dinsdag 28 december 2021

Nieuwe viewers deel 3

Dankzij het aanschaffen van een Netflix-abonnement eind vorig jaar en de aanhoudende corona-crisis, heb ik het voorbije jaar een record aantal films bekeken. Ik ben altijd een cinefiel geweest. De link schaken-film is dan ook nooit ver weg in mijn artikels. Ik heb ook een heel uiteenlopende smaak. Elk genre komt wel eens aan bod alhoewel sciencefiction zeker een streepje voor heeft.

Echter op overacting heb ik het niet. Ik weet dat er een grote schare fans is voor acteurs die gespecialiseerd zijn in het spelen van zeer onnatuurlijke karakters (denk bijvoorbeeld aan Jim Carrey en Steve Martin) maar het is absoluut niet mijn ding. Een uitzondering maak ik voor de kaskraker uit 1998: The Truman Show. Hierin speelt het hoofdpersonage Truman Burbank (acteur Jim Carrey) het zonder te weten al 29 jaar de hoofdrol in een realitysoap. Alles om hem heen is decor en zijn "naasten" acteren die rol slechts.

De film heeft talloze prijzen gewonnen en ik vermoed ook dat de film een belangrijke invloed heeft gehad op de komende generatie films en realitysoaps. Dit zien we bijvoorbeeld heel duidelijk een jaar later bij de opstart van Big brother die een instant succes werd. Net als in de fictie van de Truman Show bekijkt de mens heel graag zijn medemens stiekem. Het commercieel voyeurisme was geboren en in de voorbije 2 decennia zagen we een explosie ervan in allerlei formaten (huizenjagers, blind getrouwd, blind gekocht, de Pfaffs, de Planckaerts,...).

Echter ook het concept in de Truman Show dat niets lijkt wat het is, kreeg zijn volgers. Denk maar aan de Matrix trilogie (waarvan nu net nummer 4: The Matrix Resurrections in de bioscopen loopt) of de film The Thirteenth Floor. Er valt dus heel wat te vertellen over de Truman Show en ik kan alleen maar hieraan toevoegen dat het een klassieker is die je moet gezien hebben.

Toch nog een puntje wil ik aanhalen vooraleer ik afsluit over de Truman Show. De film eindigt met het hoofdpersonage dat uit de show stapt nadat hij ontdekt heeft dat zijn leven nep was. Echter wat daarna volgt, vond ik bijzonder confronterend. Eenmaal de show offline is, zapt het publiek massaal weg naar ander entertainment. Niemand lijkt een moment stil te staan dat er een einde is gekomen aan een 29 jaar durende show die miljoenen kijkers ontelbare uren plezier heeft gebracht.

Wel dit gevoel had ik laatst opnieuw toen in oktober deze blog een week offline ging door een upgrade van de ches.com-viewer. Ondanks vele honderdduizenden bezoekers voor deze blog en bijna 10 jaar  bestaan van deze blog kwam er geen enkele vraag over de black-out. De fictie van de Truman Show bleek exact te kloppen met de werkelijkheid.

Nu net als in de Truman Show wou ik als schepper evenmin mijn creatie zomaar opgeven dus ging ik al heel snel op zoek naar oplossingen om het probleem met de chess.com-viewer op te lossen. Het was trouwens niet de eerste keer dat ik met die viewer problemen had (zie nieuwe viewers deel 2). Deze keer was wel de meest desastreuze want om het even wat ik probeerde, geen van de meer dan duizend partijen kreeg ik weer online.

Uiteindelijk zat er bijgevolg niets ander op om uit te wijken naar een andere viewer. Lichess had heel recent een nieuwe viewer gelanceerd en die vond ik de moeite waard om eens te testen. Triviaal vond ik het echter niet want het duurde even vooraleer ik snapte hoe die werkte. Eerst moet je "Studie" aanklikken onder de dropbar "Leren". Vervolgens klik je op "Mijn Studies" links. Dan maak je een nieuwe studie aan door op de groene "+" rechts te klikken. Normaal krijg je dan de vraag om je eerste hoofdstuk aan te maken zie hieronder.
Om partijen op te laden met commentaar en analysevarianten moet je ervoor zorgen dat je op "pgn" staat die ik in rood hierboven omcirkeld heb. Tot 32 partijen kan je in 1 keer opladen. Per partij wordt automatisch een nieuw hoofdstuk aangemaakt. Tenslotte krijg je onderaan de mogelijkheid om een studie te delen door op het driehoekje te klikken.
Voor een blog moeten we enkel de html-code kopiëren. Voor 3 partijen becommentarieerd en geanalyseerd die onlangs al op deze blog aan bod kwamen, krijgen we onderstaand resultaat.
Stockfish en een openingsboek kan je heel makkelijk raadplegen door onderaan op de naam van de studie te klikken (hier dus "Test lichess studie") of op het blauw venstertje rechts waarna je afgeleid wordt naar lichess.

Ik vind het een mooie viewer en bovendien helemaal gratis zoals alles in lichess. Een pluspunt t.o.v. bijvoorbeeld de chess.com-viewer is ook dat je meerdere partijen ineens kunt tonen. Het enige wat mij stoort om definitief over te schakelen is dan ook het feit dat je telkens een nieuwe studie moet aanmaken voor elke partij(-selectie). Toen na een week chess.com besliste om zijn viewer alsnog open te stellen voor externe gebruikers, heb ik dan ook alles gelaten zoals het was. Studies aanmaken in lichess voor + duizend partijen, zou niet alleen vele uren tijd vergen maar is ook een heel vervelend karweitje. Nu in de toekomst zou het mij niet verwonderen dat het toch ooit eens zal moeten. Chess.com heeft al te vaak de regels aangepast in het verleden en dan is een plan B geen luxe.

Brabo

maandag 20 december 2021

Schaken is (niet) cool

In onze media werd weinig aandacht geschonken aan het wereldkampioenschap tussen Carlsen en Nepomniatchi (zoals de laatste decennia al het geval was). Een uitzondering was het optreden van onze bondsvoorzitter en de jongste Belgische grootmeester Daniel Dardha op de eerste zender in het programma de 7de dag zie schaakgrootmeester Daniel Dardha:" The Queen's gambit zorgt voor boost in het vrouwenschaken". Echter zoals de titel het al aangeeft, zochten de presentatoren al snel de confrontatie op met de schaakwereld door het nauwelijks te hebben over het wk zelf maar vooral over waarom er zo weinig vrouwen schaken.

Daniel probeerde de situatie te ontmijnen door te stellen dat er mogelijks een kentering in zicht is dankzij de netflix-serie "The Queen's gambit". Pas toen er werd doorgevraagd waarom er nog geen successen te zien zijn, werd peer-pressure (groepsdruk) als reden aangegeven. Meisjes worden geduwd door hun omgeving naar andere hobbies. Daar valt niets aan te doen was de conclusie van de bondsvoorzitter en het is daarom wachten tot er een wereldkampioene toevallig opstaat in België die vrouwenschaak echt aantrekkelijk kan maken.

Dan kan het wel eens wachten worden op Godot (iemand die nooit komt). Trouwens het probleem is geen uniek probleem voor België maar zien we wereldwijd. In alle landen zijn vrouwen een (zeer) kleine minderheid van het totaal aantal clubschakers. Dat Fide net 2022 als jaar van de schakende vrouwen uitgeroepen heeft zie women's chess: it is not biology, kunnen we daarom als een klein lichtpuntje beschouwen. In mijn artikel van 2019 schakende vrouwen liet ik al optekenen dat er nog veel werk aan de winkel is. Seksisme is misschien meer dan peer-pressure de reden vandaag waarom er weinig vrouwen in het schaken blijven (maar dat vertel je natuurlijk niet live op tv of je verliest in 1 klap vele potentiele nieuwe leden).

Trouwens groepsdruk is allesbehalve iets dat enkel meisjes treft. Ook jongens krijgen het heel zwaar te verduren vooral tijdens hun puberteit. Mijn zoon Hugo wil zelfs niet meer over het schaken praten op (de middelbare) school. Enkele leerlingen hebben oude foto's van het internet gehaald waarop hij als 8 jarige met een trofee staat te glimlachen (niet mijn blog want daar heb ik bewust nooit zijn naam volledig vermeld). Van die foto's hadden ze dan memes gemaakt met als onderschrift bijvoorbeeld "Kijk mama, ik heb gewonnen van 7 jarigen" en hebben die vervolgens rondgestuurd in chatgroepen. Alhoewel hij al meermaals heeft aangegeven dat hij al 2 jaar niet meer naar een schaakclub is gegaan, wordt hij geregeld naroepen door sommigen met "Moet jij niet naar de schaakclub?". Schaken is dus absoluut niet cool bij onze jongeren. Hugo vertelde mij dat tiktok (vandaag bijna 700 miljoen actieve gebruikers wereldwijd) hierbij een grote rol speelt. Schaken wordt er erg vaak afgebeeld als een oubollig spelletje voor extreme nerds.

Ik heb er dus begrip voor dat wanneer een leerkracht aan Hugo vraagt om zich voor te stellen, hij niet meer vermeldt dat hij o.a. 2-voudig kampioen geweest is van België in het schaken. Als we naar voetbalwedstrijden rijden dan is praten over schaken een taboe. Echter omgekeerd als we naar schaakwedstrijden gaan dan kan er wel voluit over voetbal worden gesproken. Eigenlijk vind ik het al een klein mirakel dat hij nog uberhaupt blijft schaken in deze giftige-omgeving. Ik vermoed dat velen in zijn situatie al het schaakbord definitief hadden weggelegd.

Trouwens dit zien we heel duidelijk bij de iets oudere jeugdreeksen in het schaken. Bij de -14 jarige meisjes waarin mijn dochter speelde, noteerde ik een terugval in het aantal deelnemers van 40% t.o.v. dezelfde groep 2 jaar geleden bij de -12 jarigen. Ook in de reeks van Hugo vroegen we ons af waarom zoveel jongens ontbraken die vorige jaren wel elke keer hadden meegespeeld. Nu in tegenstelling met de meisjes zagen we daar wel ook vele nieuwe namen opduiken. Eentje van die nieuwelingen kaapte zelfs de hoofdvogel weg. Op de website van Creb zegt de kersverse kampioen bij de -12, Filippos Raptis, dat hij de spelregels pas leerde eind 2018.

