maandag 21 december 2020

Lichess

In de voorbije 15 jaren nam ik telkens de ganse kerstvakantie verlof maar daar heb ik deze keer geen zin in. Reizen naar mijn schoonouders in Rusland is onmogelijk. Bezoekjes in België zijn verboden en alle leuke buitenhuis activiteiten zijn geannuleerd. Ik hoop op betere tijden volgend jaar en dus heb ik een maximaal aantal vakantiedagen overgedragen. Het wordt een heel goedkoop eindejaar want zelfs online kan mij weinig bekoren.

Uiteraard heeft Chessbase in deze periode weer heel wat in de aanbieding staan maar ik zie niet veel nut in het kopen van de nieuwe Megadatabase 2021 voor de zeer hoge prijs van 190 euro. Er zouden 400.000 nieuwe partijen t.o.v. vorig jaar toegevoegd zijn zie Megadatabase 2020. Dat is ontzettend veel in coronatijden want vorig jaar werden slechts 350.000 nieuwe partijen toegevoegd. Echter men vergeet natuurlijk te vermelden dat de meeste toevoegde partijen online bullet, blitz en rapidpartijen zijn. Je moet goed zot zijn om daar 190 euro voor te betalen terwijl ze eigenlijk al gratis online te vinden zijn.

Het wordt nog gekker als je vergelijkt met het aanbod van lichess. Hun database is volledig gratis en bovendien duizend keer groter. Zo krijg je met 1 download al 78 miljoen standaard partijen die gespeeld zijn voor rating in de maand November (unrated partijen worden niet bewaard !). Ik heb dit eens geprobeerd maar ik moet er ook onmiddellijk aan toevoegen dat dit voor mij ook de laatste keer zal zijn. Alhoewel Lichess de files heel sterk comprimeert, was het nog steeds 19,4 GB om down te loaden. Via wifi duurde dit 4 tot 5 uren dus erg lang voor slechts 1 maand partijen. Nadat je decromprimeert, blijkt de file uit te zetten tot 160 GB !! PGN van die grootte, krijg je met geen enkel programma open waardoor je noodgedwongen de file moet knippen in kleinere stukjes met bv. pgnsplit. Zo kreeg ik 154 pgn-files van nog steeds een dikke GB. 

Die files krijg je nu wel open maar praktisch is het helemaal niet want iets opzoeken kost uren door zowel de versnippering als het pgn-formaat. De volgende stap was dan ook het overbrengen van al die pgns in 1 grote CBH-file waar geen limiet-grootte voor bestaat en waarin de Chessbase-filter 100 keer sneller is. Ik ben trouwens benieuwd of er al lezers Chessbase 16 hebben aangekocht want er wordt gezegd dat de filter in de nieuwste versie nog sneller is en dat is voor dit soort gigantische bestanden bijzonder interessant. 

Echter ik moest het dus nog stellen met oudere software van Chessbase waardoor het telkens minstens 10 minuten duurde vooraleer ik 1 pgn had binnengebracht in CBH. Ik heb het dan ook niet volgehouden voor de 154 bestanden. Na 20 pgns = 20 GB hield ik het voor bekeken. Mijn CBH-database was ondertussen ook al 12 GB geworden (nog een voordeel van cbh t.o.v. pgn blijkt dat je een veel kleiner bestand uiteindelijk overhoudt en dus zonder twijfel ook veel gestructureerder). Deze database stemt overeen met 10 miljoen partijen en dat is meer dan voldoende als steekproef om een goed beeld te krijgen over wat voor partijen er zoal gespeeld worden op lichess.

Filteren op 10 miljoen partijen op rating of naam lukt goed maar op sleutelwoorden zoals blitz/ rapid/ tornooi ... dan ben je al snel een uur aan het wachten per keer. Dit is ook de voornaamste reden waarom ik besliste om enkel de elitepartijen (1 van beide spelers heeft minstens + 2400 elo) in een nieuwe afzonderlijke database te bekijken. Het zijn tenslotte ook slechts die partijen die enigszins de moeite zijn om te bestuderen. Hieronder kan je de resultaten van dit onderzoek terugvinden.
Uit bovenstaande tabel kunnen we enkele duidelijke conclusies trekken:

1) Ultrabullet wordt niet gespeeld door de sterkste spelers. Ik vermoed dat het spel te ver afwijkt van een normale partij.
2) Niemand wil lang zitten wachten aan een computerscherm op een zet van de tegenstander dus rapid, klassiek of correspondentieschaak worden slechts door een handvol gespeeld.
3) Opmerkelijk is dat bullet steeds populairder wordt ten koste van de blitz bij de hogere ratings. Ik vermoed dat er voor de allerhoogste ratings weinig te leren valt uit online schaken en dat bullet een betere compromis van tijd/ kwaliteit is om plezier te maken.
4) Ongeveer 75% van de gespeelde partijen zijn losse partijen. 25% van de partijen worden in een tornooi gespeeld. Dit is voor alle ratings ongeveer hetzelfde. Een losse partij spelen is nu eenmaal veel makkelijker in te plannen dan een compleet tornooi spelen.

Als we tijd i.p.v. aantal partijen in beschouwing nemen dan bevestigt het mijn stelling dat blitz domineert online.
Dus vanaf +2700 heerst bullet absoluut. We zitten hier natuurlijk in een heel kleine niche spelers waardoor het misschien te voorbarig is om grote conclusies te maken.

In elk geval vind ik dit voldoende bewijs om blitz als de meest populaire tijdscontrole te beschouwen voor online schaken. Bijna 2/3 van onze tijd spenderen we er aan dus vond ik het ook wel eens interessant om eens dieper op die specifieke tijdscontrole in te gaan. Binnen blitz is er ook veel varieteit. Daarom maakte ik een bijkomend onderzoek van welke exacte tijdscontroles binnen blitz er allemaal worden gekozen. Ook dit liep niet van een leien dakje want mijn Chessbase kon hierop niet filteren. Ik week uit naar excel maar daar botste ik dan weer al snel tegen de limieten. 66.000 blitzpartijen bij de +2400 elite bleek te veel voor excel. Gelukkig vond ik al snel een compromis door de blitzpartijen te beperken  tot de +2500 elite want 22.000 bleek wel nog haalbaar voor excel en dan is het een koud kunstje om in die partijen de diverse tijdscontroles te achterhalen.
180 seconden = 3 minuten per partij zonder increment is de populairste keuze voor online schaken. Het is ook het tempo dat ik standaard kies. Ver daarachter volgt 3 minuten + 2 seconden met direct daarna 5 minuten K.O. waardoor zonder increment erg domineert in de afrekening.

Ik heb gezocht naar zulke tabellen online en misschien bestaan ze maar ik heb ze niet gevonden. Het bevestigt wat ik al lang vermoedde maar daar houdt het voor mij dan ook op. Ik ga dus zulke databases niet meer in de toekomst downloaden alhoewel ik wel degelijk iedereen kon terugvinden die online in die periode gespeeld heeft op lichess.

De tip die ik kreeg in de jitsi-sessie vorige week is veel handiger. Je kan blijkbaar perfect alle partijen op lichess downloaden van 1 persoon door "https://lichess.org/games/export/gebruikersnaam" in te geven en dat is veel praktischer voor een partijvoorbereiding. Bovendien spelers die denken dat ze veilig zijn door hun account te wissen, zijn er aan voor de moeite. Dus alhoewel ik in juli zei dat WBoe3 zijn account verwijderd had, kan ik zijn partijen nog altijd in een klik downloaden.

Ach en als spelers denken dat ze beter af zijn op andere sites dan ben je opnieuw fout. Zo vond ik al heel snel eenzelfde soort recept voor chess.com die weliswaar iets omslachtiger is : "https://api.chess.com/pub/player/gebruikersnaam/games/archives"  bepaalt welke maanden de speler gespeeld heeft, vervolgens kies je welke maanden je wilt downloaden:  "https://api.chess.com/pub/player/gebruikersnaam/games/2020/10/pgn".

Bij chess.com heb ik zelfs partijen kunnen downloaden van accounts die al 5 jaar gesloten waren. Die partijen zullen natuurlijk niet veel meer waard zijn maar ik wil slechts aantonen dat alles wat je online doet, ergens wordt bewaard en door anderen kan worden bekeken. Op schaaksite las ik dan ook een artikel dat je beter hiermee rekening houdt maar sommigen maken het wel heel makkelijk voor anderen door hun echte naam te tonen bij hun account. Het is net daarom dat ik facebook, instagram ... nog steeds niet heb en ik deze blog schrijf onder het pseudoniem Brabo. Echter helemaal het internet bannen, lijkt mij vandaag geen optie meer want dan mis je te vaak belangrijke kansen.

