dinsdag 11 januari 2022

Zelfstudie

De pandemie ontwricht ondertussen bijna 2 jaar onze samenleving. Iedereen is het kotsbeu. Hoe lang zal dit nog duren en wanneer kunnen we terug naar het oude normaal? Wachten, wachten en wachten... Weinig of niets wordt gepland en het blijft afzeggingen regenen. Echter zoals altijd is er aan elk nadeel een voordeel. Sommigen hebben eindelijk tijd om in deze periode het project op te starten waarvan ze al lang dromen. Ook in de schaakwereld zie ik dat fenomeen. Het is volgens mij dan ook geen toeval dat we net nu een groot aantal "zelfstudie"-projecten plots als paddenstoelen zien verschijnen.

Zo ontdekte ik enkele maanden geleden dat de Nederlandse IM Koen Leenhouts een blog over zijn queeste naar de grootmeestertitel had opgestart zie koenforgm met bijhorende tips over zelfstudie. De Deen Martin Justesen schreef geregeld tijdens de pandemie op een blog over hoe hij aan zijn schaken werkte met als bijzonder eindresultaat een nieuw boek over schaken: 50 blindfold endgame studies. Uiteraard mag ik niet de nieuwe blog van de Zwitserse grootmeester Noel Studer vergeten zie nextlevelchess die helemaal in teken staat van zelfstudie. Het is slechts een greep uit het nieuwe aanbod online. Meer voorbeelden kan je makkelijk terugvinden in een oproep op twitter van de Engelse grootmeester Daniel Gormally die van plan is om al die tips van recente zelfstudie-blogs te bundelen in een nieuw boek.

Boeken zijn dan ook de volgende logische stap in zelfstudie. Noel Studer vatte het kort en bondig samen in een recente tweet. "Een eenvoudig training-plan van 1400-2500: lees eerst de reeks van Yussupov (10 boeken), daarna lees de reeks van Aagaard over grootmeester voorbereiding (6 boeken), pas de verworven kennis toe en tenslotte speel ongeveer 80 klassieke partijen per jaar die je telkens daarna grondig analyseert. Je hoeft het echt niet complexer te maken dan dit. Het werkt echt."

Als we even buiten beschouwing laten dat 80 klassieke partijen per jaar spelen tijdens de pandemie bijzonder lastig is dan lijkt mij 16 boeken lezen en toepassen evenmin kinderspel. Vooral over dat laatste vermoed ik dat de meesten struikelen. Hoe slaag je erin om de verworven kennis in de praktijk om te zetten? Wel misschien kan het recent gepubliceerde boek How to study chess on your own van de Kroatische grootmeester Davorin Kuljasevic je hierbij op de juiste weg zetten. Het boek staat vol met zeer concrete tips.
Ik ben het eens met de schrijver dat zijn boek nuttig kan zijn voor zowel de amateurschaker als de schaakprofessional. Er is voor ieder wat wils. Het is dus gewoon een kwestie van dingen uit te proberen en zelf te ondervinden wat werkt en vooral wat je kan volhouden.

Anderzijds kan ik mij niet ontdoen van de indruk dat het boek toch vooral geschreven is voor de kleine groep +2000 spelers die zeer ambitieus zijn en veel tijd kunnen vrijmaken voor serieuze zelfstudie (dus vooral jonge spelers). De plannen die in het boek als voorbeeld worden gegeven, gaan niet zomaar uit van 30-40 uren zelfstudie per week. De auteur laat duidelijk doorschijnen dat hard werken altijd noodzakelijk zal zijn om progressie te maken.

Kortom als 45 jarige met een familie, job en tal van andere verplichtingen maak ik mij geen illusies. Ik las dan ook het boek vooral uit nieuwsgierigheid i.p.v. een groot schaakdoel te willen bereiken. Misschien komt bepaalde kennis ook nog van pas later als ik toch nog weer eens les zal geven. Nu er is alvast 1 ding dat ik wel eens als tip uit het boek recent geprobeerd heb: "Maak een lijst van werkpunten".

Op pagina 146 van het boek staat de concrete tip om eens te kijken in je meest recent gespeelde 100 klassieke partijen, welke fouten er allemaal gemaakt werden. Vervolgens categoriseer die fouten en je ziet onmiddellijk welke werkdomeinen het grootst en het kleinst zijn. Tenslotte link je de actiepunten met de grootste uiteraard.