Het is een opmerkelijke prestatie zeker als je rekening houdt met het feit dat bijvoorbeeld mijn zoon Hugo al 3 keer langer schaakt. Hugo was nog geen 4 jaar oud toen hij de spelregels leerde zie mijn artikel van 2013 vals spelen. Anderzijds is de uitslag ook weer niet zo uitzonderlijk. Het niveau van de beste jeugdspelers in België is zeer laag. Bovendien kan je op heel korte tijd zeer snel verbeteren met de juiste ondersteuning. Zo staat in hetzelfde interview dat Filippos hulp kreeg van FM Arben Dardha, FM Real Thibault, IM Ekrem Cekro, IM Altin Cela en IM Stephan Hautot. Dat vind ik een waanzinnig lijstje voor een beginnende schaker.

Aantal jaren schaken of zelfs aantal partijen gespeeld (zie bijvoorbeeld german11 die het lichess-record van +500.000 gespeelde partijen op zijn naam heeft staan) zegt heel weinig over iemands speelsterkte. Hugo had deze zomer nog met een grote portie geluk veel elo gewonnen zie openingsstrategie deel 2 maar in het Belgisch jeugdkampioenschap ondervond hij dat Caissa geen cadeaus blijft uitdelen. Hetzelfde repertoire spelen van 2 jaar geleden, geen partijen/ openingen voorbereiden en een gebrek aan competitieritme want in maanden niets meer gespeeld, maakten Hugo een makkelijk doelwit voor zijn tegenstanders. Dit zien we heel duidelijk in onderstaande partij.
Ik was niet verwonderd. Het is wellicht wel de laatste keer dat ik hem nog begeleid. Ik heb geen zin om mijn verlof te spenderen hieraan als Hugo niet geïnteresseerd is in mijn schaakkennis. We hebben geen enkele partij van het bjk voorbereid noch geanalyseerd achteraf. De Mechelse club van mijn kinderen zal het niet graag horen want zij rekenen natuurlijk ook op mij. Mijn hulp tijdens het bjk aan Joppe Raats die als 8ste elo verrassend Belgisch kampioen werd bij de -16 werd erg geapprecieerd.

Als mijn kinderen straks blijven schaken als volwassenen dan zou ik het al fantastisch vinden ongeacht op welk niveau ze spelen. Echter eerst moeten we nog voorbij enkele lastige jaren. De druk om te stoppen met schaken kan erg hoog oplopen zoals bv. ook in een podcast (minuut 49) werd aangegeven door de Zwitserse grootmeester Noel Studer"Ik werd jaren gepest. " Trouwens vandaag is Noel effectief gestopt met schaken (slechts 24 jaar !) o.a. omdat hij het niet meer leuk vond om steeds te moeten presteren.

Schaken is op zich zeer veeleisend dat we bijkomende druk dus kunnen missen als kiespijn. We zullen in de toekomst dan ook gewoon veel meer op fun inzetten. Dit betekent niet meer meespelen in hogere leeftijdsreeksen of eloreeksen. Het formaat en gezelschap staat centraal bij het kiezen van wedstrijden. Het zal wel allemaal stiekem gebeuren uiteraard want op school mag niemand het weten dat we toch nog graag schaken.

Brabo

maandag 13 december 2021

Duitsland

Onze toppolitici hebben het steeds lastiger om een onderling akkoord te vinden hoe de aanslepende coronacrisis verder aangepakt moet worden. Soms gaat het geruzie zelfs nog voort terwijl men al voor de camera's zit bij de zoveelste samengeroepen persconferentie van het overlegcomité.

Er komen ook steeds meer (harde) protesten tegen de maatregelen. Het nieuws staat er bol van de laatste dagen zie bv. opnieuw coronaprotest in Brusselveertien politieagenten gewond bij coronaprotest in Duitslandgrimmige betoging tegen coronamaatregelen in Luxemburg,... De media spinnen er garen bij en laten daarom geen kans voorbijgaan om nog wat olie op het vuur te gooien door bijvoorbeeld peilingen te organiseren die de lezers vragen of niet-gevaccineerden gestraft mogen worden.

Niet verwonderlijk wordt deze polarisatie ook afgespiegeld in onze kleine schaakwereld. Op de facebook van Chess in Belgium liepen de emoties hoog op over de Belgische interclub de laatste maanden. Spelers die wilden spelen werden uitgescholden voor "zotten", "egoïsten", "moordenaars". Spelers die niet wilden spelen werden dan weer als "jankers", "angsthazen", "lafaards" weggezet. Na honderden reacties bezweek de bond dan toch uiteindelijk en koos ze voor "zekerheid" door de competitie voorlopig stil te leggen. Echter dit betekent zeker niet dat er een consensus is. Veel clubs blijven gewoon doorgaan met hun schaakactiviteiten. In sommigen hoef je zelfs geen mondmasker te dragen daar ze de partijen laten spelen in de horeca dus met een glas spa bruis naast het bord.

Dus het ziet er naar uit dat de 3de ronde van de Belgische interclub voorlopig de laatste voor lange tijd zal zijn. Iets meer dan 16% van de borden bleef er toen leeg maar dat betekent dus ook dat meer dat 1000 schakers bereid waren om alle maatregelen te volgen om toch maar aan een fysiek bord hun potje schaak te kunnen spelen. Daar schrok ik toch een beetje van. Ik dacht niet dat we zoveel fanatieke schakers in België hadden die bereid zouden zijn om het coronagevaar te trotseren door uren met een mondmasker aan te spelen en bovendien vaak in de kou omdat ramen en deuren open moeten staan wegens de CO2-meters (lees bv. Interclubverslag 3de ronde van Deurne ).

Alles is beter dan opnieuw online te moeten schaken, hoor ik velen zeggen. Zo roept mijn eigen club Deurne zelfs op om het clubkampioenschap bij de deelnemers onderling thuis af te werken. Mijn 3 pogingen voorbije maanden om voorzichtig weer online een tornooi te organiseren, kregen niet de minste steun. Nee die deur lijkt definitief dicht in België. Binnen een paar weken gaat dan ook de Belgisch online schaakclub offline want ik zal het jaarabonnement voor de website niet meer uit eigen portemonnee betalen.

De hoop van een gewoon schaakjaar is alweer vervlogen. Gelukkig had ik daar persoonlijk wel rekening mee gehouden. Ik had al snel door dat de vaccinaties nog lang niet het einde van de coronacrisis zouden betekenen. Bovendien realiseerde ik vroegtijdig dat ik in België steeds geïsoleerder zou komen te staan met mijn eis om zonder mondmasker te kunnen schaken. Vorig jaar konden velen nog begrip opbrengen voor mijn problemen met het mondmasker. Vandaag is het geduld bij de meeste op en vinden sommigen dat ik niet moet klagen of zeuren en blij moet zijn dat er uberhaupt nog geschaakt kan worden.

Ik nam begin dit seizoen daarom de vlucht voorwaarts met schaken in het buitenland. Naast de Nederlandse interclub zocht ik ook actief naar tornooien in het buitenland. Zo viel mijn oog op Muensterlandopen, een klassiek open tornooi in Duitsland met het Belgisch interclubtempo gespeeld over 8 dagen (8 t.e.m. 15 oktober). Munster ligt op slechts 300km rijden dus veel makkelijker te bereiken dan bijvoorbeeld de tornooien die ik eerder speelde in Praag. Coronacerificaat was verplicht maar geen mondmasker dus exact zoals ik het graag heb.

Desalniettemin twijfelde ik om mee te spelen. Het zou de eerste keer zijn dat ik de kinderen voor lange tijd zou achterlaten thuis. Het was geen schoolvakantie dus ik zou schaken terwijl zij naar school moesten. Ja mijn echtgenote is er ook maar zij rijdt niet met de auto. Bovendien wonen we vrij afgezonderd dus op vrienden of familie kunnen we niet makkelijk rekenen indien er iets zou voorvallen.

Uiteindelijk was mijn schaakmicrobe opnieuw te sterk maar ook omdat ik in laatste instantie een clubgenoot (Guy Dugailliez) kon warm maken om mij te vergezellen. Ik vind een tornooi alleen spelen in het buitenland nogal eenzaam en zielig dus ik was heel blij dat we er een avontuur met zijn tweetjes konden van maken. Onze laattijdige beslissing zorgde wel voor het ongemak dat er nog heel weinig keuze was betreffende logement. Zo kregen we pas na enig aandringen de laatste beschikbare kamer van het hotel voorgesteld door de organisatie. Samen in de kamer had als voordeel dat we veel meer konden praten maar was minder positief voor onze nachtrust.

Ik had ook nooit eerder een tornooi gespeeld in Duitsland. Mijn Duits is ok en dat was ook nodig want alle uitleg in de tornooizaal werd telkens enkel in het Duits gegeven. Dat vond ik voor een open tornooi toch een minpuntje maar er waren sowieso heel weinig buitenlanders. Grote zaal, goede verlichting, mooie schaakborden,... alles wat ik een beetje had verwacht van de Duitse grundlichkeit. Enkel aan de start van het tornooi bij het checken van het coronacerficaat had de organisatie duidelijk een inschattingsfout gemaakt. Dit duurde veel langer dan gedacht waardoor de eerste ronde bijna met een uur vertraging begon.

Behalve de ene dag met een dubbele ronde, was er telkens heel veel tijd om voor te bereiden want de partijen begonnen pas om 17u. Voor iemand die graag zich goed voorbereidt, was dit een duidelijk voordeel die wellicht ook in mijn eindresultaat zichtbaar was. Anderzijds het late aanvangsuur in combinatie met de lange partijen die ik speelde, zorgden geregeld ervoor dat ik problemen had om "deftig" avondeten te vinden. Met de broodjes van de organisatie tijdens de partijen had ik niet genoeg. Echter de tornooizaal lag buiten het centrum van Munster en de restaurants in de buurt sloten hun deuren al vrij vroeg. Er zat hierdoor vaak niet anders op dan meerdere dagen te overleven op hetzelfde warme pizzabroodje van het hotel om op die manier toch nog iets warm gegeten te hebben. Na het tornooi was ik dan ook enkele kilo's lichter. 