Om af te sluiten wil ik de lezer ook nog een alternatief meegeven voor het gestopte chess.db-platform. Sinds enkele maanden heeft chessbase een serieuze concurrent erbij met chessabc. Het ziet er heel professioneel uit en biedt nu al heel veel mogelijkheden (partijvoorbereidingen, nieuws, 7 stukken tablebases....) . De vraag is natuurlijk altijd of dit soort prachtige initiatieven kunnen blijven gratis bestaan. Lichess blijft ons verbazen want zij slagen er al 10 jaar in om te overleven puur op vrijwillige donaties. Aarzel niet om dit dan ook eens te doen als je er veel plezier aan beleeft.

Brabo

dinsdag 15 december 2020

De Beneliga

Mijn kinderen hebben al maanden niet meer geschaakt en dan bedoel ik online inclusief. Ze zijn bijlange niet de enige clubschakers. Ik hoor meer en meer schakers spreken over een sabbatical (zie bv. over periodes van rust). Het online schaken blijkt steeds minder clubschakers nog te interesseren. Vrijdaglaatst was het zelfs zo armoe dat het wekelijks geplande lichess-tornooi bij Deurne afgelast werd wegens te weinig deelnemers.

Ook bij de grootste online tornooien zien we moeheid optreden. De zondagse battles kenden op hun hoogtepunt tijdens de eerste coronagolf meer dan 550 deelnemers. Vandaag tijdens de 2de golf zijn er een pak minder 156: Meesterklasse + 97: 1ste klasse + 92: 2de klasse + 58: 3de klasse = 403 spelers. Dat is nog steeds een flink aantal spelers maar het spreekt voor zich dat de organisator Govert Pellikaan meer dan ooit open staat voor nieuwe spelers.

Zelf was ik al lang met een jaloerse blik naar die competitie aan het kijken. Op mijn blog heb ik het al gehad over hoe ploegencompetities een extra dimensie kunnen betekenen voor het schaken. Echter ik voelde weinig voor een aansluiting bij een willekeurig team waarmee ik geen enkele band heb. Dit is ook helemaal anders dan in het klassieke bordschaken want daar leer je elkaar altijd wel kennen door een praatje voor of achteraf. Als je helemaal niets met elkaar te maken hebt dan lijkt mij een ploegencompetitie meer op een onbeduidende optelsom van individuele uitslagen. Deze interpretatie verklaart ook waarom ik geregeld uitnodigingen van online-teams uit andere landen afsla.

Dus ik wou enkel enkel meespelen in een team als ik minstens enkele medespelers op voorhand goed kende. Logischerwijze keek ik daarom aanvankelijk naar de Nederlandse clubs waarmee ik vroeger of nu samenwerk : Landau AxelDe Pion RoosendaalDe Drie Torens Tilburg maar geen van de drie clubs bleek actief te zijn in de zondagse battles. Dan bleef er natuurlijk slechts 1 optie over en dat is je eigen vriendenteam maken maar dat zou enkel zin hebben als ik 1) vrienden kon warm maken voor dit idee en 2) de zondagse battles ook een niet-Nederlands team voor het eerst zou accepteren.

Slechts 2 dagen kostte het mij om het idee uit te werken in een Beneliga (competitie met Belgische en Nederlandse ploegen). Govert was onmiddellijk akkoord want hij realiseerde zich wellicht dat opschalen een win-win is voor iedereen. Ik zie trouwens dat meer en meer sporten dit doen zie basketbalvoetbalhandbal, ... . Na een rondschrijven naar een 4 tal Belgische clubs, slaagde ik erin om mijn minimumdoelstelling van 10 spelers te bereiken. Voor de buitenwereld koos ik als naam voor het team Belgisch vriendenteam zodat iedereen ook onmiddellijk weet waarvoor het team staat. We zijn een mix van spelers uit diverse Belgische clubs die samen willen werken.

Ondertussen hebben we onze 2 eerste zondagse battles achter de kiezen. De eerste wonnen we in 3de klasse. De tweede, zondag laatst wonnen we in 2de klasse. Dat betekent dat we volgende keer met het Belgisch vriendenteam reeds in 1ste klasse aantreden. Een derde promotie wordt zeer onwaarschijnlijk maar ik zie dat er nog steeds nieuwe leden aanmelden dus je weet nooit. De teller staat ondertussen al op 25 waardoor we zeker in de breedte steeds meer slagkracht krijgen als team en dat is in die zondagse battles minstens even belangrijk dan de score van de 1 of 2 beste spelers. Dit verdient wellicht iets meer uitleg. Ik krijg trouwens regelmatig vragen over hoe die zondagse battles precies werken.

Er zijn vandaag dus 4 klassen: meesterklasse, eerste klasse, tweede klasse en derde klasse. Elk nieuw team start in de laagste. Elke week wordt er zondagavond tussen 20 uur en 22 uur gespeeld en na elke speeldag wordt er een ranking per klasse gemaakt. De hoogste 2 teams promoveren en de laagste 2 degraderen voor de volgende speeldag (indien er een hogere of lagere klasse bestaat uiteraard). In de meesterklasse wordt de ranking gemaakt volgens de optelsom per team van de 10 beste individuele resultaten. In eerste klasse en tweede klasse worden de 8 beste genomen. In derde klasse zijn het slechts de 6 beste. Hieronder zie je een voorbeeldje van hoe de score wordt gemaakt. Als er een kroontje staat naast de naam van een speler dan betekent het dat de score werd meegenomen voor de ploegranking.
Dit was het finale overzicht van zondaglaatst voor de prestaties van het Belgisch vriendenteam. We zien dus dat er kroontjes staan van 1-8 en die individuele resultaten werden dan samengeteld voor het teamresultaat. De lagere resultaten werden genegeerd maar zijn daarom zeker niet zinloos. De onderlinge concurrentie zorgt ook voor extra punten. Daarnaast moet je rekening houden met de flexibiliteit van de competitie want niemand is verplicht om de volle 2 uren te spelen.

Voor veel clubspelers is dit een nieuw en vreemd gegeven dat je helemaal niet alles hoeft mee te spelen. Veel clubs zijn vastgeroest in de gewoontes van een klassiek Zwitsers tornooi en missen hierdoor dat online veel meer mogelijk is en dit online ook verwacht wordt. Maximum flexibiliteit is volgens mij een vereiste om online succesvol te zijn. Dit wordt ook in de zondags battles toegepast. Spelers mogen zelf kiezen wanneer ze beginnen of stoppen. Spelers mogen kiezen om te beserken (helft van de tijd) voor het extra punt/ uitdaging. Winnen wordt gestimuleerd door streaks (extra punten vanaf 3 winstpartijen op een rij). Tenslotte en niet minstens even belangrijk is dat spelers hun anonimiteit mogen bewaren. Veel online initiatieven falen op voorhand al door te eisen dat deelnemers zich kenbaar moeten maken.

Het tempo is geen 3 minuten K.O. die de meest populaire keuze is voor online schaken maar 3 minuten + 2 seconden increment en dat is absoluut aanvaardbaar hier voor een serieuzere competitie waar het resultaat toch iets minder van de klok mag afhangen. Dit laat toe om toch partijtjes te spelen die in zijn geheel meer zijn dan een een pre-move-gevecht wat nog heel weinig met echt schaken te maken heeft. Om jullie smaakpapillen te activeren, geef ik nog 2 uittreksels mee van mijn 2de optreden. Ik begin met een leuk slotfragment van mijn allereerste partij in die battle tegen 1 van de toppers.
Het 2de voorbeeld heb ik geselecteerd omdat het zo mooi de link maakt naar 1 van mijn allereerste artikels op deze blog : wit kiest al in de opening een remisevariant. Het toont aan dat ik ook speel wat ik hier predik en dat het zeker in blitz een enorm voordeel kan zijn om iets af te weten van de opening.
Ik vind het grappig dat exact dezelfde slotzet beslist als in mijn standaardpartij van 2011.

Ik vermoed dat dit en andere soort gelijkaardige zaken wel vaker de moeite zijn om te delen met elkaar. Net daarom heb ik voor vanavond 20 uur dan ook de eerste online post-mortem-sessie via jitsi opgezet voor enkel teamleden van het Belgisch vriendenteam. Zo sla ik twee vliegen in 1 klap. We kunnen samen praten/ leren over het schaken en het team krijgt de kans om elkaar beter te leren kennen.

Ja iedereen die zin heeft om te helpen kan er nog steeds bij. Dit is nog een bonus van het systeem dat er geen limiet bestaat van aantal leden. Wel kunnen we eventueel overwegen indien we met erg veel zijn om een 2de team in de competitie te lanceren. Ik zie dat een paar Nederlandse clubs dit al doen en dit laat toe om de spelers iets beter te verdelen alhoewel iedereen altijd een tegenstander krijgt die ongeveer even hoog staat in de ranking. Ik zie zelfs in de meesterklasse dat de zwakkere spelers puntjes onderling van elkaar kunnen afsnoepen.

