maandag 22 april 2024

De schaakrepubliek

In het vorig blogartikel kon je lezen dat de schaakclub Chesslooks alle registers opentrekt om het Belgisch kampioenschap van het decennium te organiseren. Dit wordt een festival zonder voorgaande in België en bovendien tegen zeer democratische prijzen. Ik vermoed dat je heel ver terug moet gaan in de tijd om slechts 35 euro inschrijvingsgeld te moeten betalen en slechts 25 euro voor een overnachting met ontbijt.

Om zoiets vandaag te kunnen verwezenlijken moet je sponsors hebben en daar heeft de bk-organisatie een heuse campagne voor gelanceerd. Het lijstje van sponsors begint er al aardig uit te zien maar ik weet dat men nog steeds op zoek is naar nieuwe. Heb je weet van bedrijven of schaakliefhebbers die een duit in het zakje willen doen dan aarzel niet om de bk-organisatie te contacteren? In ruil kan je meespelen in de simultaan met Daniel en krijgt je bedrijf zonder twijfel publiciteit.

Dit bk is voor de Belgische schaker een buitenkansje want ik weet uit ervaring (zie o.a. Hoeveel geld spendeer je aan het schaken?) dat tornooien spelen meestal niet goedkoop is. Voor het zeldzaam tornooi in de buurt kan je nog beslissen om naar huis elke dag te rijden maar dat is zeker in het buitenland geen optie. Dan lopen de kosten vaak heel snel op voor eten + logement. 1000 euro is tegenwoordig niet overdreven hiervoor en dat is voor veel schakers financieel lastig of zelfs onhaalbaar.

De stijgende kosten verklaart wellicht ook het groeiend internationaal succes van de Czech Tour. Bij aanvang van de laatste ronde van Mariënbad kondigde de president van de Tsjechische schaakfederatie grootmeester Martin Peter triomfantelijk aan dat de recente tornooien van de Czech Tour alle records hadden verbroken betreffende aantal deelnemers. In 2022 toen ik voor het eerst meespeelde in Mariënbad was de zaal voor de helft gevuld. In 2023 was het voor driekwart gevuld en dit jaar werd elk hoekje gebruikt om alle spelers een plaats te kunnen aanbieden.

De Czech Tour is dan ook al enkele jaren de absolute discounter op gebied van schaaktornooien. In Mariënbad kon je dit jaar al vanaf 22 euro per nacht logeren en ontbijt kon je krijgen voor slechts 2 euro. Dat nieuws ging blijkbaar rond als een vuurtje wereldwijd en dat kan je letterlijk nemen. Ik speelde in 9 ronden tegen 9 verschillende nationaliteiten.

Zoiets heb ik nog nooit eerder meegemaakt zelfs op het wereldkampioenschap van studenten die ik in 1998 speelde. Meerdere nationaliteiten kreeg ik voor het eerst in + 30 jaar tornooien spelen als tegenstander in levende lijve. Alle continenten waren bovendien in Mariënbad vertegenwoordigd want naast de 9 nationaliteiten die ik tegen kreeg waren er ook een Australiër, een Braziliaan en Zuid-Afrikanen. De bondsvoorzitter maakte zelfs in zijn slotrede een grapje hierover door het voorstel te lanceren om de Czech Republic officieel van naam te laten veranderen naar Chess Republic.

Er is duidelijk nood aan goedkoop schaken voor een standaard fiderating maar in Mariënbad ondervond ik tevens dat goedkoop niet altijd beste koop betekent. Ik stoorde mij mateloos aan het gedrag van sommige low-budget deelnemers. De nationaliteiten zal ik niet vertellen maar het was voor het eerst dat ik te maken kreeg met spelers die boeren en scheten lieten tijdens hun partij en daar zelfs niet beschaamd voor waren. Sommigen stonken ook zo erg of zaten luidruchtig te knabbelen op snoep dat ik hoopte om zo ver mogelijk van hen vandaan een bord te krijgen.