Door het samenvallen van de de finale van de Duitse interclub (Bundesliga) ontbraken ook enkele sterkhouders waarvan ik profiteerde om een stevige 7 op 9 neer te zetten. Daarnaast wist ik ook van veel van mijn tegenstanders hun online schaakprofielen te kraken. De Duitse online liga blijft tot op vandaag een grote schare supporters aantrekken (in tegenstelling dus met wij Belgen) en dat bracht mij geen windeieren op. Een staaltje van mijn voorbereiding kan je terugvinden in onderstaande partij die voor minstens de helft beslissend was.
Dit soort tornooien spelen smaakt voor mij duidelijk naar meer. Een tornooi kunnen spelen zonder tezelfdertijd voor kinderen te moeten zorgen, zorgt voor een beduidend meer relaxe sfeer. Trouwens achteraf stelden mijn echtgenote en kinderen mij gerust dat ze mij niet gemist hadden. Ik moest wel van zodra ik thuis was naar de winkels rijden om de koelkasten weer te vullen met eten.

Ik heb een maximaal aantal dagen verlof overgezet naar volgend jaar en ik ben van plan daar zeker een aantal van te gebruiken om tornooien te spelen. Wie interessante voorstellen heeft van tornooien en/ of samen eens een avontuur wilt meemaken, mag mij zeker contacteren. Guy, mijn reisgenoot, vertelde mij achteraf wel dat hij erg verwonderd was over hoe "professioneel" ik met het schaken bezig was tijdens het tornooi. Pas na het tornooi dronk ik mijn eerste pint bier. Tijdens het tornooi heb ik geen tijd/ zin  om de toerist uit te hangen dus daar moet je wel rekening mee houden als je interesse hebt. Tenslotte rij ik het liefst met de wagen ergens naar toe zeker in coronatijden waar vliegverkeer geen zekerheid biedt. In mijn rode "Mazdarati" is 1000 km afleggen een pleziertje.

Brabo

maandag 6 december 2021

Elo inflatie deel 2

Hoe lang wil je nog schaken? Het is een vraag die oudere professionals tot vervelens toe geregeld moeten beantwoorden. Daarentegen hoor ik die vraag zeer zelden onder amateurs. Voor amateurschakers spreekt het voor zich dat fun de belangrijkste reden is waarom er geschaakt wordt en op fun staat uiteraard geen leeftijdsgrens. Niemand die dan ook vraagt waarom de 100 jarige Manuel Alvarez Escudero vorige maand nog een fide-tornooi meespeelde.

Hij deed het er trouwens niet slecht zie calculations. +4,=1,-4 tegen 1600 elo gemiddeld vind ik niet alleen heel behoorlijk maar de vele beslissende resultaten zijn vooral een bewijs van een ongelooflijk staaltje vechtlust van de 100-jarige. Daar kunnen zelfs nog veel jongeren een punt aan zuigen.

Anderzijds zien we in de elo-historiek van Manuel dat er niet verwonderlijk al een enorm verval van zijn speelsterkte is gebeurd. Alhoewel hij op 80 jarige leeftijd nog steeds een fide-rating van 2150 had, is die ondertussen gezakt naar 1630. Elopunten spelen dus voor hem al lang geen enkele rol meer.

Als ik rondom kijk in de schaakwereld dan is dit allesbehalve evident. Voor veel schakers is de aftakeling die verbonden is aan het ouder worden heel pijnlijk. Velen zeggen daarom de competitie ook op een zeker ogenblik vaarwel.  Blunders maken die je als jongere makkelijk vermeed, is heel lastig te aanvaarden. Fun vinden in het spelen van partijen op een (veel) lager niveau is zeker niet voor iedereen weggelegd. Veel oudere spelers laten daarom ook liever hun elo bevriezen vooraleer ze ver afgegleden zijn.

Ieder die lang genoeg blijft schaken, krijgt hiermee vroeg of laat te maken. Echter recent was ik erg verrast dat dit bij sommigen wel heel vroeg was. In mijn 3 laatste tornooien kwam ik 7 (zeer) jonge tegenstanders tegen die al honderd of meer punten waren weggezakt sinds hun piek.
In die 3 laatste tornooien kreeg ik 16 tegenstanders tegen die jonger waren dan 30 jaar toen ze tegen mij moesten spelen. 7 op 16 lijkt mij meer dan toeval dus deed ik dezelfde test eens met de Belgen tussen 20 en 30 jaar en een rating hebben boven de 1800 fide. Hoeveel van hen waren al eens honderd punten of meer weggezakt van hun piek?
Ik kom aan 23 spelers die dus voldoen aan de strikte voorwaarden. 23 op een totaal van 109 spelers lijkt nog mee te vallen echter dan hou je nog geen rekening met al die inactieve spelers waarvan de rating al vaak vele jaren bevroren is. Je ziet in bovenstaande tabel ook heel duidelijk dat de meeste spelers allemaal onder de 23 zijn. 23 is niet toevallig want is uiteraard de leeftijd waar velen beginnen te werken. Als je stopt met tornooien spelen dan kan je ook geen elo verliezen.

In 2016 schreef ik het artikel piekrating deel 2 waarin ik aangaf dat +2500 elospelers een piekrating halen op de gemiddelde leeftijd van 39 jaar. Echter nog opvallender vond ik dat er zelfs boven hun 50ste nog steeds maar een gemiddeld verval was opgetreden van 72 elo. Mijn piekrating dateert van 16 jaar geleden (ik was toen 29 jaar). Het maximum aantal elo dat ik verloor in die 16 jaar was 89 elo. Ik bedoel was is er aan de hand met de spelers in de tabellen hierboven?

Op Chessbase werd enkele maanden geleden een interessant artikel gepubliceerd The elo ratings inflation or deflation. Fide heeft in de voorbije 20 jaar stelselmatig de minimum-rating verlaagd om zo veel meer leden aan zich te kunnen binden. Dat betekent dat de huidige elolijsten overspoeld worden met jonge spelers die zeer snel verbeteren en veel elo van de hogere elo's afnemen. Met de introductie van de hogere K-factor 40 voor de jeugd heeft men dit proberen te counteren maar vandaag zien we dat dit onvoldoende is. Er treedt (lichte?) deflatie op van de elo's en daarnaast zijn er nu ook veel meer schommelingen.

Spelers onderaan de ladder zijn het meest onderhevig hieraan maar het effect sijpelt ook door naar de hoogste elo's. Zo kon je vorig jaar lezen dat het aantal +2700 spelers op een bepaald moment van 53 naar 35 was teruggevallen zie twitter. Op de fide-website merken we in de laatste 4 jaar dat de top 100 gemiddeld 10 elo is gezakt.

Zelf heb ik tot nu toe de tand des tijds en die nieuwe negatieve trend goed kunnen weerstaan. Vorige maand ging ik zelfs sedert 7 jaar nog weer eens boven de 2300 fide-elo. Ik had wat medewerking nodig van mijn laatste tegenstander maar ik vermoed dat het ook ergens een beloning was voor het vele werk dat ik aan het schaken spendeerde tijdens het corona-tijdperk. Sinds februari 2020 won ik bijna 60 fide elo in 4 tornooitjes . Dat voelt toch leuk aan als 45 jarige amateur.
Veel spelers hebben weinig of niets gedaan aan het schaken de voorbije 2 jaren dus je ziet nu wel meer spelers die plots weer bovendrijven. De steile opgang van de 49 jarige Spaanse supergrootmeester Alexei Shirov smeet grote ogen bij zijn collega's. Trouwens in een heel vermakelijk interclubverslag op schaaksite kan je lezen dat ook Alexei nog veel belang hecht aan elopunten.

Tot 10 jaar terug bestond er heel veel discussie over er al dan niet elo-inflatie bestaat in het schaken. In 2012 schreef ik er zelf een artikel over zie elo inflatie. Het is soms grappig om te zien hoe snel bepaalde zaken veranderen waarover zoveel polemiek eerst was. Daarom moeten we misschien ook eens de vraag stellen of het echt nodig is om elolijsten te vergelijken uit verschillende decennia. Er valt zeker iets te zeggen om een elolijst gewoon als een moment-opname te bekijken die de verschillen tussen actieve spelers tracht aan te geven.

Een probleem stelt zich natuurlijk wat doe je met de spelers die na lange inactiviteit terug actief worden. Oude elo's heractiveren kan dan niet. Daarnaast gebruiken heel veel spelers hun elo als een waardemeter van hun vooruitgang. Dan wil je uiteraard een zo stabiel mogelijk elosysteem dus zonder inflatie of deflatie. Tenslotte lijkt mij deflatie nog erger dan inflatie. Deflatie schrikt spelers enkel af om te spelen.

Brabo

maandag 29 november 2021

Pat

In mijn vorig artikel beschreef ik de natte droom van elke schaker. Je speelt een partij waarin je je tegenstander eerst helemaal vastzet en vervolgens heb je alle tijd hebt om het af te maken. Het is te zeggen helemaal vastzetten doe je beter niet. Je tegenstander moet nog altijd iets kunnen bewegen anders treedt de vreemde spelregel "pat" in werking.

Als een speler aan zet is zonder schaak te staan maar niet kan spelen dan is het pat. Bij pat wordt de partij automatisch remise gegeven. Het is zeker voor beginners soms schrikken dat ze ondanks vele extra stukken toch de partij niet winnen door die regel. Ik ken trouwens ook weinig of geen spelletjes waar de zwakke partij nog over zulke ultieme ontsnappingsroute beschikt. In dammen staat niet kunnen bewegen gelijk aan een nederlaag. Het meest dichtbij komt het knikkerspel in Squid Game. De spelers moeten per 2 teams vormen maar bij een oneven aantal deelnemers blijft 1 iemand achter zonder team. Normaal val je dan af zoals bv. in het kinderspel stoelendans. Echter in Squid Game krijgt de zwakste schakel/ verliezer een vrijgeleide naar de volgende ronde.

