voorbereiden met konijn

Noem het helderziendheid of gewoon dom geluk maar ik kreeg gelijk. Enkele uren voor aanvang van onze partij kreeg ik een WhatsApp-berichtje van Guy met een veelzeggende foto en een even veelzeggende waarschuwing.
Straks een stukje konijn voor de verliezer?

Haha, ik had mijn stukje konijn al binnen. Cadeaus op het bord zullen niet worden uitgedeeld. Er zal gestreden worden op het bord en dat is ook wat er gebeurde. Het werd een slopend gevecht dat pas rond middernacht werd beslecht nadat alle muziek uit de stelling was verdwenen.
Het was een hoogstaande partij waar eigenlijk weinig of niets op aan te merken is. Van de 300 punten elokloof was niets te zien en daar had het konijn helemaal niets mee te maken. Dan blijft natuurlijk de hamvraag (?) over wat er met het konijn van Guy uiteindelijk gebeurde. Wel dat liep goed af. Het is te zeggen behalve voor het konijn zelf.
Een kaper op de kust.

Zo at ik dus 2 keer konijn op korte tijd. Het heeft mij enorm gesmaakt en het zal nu weer voor lange tijd zonder konijn zijn. Schaakplannen voor nieuwe reisavonturen zijn al in de pijplijn. Echter ik sta ook open voor andere voorstellen want hoe meer zielen, hoe meer vreugde.

Brabo

dinsdag 11 januari 2022

Zelfstudie

De pandemie ontwricht ondertussen bijna 2 jaar onze samenleving. Iedereen is het kotsbeu. Hoe lang zal dit nog duren en wanneer kunnen we terug naar het oude normaal? Wachten, wachten en wachten... Weinig of niets wordt gepland en het blijft afzeggingen regenen. Echter zoals altijd is er aan elk nadeel een voordeel. Sommigen hebben eindelijk tijd om in deze periode het project op te starten waarvan ze al lang dromen. Ook in de schaakwereld zie ik dat fenomeen. Het is volgens mij dan ook geen toeval dat we net nu een groot aantal "zelfstudie"-projecten plots als paddenstoelen zien verschijnen.

Zo ontdekte ik enkele maanden geleden dat de Nederlandse IM Koen Leenhouts een blog over zijn queeste naar de grootmeestertitel had opgestart zie koenforgm met bijhorende tips over zelfstudie. De Deen Martin Justesen schreef geregeld tijdens de pandemie op een blog over hoe hij aan zijn schaken werkte met als bijzonder eindresultaat een nieuw boek over schaken: 50 blindfold endgame studies. Uiteraard mag ik niet de nieuwe blog van de Zwitserse grootmeester Noel Studer vergeten zie nextlevelchess die helemaal in teken staat van zelfstudie. Het is slechts een greep uit het nieuwe aanbod online. Meer voorbeelden kan je makkelijk terugvinden in een oproep op twitter van de Engelse grootmeester Daniel Gormally die van plan is om al die tips van recente zelfstudie-blogs te bundelen in een nieuw boek.

Boeken zijn dan ook de volgende logische stap in zelfstudie. Noel Studer vatte het kort en bondig samen in een recente tweet. "Een eenvoudig training-plan van 1400-2500: lees eerst de reeks van Yussupov (10 boeken), daarna lees de reeks van Aagaard over grootmeester voorbereiding (6 boeken), pas de verworven kennis toe en tenslotte speel ongeveer 80 klassieke partijen per jaar die je telkens daarna grondig analyseert. Je hoeft het echt niet complexer te maken dan dit. Het werkt echt."

Als we even buiten beschouwing laten dat 80 klassieke partijen per jaar spelen tijdens de pandemie bijzonder lastig is dan lijkt mij 16 boeken lezen en toepassen evenmin kinderspel. Vooral over dat laatste vermoed ik dat de meesten struikelen. Hoe slaag je erin om de verworven kennis in de praktijk om te zetten? Wel misschien kan het recent gepubliceerde boek How to study chess on your own van de Kroatische grootmeester Davorin Kuljasevic je hierbij op de juiste weg zetten. Het boek staat vol met zeer concrete tips.
Ik ben het eens met de schrijver dat zijn boek nuttig kan zijn voor zowel de amateurschaker als de schaakprofessional. Er is voor ieder wat wils. Het is dus gewoon een kwestie van dingen uit te proberen en zelf te ondervinden wat werkt en vooral wat je kan volhouden.