Daarnaast merkte ik ook op dat een organisatie zonder (veel) centen zich geregeld niet te veel aantrok van schaakcomfort. Als je in Mariënbad meespeelt dan is het schaakmateriaal vaak een zootje bijeen zelfs als je op het hoogste bord speelt. Ik maakte er stiekem een foto van om te tonen hoe kleurrijk de borden zijn en de pionnen soms heel sterk variëren in formaat.
Kreeg de middelste pion te weinig eten?

In de interclub durf ik een ander bord met stukken te eisen als iemand dit mij aanbiedt maar in een open tornooi ligt dat natuurlijk moeilijker. Ik moet ook toegeven dat het snel went wanneer je in de partij zit. Je bent dan enkel nog bezig met de stelling zelf.

Over de zeer karige geldprijzen heb ik al eerder geschreven in Tsjechië maar nog niet dat de organisatie ook op bekers bespaart door papieren diploma's te laten afdrukken. Dat scheelt weer makkelijk een paar honderd euro maar met zulke papiertjes kan ik niet thuiskomen. Samen met mijn zoon Hugo hebben we er al 3.
De papieren diploma's die snel kreuken en krullen.

Het doet mij denken aan die puzzelkampioen-diploma's die in de kleuterklas worden uitgereikt. Leuk en creatief voor die jonge leeftijd maar zoiets is niet ernstig voor een open schaaktornooi. Het zal wellicht ook een reden zijn waarom sterkere spelers steeds minder nog te verleiden zijn om deel te nemen.

Kortom de Czech-tour mag zichzelf uitroepen als de schaakrepubliek omdat het de meeste schakers kan aantrekken maar ik heb graag ook wat luxe. Ik kan mij een extraatje financieel best permitteren zeker omdat ik ook slechts een beperkt aantal vakantiedagen kan spenderen aan het schaken.

Brabo

dinsdag 16 april 2024

BK Schaken in Lierke Plezierke


Het Belgisch kampioenschap schaken zal dit jaar in Lier gespeeld worden. Speciaal hiervoor werd een vzw opgericht: vzw BKSL. In deze vzw zetelen mensen van Liga Antwerpen en ChessLooks Lier. Schaakliga Antwerpen nam het initiatief om het BK te organiseren, en ChessLooks Lier was onmiddellijk bereid om gastheer te spelen. In juli zal de Pallieterstad dus 9 dagen lang (6 t.e.m. 14 juli) het podium zijn van een heus schaakfestival.

Programma

Allereerst is er natuurlijk het hoofdtornooi: een gesloten reeks (10 experten) en een open reeks. De ambitie is om voldoende grootmeesters aan de start te krijgen in de gesloten reeks zodat het een normentornooi wordt. Aan het open tornooi kan iedereen deelnemen die bij de KBSB is aangesloten. ** Ben je dat niet? Dan kan je voor 30 euro een aansluiting nemen. In principe kan dit bij elke Belgische schaakclub. Is er geen club in je onmiddellijke omgeving? Dan kan je eventueel terecht bij de organiserende schaakclub, ChessLooks Lier. Stuur dan een mailtje naar Erik Laporte en hij zal je aansluiting in orde brengen (toernooileider@chesslooks-lier.be). Afgaande op voorgaande edities verwachten we 120 - 150 deelnemers.

Naast het hoofdtornooi is er een heel scala aan side events. Op vrijdagavond wordt het BK afgetrapt met een sponsorsimultaan door GM Daniel Dardha. Zowel de burgemeester van Lier, Rik Verwaest, als die van Antwerpen, Bart De Wever, zijn hiervoor uitgenodigd (en zullen, tenzij formatiegesprekken roet in het eten gooien, ook aanwezig zijn). Een deel van de opbrengst van deze avond gaat naar een goed doel.
De speelzaal voor het bk 2024.