Nu in Squid Game wist niemand op voorhand van die uitzonderingsregel. In schaken daarentegen is pat 1 van de allereerste regels waar een beginnende schaker in aanraking mee komt. Als je nog maar net de loop van de stukken kent, is het vaak heel lastig om pat te vermijden. Het duurt eventjes vooraleer je dat stapje vooruit kunt denken. Echter eenmaal voldoende ervaring, zien we dat pat bijna nooit nog in partijen verschijnt. Iedere ervaren schaker weet hoe een koning in de hoek te drijven en een veldje vrij te houden zodat die kan blijven bewegen tot de mat rustig kan worden voorbereid.

Pat is dan ook uiterst zeldzaam in partijen van ervaren schakers. Op mijn net geen 1000 klassieke partijen die ik gespeeld heb, eindigden slechts 2 partijen met pat. Trouwens in die beide partijen was telkens sprake van doorspelen in potremise stellingen. Dus pat gebeurde enkel omdat de spelers niet eerder een remise wilden voorstellen zie mijn partij tegen Radoslav Dimitrov in het artikel over Swindels deel 2 en mijn partij tegen Stefan Docx zie artikel Macho's.

Pat-ongelukjes gebeuren wel zelfs bij partijen van meesters in blitz/ bullet maar dat heeft natuurlijk alles te maken met de tijd. Zeker wanneer je aan het pre-moven bent, gaat het wel eens fout maar dat kan je moeilijk nog schaken noemen. Dat wil niet zeggen dat ik nooit eens een echte mooie pat online ben tegengekomen. Zo offerde mijn tegenstander in onderstaand blitzpartijtje 2 dames om zichzelf pat te zetten (eigenlijk 3 zelfs maar daarvan was 2 keer dezelfde).
In compositieschaak is dit niets speciaal maar in de bordpraktijk heb ik zoiets nooit eerder gezien. Alhoewel pat altijd een beetje wrang smaakt als je zoveel stukken extra hebt, kon ik er achteraf toch de humor van inzien.

Laatst in de open van Munster miste ik wel op een haartje eeuwige roem door een fabelachtige pat niet te spelen in ronde 6 tegen de latere tornooiwinnaar de Duitse internationaal meester Matthias Dann. Het is niet dat ik de pat niet gezien had maar mijn tegenstander liet ze per toeval niet toe. Ik zeg per toeval want achteraf gaf mijn veel hoger gekwoteerde tegenstander grif toe dat hij de pat totaal gemist had en dus gevoelsmatig gekozen had voor een zet die meer spanning in de stelling kon houden.
Iets later in de partij kreeg ik zelfs nog een 2de kans op een pat maar tegen een speler met een lichess-blitzrating van bijna 2800 was het deze keer wel te doorzichtig. Ik herinner mij nochtans dat grootmeesters een gelijkaardige pat ooit gemist hebben.
In de voorbeelden uit mijn eigen praktijk kreeg ik dus niet de kans om de pat op het bord te tonen maar dat was niet het geval in een partij gespeeld in de hoogste leeftijdsgroep van het zonet voorbije Belgisch Jeugdkampioenschap te Blankenberge. De witspeler was vooraf niet op de hoogte van de pat-truc(en) in dit vaker voorkomend eindspel en puur op increment spelend is dit zeer lastig tot zelfs onmogelijk door te rekenen.
Het is een eindspel om te onthouden want origineel is het zeker niet. Daarom wil ik afsluiten met een kleine oproep naar de lezer. Wie heeft al een leuke originele pat in zijn klassieke partijen op het bord gehad en welke? Het moeten klassieke partijen zijn want blitz/rapid of compositieschaak is te makkelijk om voorbeelden van een pat te vinden.

Brabo

vrijdag 19 november 2021

Mortal Kombat Fatality

Alhoewel ik in 1990 al mijn eerste schaakcomputer kocht (zie schaakcomposities) duurde het nog tot eind 1995 dat ik een PC had. Naar hedendaagse normen was de Intel Pentium 90 Mhz een zeer traag en onpraktisch ding maar toen moest je er bijna 3000 euro (110.000 in oude Belgische franken) voor neerleggen. De helft financierde ik met vakantiewerk. De andere helft werd bijgelegd door mijn ouders.

Al heel snel begon ik de PC toen te gebruiken voor het schaken maar ik miste de trein van het gamen. Ik ben een van de allerlaatste die nog opgegroeid is zonder in de jeugd veelvuldig in contact geweest te zijn met computerspelletjes. Ik vermoed als ik een paar jonger was geweest dat ik misschien nooit competitieschaak had gespeeld en bijgevolg deze blog nooit had bestaan. Het moet echt randje geweest zijn want mijn 3 jaar jongere broer werd wel nog voor zijn 18de gebeten door het gamen en is dit sindsdien altijd intensief blijven doen (vandaag is hij dus 42 jaar oud).

Het is niet dat ik nooit spelletjes buiten het schaken gespeeld heb op de computer. Ik heb een paar periodes gehad waar ik enkele maanden fanatiek 1 spelletje speelde maar vaak waren er ook meerdere opeenvolgende jaren dat ik niet 1 keer gamede. Mijn zoon Hugo, zelf een fanatieke gamer (op vakantiedagen soms tot 12 uren gamend) heeft mij een paar keer proberen te overhalen om zelf eens iets te proberen maar ik hap bewust niet toe. Het zou wel leuk zijn om samen iets te doen maar ik ken het gevaar om jezelf helemaal te verliezen (en dus alle vrije tijd) aan een spelletje. Dan zet ik mij liever af en toe eens naast Hugo als toeschouwer, kijkend naar hoe hij weer eens op Fortnite een potje wint met 10 kills of meer.

De graphics vandaag zijn ongelooflijk. Wat een verschil met 25 jaar geleden toen ik soms keek naar hoe mijn broer het toen waanzinnig populaire computerspel Doom speelde. Waar is de tijd dat we nog de computers handmatig aan elkaar moesten koppelen om met vrienden te kunnen gamen? Vandaag gebeurt alles over het internet en zorgen de krachtige processors dat alle in- en output correct wordt verwerkt.

Van die eerste spelletjes zijn er bijgevolg dan ook nog bitter weinig die de tand des tijds hebben doorstaan. Een grote uitzondering is Mortal Kombat. Dit spel waar er man tegen man in een arena wordt gevochten, bestaat al sinds 1992 en heeft tot op vandaag een grote schare supporters. Er is zelfs in 2021 nog weer eens een film over gemaakt zie Mortal_Kombat_(2021). Visueel blijft het een meesterwerk en dan in het bijzonder de fatalities. De winnaar krijgt op het einde van het gevecht de kans om de tegenstander die nog leeft maar geen weerstand meer kan bieden om op een heel bijzondere en vaak ook heel gruwelijke wijze af te maken. Een overzicht van dit soort genadeslagen kan je hier terugvinden: Youtube Mortal Kombat 11 Fatalities (te bekijken op eigen risico, +16 jaar).

Het schaken is in vergelijking daarmee uiteraard een heel droog en saai spelletje wat niet betekent dat fatalaties helemaal niet bestaan in het schaken. Het komt heel zelden voor bij ervaren schakers maar zo af en toe kan je de tegenstander helemaal vastzetten dat hij alleen maar nog kan wachten tot je hem afmaakt. Laatst in de 5de ronde van de muensterlandopen liet ik mijn tegenstander helemaal dol worden door alle tijd te nemen van de wereld om de onvermijdbare killer te plaatsen.
In een eindspel kom je wel vaker tegen dat een speler alleen nog maar wat heen en weer kan schuiven maar met een bord vol stukken vind ik andere koek. Sterke schakers laten bovendien heel zelden zulke hopeloze situaties toe. Men probeert nog liever een laatste tactische val dan zich neer te leggen bij complete passiviteit. Je moet dan ook weer Magnus Carlsen heten om een 2700 2 keer op een rij in zulke omklemming te kunnen steken, zie eentje van de 2 hieronder. De klassieke partijen werden gespeeld in de troostfinale te Sochi (zie o.a. het chess.com-artikel Stalemate your opponent)
Heel wat schakers geven dan ook op als ze niets meer nuttig met hun stukken kunnen doen en het gewoon een kwestie van tijd nog is dat de tegenstander de genadeslag zal uitvoeren. Echter sommigen hopen op een mirakel en dan laat ik de kans zeker niet schieten om uitgebreid te genieten van mijn fatality.

Brabo

zondag 14 november 2021

Computerevaluaties

Wat me in deze tijden van ultradiep rekenwerk door programma’s opvalt, is dat deze vaak evaluaties meegeven die voor ons stervelingen buiten ons begrip liggen. Dan bedoel ik bv evaluaties van +2 of meer in “half-gezonde” openingsvarianten, daar waar wij mensen dit als een uitdagende, scherpe voortzetting zouden inschatten, zonder dat daarbij meteen aan winst of verlies wordt gedacht.

Een voorbeeld is de (1.e4 c6 2.d4 d5 3.Pc3 dxe4 4.Pxe4 Pf6 5.Pxf6 gxf6) variant in de Caro-Kann waarbij zwart met zijn g-pion terugslaat, iets wat Larsen en Bronstein graag speelden, wegens de scherpe stellingen die ontstaan en de mogelijkheden tot aanval met zwart. Ik denk niet dat een wereldtopper dit nu nog zou riskeren met zwart. Een mooi voorbeeld was het recente debacle dat Kasparov overkwam, toen hij zijn oude WK-varianten boven haalde in een blitztornooi (GCT Blitz Kroatië 2021) en prompt met 0,5/9 opzij werd gezet. Zijn blitzelo donderde meteen naar beneden van 2801 naar 2644. Ik denk dat het nog even duurt eer hij weer een officieel FIDE blitz- of rapidtornooi gaat spelen.