Brabo

maandag 7 december 2020

De (on)zin van blitz deel 5

In deel 3 ging het over mijn zoektocht naar de beste selectiecriteria die je kan gebruiken om goed studiemateriaal te vinden in de eigen gespeelde online partijen. In deel 4 toonde ik wat ik met dit studiemateriaal deed en hoe ik daarna onmiddellijk de nieuwe kennis in de praktijk implementeerde. In deel 5 zullen we het hebben over hoe we het best nieuw online studiemateriaal kunnen creëren. Welk tempo, tornooi, tegenstanders .... kiezen we het best waarbij we dus zo weinig mogelijk tijd online spenderen met de hoogst mogelijke vangst aan interessante partijen.

Echter vooraleer ik hiermee start, wil ik de lezer eerst erop attent maken dat plezier online altijd moet primeren. Meer fun betekent automatisch meer spelen en dus uiteindelijk ook meer studiemateriaal. Bovendien als het enkel om schaak studeren draait dan hou je het sowieso niet vol. Uiteindelijk is het ook zo dat slechts een heel klein percentage van de online gespeelde partijen bruikbaar blijkt te zijn voor openingsstudie. Hoe klein dit percentage wel is, viel mij op toen ik een toevallige check deed op een theoretische positie die ik eerder dit jaar op het bord kreeg van de Nederlandse WIM/FM Rosa Ratsma. Op 2.814.723 partijen in mijn megadatabase waarbij minstens 1 van beide spelers +2300 elo heeft, kan je 457 partijen vinden die onderstaande stelling bereiken.
Daarna zocht ik dezelfde stelling op in de eerste 10.000.000 (10 miljoen) gespeelde rated standaard partijen op lichess begin November en kwam tot de onthutsende vaststelling dat die stelling niet 1 keer was voorgekomen. Bijna 3,6 meer partijen dus dat had bij eenzelfde kwaliteit 1623 partijen i.p.v. 0 betekent. Hiermee toon ik dan ook onmiddellijk de limieten aan van de nieuwe studiemethode. Ik had eerder vermeld hoe bepaalde openingen populair zijn online maar bijna nooit voorkomen in standaard bordschaken. Het omgekeerde blijkt dus ook het geval te zijn en dat is jammer.

Jawel fun blijft superbelangrijk maar het gevaar bestaat dat het enkel daarbij blijft. Zo is verliezen absoluut niet plezant maar het zijn wel meestal de partijen waarvan je het meest kunt leren. Verliezen ga je ook het vaakst doen tegen sterkere spelers dus logisch dat we dan ook op zoek gaan naar die sterkere spelers. Trouwens als ik kijk naar mijn eigen gespeelde online partijen dan zie ik een heel duidelijke link tussen sterkte van de tegenstander en studiemateriaal. 14% van mijn verliespartijen tegen +2600 elo gebruikte ik als studiemateriaal. Tussen 2550-2600 elo zakte dit naar 12% en tussen 2500-2550 elo bleef er slechts 6% over.

Onder de 2500 elo zullen er wel nog partijen zijn die ik kan gebruiken als studiemateriaal maar je ziet dat het rendement niet alleen zeer snel afneemt maar ook zeer klein wordt. Het is dus zaak om zoveel mogelijk +2500 elo en liefst nog sterker tegen te krijgen en daar zit natuurlijk een probleem voor velen. De meeste +2500 elo-spelers zitten niet te springen om tegen (veel) zwakkere tegenstanders te spelen. Echter er zijn wel enkele tips die ik kan geven om dit te omzeilen.

1) Pump je online rating op want hoe hoger je rating hoe meer kansen je krijgt om te spelen tegen sterkere tegenstanders.
- Ik snap dat sommige spelers er geen graten in zien om computers te gebruiken wanneer ze schaak aan het studeren zijn want dat doen ze wanneer ze online hun openingen aan het testen zijn tegen de sterkste spelers online maar doe het niet. Het mag niet en je krijgt een etiquette op je gekleefd die zowel binnen als buiten het schaken zeer lang blijft plakken.
- Sandbagging of het gebruiken van meerdere accounts om 1 te sponsoren. Dit lijkt misschien minder erg maar opnieuw het mag niet en de sterke tegenstanders zullen ook niet echt blij zijn om vast te stellen dat ze tijd aan het verliezen zijn met het spelen tegen een oninteressante/ veel zwakkere tegenstander.
- Vermijd tilten. Tilten gebeurt wanneer je enkele partijen (al dan niet onterecht) verloren hebt waarna je alle objectiviteit verliest en hierdoor nog veel meer partijen verliest. Las regelmatig pauzes in maar ik geef toe dat dit makkelijker gezegd is dan gedaan.
- Vermijd vermoeidheid, alcohol, omgevingsgeluiden... Opnieuw niet altijd makkelijk als je pas kunt spelen na bijvoorbeeld een lange dag op het werk.
- Vermijd kritieke lijnen die je niet goed kent. Dit is heel efficiënt maar gaat lijnrecht in tegen de doelstelling om studiemateriaal te vinden. Best is daarom om het enkel toe te passen wanneer je rating lager dan gewoonlijk staat om snel weer omhoog te kunnen gaan.

2) Speel onlinetornooien waar sterke(re) tegenstanders spelen.
- Lichess organiseert elke uur Arenatornooien en als het een beetje lekker loopt dan krijg je de kans om tegen een grote vis te spelen. Zeker 's avonds zit er vaak schoon volk. In mijn vorig artikel sprak ik over Alexsur81, de Russische grootmeester Aleksei Priodorozhni. Andere groten die ik regelmatig bezig zie in die tornooien zijn o.a. Arnelosde sterke Griekse grootmeester Hristos Banikas en BIZOOde Franse grootmeester Anthony Wirig.
- Word lid van Belgisch vriendenteam die ik vorige week op lichess heb aangemaakt. We hebben gisteren onze eerste wedstrijd in Zondagse teambattles gespeeld. Niet alleen kreeg hierdoor 1 van onze leden de kans om tegen de eerder vermelde WIM/ FM Rosa Ratsma te spelen (ik niet) maar reeds volgende zondag treden we een klasse hoger aan met veel meer sterke spelers. Dus het zou leuk zijn als er na het lezen van dit artikel nog andere Belgen willen meehelpen. Dit kan alleen maar iedereen ten goede komen.

Dan wil ik het ook nog hebben over het beste tempo om online studiemateriaal te vinden. Hoe sneller, hoe meer partijen er gespeeld kunnen worden. Lichess verdeelt de verschillende tijdscontroles op in 5 categorieën (correspondentieschaak over verscheidene dagen niet meegerekend): Lichess time-controls. Onderstaande tabel toont aan hoeveel partijen je van elke type tijdcontrole bij benadering kunt spelen in eenzelfde tijd (binnen een categorie bestaat ook nog heel veel variatie dus exact kan je dit niet bepalen).
Dus we kunnen gemiddeld bijna 162 UltraBullet-partijtjes spelen in de tijd van 1 klassieke partij of ongeveer 2,68 Bulletpartijtjes in de tijd van 1 Blitzpartij. Echter ook hier wegen we kwantiteit best weer af tegen kwaliteit. Dit kan eenvoudig door bijvoorbeeld te bepalen hoeveel % Spaanse partijen dus 1.e4 e5 2.Pf3 Pc6 3.Lb5 in elke categorie voorkomen. Hiervoor destilleerde ik eerst de elitepartijen (+2400 lichess rating) uit de eerder vermelde 10 miljoen rated standaardpartijen gespeeld begin November. Ter referentie heb ik ook nog eens de meesterpartijen in de megadatabase toegevoegd in onderstaande tabel.
Niet verwonderlijk is UltraBullet pure onzin. Klassiek schaken doet bijna niemand van de elite online dus dat valt ook af. Dan blijven Bullet, Blitz en Rapid nog over. Als we Rapid 1 geven als tijdsgewicht dan krijgen we Rapid 1*3,3% = 3,3%, Blitz 3,13*2,6% = 8,2% en Bullet 8,37*0,8% = 6,4%. M.a.w. Blitz blijkt de tijdcontrole te zijn met het beste rendement voor onze studiemethode. Bullet zit er niet zo ver van af maar we kijken hier dan ook nog maar naar de opening van 3 zetten dus ik verwacht dat het verschil nog enorm oploopt voor complexere openingen.