Anderzijds kan ik mij niet ontdoen van de indruk dat het boek toch vooral geschreven is voor de kleine groep +2000 spelers die zeer ambitieus zijn en veel tijd kunnen vrijmaken voor serieuze zelfstudie (dus vooral jonge spelers). De plannen die in het boek als voorbeeld worden gegeven, gaan niet zomaar uit van 30-40 uren zelfstudie per week. De auteur laat duidelijk doorschijnen dat hard werken altijd noodzakelijk zal zijn om progressie te maken.

Kortom als 45 jarige met een familie, job en tal van andere verplichtingen maak ik mij geen illusies. Ik las dan ook het boek vooral uit nieuwsgierigheid i.p.v. een groot schaakdoel te willen bereiken. Misschien komt bepaalde kennis ook nog van pas later als ik toch nog weer eens les zal geven. Nu er is alvast 1 ding dat ik wel eens als tip uit het boek recent geprobeerd heb: "Maak een lijst van werkpunten".

Op pagina 146 van het boek staat de concrete tip om eens te kijken in je meest recent gespeelde 100 klassieke partijen, welke fouten er allemaal gemaakt werden. Vervolgens categoriseer die fouten en je ziet onmiddellijk welke werkdomeinen het grootst en het kleinst zijn. Tenslotte link je de actiepunten met de grootste uiteraard.

Het boek vertelt niet wat we precies als een fout moeten beschouwen. Ik gebruik al decennia de computer hierbij als leidraad zie (leestekens) maar er valt zeker iets te zeggen over het feit dat wij als mensen nooit kunnen schaken als computer en dat deze methode dus dubieus is. Anderzijds denk ik dat een menselijk oordeel nog veel willekeuriger is en dus nog minder efficiënt. Tenslotte een onvermijdbare fout blijft een fout.

Ik vermoed dat de fouten van de meest recent gespeelde 100 klassieke partijen bepalen, voor de meeste schakers een zeer groot probleem is maar dit is niet bij mij het geval. Ik analyseer al decennia mijn klassieke partijen in detail en bewaar alles netjes in een persoonlijke database. Dus het werk beperkte voor mij enkel in het categoriseren van de fouten. Echter zelfs dat werkje kostte mij nog enkele uren tijd. Het is vaak niet zo eenvoudig om de categorie van een fout vast te stellen. Ik heb daarom ook sommige fouten in meerdere categorieën tezelfdertijd ondergebracht. Nu desondanks vind ik onderstaande tabel vrij verhelderend voor mezelf en tevens grotendeels een bevestiging voor wat ik al vermoedde.
Foutenlast 100 recent gespeelde klassieke partijen

De categorie van strategische fouten steekt er met kop en schouders bovenuit. Gemiddeld maak ik minstens 1 dubieus plan per partij waardoor mijn stelling verslechtert. Dus daar moet ik prioritair aan werken. Echter hoe is een ander paar mouwen. Misschien zegt een partij met veel van die strategische fouten wel welke richting ik moet uitkijken.
De 5 strategische fouten gebeuren op zetten 9, 11, 13, 15 en 17 maar wijzer ben ik niet geworden. Ik heb geen flauw idee hoe ik ooit gelijkaardige fouten in de toekomst kan vermijden. Dit zijn strategische fouten volgens mijn computer die speelt op niveau +3000 elo. Overal kom ik zulke tegen in mijn partijanalyses en elke keer zijn het totaal andere stellingen. Ik zeg niet dat er nergens iets tussen zit waar iets van kan worden geleerd maar ik krijg het gevoel dat het leerzame deel een zeer kleine minderheid is van het totaal aantal fouten.

Bovendien de andere fouten in bovenstaande partij zie ik evenmin als eenvoudige werkpunten. Een opening als de Bird is een zeer zeldzame verschijning op meesterniveau. Hoe realistisch en vooral efficiënt is het dan om zulke opening in detail op voorhand eens te bestuderen? Of wat met de 2 dogmatische zetten die ik speelde (zetten 9 en 27). Tijdnood komt vrij weinig voor in mijn partijen omdat ik logische zetten (ook wel dogmatische zetten) snel speel dus zonder veel nadenken. Echter zo mis ik uiteraard af en toe een betere zet zoals in bovenstaande partij. De tactische kans (zet 27) die ik mis om mezelf in de partij terug te knokken, ligt volgens mij ver voorbij mijn rekencapaciteiten zelfs als ik elke dag 100 puzzels zou oplossen.