Een ander voorbeeld is deze stelling; na 1. e4 e6 2. d4 d5 3. Nc3 Bb4 4. e5 c5 5. a3 Bxc3+ 6. bxc3 cxd4 7. cxd4 Qc7 8. Bd2 Bd7 9. Qg4 g6 10. Bd3 Nc6 11. Ne2 O-O-O 12. O-O (Czerniak-Frydman, 1941) en SF14 zegt hierover “+3”. Nu mag dit een prettige stelling zijn om te spelen met wit, maar ik denk niet dat er veel witspelers te vinden zijn die na de partij zouden zeggen: “ik stond gewonnen na 12 zetten”.

Een ander voorbeeld? Na 1.e4 e5 2.Pf3 Pc6 3.d4 exd4 4.Pxd4 Lc5 5.Pxc6 Df6 6.Df3 Dxc6 7.Pc3 Lb4 8.Ld2 is het volgens SF14 +2,3. Wit staat heel goed, geen twijfel mogelijk, maar “meer dan twee pionnen” in de plus, hmm. De partij is nog maar net begonnen, er zijn geen geforceerde voortzettingen. Alles is nog mogelijk, en zeker fouten of blunders langs beide kanten.

Computers zijn een uitstekend hulpmiddel, maar slechts een hulpmiddel, zoals Noël Studer op twitter Neil Bruce (een “adult improver” oftewel “chesspunk”) terechtwees, toen hij met de computer tot een omgekeerd oordeel kwam dan wat in een tekstboek over een stelling stond. De aanbevolen zet “volgens theorie” was zo’n halve pion minder goed dan de “veroordeelde” mindere zet, die de computer de beste vond. Studer gaf terecht aan dat begrip veel belangrijker was dan één optimale zet te spelen (zonder in te zien waarom). Net het gevaar waar al tientallen jaren voor gewaarschuwd wordt bij beginnende schakers die met de computer werken: je gelooft teveel de evaluatie, maar begrijpt niet waarom. Gelukkig zijn de programma’s dankzij Alpha Zero nu ook beter geworden, want vroeger zat je soms met grote verschillen in evaluatie van stellingen voor en na een ruil en passant, een (onder)promotie, een dameruil of een rokade, omdat dat een “discrete” overgang was, die pas na de betreffende zet een andere subroutine activeerde (bv overgang middenspel naar eindspel, of het programma rekent niet vooruit met onderpromoties (of ze waren gewoon zelfs niet geprogrammeerd!), …). Zelfs nu durft het soms nog eens mis gaan: in deze stelling (8/5Q1P/8/6k1/P7/1P6/4qP1K/3q4 w - - 0 83) geeft Leela ook bij langere bedenktijd nog 83.h8D aan als gelijk staand (+0.04) en als beste zet, terwijl SF het na deze zet meteen uit maakt (mat in 5).


Dat is trouwens één van de redenen dat ik geen geforceerde openingsvarianten (zoals een Sveshnikov) meer speel. Ja, het is leuk om nu en dan een “gratis” punt door voorbereiding op te rapen (een klassieker die nog altijd niet overal gekend is (en makkelijk af te straffen), is Lg7 (?!) in de Levenfish draak of a6? tegen de Pd5-variant in de Sveshnikov). Maar zoals ook op twitter aangegeven: heb je net een hele Chessable cursus achter de kiezen over hoe je best de Richter-Rauzer beantwoordt, dan speelt iedereen Alapin, Grand Prix, Rossolimo of gewoon gesloten Siciliaans met wit tegen jou. Rendement en spelplezier primeren bij mij nog boven “alles uit de kast halen”.
 
Zoals Brabo al aangegeven heeft, zitten de huidige programma’s zelf ook er wel eens naast – in die zin dat een positieve evaluatie toch gekeept wordt bij “perfecte tegenstand” (iets waar we in menselijke partijen vaak geen rekening mee moeten houden). Wie voorbeelden wil moet maar gewoon eens naar  TCEC
 surfen – materiaal genoeg.

Onlangs speelde ik een in mijn ogen redelijk gelijk opgaande, maar ietwat complexe partij. Hierbij gaf de computer al na zet 16 aan dat ik gewonnen stond, maar dat gevoel had ik helemaal niet in de partij. Pas na zet 24 had ikzelf duidelijk zicht op winst, en ik had er een paar goede (al zeg ik het zelf) zetten voor nodig. De reden voor deze “mismatch” tussen gevoel en computerevaluatie, was dat wit heel actief speelde – en zijn langetermijnnadeel (koning in het midden) kwam pas op het einde van de partij naar voor als een beslissend nadeel. Een gelijkaardig verhaal in de Brugse open deze zomer : door onnozel in de aanval van zwart lang te rokeren, kreeg ik een pittige aanval van dame, toren en pion te verwerken (terwijl zwart niet eens zijn koningsloper en koningstoren in het spel had gebracht. Pas nadat ik met nauwkeurig spel de aanval afgeslagen had, kon ik het langetermijnvoordeel van de niet-ontwikkeling van mijn tegenstander uitbuiten. Ondertussen verkondigde SF14 wel vrolijk dat ik de hele tijd gewonnen had gestaan. Het is één iets om een rustige positionele plus naar winst te spelen, waar zetvolgorde geen rol speelt, maar het is iets heel wat anders om een scherpe stelling die “+5” staat binnen te halen. Om het met Donner te zeggen: “Geef mij een moeilijk positiespel, ik zal het spelen. Geef mij een slechte stelling, ik zal haar spelen, ingewikkelde stellingen en saaie remisestellingen, ik houd ervan en zal mijn uiterste best doen. Maar glad gewonnen stellingen, daar kan ik niet tegen.”

Een ander voorbeeld is volgend eindspel (5k2/4Nnp1/1p2p2p/1Pp5/2P5/3P1pP1/5P1P/6K1 w - - 0 34 "wit speelt en wint" ), dat ik uit een variant van een partij uit een openingsboek haalde (de lezer mag zich op een traktatie verwennen als hij de partij herkent). De computer geeft winst aan voor wit, en dat is juist, maar ik daag iedereen uit om dit met wit dit eindspel tegen de computer te winnen. Er is slechts één winstpad, en het is niet zo heel moeilijk, maar het komt letterlijk op één tempo aan, dus nauwkeurigheid en zetvolgorde is van groot belang.

Praktisch dan. Heel vaak merk ik, dat wanneer de computer “+2” of zo aangeeft, ik vlotjes tien – vijftien zetten de hoofdvariant moet doorspelen, alvorens er effectief duidelijk (materieel) voordeel op het bord staat, of een pion gewonnen wordt. Bijna even vaak verwatert die geprojecteerde winst, omdat schaken nu eenmaal een spel is met resources voor zowel verdediger als aanvaller. Daar heeft Brabo in één van zijn recente artikelen al over uitgeweid.

Vandaar dat ik sceptisch sta tegenover cafépraat van “ik stond +10 en gaf het dan nog weg”. Als je het grote voordeel niet ziet in je stelling (zoals ik onlangs een “+5” niet verzilverde in Brugge), dan hoef je achteraf ook niet te klagen dat je winst “gemist” hebt. We hebben allen onze begrenzingen en spelen het spel op ons bescheiden niveau.

Daarmee wil ik niet zeggen dat je computeranalyses naast je neer kan leggen. Ik geef gerust toe dat ik nu sommige openingszetten speel, omdat ik nu eenmaal sommige varianten vaak tegen krijg, en dan uiteindelijk eens gekeken heb wat de computer ervan vindt. Zelfs al is het maar één stapje / zetje beter schaak, je hebt tenminste dat op zak, en het geeft ietsje meer vertrouwen voor de rest van de partij. Volgende keer iets meer over wat we van die “overdreven” stellingevaluaties kunnen leren.

HK5000

maandag 8 november 2021

Fouten deel 2

De term curlingouders of ook wel helikopterouders kom je vandaag af en toe tegen als je enige literatuur over opvoeding leest. Het zijn ouders die elk obstakel voor hun kind uit de wegruimen. Ze proberen hun kind te beschermen van elke negatieve kritiek of ervaring en dat gaat soms heel ver. Zo vertelde mij enkele jaren geleden een HR-recruiter dat hij soms ouders de deur moest wijzen bij een sollicitatiegesprek van hun kind voor een job. Ga je straks als ouder ook het werk op kantoor doen van je kind?

Dat leerkrachten, politie,... steeds vaker een gebrek aan respect ervaren van onze jeugd verwondert mij bijgevolg niet. Stemmen gaan dan ook op om de legerdienstplicht terug in te voeren. Daar zou discipline en karakter wel weer worden aangeleerd. Nu ik ben zelf net ontsnapt hieraan (want slechts een paar jaar eerder afgeschaft) dus ik sta zelf zeker niet te roepen hiervoor. Dan denk ik dat schaken een veel humanere aanpak kan zijn als alternatief. Hierbij bedoel ik niet enkel schaaklessen volgen maar vooral de keiharde leerschool van competitieschaak.

In mijn artikel macho's sloot ik af met de stelling dat schaken niet voor watjes is. In welke sport heb je dat 1 fout talloze prachtige en goede zaken ineens teniet kan doen. Ik heb geregeld jonge spelers ontroostbaar zien huilen na een verloren partij. Verliezen hakt emotioneel diep erin. Echter iets wat je niet doodt, maakt je sterker. Ik kan het niet bewijzen maar ik heb het gevoel dat ervaren schakers in het algemeen toch veel makkelijker tegenslagen kunnen verwerken.