Om af te sluiten wil ik het ook nog hebben over de increment. Spelen we best met of zonder increment. Ikzelf ben niet supersnel met de muis en zonder increment levert dat heel regelmatig nederlagen op in stellingen die technisch helemaal nog niet verloren zijn. Ik heb 160 partijen zonder increment verloren dit jaar volgens mijn persoonlijke database van online gespeelde partijen enkel tegen +2500 elo. Exact 40 verloor ik op tijd waar ik gewonnen of zeker nog niet verloren stond op het bord. Dat is 25% dus erg veel waardoor je kunt afvragen of het wel zinvol is om openingen te selecteren op resultaat.

Anderzijds zie ik ook enkele goede redenen om toch zonder increment te blijven spelen. Zo merk ik op dat verliezen op tijd vaak gekoppeld is aan geen of onvoldoende ervaring met een opening en dan is het toch zinvol om er eens naar te kijken ongeacht het spelverloop. Ook is het zo dat voor elke seconde increment je toevoegt, de partij gemiddeld een kleine minuut langer duurt dus je kan minder partijen spelen met increment t.o.v. zonder increment. Echter belangrijker vind ik dat spelers met +2500 elo voor 85% kiezen om zonder increment te spelen en slechts 15% met increment. Hiervoor baseer ik mij opnieuw op die 10 miljoen rated standaardpartijen gespeeld begin November. Je hebt dus bijna 6 keer meer kans op een interessante tegenstander in online partijen zonder increment dan met increment.

Kortom het is best mogelijk om het online-schaak ook wetenschappelijk te benaderen en zo te werken aan het schaken. Ik verwacht dat we niet snel zullen terugkeren naar normaal bordschaken en misschien zullen zelfs bepaalde initiatieven de coronacrisis overleven. Deze nieuwe werkmethode verdient volgens mij een plaats naast de oude.

Brabo

zondag 29 november 2020

De (on)zin van blitz deel 4

September 1995 speelde ik als 19 jarige mijn allereerste partij die meetelde voor een nationale rating. Dit is dus ondertussen 25 jaar geleden maar ik herinner mij dat ik zelfs toen al mijn partijen trachtte voor te bereiden. Het was amateuristisch uiteraard want veel materiaal bestond er niet en de engines waren nog erg zwak. Dit is vandaag helemaal anders. Zowel betreffende technieken als ervaring is er voor mij enorm veel veranderd. Ik heb wellicht al op meer dan 1000 spelers voorbereid.

Zo ontdekte ik door de jaren heen ook dat veel spelers (de meeste amateurs?) in de loop van hun schaakcarrière overstapten van hoofdlijnen spelen naar nevensystemen. Op zich niet verwonderlijk want zoals ik nog maar een paar weken eerder op deze blog schreef, heb je als volwassene in de meeste gevallen slechts een fractie van de vrije tijd t.o.v. die je als zorgeloos kind vroeger had. Het is vaak gewoon onmogelijk om en een voltijdse job te bekleden en een huishouden liefdevol te leiden en op de hoogte te zijn van alle laatste theoretische ontwikkelingen in het schaken. Sommige schakers kiezen dan ook liever om de stekker uit de competities te trekken dan zich neer te leggen bij het spelen van partijen op een lager niveau. Anderzijds mits een verstandig kiezen van kleinere systemen, is het zeker mogelijk om als amateur met weinig vrije tijd toch plezier te hebben aan het schaken.

Desalniettemin verraste mij het artikel Siem Van Dael unorthodox openings lead to success. Eind vorig jaar had ik zelf nog tegen Siem een zeer lange theoretische variant gespeeld in de Svechnikov en nu deed hij exact het tegenovergestelde met openingen zoals 1.h4, 1.a4, 1.h3, 1.a3 en 1.g3 g6 2.Lg2 Lg7 3.Pa3. Die jongen is slechts 16 jaar en nu al lijkt hij het gehad te hebben met openingen te studeren. Ik vind het heel jong maar misschien is het gewoon puberen. Ik heb thuis ook steeds meer mijn handen vol met het sturen van mijn tieners terwijl ik ook besef dat ze het best leren van hun eigen gemaakte fouten.

Met deze introductie wil ik terugkeren naar waar we gebleven waren op het einde van mijn vorig artikel. Ik sloot toen af met de beslissing om mijn nieuwe studie te concentreren op openingen die gespeeld worden door de sterkste spelers online en die ook in klassiek schaken zouden kunnen voorkomen. Wel de bongcloud is wellicht een stap te ver maar het is duidelijk dat sommigen zelfs in standaard schaken durven onorthodoxe openingen te spelen. Anderzijds als we gewoon kijken naar om het even welke database van standaardpartijen dan blijft het aantal 1.h4, 1.a4 ... een zeer kleine fractie te zijn van het totale aantal gespeelde partijen. Tijd is schaars dus lijkt het mij dan ook verstandiger om prioriteit te geven aan grotere dus meer frequent gespeelde openingen.

Bovendien heb je als schaker in zo goed als elke partij een moment waarop je zelfstandig moet spelen zonder voorkennis. Elke ervaren speler kent de basisregels in de opening en dat volstaat in de meeste gevallen voor onorthodoxe openingen. Het grote gevaar van openingen ligt immers dan ook vooral in die kritieke varianten waar het ontbreken van voorkennis wel degelijk een belangrijke handicap blijkt te zijn. In dit artikel zal ik dit met enkele voorbeelden haarfijn aantonen.

Tenslotte maakte ik een laatste restrictie in het kiezen van de openingen door enkel die partijen te kiezen met kritieke lijnen die ik recent nog niet serieus bestudeerd had. Met recent bedoel ik de laatste 5 jaar want al heel snel realiseerde ik mij dat er zoveel werk is dat ik die onbekende systemen best voorrang geef. Dus zelfs met al die zelf-oplegde beperkingen had ik nog steeds 3 van de 10 geselecteerde partijen met "interessante" openingen na het filteren op de sterkste online spelers. In het vervolg van dit artikel zal ik 2 van die 3 partijen uitlichten en zo de lezer trachten aan te tonen hoe geweldig interessant ik deze voor mij nieuwe methode van werken aan het schaken vind.

We beginnen met een variant waarvan ik oorspronkelijk dacht dat zwart een stuk wegblunderde om achteraf te ontdekken dat de variant niet alleen al bijna 50 keer in meesterpartijen gespeeld was maar ook nog eens bijzonder goed scoorde in de praktijk. De jonge Turkse internationaal meester Omer Faruk Ozer maakte op spectaculaire wijze brandhout van mij.
Achteraf ontdekte ik dat ik nog een tweede online partij een jaar eerder verloren had in deze variant tegen niemand minder dan Alexsur81, een van de bekendste en sterkste spelers op lichess. Zelf bescherm ik mijn accounts af maar het is natuurlijk leuk om te weten wie er precies achter een account schuilt. Zo is het niet erg moeilijk om te achterhalen dat de Russische grootmeester Aleksei Priodorozhni speelt met het profiel Alexsur81. Nog leuker wordt het als je ontdekt dat Aleksei deze gedurfde opening ook in een recente klassieke wedstrijd aan het bord al gespeeld heeft.
Aleksei verloor deze partij maar hij had wel degelijk kansen. Ik vermoed ook dat hij een grondige studie gemaakt heeft van deze opening want op lichess speelt hij het heel regelmatig en met succes. Ik weet niet of ik de opening ooit aan het bord zal tegen krijgen maar ik was niet verwonderd dat ik al heel snel online de kans kreeg om mijn openingsstudie uit te testen. Aleksei heeft bijna 4000 volgers dus dan kan je wel verwachten dat sommigen zijn repertoire kopiëren. Voor een partijtje gespeeld op slechts 3 min KO tegen 2440 elo was het best ok.
Het tweede voorbeeld betreft een variant die ik al zeker 15 jaar op mijn repertoire heb en ik zeer regelmatig online (60 keer) ontmoet maar nooit serieus bestudeerd heb omdat ik ze in standaardschaken nog nooit heb tegen gekregen. Vooral de behandeling gekozen door de Russische FM Kirill Kopjonkin baarde mij zorgen en dat bevestigde mijn engine door aan te tonen dat ik het al elke keer (7 in totaal) had fout gedaan in het verleden.
Dus ik weet nu dat 13.Pa4 een pak sterker is dan 13.fxe6 die ik tot dan altijd had gekozen in mijn online partijen. Bovendien wil ik er ook nog op wijzen dat mijn openingsstudie veel verder gaat dan enkel het detecteren van 1 verbetering. Daarnaast bekijk ik ook alternatieven voor zwart intensief en dat levert eveneens onmiddellijk rendement op. In de paar weken na de studie van deze opening slaagde ik er in om jawel met de nieuwe kennis 3 + 2400 spelers in miniatuurtjes van het bord te meppen.
Zo gemakkelijk zal het wel niet gaan in een klassieke bordpartij maar ik ben overtuigd dat het zeker helpt om deze lijn beter te spelen als je al een studie ervan gemaakt heb. 