Dus ik slaag er niet in met de foutentabel om concrete werkpunten voor mezelf te bepalen. Dit wil niet zeggen dat ik niet geloof dat deze methode nuttig kan zijn voor anderen. Ik denk zeker dat jongere spelers met nog serieuze gebreken hierdoor kunnen worden geholpen. Trouwens misschien een snel alternatief voor de 100 klassieke partijen, kan de lichess puzzledashboard geven. Het spinnenweb toont in een oogopslag waar je sterke en zwakke punten zijn (zier hieronder voor een van mijn recente accounts).
Zoals ik al eerder aangaf in dit artikel, het boek "How to study chess on your own" bevat een goudmijn aan tips. Dus zelfs al ben je niet in staat om concrete werkpunten voor jezelf vast te leggen, bepaalde tips zullen absoluut kunnen helpen om je te verbeteren. Zie je iets interessants dan gewoon proberen. Tenslotte twijfel je toch nog om dit boek aan te kopen dan overtuig ik je misschien met te vermelden dat het boek vol interessante oefeningen staat. Ze zijn net exact op het niveau zoals ik ze graag zie: niet onoplosbaar maar ook weer niet te makkelijk.

Brabo

woensdag 5 januari 2022

Sofia regels deel 2

Het is na 2 jaar corona-pandemie nog steeds niet evident om aan een bord te schaken. Fide besliste daarom recent om spelers pas inactief te beschouwen wanneer ze 2 jaar geen partij meer hadden geschaakt zie Resolution of Fide Council regarding the rating list. Ik vind het persoonlijk absurd om de inactiviteits-regel te laten afhangen van de reden.  Anderzijds begrijp ik ook dat fide vreest dat sponsors zullen afhaken wanneer ze zien dat het ledenaantal vermindert.

Trouwens ondanks de verlenging van de inactiviteitsperiode naar 2 jaren, zien we in de meest recente elolijsten dat er toch vele spelers verdwenen zijn. Vele zijn dus al 2 jaar niet meer in actie gekomen waaronder zelfs de Amerikaanse topgrootmeester Hikaru Nakamura. Slechts voor het wereldkampioenschap rapid/blitz eind vorige maand maakte Hikaru een uitzondering door naar Polen af te reizen. Hij zal het wellicht niet meer herhalen want jawel hij liep er voor het eerst sinds het begin van de pandemie het covid-virus op zie 2021 world blitz chess championship day 2 Vachier Lagrave, Assaubayeva win.

Hij verliet het tornooi en eventjes werd zelfs overwogen om het hele tornooi stop te zetten. Dit gebeurde uiteindelijk niet maar dit zorgde voor een tweede verrassende wending. Na de laatste ronde van het wereldkampioenschap blitz bleek Hikaru net de koppositie overgenomen te hebben op de wereldranglijst in blitz zie 2700chess.com-blitz. Veel topspelers hadden een massa ratingpunten verloren en dat zorgde dus ervoor dat niet-spelen meer loonde in de ranking.

Een massa ratingpunten mag je letterlijk nemen. Zo verloor de Poolse topgrootmeester Radoslaw Wojtaszek in luttele uren 120 elo van zijn blitzrating en daarmee was hij nog bijlange niet de kampioen. Het zegt veel over hoe nauwkeurig of interessant die snelle fide-ratings zijn. Ik schreef er al over in 2015 zie sneller. Ze zijn geen concurrent voor het klassiek schaken. Zelfs 10 jaar na de introductie hebben nog veel amateurschakers er geen en daar hoor ik ook bij. Trouwens na de meeste recente update van de ratings deed Chessbase zelfs niet eens meer de moeite om ze te vermelden zie The new fide world ranking list january 2022.

Ik ben dan ook niet verwonderd dat veel spelers weinig geven om die snelle ratings of zelfs snelschaaktitels. Zo koos een van de leiders voor een remise in 6 zetten in de laatste ronde van het rapidkampioenschap zie 13 Caruana Fabiano-Nepomniachtchi Ian. In de laatste ronde van het blitzkampioenschap koos een andere leider dan weer voor een 8 zetten remise zie 21 Dubov Daniil-Giri Anish. In beide gevallen kregen de andere leiders de titel op een zilveren schoteltje aangeboden tot groot ongenoegen van de fans. Het was duidelijk dat de betrokken spelers enkel dachten aan cashen en wegwezen.