Dat betekent niet dat verliezen helemaal went. Ook ervaren schakers kunnen nog tilten bij een nederlaag of hebben het lastig om een nederlaag te accepteren.  Welbekend is de grappige quote: "Ik heb nooit een gezonde schaker verslagen." Schakers zijn heel goed in excuses te zoeken voor hun falen en ik geef toe dat ik daar ook niet helemaal vrijuit in ga. Echter erger vind ik de spelers die de winst gewoon niet gunnen voor hun tegenstander. In 2017 schreef ik zo over spelers die daarom opzettelijk hun tijd lieten aflopen zie mijn artikel slechte verliezers. Laatst had ik weer een tegenstander die na de partij mij heel boos vertelde dat hij eigenlijk de partij had moeten winnen en dus impliciet zei dat mijn overwinning onverdiend was. Ik was het daar niet mee eens maar hield wijselijk mijn mond.
Dus hoe er gereageerd wordt op fouten is iets heel persoonlijks maar hangt uiteraard ook af van de soort fouten die gemaakt werden. Zo wordt de term "computerzet" al snel gebruikt in de analyse wanneer men een fout wilt aanduiden die je als mens allicht onmogelijk had kunnen vermijden. Fouten door een gebrek aan kennis/ ervaring worden in het algemeen makkelijk aanvaard door de schakers en eerder gezien als een kans om bij te leren. De meeste schakers hebben het veel lastiger met de fouten die onder (tijds-) druk ontstaan. Mits voldoende tijd zijn die zeker te vermijden en dus zijn ze soms bijzonder pijnlijk. Tot een decennium geleden toen men nog zonder increment speelde, gebeurden die blunders heel frequent zoals in onderstaand voorbeeldje.
Met de jaren heb ik dit soort fouten wel leren relativeren. Je kan onder tijdsdruk blunders nu eenmaal niet vermijden. Tijdsnood kan je evenmin altijd vermijden bij het spelen van een onbekende type stelling tegen een sterke tegenstander die voortdurend je lastige zetten voorschotelt. Je riskeert dan door sneller te spelen net andere fouten of zelfs blunders te maken.

Tenslotte is de laatste categorie van concentratiefouten veruit de moeilijkste om een verklaring voor te vinden. In het tennis noemt men ze unforced errors. Het zijn fouten die gemaakt werden zonder dat er sprake was van tijdsdruk of moeilijkheid. In het schaken zijn ze zeldzaam zoals ik in deel 1 al eens probeerde te tellen. Ik kwam toen voor mezelf op 1 zulke fout per 100 partijen. Voor mijn tegenstanders kwam ik op 1 op 20 partijen.

Ik weet niet of het te maken heeft met de lange inactiviteit of het vele internetschaken maar de laatste maanden sloeg het blundervirus meerdere keren toe in mijn partijen. De blunder tegen de Belgische FM Adrian Roos die ik toonde in mijn artikel hybrid schaken deel 3 kan misschien nog passeren als een fout onder tijdsdruk maar daar was zeker geen sprake van in onderstaande stelling die ik in Praag op het bord had.
Ik vermoed een fout voor stap 4 of zo maar allerminst iets was je verwacht van een ervaren fidemeester. Dat ik dit nog remise kon keepen, kon je reeds zien in mijn artikel de afrekening. Echter nog veel groter was de zinsverbijstering in de 2 ronde van de Muensterlandopen waar ik enkele weken geleden speelde. Daar gaf ik mijn winnende pluspion plots zonder enige aantoonbare reden af in een toreneindspel.
Het moet een kortsluiting bovenaan geweest zijn want een andere verklaring kan ik hiervoor niet vinden. Dit is gewoon stukken weggeven en dus zelfs geen stap 2 waardig. Ik kon gelukkig mij nog herpakken en slaagde zelfs nog het eindspel te winnen waardoor ik het niet aan mijn hart liet komen.

In het eerder vermelde tennisartikel over ongeforceerde fouten wordt gezegd dat je er best niet over piekert. Zulke fouten compleet uitsluiten is onmogelijk als mens. Anderzijds 2-3 op zulke korte tijd zeker in vergelijking met eerdere jaren is op zijn zachtst gezegd merkwaardig. Ik moet er niet aandenken om dit geregeld mee te maken want dan zou mijn spelplezier toch heel snel verdwijnen. Voorlopig heeft het mij nog geen elo gekost maar dat mag ik toch zeker niet vaak meer doen. 

Word ik een dagje ouder? Het lijkt wel een heel zwak excuus van iemand die nog maar 45 jaar is als je dan op chess.com leest dat Manuel Alvarez Escudero nog competitie-schaak speelt als 100 jarige. Feit is dat ik sinds een paar jaar wel een leesbril nodig heb en zeker aan de start van een schaakpartij last heb om de notatie hierdoor te verzorgen. Zaterdaglaatst heb ik mezelf ook voor het eerst in meer dan 28 jaar competitieschaak ziek afgemeld voor een partij. Echter ik ben evenmin klaar met schaken. Bovendien lijkt het mij te vroeg om nu al het beste achter de rug te hebben.

Brabo

dinsdag 26 oktober 2021

Wonderkinderen

Vrijdaglaatst werd onze kersverse en piepjonge Belgische grootmeester Daniel Dardha uitgebreid in de bloemetjes gezet door Go for grandmaster. Ik vond het spijtig dat ik zelf niet bij de huldiging kon zijn wegens te veel uitgestelde partijen voor het klubkampioenschap van Deurne (4 stuks dus ik moest wel eerst daar iets aan doen). Aan de foto's die ik achteraf zag op de facebook van Chess in Belgium bleek dat er schoon volk aanwezig was. Een 15 jarige Belg die grootmeester wordt, is een primeur en ik verwacht niet dat we dit in de volgende 10 jaar nog opnieuw zullen meemaken.
Bron: Facebook Chess in Belgium
Bron: Facebook Chess in Belgium

Met zijn 15 jaar behoort Daniel nu tot het zeer selecte groepje van wonderkinderen die op zeer jonge leeftijd grootmeester zijn geworden. Extra straf is dat dit uberhaupt mogelijk is in een schaakarm land als België en bovendien tijdens coronatijden waardoor de meeste schaaktornooien waren afgeschaft. Behalve zijn laatste tornooi in België (het Belgisch kampioenschap in Brugge die hij won) moest Daniel daarom de nodige punten en normen noodgedwongen in het buitenland behalen. Ik heb eens gekeken op zijn fideprofiel waar hij allemaal de laatste maanden geweest was hiervoor en ik viel bijna van mijn stoel.
Je moet het maar willen doen als 15 jarige vaak alleen naar al die landen reizen om telkens een schaaktornooi te spelen zonder enige garanties op succes. Je kan alleen maar raden hoeveel corona-testen, tijd en geld dit allemaal heeft gekost. De premie van 25.000 euro uitgereikt door go for grandmaster lijkt dan plots wel dubbel en dik verdiend voor Daniel (en uiteraard ook zijn ondersteunende familie).

Trouwens een ander wonderkind de Amerikaan Abhimanyu Mishra (hij brak recent het 19 jaar oude wereldrecord van Karjakin door als 12 jarige de jongste grootmeester ooit te worden zie o.a. Made it! Abhi youngest Gm in history!) liet eerder al doorschijnen dat het financieel een zware dobber is om de ideale omstandigheden te creëren waarin zulke fenomenale prestaties mogelijk worden. Zijn vader riep nog in mei op voor donaties in een emotioneel bericht op Chessbase. De familie had bijna al 200.000 dollar geïnvesteerd in de schaakcarriere van hun zoon en zat nu bijna helemaal door hun eigen reserves. Met de eindmeet in zicht (slechts 1 norm nog nodig) ware het doodjammer om dan nog te stranden enkel door de centen.

De wonderkinderen zijn zonder twijfel stuk voor stuk enorme talenten maar het is een utopie om te schitteren puur op basis van talent. In een interview op chess.com gaf Mishra aan dat hij meer dan 12 uren per dag werkte aan het schaken zie What it takes to be the world's youngest grandmaster. Op de vraag van de interviewer wat Mishra nog graag deed buiten het schaken, kwam een heel ontnuchterend antwoord. "De schaaktrainingen zijn zo tijdrovend dat er geen tijd over blijft voor iets anders. Elke dag is enkel schaken."

Voor de gewone clubschaker is het eigenlijk zo goed als onmogelijk om zich het leven van een wonderkind in te beelden. Pas op momenten dat je zulk wonderkind als tegenstander voorgeschoteld krijgt, kan je een glimp opvangen van wat er allemaal op de achtergrond afspeelt. Veel kansen krijg je uiteraard niet om er tegen te spelen want wonderkinderen zijn uiteindelijk dan ook uiterst zeldzaam. Zelf heb ik in mijn schaak-carrière tegen wel meer jonge (zeer) talentvolle schakers gespeeld maar slechts mijn tegenstander van ronde 8 in Praag laatst beschouw ik als een echt wonderkind. Ik speelde toen tegen een zeer kleine jongen van slechts 11 jaar maar op koers voor een internationaal meesternorm en met reeds een torenhoge rating van 2372: Vaclav Finek. Het was mij dus op voorhand duidelijk dat hij tegen mij op winst zou spelen maar ik had geen zin om daar aan mee te werken.
Ondanks coronatijden drumden de toeschouwers rondom ons bord. Mijn 3 jonge 12 jarige metgezellen (zie de schaakmicrobe deel 5) waren vol bewondering voor hun 1 jaar jongere leeftijdsgenoot. Hoe speel je zo jong op zulk hoog niveau?  Hoe kan hij 20 zetten theorie spelen zonder dat we 1 van beide die lijn ooit eerder hadden gespeeld? Zou hij dit echt allemaal eens op voorhand bestudeerd hebben?

Ja gezien hoe snel de zetten in de opening op het bord kwamen door Valcac in vergelijking met het vervolg, ben ik er vrij zeker van dat hij het allemaal al eens eerder bekeken had. Dat betekent dus dat hij wellicht tientallen lijnen heeft moeten checken want hij kon onmogelijk weten wat er precies op het bord zou kunnen komen.

Mijn kinderen vonden het heel raar om als 11 jarige zoveel werk te steken in een spelletje. Zij hadden duidelijk een andere definitie van plezante dingen te doen. Een (schaak-) wonderkind wordt je pas door jezelf helemaal aan het schaken toe te wijden. Met bijna 9000 online partijtjes gespeeld in het voorbije jaar (zie de afrekening) heeft hij niet stilgezeten tijdens de corona-crisis. Zijn fide-elo is dan ook niet verwonderlijk ondertussen al boven de 2400 gestegen.