Trouwens ik merk op dat ik met deze voor mij nieuwe studiemethode veel sneller en wellicht stukken efficiënter werk dan voor de coronacrisis. Ik spendeer geen tijd meer aan middenspelen en eindspelen. Alles concentreert zich nu op de opening en bovendien enkel echt kritieke lijnen. Ik zie onmiddellijk de resultaten ervan (weliswaar voorlopig online). In 5 weken tijd heb ik zo al 11 openingsstudies kunnen afwerken dus dubbel zoveel dan normaal.

Studiemateriaal is er voldoende om nog een hele tijd door te gaan. Ondertussen blijf ik ook actief online waardoor zowel de nieuwe kennis kan worden getest als andere/ nieuwe problemen kunnen worden gedetecteerd. Het is alleen een kwestie van de juiste tegenstanders hiervoor te vinden maar dit wordt het derde en laatste luik van mijn nieuwe online werkmethode. Welke online partijen (tempo/ tornooien/ ...) speel je het best en waar vind je de beste online tegenstanders om optimaal nieuw studiemateriaal te vinden?

Brabo

maandag 23 november 2020

De (on)zin van blitz deel 3

Verspil nooit een crisis want dat is de gelegenheid bij uitstek om het normale eens in vraag te stellen. We kunnen blijven wachten tot het voorbij is maar misschien keren we nooit meer terug naar de oude situatie. Desondanks stel ik vast dat het aantal nieuwe initiatieven heel beperkt blijft. Het is dus geen toeval dat net in de meest recente Vlaanderen Schaakt Digitaal een oproep staat naar de lezers om ervaringen/ ideeën te delen hoe we toch kunnen "overleven" als schaker in deze coronatijden.

In mijn vorig artikel gaf ik aan hoe sommige spelers zichzelf en hun omgeving in gevaar brachten om in verre oorden toch maar te kunnen schaken. In dit artikel wil ik daarom eerder kijken naar veilige oplossingen en toevallig botste ik gisteren nog op een schitterend initiatief via de site van mijn allereerste schaakclub de torrewachters die ik af en toe nog eens bezoek: mijn online klas.
Het is voorlopig enkel voor spelers van West-Vlaanderen en toegang moet je vragen via Tom Piceu/ Glenn Dayer dus ik kan het zelf niet testen maar het ziet er visueel fantastisch uit. Dit heeft potentieel om veel groter te worden. Wie een korte introductie over het virtuele schaakhuis wil bekijken, kan deze hier vinden, lees je liever dan is dit de link.

Zelf ben ik geen grote IT-savant zoals (ik vermoed) Mark Dechamps en ik heb ook niet zulke grote ideeën maar eind vorige maand schakelde ik de knop ook om. Afwachten wou ik niet langer en dus ging ik op zoek naar nieuwe mogelijkheden om mezelf als schaker verder te ontwikkelen. Wat van schaken kan vandaag wel nog mits de coronamaatregelen te respecteren? Tja online schaken is zowat het enige natuurlijk maar is dit vaatje niet ondertussen al helemaal leeg? Ik had zelf in juli op mijn blog geschreven in het artikel online schaaktornooien dat je aan online schaken best niet te veel tijd steekt.

Daar sta ik nog steeds volledig achter maar eind vorige maand realiseerde ik mij plots dat je ook meer kunt doen dan het spelen van die online partijtjes. In deel 2 had ik al aangegeven dat ik mijn gespeelde online partijtjes gebruik in de voorbereiding (maar ook in de partijanalyses achteraf) voor o.a. het ontdekken van potentiële fouten van mijn toekomstige bordtegenstanders. Echter deze keer ging ik verder en vroeg ik mij af of er niet meer te leren valt uit die online partijtjes. Kunnen die partijtjes die vaak slechts enkele minuutjes duren, meer bieden dan enkel het aantonen van veel voorkomende fouten?

Als ik kijk naar het middenspel dan merk ik op dat mijn online partijtjes doorspekt zijn van grote fouten die ik zeker voor 90% in een standaardpartij niet zou maken (ik vermoed dat het zelfs nog een pak hoger ligt). Eindspelen zijn nog minder interessant. Vooreerst zijn ze nog zeldzamer dan in standaardschaak maar bovendien ontaarden ze meestal in een pre-move-wedstrijd die zeer weinig nog te maken heeft met schaken. Dus blijven enkel openingen over maar zien we daar ook niet vooral onzin? Als je met de Bongcloud een online toptornooi kunt winnen dan kan je toch ook niet anders concluderen dat je niets kunt leren van openingen door online partijtjes te bestuderen.
Dit soort openingen zijn schering en inslag bij onlineschaken. De ene al wat lelijker dan de andere. Anderzijds er is maar 1 Magnus Carlsen die op het hoogste niveau hiermee (ook niet altijd) succesvol is. Daarnaast heb je ook nog heel veel spelers die normale openingen spelen. Dit legde ik trouwens al uit in deel 1 namelijk dat veel spelers dezelfde openingen online spelen als in standaardschaak. M.a.w. mits te concentreren op die online partijtjes met "serieuze" openingen, valt misschien wel meer te doen.

Sinds 2007 bewaar ik bijna al mijn online gespeelde partijtjes. Ondertussen is de teller al een eind voorbij de 70.000. Dit is een enorm aantal partijtjes en dus is de kans ook heel groot dat ertussen partijtjes met interessante openingen te vinden zijn. Dan is de volgende vraag natuurlijk hoe haal ik die er snel uit en welke krijgen voorrang? De openingen van meer dan 70.000 partijtjes handmatig classificeren is een onbegonnen werk. Dus al snel realiseerde ik me dat ik met filters moest werken maar welke was even zoeken. De eerste die ik probeerde was het bepalen van mijn persoonlijke score in diverse openingen. De bedoeling is dan uiteraard om de slechtst scorende opening eruit te selecteren en dan de online partijtjes met die specifieke opening over te houden als basis voor de studie. Als je een account hebt op lichess dan is dit iets wat je in een paar klikken kunt doen via Chess Insights. Zo kreeg ik onderstaande grafiek van 1 van mijn accounts.
Dit is enkel voor mijn zwartpartijen en bovendien heb ik de filter beperkt tot enkel de tegenstanders die ongeveer mijn rating hebben. Ik speel meer partijen tegen zwakkere dan sterkere en om dit effect te kunnen wegwerken zou je moeten eerder naar TPR kijken i.p.v. percentage (lijkt vandaag niet mogelijk te zijn op lichess). Echter het is zeker ook interessant om te zien hoe het repertoire scoort tegen enkel sterkere tegenstanders (correctheid) en enkel zwakkere tegenstanders (efficiëntie).

Vooreerst toont bovenstaande grafiek nogmaals aan dat dubieuze openingen erg goed scoren online. Mijn score met het Hollands is op uitzondering van A81 bijzonder goed. Klassieke openingen zoals Spaans en Schots die veel correcter zijn, scoren dan weer opmerkelijk zwakker. Dus hieruit zou je kunnen afleiden dat ik klassieke openingen zoveel mogelijk moet vermijden en mij nog meer moet toeleggen op dubieuze (tot zelfs weerlegde tricky) openingen als ik mijn scores nog wil verbeteren. Echter het lijkt mij erg twijfelachtig of ik mij hierdoor echt ontwikkel als schaker. Dit lijkt mij niet het correcte pad want online schaken is voor mij niet het ultieme doel. Ik zit ook verveeld met het feit dat lichess enkel toelaat om een overzicht te maken van 1 account. Die account betreft ruim 4000 partijtjes maar dat is slechts een fractie van mijn complete database. Tenslotte mis ik details over de openingen. Een opening is heel breed dus welke specifieke lijnen betreft het en waar gaat het precies mis?

Chess Insights lijkt mij dus voldoende voor de beginnende schaker die snel een oordeel wilt krijgen over grote lacunes in het eigen repertoire (bv. geen antwoord op de Caro-Kann) maar voor ervaren schakers is deze tool te licht. Om een meer gedetailleerde kijk te krijgen van mijn repertoire koos ik daarom om een openingsboek te maken volgens mijn artikel groene zetten van enkel mijn verliespartijen. In onderstaande screenshot toon ik hoe dit eruit ziet voor mijn repertoire nadat ik geopend heb met 1.e4.
Omdat partijen van 2007 nog weinig relevant zijn vandaag voor mijn repertoire en ik de laatste maanden erg veel gespeeld heb, heb ik enkel mijn verliespartijen van 2020 aan het openingsboek toegevoegd. Ja alleen al 665 verliespartijen na 1.e4 betekent dat ik flink veel verloren heb de laatste maanden en dat was niet altijd even prettig. Anderzijds hoe meer verliespartijen, hoe groter de kans is dat er iets van te leren valt.