Het boek vertelt niet wat we precies als een fout moeten beschouwen. Ik gebruik al decennia de computer hierbij als leidraad zie (leestekens) maar er valt zeker iets te zeggen over het feit dat wij als mensen nooit kunnen schaken als computer en dat deze methode dus dubieus is. Anderzijds denk ik dat een menselijk oordeel nog veel willekeuriger is en dus nog minder efficiënt. Tenslotte een onvermijdbare fout blijft een fout.

Ik vermoed dat de fouten van de meest recent gespeelde 100 klassieke partijen bepalen, voor de meeste schakers een zeer groot probleem is maar dit is niet bij mij het geval. Ik analyseer al decennia mijn klassieke partijen in detail en bewaar alles netjes in een persoonlijke database. Dus het werk beperkte voor mij enkel in het categoriseren van de fouten. Echter zelfs dat werkje kostte mij nog enkele uren tijd. Het is vaak niet zo eenvoudig om de categorie van een fout vast te stellen. Ik heb daarom ook sommige fouten in meerdere categorieën tezelfdertijd ondergebracht. Nu desondanks vind ik onderstaande tabel vrij verhelderend voor mezelf en tevens grotendeels een bevestiging voor wat ik al vermoedde.
Foutenlast 100 recent gespeelde klassieke partijen

De categorie van strategische fouten steekt er met kop en schouders bovenuit. Gemiddeld maak ik minstens 1 dubieus plan per partij waardoor mijn stelling verslechtert. Dus daar moet ik prioritair aan werken. Echter hoe is een ander paar mouwen. Misschien zegt een partij met veel van die strategische fouten wel welke richting ik moet uitkijken.
De 5 strategische fouten gebeuren op zetten 9, 11, 13, 15 en 17 maar wijzer ben ik niet geworden. Ik heb geen flauw idee hoe ik ooit gelijkaardige fouten in de toekomst kan vermijden. Dit zijn strategische fouten volgens mijn computer die speelt op niveau +3000 elo. Overal kom ik zulke tegen in mijn partijanalyses en elke keer zijn het totaal andere stellingen. Ik zeg niet dat er nergens iets tussen zit waar iets van kan worden geleerd maar ik krijg het gevoel dat het leerzame deel een zeer kleine minderheid is van het totaal aantal fouten.

Bovendien de andere fouten in bovenstaande partij zie ik evenmin als eenvoudige werkpunten. Een opening als de Bird is een zeer zeldzame verschijning op meesterniveau. Hoe realistisch en vooral efficiënt is het dan om zulke opening in detail op voorhand eens te bestuderen? Of wat met de 2 dogmatische zetten die ik speelde (zetten 9 en 27). Tijdnood komt vrij weinig voor in mijn partijen omdat ik logische zetten (ook wel dogmatische zetten) snel speel dus zonder veel nadenken. Echter zo mis ik uiteraard af en toe een betere zet zoals in bovenstaande partij. De tactische kans (zet 27) die ik mis om mezelf in de partij terug te knokken, ligt volgens mij ver voorbij mijn rekencapaciteiten zelfs als ik elke dag 100 puzzels zou oplossen.

Dus ik slaag er niet in met de foutentabel om concrete werkpunten voor mezelf te bepalen. Dit wil niet zeggen dat ik niet geloof dat deze methode nuttig kan zijn voor anderen. Ik denk zeker dat jongere spelers met nog serieuze gebreken hierdoor kunnen worden geholpen. Trouwens misschien een snel alternatief voor de 100 klassieke partijen, kan de lichess puzzledashboard geven. Het spinnenweb toont in een oogopslag waar je sterke en zwakke punten zijn (zier hieronder voor een van mijn recente accounts).
Zoals ik al eerder aangaf in dit artikel, het boek "How to study chess on your own" bevat een goudmijn aan tips. Dus zelfs al ben je niet in staat om concrete werkpunten voor jezelf vast te leggen, bepaalde tips zullen absoluut kunnen helpen om je te verbeteren. Zie je iets interessants dan gewoon proberen. Tenslotte twijfel je toch nog om dit boek aan te kopen dan overtuig ik je misschien met te vermelden dat het boek vol interessante oefeningen staat. Ze zijn net exact op het niveau zoals ik ze graag zie: niet onoplosbaar maar ook weer niet te makkelijk.

Brabo

Geen opmerkingen:

Een reactie posten