Brabo

maandag 18 oktober 2021

Macho's

Net als wellicht velen hebben mijn kinderen door corona beseft dat ze schaken niet echt nodig hebben om gelukkig te zijn. Ik was dan ook niet verwonderd dat ze aan de start van het nieuwe seizoen mij vertelden dat ze geen zin hadden in weer al die mooie zondagen op te offeren aan de Belgische interclub. Anderzijds helemaal stoppen met schaken vonden ze dan ook weer te jammer want ook zij vinden het best nog leuk om af en toe eens te schaken.

Daarom beslisten we om samen het clubkampioenschap van Deurne te spelen. Het zijn 7 partijen op vrijdagen verspreid over 7 maanden in een round-robin-formaat (reeksen van 8 dus waar iedereen 1 keertje tegen elkaar speelt).  Het is een minimale inspanning waardoor je toch enigszins het schaken niet helemaal verleert. Fun primeert. De rest zien we wel. Ik geloof niet in dingen op te dringen. Het initiatief laat ik aan mijn kinderen en ik sta klaar om te ondersteunen waar nodig.

Trouwens mijn dochter Evelien verraste mij onlangs door mij te vertellen dat ze zelf contact had gezocht met de schaakclub op haar school Sint Rita-college te Kontich. Met haar 1400 elo is ze er een van de sterkste schakers. Het feit dat de overgrote meerderheid jongens is, en haar respect moeten tonen in de partijen maakt het uiteraard extra aantrekkelijk (zie ook mijn artikel van 2019: schakende vrouwen). Dat wil niet zeggen dat er geen macho's tussen zitten. Jongens blijven jongens. Sommigen kunnen het niet laten om zich beter voor te doen dan ze zijn. Dat ze zichzelf daarmee compleet belachelijk makkelijk (vooral bij mijn dochter), lijkt hen niet te storen.

Nu dit is zeker niet iets specifiek tussen spelers van verschillend geslacht. Je komt het tegen in alle lagen van de schaakpopulatie. Zo zei wereldkampioen Robert James Fischer ooit dat hij hield van het moment waarop hij het ego van zijn tegenstanders vernietigde. Trash talking is van alle tijden in het schaken. Soms is het onschuldig en grappig maar dikwijls is het ook erg kwetsend en met de duidelijke bedoeling om iemand blijvend psychologisch te destabiliseren.

Trouwens dezelfde Fischer zei ook nog dat hij niet gelooft in psychologie, enkel in goede zetten. Ik ben het hiermee slechts deels eens. Goede zetten kan je nooit met psychologie weerleggen. Echter psychologische spelletjes zijn wel degelijk mogelijk op het bord en zijn in sommige gevallen zelfs niet met goede zetten af te straffen. Zulke situatie ontstond in mijn 7de partij van Open Praag. Ik had een pion meer in het eindspel maar mijn 15 jarige tegenstander gaf opzettelijk een tweede pion af enkel en alleen omdat hij wou tonen dat hij zelfs dan nog remise kon maken.
Achteraf begrepen sommige toeschouwers niet wat er gebeurd was. Hoe had ik uberhaupt die 2de pion gewonnen en waarom kon ik daarna die stelling met 2 pionnen extra niet winnen? Mijn tegenstander vermaakte zich kostelijk bij het zien van zoveel verwarring. In elk geval ik liet mij niet van de wijs erdoor brengen en speelde een goed slot van het tornooi. Bovendien als je denkt dat het wel de puber-hormonen zijn geweest dan zal je daar misschien anders over denken na het zien van onderstaand voorbeeld. In 2009 overkwam mij al iets zeer gelijkaardigs in een partij met de Belgische (toen nog) FM Stefan Docx.
Ik vermoed dat Stefan het weggeven van de pion grappig vond want een andere goede reden kan ik niet bedenken. Ik vind het nogal respectloos. Alhoewel er technisch niets verkeerd is, zou ik zoiets houden voor online schaak of meer informele partijtjes. Ik kan grapjes op een schaakbord zeker appreciëren maar klassiek schaken is voor mij niet het juiste moment.

Schaken is misschien voor nerds. Het is zeker niet voor watjes. Mijn artikel van 2013 het sadistische examen beschrijft hoe elke schaker een beetje een sadomasochist is. Iedere schaker moet talloze teleurstellingen zelfstandig verwerken in zijn carrière en doet dit elk op zijn eigen manier. Dus kom je nog weer eens een macho tegen dan denk eraan dat is misschien enkel een poging om de eigen tekortkomingen te verbergen.

Brabo

dinsdag 5 oktober 2021

Tablebases deel 2

9 jaar geleden is het ondertussen dat ik op deze blog een artikel schreef over tablebases. Tijd om eens een kijkje te nemen waar we vandaag staan. Hoeveel dichter zijn we geraakt bij het oplossen van het schaken? Welke ontwikkelingen waren er de voorbije jaren in het eindspel en wat is hiervan bruikbaar voor de clubschaker?

In 2012 slaagden de 2 programmeurs Zakharov and Makhnichev erin op een supercomputer van de universiteit van Moskou alle 7 stukken eindspelen op te lossen. Omdat in 2004 al de 6 stukken eindspelen beschikbaar waren, vroegen zich al vorig jaar veel schakers zich af waar blijven de 8 stukken eindspelen. Toen deze zomer dan eindelijk een artikel op de gerenommeerde website van Arves over 8 stukken tablebases verscheen, overheerste algemeen teleurstelling. Slechts een heel klein percentage van de 8 stukken eindspelen was tot nu toe opgelost en dan nog enkel eindspelen van zeer beperkt praktisch nut. Ik kan mij geen 8 stukken eindspelen zonder pionnen van mijn eigen praktijk herinneren.

Garry Kasparov zei al in 2010 dat hij 8 stukken eindspelen als de absolute limiet zag om volledig op te lossen en het ziet er naar uit dat die voorspelling nog zeer lang zal standhouden. Voor de gewone sterveling is het heel lastig om grote getallen goed in te schatten. Trouwens kansspelen zoals euro-millions leven daarvan. Als we naar het aantal mogelijke posities kijken dan spreken we over getallen met 14 nullen (voor 7 stukken) en 16 nullen (voor 8 stukken).

Vooreerst hebben de tablebases met 7 stukken nauwelijks of geen financiële opbrengsten opgeleverd voor de ontwikkelaars alhoewel er enorme kosten waren voor het generen van die tablebases en tot op vandaag er kosten worden gemaakt voor het opslaan en toegang verschaffen. Ik verwacht daarom niet dat iemand miljoenen zal spenderen aan de tablebases van de 8 stukken. In het beste geval genereert men de 8 stukken tablebases met hetzelfde budget als voor de 7 stukken tablebases en wordt er dus gewacht tot de prijzen van hardware voldoende gezakt zijn.

Om een zeer voorzichtige voorspelling te maken wanneer dan wel, kunnen we de wet van Moore toepassen op de factor 100 verschil tussen mogelijke posities voor 7 en 8 stukken tablebases. Die wet vertelt ons dat om de 2 jaar de computersnelheid verdubbelt. Ruim geïnterpreteerd kan je stellen bij stabiele prijzen van de hardware dat je kost halveert om de 2 jaar om computerberekeningen te laten uitvoeren en opslaan. Een computerfactor 100 financieel overbruggen betekent bijgevolg ongeveer 14 jaar wachten.

Vandaag zien we echter dat we allerminst kunnen spreken van stabiele prijzen voor de hardware. Door de coronacrisis is er een enorm tekort ontstaan aan componenten zie bv global chip shortage. Daarnaast is het allerminst bewezen dat de tijd voor het generen van tablebases rechtevenredig is met het aantal mogelijke posities. Ik ben geen expert maar kan mij goed voorstellen dat er ook een exponentiele factor aanwezig is omdat de tablebases onderling verbonden zijn met elkaar.

Kortom op het gebied van tablebases zijn we  in het laatste decennium niet veel wijzer geworden. De toegang naar de 7 stukken tablebases is vergemakkelijkt voor het publiek (zoals Lomonosov-app in januari 2016 en Chessbase in februari 2020) maar echte grote doorbraken bleven uit. Echter eindspelen zijn uiteraard niet enkel en alleen tablebases. Ook posities met 10, 11, 12.... stukken kunnen zeker nog beschouwd worden als eindspelen.

Het is in die laatste categorie van eindspelen dat ik in dit artikel even wil inzoomen. In de laatste paar jaar gebeurde er een ware revolutie die bijna volledig op de conto van 1 programma kan worden geschreven: Stockfish. 3 jaar geleden gaf ik al aan op deze blog (zie vals nieuws) dat Stockfish absolute top was in het eindspel maar in de meeste recente versie(s) is dit gat zeer duidelijk nog groter geworden met zijn concurrenten. Hieronder zien we een stelling die ik op het bord had in de 7de ronde van Open Praag.

Stockfish met zwart tegen Leela wint het eindspel. Indien je de kleuren omwisselt dan zien we dat het remise wordt. De stelling hieronder is eveneens van dezelfde partij uit Praag iets later. Opnieuw zien we hetzelfde gebeuren bij het uitspelen met de meest recente versies van beide programma's op mijn beste hardware.
Ik heb dit effect meermaals nog gezien in mijn analyses. Het algoritme van Stockfish die gebruikt wordt om de varianten te berekenen, blijkt bijzonder efficiënt te zijn zowel in diepte als breedte. Ik kan het niet bewijzen zonder tablebases maar ik krijg het gevoel dat Stockfish zelfs vaak die krankzinnige eindspelen helemaal kan ontleden en dus oplost. Het viel mij bovendien op dat ik recent bijna geen 7- stukken tablebases meer hoef te consulteren daar Stockfish al ruim op voorhand de winst/ remise herkend heeft.

Dan resteert wellicht bij de lezer de vraag wat is nu de correcte evaluatie van bovenstaande eindspelen. De ene keer is het gewonnen voor zwart en de andere keer is het remise. Wel daarvoor laat je Stockfish het best de stelling uitspelen tegen zichzelf (bijvoorbeeld elk kleur 15 min + 10 sec). In mijn 2 voorbeelden blijkt het dan toch dat zwart aan het langste eind trekt. Echter op dezelfde wijze ontdekte ik zo dat Stockfish wel remise maakte tegen zichzelf in een eindspel die vorig jaar de wereld rondging als 1 van de misschien best gespeelde ooit zie Stockfish-Komodo bishop endgame zugzwang.