Met dit openingsboek zie ik dus in een oogopslag na welke zetten ik precies de meeste nederlagen heb geleden. Logischerwijze wou ik dan ook voorrang geven aan de openingen/varianten met die meeste verliespartijen maar dit leverde niet het gewenste resultaat op. Zo mondde mijn verliezende hoofdvariant uit in het 6.Le2 systeem tegen de Najdorf en daarmee kwam ik onmiddellijk in conflict. De verliezende hoofdvariant bleek tezelfdertijd ook 1 van mijn best scorende varianten te zijn. Best betekent niet dat het niet meer beter kan maar als ik dan de verliespartijen met die opening aandachtiger bekeek dan merkte ik ook nog op dat de verliespartijen helemaal niets te maken hadden met de opening.

Dit soort openingsboek is dus evenmin de correcte aanpak. Vaak is het niet meer dan een indicatie van welke lijnen het populairst zijn (in online schaken maar daarom zeker niet in dezelfde verhoudingen als klassiek bordschaken). Tenslotte zijn het ook slechts blitzpartijtjes. Daarmee bedoel ik dat als de input van bedenkelijke kwaliteit is dan moet je ook niet veel verwachten van de output. Blitzresultaten zijn zo onvoorspelbaar dat je uitsluitend daarop best geen beslissingen kunt maken betreffende openingen.

Dus ik was terug bij af maar daarom gaf ik het nog niet op. Er was nog 1 filter over die ik wou proberen. Wat als ik nu enkel mijn online verliespartijen selecteer tegen mijn sterkste tegenstanders? Bijna elk online platform houdt vandaag een eigen online elorating bij. Bovendien worden bij elke online partij automatisch van beide spelers die online ratings toegevoegd. Daarop filteren is dus een koud kunstje.
In bovenstaande screenshot toon ik het resultaat van mijn filter op mijn verliespartijen na 1.e4 gespeeld in het jaar 2020 tegen +2600 elo (online) tegenstanders. Op de achtergrond zien we dat dit uiteindelijk 10 partijen oplevert en dat is uiteraard wel perfect manueel te doorploegen. Bovendien merk ik deze keer onmiddellijk op dat er interessante openingen tussen zitten. Vooral nummers 3, 7 en 8 trekken mijn aandacht. Met die ga ik aan de slag maar dit is een voor een volgend artikel want daar valt weer heel wat over te vertellen en dit artikel heeft al zijn maximale lengte bereikt.

Brabo

maandag 16 november 2020

Corona dreigt veel schaakclubs te laten verdwijnen

Enige tijd geleden probeerde mijn clubvoorzitter Robert de moed erin te houden door naar alle leden te mailen dat een jaartje zonder schaken helemaal ok is. Hij heeft natuurlijk gelijk. In het verleden hebben talloze schakers bewezen dat het perfect mogelijk is om na lange tijd van inactiviteit opnieuw te schaken (hierbij denk ik in het bijzonder aan sterke Jan die er in slaagde als gepensioneerde na decennia van geen schaken om alsnog internationaal meester te worden). Trouwens elk jaar bouw ik zelf (toegegeven vaak door de omstandigheden) enkele maanden rust in. Dat heb ik altijd ervaren als iets positief om o.a. even iets meer te kunnen concentreren op de analyses (om zo bepaalde defecten te repareren of nieuwe systemen aan te leren) waarvoor je tijdens de competities meestal onvoldoende tijd hebt.

Echter er zijn ook veel signalen dat we voor de grootste crisis van het schaken ooit staan. Zo meldde Vlaanderen-Schaakt-Digitaal-2020-17 dat 1 op 3 niet zijn KBSB-lidmaatschap vernieuwd had. Dit is een alarmerend cijfer en dan zijn we nog niet de slechtste leerling in de klas. In buurlanden zoals Engeland en Nederland tekent men zelfs dalingen hoger dan 50% op. Dit zijn bij mijn weten nooit eerder gekende terugvallen. Bovendien voor elke speler die gestopt is en later weer terugkeert, zijn er wellicht een veelvoud die nooit meer terugkeren. Ik merk het trouwens zelf ook op dat er een pak voordelen zijn aan geen competitieschaak te spelen. Plots is mijn leven veel rustiger geworden en kan ik de tijd nemen voor zaken waarbij ik anders mezelf moet krom plooien om ze te verwezenlijken. M.a.w. ik vermoed dat veel schakers definitief gestopt zullen zijn na corona zeker als die nog enige tijd blijft verder duren en daar lijkt het zo meer en meer op.

Misschien nog erger is het feit dat meerdere clubs op het punt staan te verdwijnen. 14 Belgische clubs hebben zich voor dit jaar niet meer aangesloten. De internationale situatie is zelfs zo ernstig dat Fide in oktober waarschuwde dat er clubs met een rijke geschiedenis van 150 jaar dreigen de dupe te worden van de leegloop. Die clubs zijn onvervangbaar maar ruimer genomen is het heropstarten van om het even welke club zo goed als onbestaande. Het is dus niet zomaar dat diverse bestuursorganen oproepen tot solidariteit om de toekomst van het schaken veilig te stellen. Onderstaande herwerkte poster van Lord Kitchener Wants You oorspronkelijk gepubliceerd om Britse soldaten op te roepen voor WW1 is grappig maar ook bittere ernst.
Fide Newsletter #17 (October 26, 2020)
Ik hoop dat er gehoor komt aan de oproep maar ik vrees dat veel mensen grotere zorgen hebben dan het voortbestaan van schaakclubs. Als je je werk verloren hebt in de laatste maanden of veel kosten hebt moeten maken aan ziekenhuisverzorging... dan is het volstrekt normaal om in de uitgaven te snijden die niet prioritair zijn. Ik kan ook goed begrijpen dat je als vrijwilliger nu even niet de handen uit de mouwen wilt steken.

Gelukkig is niet alles kommer en kwel want vele vrijwilligers blijven hun schouders onder het schaken steken. Ondanks moeilijke omstandigheden blijven veel (Belgische) clubs toch nog jeugdwerking aanbieden. De jeugd nu laten vallen, zal zich wreken voor heel lange tijd. Anderzijds zie ik wel een groot probleem voor onze tieners. 12-18 jaar zijn de belangrijkste in de ontwikkeling van een schaker en daar 1 of 2 van verliezen zal zich voor altijd laten voelen. Het aantal nieuwe IMs en GMs is zo goed als helemaal stilgevallen. Zonder perspectieven zal veel talent verloren gaan.

Persoonlijk heb ik ook altijd vooruitgang in het schaken gekoppeld aan competitieschaak spelen en dan spreek ik natuurlijk enkel over klassieke wedstrijden. Die serieuze wedstrijden waren bij wijze van spreken de stok achter de deur om te werken aan het schaken want zonder ze zijn er geen voorbereidingen of partijanalyses te maken. Bij mijn eigen kinderen is het eerder de sfeer en de inzet van die wedstrijden maar ook bij hen is/ was competitieschaak de motor voor hun schaakmicrobe. Deze zomer hebben we daarom nog een ultieme inspanning gemaakt om een tornooi in Praag te spelen zie de schaakmicrobe deel 3 maar dit kon/ wou ik niet meer herhalen.

Ik besefte in augustus al dat ik geluk had gehad en dat werd nogmaals bevestigd toen een maand later andere Belgen ook naar Tsjechië gingen schaken en daar zeer ernstig ziek werden door corona. Dit was dan ook voor mij de druppel om alle nieuwe plannen voor nog een tornooi in Tsjechië tijdens de herfstvakantie definitief op te bergen. De besmettingscijfers lagen er ondertussen ook al 10 keer hoger. Uiteindelijk werd het tornooi zelfs geannuleerd. Een alternatief die ik ook bekeek was Open Tegernsee in Zuid-Duitsland maar ook dit feest ging niet door. Echter daar maakte men wel nog een uitzondering voor een aparte meestergroep van 10 spelers waarvoor speciaal een extra plastieken wand op elk schaakbord werd geïnstalleerd. Zelf kwam ik uiteraard niet in aanmerking hiervoor maar wel onze Belgische hoop Daniel Dardha. Ondanks 3 nederlagen deed hij het heel behoorlijk want de tegenstand was zeer sterk en hij won zelfs nog een handvol punten. De overwinning tegen de Tsjechische grootmeester Thai Dai Van Nguyen bewees nogmaals dat de grootmeestertitel een kwestie van tijd is. Ik vermoed dat veel lezers nog niet gehoord hebben van die grootmeester maar hij won onlangs nog een rapidmatch over 10 wedstrijden tegen oud-wk-finalist Nigel Short.
Ik merk op dat Daniel overal opduikt in Europa (Portugal, Frankrijk, Hongarije, Griekenland...) waar er de kleinste kans is om normaal te schaken. Dit houdt zeker risico's in maar ik begrijp volstrekt zijn keuze. Zoals ik al eerder schreef, zijn dit zijn beste jaren om vooruitgang te boeken want na je 18de wacht wellicht de universiteit en daarna een drukke job. Bovendien zijn de gezondheidsrisico's van de coronaziekte zeer beperkt voor zijn leeftijd (ik moet veel meer opletten).