Achteraf werd dan ook opgeroepen om Sofia-regels in te voeren. De topspelers worden dik betaald dus er wordt verwacht dat men speelt. Dat klinkt heel logisch maar werkt dit niet de grote vertragingen nog meer in de hand waarmee de competitie worstelde? 1 of 2 partijen gingen in verscheidene ronden eindeloos door wegens de increment terwijl alle andere spelers ongeduldig stonden te wachten. Bovendien als die topspelers remise willen spelen dan doen ze dat zelfs met Sofia-regels in enkele zetten. Zo publiceerde de inactieve Australische grootmeester David Smerdon een hoogst opmerkelijk artikeltje in oktober vorig jaar over de Metlwater Champions Chess Tour. 81 partijen waren bekende korte remises waarvan 36 stuks telkens de Hermet-variant in het Berlijns betrof. Echter wat misschien nog het meest tegen de borst stootte, is dat de spelers met de meeste korte remises, uiteindelijk ook het verst in de competitie doorstootten en bijgevolg het meeste prijzengeld binnenhaalden.

In deel 1 over Sofia-regels schreef ik over hoe Sofia-regels het aantal remises doet reduceren maar ik twijfel of dat echt veel zoden aan de dijk brengt bij topspelers die uit een arsenaal aan bekende remise-openingen kunnen putten. Dus Sofia-regels lijkt mij efficiënter voor partijen tussen amateurs maar dan is de volgende vraag uiteraard waarom zou je zoiets opleggen aan amateurs. Ik geloof niet dat je het hoeft te doen voor de fans want bijna niemand gaat live kijken naar die partijen als ze al uberhaupt live te volgen zijn. Ik kan wel snappen dat organisatoren niet graag hebben dat veel schaakborden na een half uur leeg zijn. Het toont weinig waardering voor het vele werk dat er in het organiseren van een tornooi kruipt.

Nu met veel extra regeltjes zal je als organisator ook weinig spelers aantrekken. Ik merk bijgevolg dan ook op dat Sofia-regels eerder uitzondering blijven in de tornooien waaraan ik deelneem. Ik heb ook nog nergens gezien waar helemaal geen remises meer mogen worden voorgesteld. Alle remises laten gebeuren via een arbiter, lijkt mij ook onbegonnen werk voor grote open tornooien. Als er dus voor Sofia-regels wordt gekozen, gaat men dan ook meestal voor een afgezwakte versie kiezen. Zo werd op het wereldkampioenschap tussen Carlsen en Nepomniatchi gekozen om pas vanaf zet 40 remise te mogen voorstellen. Sommige partijen waren tegen dan al lang helemaal opgedroogd maar de spelers hielden zich netjes aan de reglementen.
Ik herinner mij in Cappelle La Grande waaraan ik deelnam 2 jaar geleden dat men koos om de grens op zet 20 te zetten. In de open van Munster waarin ik in oktober vorig jaar speelde, lag de grens dan weer op zet 30. Ik herinner mij dat ik de laatste ronde van dat tornooi, de zetten echt aan het aftellen was om remise te kunnen voorstellen. Mijn bobijntje was af en ik had ook helemaal geen zin om een goed tornooi met een slechte noot af te sluiten.
In de slotstelling zat nog duidelijk muziek. Ik realiseerde mij ook pas tijdens mijn tegenstander lang nadacht over mijn remisevoorstel dat ik eigenlijk veel te goed stond om remise voor te stellen. Nu spijt had ik achteraf niet want remise garandeerde mij een mooie geldprijs en met weinig tijd op de klok resterend, weet je nooit.

Dus een uniformiteit bestaat er niet in de schaakwereld over Sofia-regels. 20, 30 of 40 zetten .... organisatoren maken een keuze volgens eigen goeddunken (wie van de lezers heeft nog iets anders meegemaakt?) Ik heb gemengde gevoelens bij Sofia-regels. Sommige remises zijn absoluut geen reclame voor het schaken maar soms lijkt mij de remedie erger dan de kwaal. Wat denken jullie? Hebben we Sofia-regels nodig en welke?

Brabo