Als je vandaag als clubschaker complexe praktische eindspelen analyseert dan kan ik zowel voor verdediging als aanval maar 1 programma aanraden en dat is Stockfish. De andere programma's zijn goed om eens enkele alternatieven te bekijken maar zijn geregeld inferieur in hun beoordelingen. Nu ik maak mij geen illusies. Eindspelen zijn nooit populair geweest en zullen dat nooit worden dus de meeste clubschakers kan het geen zier schelen wat de exacte beoordeling is van een eindspel. Ik vermoed als je tot hier het artikel gelezen hebt dan je bij de uitzonderingen hoort die net zoals ik ervan kan genieten.

Brabo

dinsdag 28 september 2021

Openingsstrategie deel 2

De prestatie van mijn zoon Hugo in de Open van Praag met 158 elo winst en een TPR van 1939 tartte alle logica. Hij had een jaar niet geschaakt (online schaak inbegrepen) en tijdens het tornooi had hij geen enkele partij voorbereid. Ik kan alleen maar er uit afleiden dat hij potentieel heeft. Stilletjes hoopte ik dan ook dat het voor Hugo een stimulans zou zijn om opnieuw meer te schaken.

Echter al snel bleek dat dit ijdele hoop was. Toen het tijd was om in te schrijven voor de Belgische en Nederlandse interclub, liet hij mij weten niet meer te willen meespelen. Ook een tornooi tijdens de herfstvakantie op maat gemaakt van de jeugd: La Bresse liet hij links liggen. Enkel het Belgisch jeugdkampioenschap schaken te Blankenberge kon hem nog bekoren maar ik heb het gevoel dat dit weinig te maken heeft met het schaken zelf. Plezier maken met de schaakvriendjes en vooral een extra dag geen school is waarvoor hij het wellicht doet.

Sommige ouders menen dat het in het belang van het kind is dat een talent ontwikkeld wordt zelfs als het kind daar geen zin in heeft. Een (12 jarig) kind kan nog niet weten wat goed is voor zichzelf (wat o.a. ook tot uiting kwam in mijn recent artikel de schaakmicrobe deel 5). Anderzijds heb ik te vaak gezien hoe zeer sterke jonge schakers van zodra ze volwassen werden, abrupt stopten met schaken. Niet zelden gaat dat dan ook nog gecombineerd met ouderverstoting: kinderen die niets meer van hun bezitterige ouders moeten weten. Kortom het is niet het pad dat ik wil bewandelen als ouder. Ik vind het spijtig maar ik respecteer de keuzes van mijn kinderen. Trouwens het vorige artikel van HK5000 toonde nogmaals aan dat je zeker niet moet schaken voor de centen.

Echter dat betekent dus ook dat ik mijn droom om op het elan van mijn zoon een comeback te maken, kan opbergen. Ik reken er niet meer op om samen van de ene naar de andere schaakwedstrijd te reizen. Als ik wil schaken dan zal ik voor mezelf moeten opkomen. Nu wat houdt mij nog tegen om dat effectief ook te doen? Mijn kinderen zijn ondertussen groot genoeg dat ze niet meer verlangen dat ik altijd thuis ben en hebben hun eigen hobby's/ vrienden.

Dus schreef ik mij dit jaar alleen in voor de Nederlandse interclub. 15 jaar geleden was het dat ik nog in het buitenland geschaakt heb zonder kinderen en ik genoot enorm van die eerste ronde een dikke week geleden. Het was een verademing om eens zonder jammerende kinderen te kunnen spelen die naar huis wilden gaan. Ik kon achteraf rustig de tijd nemen om een praatje te slaan en een biertje te drinken. Dat smaakt duidelijk naar meer.

Trouwens ik zag dat veel spelers na hun partij die eerste ronde bleven hangen. Er moest duidelijk bijgepraat worden na anderhalf jaar geen bordschaken. Een wederkerend onderwerp was hierbij natuurlijk de vraag wie wat had gedaan de voorbije lockdowns aan het schaken. Sommigen hadden een lang sabbatical genomen. Anderen hadden online af en toe geëxperimenteerd. Een enkeling had in het buitenland een tornooitje meegepikt maar niemand kon mijn programma in de verste verte evenaren. Ik had dan ook nauwelijks of niet het gaspedaal losgelaten.

Ik speelde 2 klassieke tornooien in Praag en 1 online klassiek tornooi mee. Ik richtte de Belgische online schaakclub op en onderhield die gedurende 6 maanden. Ik organiseerde en leidde een driedaags online jeugdtornooi. Ik organiseerde een 30-tal online schaaksessies op dinsdagen. Ik testte uitgebreid nieuwe versies van de schaakprogramma's Leela en Stockfish. Ik heb ongeveer 60 nieuwe artikels geschreven voor deze blog. Ik richtte de Beneliga op en speelde er vele keren mee. Ik speelde meer dan 10.000 online blitzpartijtjes. Last but not least ik analyseerde en bestudeerde 76 openingen.

Vorig jaar in november schreef ik op deze blog het artikel de onzin van blitz deel 3. Daarin vertelde ik dat ik begonnen was met openingen van mijn online blitzpartijtjes te selecteren om die eens serieus te bekijken bij gebrek aan eigen klassiek-competitiemateriaal. Tot net voor de start van Open Praag (begin augustus) probeerde ik elke dag een beetje hieraan te werken en dat leverde dus uiteindelijk een mooie collectie op.

Aanvankelijk bestudeerde ik enkel openingen waarvan ik verwachtte ze ook in klassiek schaken terug te zien. Echter naar verloop van tijd begon ik ook steeds vaker echte "blitz"-systemen in beschouwing te nemen. Heel veel spelers (mezelf incluis) passen een andere openingsstrategie toe bij het spelen op een sneller tempo. Er wordt veel meer op initiatief gespeeld en voorkennis (niet te verwarren met voorbereiding) want dat weegt zwaarder door in dit soort snelle partijen. In een periode met bijna enkel online blitz vond ik het dan ook niet onzinnig om daar eens extra aandacht aan te schenken.

Uiteindelijk denk ik dat ongeveer 24 van de 76 openingen in die categorie van pure blitz-systemen zich bevonden. Het zijn veelal stuk voor stuk gambieten waarmee ik soms al decennia worstelde omdat ik er nooit echt werk van had gemaakt. Van elk van die 24 openingen maakte ik een evaluatie over de correctheid. Sommige openingen werden min of meer weerlegd met enkele lastig te vinden computerzetten. Andere waren slechts licht dubieus maar er zaten ook enkele tussen die tot mijn verwondering perfect speelbaar bleken te zijn. Het is nogmaals een bewijs dat ik nog steeds weinig begrijp van het schaken. Dus ik heb weer veel nieuwe zaken ontdekt (nieuw op zijn minst voor mezelf) die ik daarna met veel plezier onmiddellijk uittestte online in nieuwe blitz-partijen. Een voorbeeldje hiervan is 4...Pxd4 in het Italiaanse Rosentreter-gambiet. Bijna niemand speelt het maar het is niet toevallig de eerste keuze van de topprogramma's.
De gambietspeler hoopte mij te verrassen maar was duidelijk zelf verrast door mijn tegengambiet. Hij had pech want het is zeker een van de minst slechte blitzsystemen. Het lijkt mij zelfs speelbaar voor een klassieke partij. Trouwens nu de klassieke bordtornooien terug opstarten, merk ik op dat een aantal spelers hun opgebouwde online-ervaring met enkele blitz-systeempjes ook eens durven te testen in serieuzere wedstrijden. In ronde 6 van Open Praag kwam mijn jonge tegenstander met zo een blitzsysteempje op de proppen maar hij kwam van een kale reis thuis.
Ik had het systeempje niet alleen tientallen keren al zelf online in blitz op het bord gehad. Ik wist ook al sinds 2009 van het stukoffer af op zet 14 waardoor de partij al min of meer beslist was in de opening. Echter pech durf ik het hier niet te noemen want ik vond de gekozen openingsstrategie van zwart gewoon te riskant. Toen ik het in 1997 voor het eerst tegenkreeg (jawel 24 jaar geleden dus verbetert mijn record van opening het langst op mijn repertoire), was het zeker nog speelbaar voor zwart. Vandaag met de huidige schaakprogramma's is het eerder raar om een tegenstander te ontmoeten die de anti-dote niet kent.

De juiste openingsstrategie hangt dus uiteraard af van de situatie en soms moet je ook een beetje geluk hebben. Trouwens het lijkt mij geen toeval dat we recent ook een opgang van blitz zien in de schaakliteratuur. Een paar decennia geleden werd blitz nog als een puur tijdsverdrijf bekeken en zeker onvoldoende gevonden om er achteraf aandacht aan te schenken. Vandaag zie ik dat databases blitzpartijtjes zonder schroom naast de klassieke partijen plaatsen. In schaakmagazines (zoals New In Chess) worden pagina's vol geschreven met analyses over armageddons (blitzpartijtjes om een duel te beslissen). Zelfs heuse repertoire-boeken worden nu gepubliceerd enkel en alleen voor dit type snelle partijen zie bv. a chess opening repertoire for blitz and rapidHow to crush super grandmasters in blitzInteresting Blitz Gamesa beginners blitz repertoireBlackmar-Diemer for blitz,...

De traditionalisten zien wellicht deze evolutie met leden ogen aan maar het is een feit dat veel schakers vandaag blitz/ rapid en zelfs bullet niet meer als een onnozel spelletje beschouwen. Voor sommigen is het zelfs het enige soort schaak dat men uberhaupt nog speelt. Tenslotte de vorige 2 klassieke wereldkampioenschappen werden beslecht in tiebreaks met rapid/ blitz. Op het allerhoogste niveau is elke professional vandaag bezig met het werken aan een aangepaste openingsstrategie voor die snelle partijen.

Brabo