Hij is niet de enige zo las ik op hmcdenbosch dat de 16 jarige Nederlandse FM Siem Van Dael ondanks de corona-crisis 6 tornooien had gespeeld: Griekenland, Servië, Bulgarije, Italië, Zweden. Je moet er iets voor over hebben want zo gaf hij aan dat het geen pretje is om bij +35 graden te spelen met mondkapje aan. Echter zij zijn uitzonderingen. Ik denk 99% van de jeugd heeft geen officiële wedstrijden gespeeld en dat is uiteraard niet verwonderlijk.

Voor mij was Open Praag deze zomer het maximaal haalbare. Dit betekent dus dat ik sinds begin oktober helemaal droog sta betreffende partijanalyses. Ik zie dit jaar geen ook geen mogelijkheden meer om nog serieus te schaken. Nederlandse interclub, Open Bethune,... zijn ondertussen ook allemaal al geannuleerd. Echter in een volgend blogartikel wil ik het hebben hoe ik dan toch een methode heb gevonden om mezelf terug te activeren. Stilstaan is achteruitgaan en schaken opgeven is voor mij geen optie.

Brabo

zondag 8 november 2020

Schaakprogramma's testen deel 2

Corona hakt in ons sociaal en voor velen ook hun professioneel leven. De schade loopt op en er is geen twijfel over dat het zowel financieel als emotioneel een enorme kater zal opleveren. Echter zelfs ook aan het meest negatieve zijn er pluspunten. Zo las ik recent op diverse websites dat de slaagcijfers in het hoger onderwijs iets hoger lagen dan voorbije jaren zie o.a. hogere slaagcijfers in franstalig hoger onderwijs ondanks coronavirusgeen corona effect vub studenten leggen betere examens af dan afgelopen jaarondanks corona slaagcijfers ku leuven liggen hoger dan normaal.

Er werd nochtans op voorhand aangekondigd dat er niet milder zou worden verbeterd. Ook werd er gevreesd dat het gebrek aan fysieke lessen nefast zou zijn voor de slaagkansen. Ik vermoed dan ook dat het gebrek aan afleiding door corona misschien studenten wel vaker deed beslissen om de cursussen iets sneller te openen.

Ik kan ze geen ongelijk geven. Deze crisis schept zeker ook kansen om projecten op te starten die in gewone tijden moeilijker of zelfs helemaal niet haalbaar zijn. Ook voor schaakprogrammeurs is 2020 een boerenjaar. De progressie dit jaar versnelde want we kregen meerdere belangrijke updates van o.a. Leela en Stockfish. Het is ongelooflijk dat de rek er nog steeds niet uit is want ik vermoed dat de gewone sterveling al lang geen besef meer heeft van hoe sterk het beste commercieel schaakprogramma ondertussen is. Net daarom dacht ik dat het wel eens nuttig kon zijn om dit in een grafiek te gieten.

Voor lezers die een meer gedetailleerde evolutie van de topprogramma's willen bekijken, kan ik dit leuke youtube-filmpje aanraden. Er bestaan nog anderen op het internet maar de boodschap is steeds dezelfde. Ze zijn in ruim 3 decennia geëvolueerd van oorspronkelijk zeer zwak naar een niveau onmogelijk nog te snappen voor een mens. 

Op TCEC loopt er zelfs een permanente joke hierover. Zo houdt een teller bij hoe vaak iemand vraagt naar een match tussen Carlsen en de computer. In bovenstaande grafiek toon ik met de rode lijn aan wanneer het beste commercieel programma definitief de beste mens gepasseerd is. In 2006 gaf Rybka de doodsteek aan de strijd mens-computer en sindsdien is het gat steeds blijven groeien.

Testen van de beste schaakprogramma's heeft vandaag enkel nog zin onderling. Eind vorig jaar schreef ik in deel 1 dat dit testen naar meer smaakte voor mij maar te tijdverslindend was en dus niet voor direct. De corona-crisis zorgde uiteraard voor plots wel voldoende ruimte hiervoor en daar maakte ik dankbaar gebruik van. In het voorbije jaar organiseerde ik een dozijn matchen telkens bestaande uit 100 rapidpartijen (15min + 10sec) op diverse computers en tussen steeds nieuwere en sterkere schaakprogramma's.

Het is moeilijk om uit bovenstaande cijfers precies af te leiden hoe groot de progressie van het sterkste commercieel programma is geweest afgelopen jaar. Daarom maakte ik onlangs ook nog eens een vergelijking tussen Leela v22 (eind vorig jaar) en Leela v26 (nu) met Komodo 11 op mijn nieuwe laptop. Het resultaat was verbluffend. Vorig jaar vond ik de overwinning van Leela met 62,5 - 37,5 al indrukwekkend maar dit verbleekt met de recente nieuwe Leela die 75 -25 scoorde. Dat komt overeen met 100 TPR extra. M.a.w. het is dus hoogtijd om eens Leela up te daten als je nog werkt met een versie van vorig jaar (mijn best scorende versie in de testen is voorlopig v0.26.1 met netwerk J92-210).

Het blijft een kluwen om de beste versie van Leela eruit te pikken. Sommige testen met recentere versies scoorden zelfs slechter dus je weet nooit op voorhand of je er beter aan doet om up te daten. Het hangt trouwens ook sterk af van de hardware (grafische kaart) die je gebruikt. Dit is dan ook de reden waarom ik in bovenstaande tabel vermeld met welke computer ik een test gemaakt heb.

Zo zien we dat de laatste versie van Stockfish meer profiteert van mijn gloednieuwe desktop dan Leela. Nadat ik vorig jaar mijn laptop verving, heb ik vorige maand ook mijn desktop vervangen (de 4 jaar oude had een zeer slechte grafische kaart en er waren heel vaak problemen met het geheugen). Ik zie dat Stockfish 100-200% meer nodes berekent op de nieuwe desktop t.o.v. de nieuwe laptop. Leela wint slechts een 50% aan nodes.

Dus de progressie gebeurt zowel op software als hardware. Bovendien wordt het ook steeds lastiger om die progressie te meten. Zo kun je ook uit mijn testen zien dat het remise-percentage in mijn matchen steeds hoger wordt. Dit ligt ook volledig in de lijn van mijn vorig artikel dat schaken bij het naderen van perfect spel uiteindelijk enkel remises nog oplevert. Zelfs de truuk van opgelegde openingen blijkt steeds minder goed te werken.
Zo hou ik met een kleurentabel bij welke openingen interessant zijn en welke niet. Groen is ok. Oranje betekent dat ik ze verder moet opvolgen. Rood betekent dat de openingen moeten worden vervangen. Dat gebeurt nadat ofwel 4 keer na elkaar hetzelfde kleur wint met dezelfde opening of 8 keer na elkaar remise werd gespeeld met dezelfde opening. Na mijn laatste match moet ik 22 van de 50 openingen daarom vervangen.

Bij TCEC zijn Nelson Hernandez en Jeroen Noomen voortdurend op zoek naar openingen die ervoor zorgen dat de schaakprogramma's optimaal kunnen worden getest. Dit blijkt een steeds grotere uitdaging te worden. Na de eerste cyclus (4 matchen) verving ik 3 openingen, na de tweede 15 en nu blijken het er al 22 te zijn. Ik had nochtans net op het omgekeerde gehoopt nadat ik eerder al de slechte had vervangen. In elk geval de superfinale van TCEC Season 19 waarbij Stockfish won met 9 punten verschil was een sterk staaltje van openingen-selecteren.

Dit resultaat zal misschien ook lezers doen afvragen waarom ik nog die matchen uberhaupt organiseer. Vandaag Stockfish 12 downloaden en Kees is klaar. Tja dat is correct maar dat was zeker niet duidelijk een paar maanden geleden toen versie 12 nog niet eens beschikbaar was. Ik bedoel dat je heel snel achterop hinkt als je niet voortdurend uitkijkt naar vernieuwingen. Zo analyseerde ik nog tot september vorig jaar met Komodo 11. Vandaag zijn mijn analyses minstens 200 elopunten beter en zoiets kan wel degelijk een (miniem) verschil maken in een voorbereiding zelfs voor een klassieke bordpartij gespeeld op mijn bescheiden niveau.