Op zaterdag start dan officieel het BK met de eerste ronde. Er wordt gespeeld in de mooie zaal van het Sint-Gummaruscollege, bij een aantal van jullie gekend door het Stapjestornooi dat ChessLooks daar al enkele jaren organiseert. Voor elke deelnemer zal er die eerste dag een klein welkomstgeschenk in de vorm van een mooie goodiebag klaarstaan.

chessboxing

Het meest spectaculaire side event is ongetwijfeld de demonstratie schaakboksen, op zondagnamiddag 7 juli, op de Grote Markt van Lier. We werken hiervoor samen met de Lierse boksclub ComboNation en de Koninklijke Belgische Boksbond. Samen met hen zullen we 4 wedstrijden organiseren: 2 met boksende schakers, 2 met schakende boksers. De deelnemers wisselen korte schaakpartijen af met rondes in de boksring. Winnen doe je door de tegenstander schaakmat te zetten of KO te slaan. Dit evenement heeft een uitgesproken promotionele waarde en zal dus ook ruime aandacht in de pers krijgen.

We zoeken trouwens nog enkele kandidaten die de bokshandschoenen willen aantrekken, dus als dit je interesseert: snel een mailtje naar de verantwoordelijke voor dit event, Emmanuel Wildiers (jeugd@chesslooks-lier.be). We voorzien zelfs enkele gratis initiatielessen voor de vrijwilligers.

Het schaakboksen is maar één van de nevenactiviteiten. Er zal ook een publiekssimultaan zijn op de Grote Markt, een blitz- en doorgeefschaaktornooi, een schaakfilm ("The Royal Game"), een schaakkroegentocht en een toeristische stadswandeling door het pittoreske Lier (met optioneel zelfs een rondvaart op een oude palingschuit). Op verschillende voormiddagen zullen er lezingen zijn over schaakgerelateerde onderwerpen. Eén van de onderwerpen is bijvoorbeeld ‘Schaken & AI’ (door ir. E. Wildiers, Schröders). We sluiten het tornooi af met een smakelijke BBQ op zaterdagavond 13 juli, en een prijsuitreiking-annex-slotreceptie met hapjes en drankjes op zondag 14 juli.

Een volledig en gedetailleerd overzicht van het programma kan je vinden op de website (chess-festival).*


Woon je wat ver van Lier om elke dag over-en-weer te rijden? Overnachten in Lier is ook perfect mogelijk. Aan een zeer goede prijs zelfs. Op de website zijn verschillende formules terug te vinden. De budgetformule kost amper 25 euro per overnachting, ontbijt inbegrepen. Als je bedenkt hoeveel tijd en kosten een verre verplaatsing met zich meebrengen dan is die budgetformule zeker het overwegen waard.
Pallieterstad Lier o.a. bekend voor zijn schapen

Je zal je geen moment vervelen want naast alle schaakactiviteiten is Lier ook gewoon een keitof stadje om te ontdekken, zeker in de zomer. Tal van restaurantjes en café’s, mooie pittoreske plekjes als bijvoorbeeld het begijnhof, gezellige terrasjes op het Zimmerplein,… Je gaat tijd tekort komen om alles te ontdekken.


Voor 35 euro biedt het BK je dus een ideale gelegenheid om een mooie schaakzomer te starten. Meer info en inschrijven? Check snel de website: www.bkschaken.be

Om dit artikeltje af te sluiten willen de organisatoren Brabo bedanken. We appreciëren het dat hij bereid was om ons van dit bijzonder mooie forum gebruik te laten maken om het BK in de schijnwerpers te zetten.

Hopelijk tot in juli!

Patrick Verrijssen


* Raadpleeg steeds de website voor het actuele programma want enkele locaties zijn afhankelijk van de resultaten van onze Rode Duivels op het EK en kunnen dus last-minute nog wijzigen.

** Voorlopige deelnemerslijst : participants

maandag 8 april 2024

Hebben we nog een Belgische elo nodig?