Trouwens ik merk op dat de overlapping tussen de zetten van Stockfish 12 en de meeste recente versie van Leela nog steeds maar 60% is. Stockfish 12 volstaat zeker maar Leela biedt nog steeds extraatjes. Tenslotte is het ook gewoon een leuke bezigheid dit testen van schaakprogramma's en dat is zeker welgekomen in deze corona-tijden.

Brabo

maandag 26 oktober 2020

Praktisch schaak deel 2

Het lijkt er steeds meer op dat we voor lange tijd niet aan een bord zullen kunnen schaken. Het is te zeggen zonder dat we onszelf in allerlei bochten moeten wringen waardoor er van het oorspronkelijk plezier aan bordschaken nog bitter weinig overblijft. Echter de alternatieven zijn weinig benijdenswaardig. Online schaken kan je niet serieus nemen want je weet nooit tegen wie of wat je precies aan het spelen bent. De laatste maanden kwam het ene na het andere dopingschandaal naar boven in die mate zelfs dat het even werd opgepikt door grote nieuwskanalen zoals the guardian.

Misschien moeten we gewoon maar de computer toelaten zoals bij iccf als we toch niet in staat zijn om de valsspelers te vermijden. Dan is er uiteraard geen probleem meer van valsspelen en krijgen we bovendien als leuke bonus dat de partijen kwalitatief veel hoger en interessanter zullen zijn. Dit lijkt mij ook een stuk leerzamer dan de vele blitz- en bulletpartijtjes die grotendeels tijdsverspilling zijn.

Anderzijds denk ik niet dat er nog veel leuks aan het schaken is wanneer alle partijen in een tornooi zullen eindigen op remise door gebruik te maken van een computer. Dit is exact wat er recent gebeurde in een toptornooi georganiseerd door iccf: Joop van Oosterom Memorial. Alle 28 partijen werden remise ondanks dat er telkens tot de laatste snik werd gestreden voor de overwinning want veel partijen eindigden op een zetherhaling.

Het zat er al een tijdje aan te komen zie mijn artikel van 2015 computers worden autonoom. Of zoals Nigel Short het benoemde op twitter: correspondentieschaken is nog meer dood dan een Noorse blauwe papegaai. Daarop probeerde oud-wereldkampioen correspondentieschaak Leonardo Ljubicic nog de brokken te lijmen door te stellen dat de partijen zeer relevant blijven voor het bordschaken en het onderzoek van openingen maar het kwaad was al geschied. Trouwens ik geloof niet dat er 1 correspondentiespeler is die schaakt om openingsnieuwtjes gratis te doneren aan bordschakers of openingsboeken. Ook correspondentieschaak wordt gespeeld om partijen/ tornooien te winnen dus net als bij gewoon bordschaken. Zonder winnaars/ verliezers is een competitie niet meer zinvol.

Dat laatste was trouwens ook de commentaar op de meest recente finale van het bordwereldkampioenschap. Op 28 november 2018 moest een rapidmatch uiteindelijk uitsluitsel geven over wie wereldkampioen zou worden nadat all 12 klassieke partijen op remise waren geëindigd. Dus ook voor bordschaken (tenminste bij de elitespelers) vroeg men zich af of klassiek schaken nog zinvol was als er geen winnaars/ verliezers meer waren.

Echter hier denk ik dat we te snel conclusies aan het maken zijn. In tegenstelling tot correspondentieschaak hadden zowel Magnus Carlsen als Fabiano Caruana diverse winstkansen in de klassieke partijen. Voor uiteenlopende redenen slaagden ze er niet in die te verzilveren. Ik heb een klein onderzoek gedaan met Stockfish en Leela om deze claim te kunnen staven en stelde vast dat zeker 5 partijen geen remise zouden zijn geweest mits gebruik te maken van de computer vanaf een welbepaalde zet.

M.a.w. ondanks dat de beste spelers intensief trainen met de beste engines, slagen ze er niet in om het niveau van die engines te evenaren in hun bordpartijen. Zoals ik al in deel 1 vermeldde, rekenen wij als mensen heel anders dan schaakprogramma's en kunnen we dus nooit op hetzelfde niveau schaken. Wat vandaag wel mogelijk is, is om een bulletproof-repertoire op te bouwen. Er is zoveel kennis vandaag over openingen beschikbaar dat je in combinatie met analyses van de huidige beste engines kunt openingen selecteren die niet meer weerlegd kunnen worden.

Dit betekent uiteraard niet dat topspelers in het bordschaken geen partijen meer kunnen verliezen in de opening. Ons geheugen is slechts een fractie van een standaard chessbase-database. Bovendien zijn veel stellingen wel heel makkelijk te neutraliseren met een engine maar is het zonder voorkennis een heel ander verhaal aan het schaakbord. Persoonlijk stap ik dan ook steeds vaker af van de wetenschappelijke aanpak zie deel 1 en deel 2. Als er geen weerlegging te vinden is dan kijk je beter naar andere factoren van de opening. Niet zelden weet ik zelfs op voorhand dat wanneer mijn tegenstander de opening even grondig thuis geanalyseerd heeft dan ik en ervoor kiest om de hoofdlijn te spelen dat remise onvermijdbaar wordt als hij het allemaal kan reproduceren.

Op topniveau zien we dan bij openingen met veel verplichte zetten hierdoor partijen wel heel snel zelfs op een klassiek tempo remise worden (zie bv. partij Maxime Vachier-Lagrave - Boris Gelfand gespeeld in 2013 die aan bod kwam in mijn atikel iccf). Echter op mijn niveau merk ik op dat het gevaar voor dit soort non-partijen zo goed als onbestaande is. Ik ken niemand die de openingen even grondig analyseert zoals ik uitlegde in mijn artikel openingen studeren deel 2. Ik ben daarom ook niet meer vies van een  specifieke variant te spelen die geforceerd naar remise leidt zoals in onderstaande opening.
Een partij met die specifieke variant kwam al aan bod in mijn artikel curieuzeneuzemosterdpot deel 2 waarin je kunt zien dat ik vrij makkelijk won dus ondanks de theoretische evaluatie. Ik wil hierbij ook nog even aan toevoegen dat wit iets makkelijker speelt in de slotstelling. Ik bedoel alhoewel alle partijen in correspondentieschaak remise werden met de slotstelling, had ik nog even doorgespeeld in het bordschaken want wit riskeert niets en zwart moet nog enkele accurate zetten vinden.

Dit betekent dus ook dat ik die zogenaamde remisevarianten helemaal niet speel om remise te maken maar wel degelijk om partijen te winnen. M.a.w. dit is iets totaal anders dan op remise spelen met wit tegen een sterkere tegenstander en wit kiest al in de opening een remisevariant. Anderzijds kan je jezelf natuurlijk afvragen of er veel plezier nog aan het schaken is om op deze wijze te spelen.

Dit soort opmerking kreeg ik ook na mijn 7de partij in Open Praag deze zomer. Ik koos toen voor een theoretische lijn waarvan ik wist dat ze in een remise-eindspel uitmondt maar met een pluspion. Mijn tegenstander had echter geen zin in dit soort partij en week snel af met een idee dat hij een jaar eerder met de Duitse grootmeester Artur Joesoepov had bestudeerd en die snel enorme complicaties creëert.
Achteraf ontdekte ik dat het idee ondertussen al weerlegd was in correspondentieschaak. Toen ik mijn tegenstander hierover aansprak, bleek hij hiervan niet op de hoogte te zijn. Hij had misschien het anders ook niet durven te spelen. Ik heb het al eerder aangehaald in de valse waarheid deel 2 dat het kan lonen om verouderde analyses te spelen als je je tegenstander hiermee uit boek kunt gooien.

Anderzijds toonde ik ook nog recent aan in chess position trainer deel 4 hoe gevaarlijk het kan zijn om openingen te spelen die je niet goed kent. Mijn tegenstander in Praag had dus het geluk dat ik zijn idee nog niet op voorhand had bestudeerd.

Meer en meer spelers kiezen daarom ook vandaag voor openingen waarin geforceerde lijnen minder en minder voorkomen. Niet zomaar is daarom o.a. het rustige Italiaans en het Berlijns zo populair geworden zelfs bij amateurs in de laatste jaren. Dit laat toe om weer echt te schaken i.p.v. te kijken wie het beste geheugen heeft. Nu ook daar zien we de kapers al aan de kust. Ik denk aan de volgende zeer recente publicaties the modernized berlin wall defense en uiteraard The Italian Renaissance deel 1 en deel 2. Nergens ben je nog veilig.

Brabo