Kort nadat ik in 1998 begon te werken voor Alcatel, kreeg ik te maken met herstructureringen (een mooi woord voor besparen door een massa werknemers af te danken). Net als in vele andere sectoren werd ook in de telecom hiervoor beroep gedaan op het zachte brugpensioen. Ik vermoed de jongeren zullen de term brugpensioen niet meer kennen maar toen was het nog mogelijk om vele jaren voor je pensioen al te stoppen met werken en te leven van een verhoogde uitkering die voornamelijk gefinancierd werd door de overheid. Collega's niet ouder dan 51 jaar heb ik zien vertrekken op brugpensioen in mijn eerste werkjaren. 25 jaar later leven nog velen van die "gelukzakken" dus dat verklaart ook waarom het brugpensioen budgettair onhoudbaar werd voor de overheid om te blijven aanbieden.

25 jaar later ben niet alleen ik ouder geworden maar ook de gemiddelde leeftijd van mijn collega's ging drastisch omhoog. In 1998 was een collega ouder dan 60 jaar een rariteit op de werkvloer. Vandaag ben ik niet meer verrast wanneer iemand zijn 65ste verjaardag aankondigt. De babbels tussen collega's zijn ook erg verschillend t.o.v vroeger. 20-25 jaar geleden werd er gepraat over de geboortes van de eigen kinderen, tips uitwisselen over woningen aankopen ... Vandaag hoor ik collega's de geboorte van eigen kleinkinderen aankondigen, tips uitwisselen over prostaatproblemen aanpakken,... 

Het is alweer een heel speciale intro dus hoogtijd om uit te leggen waar de link ligt naar de Belgische elo. Met een bevolking die op een steeds hogere leeftijd moet blijven verder werken, zie ik veel clubs en organisaties steeds grotere moeite hebben om vrijwilligers aan te trekken voor het invullen van alle taken. Sommige besturen zoals mijn club Deurne bestaat hierdoor voornamelijk uit 70 plussers die snakken om afgelost te worden maar bij gebrek aan nieuwe krachten verder doen tot het fysiek echt niet meer kan. 

Onze Belgische bond heeft 100x meer leden dan mijn club Deurne maar zelfs dan geraken bestuursfuncties heel moeilijk ingevuld. Het moet gezegd worden dat het vaak ondankbare taken zijn die je als bestuurslid moet uitvoeren en bovendien onbetaald. Je moet wel heel veel schaakliefde hebben om dit vandaag nog te willen doen dus ik kan alleen maar petje afdoen aan de enkelingen die toch bereid zijn om een groot deel van hun vrije tijd op te offeren voor alle Belgische schakers.

Zo is het ook voor de taken gelinkt aan de Belgische elo. Met veel moeite vond onze bond anderhalf jaar geleden in de 38 jarige Steven Bellens iemand die de 70 jarige Daniel Halleux wou aflossen anders hadden we wellicht vandaag al geen Belgische elo meer. Het blijft een heel precaire situatie want ik vermoed dat er geen backup is voor Steven die thuis ook nog eens 3 kleine kinderen heeft. Meer dan ooit dringt zich daarom de vraag op of we echt wel die Belgische elo in parallel met de fide elo nog nodig hebben.

Bovendien creëren 2 elosystemen ook geregeld conflicten. Zo benadeelt men al jaren in de Open van Gent de eigen Belgen door prijzengeld te linken aan de hoogste van de 2 elosystemen (zie artikel uit 2015: Ratings) en laatst was het ook weer hommeles op het Vlaams blitzkampioenschap. Vooraf werd aangekondigd dat het kampioenschap voor fide-elo zou meetellen maar bij de prijsuitreiking werd plots de Belgische elo gebruikt. Mijn zoon Hugo kon er niet mee lachen want hierdoor viel hij net buiten de prijzen ondanks een knalprestatie. Tenslotte in Deurne hadden we intern een conflict met een speler toen hij het niet eens was met de ploegopstelling. Het bestuur wou de Belgische elo gebruiken voor de volgorde terwijl de speler vasthield aan de fide-elo.

In de enquete van de Belgische bond die nog openstaat tot 30 april heb ik dan ook ja geantwoord op de afschaffing van de Belgische elo. Echter achteraf ben ik niet meer zeker of ik hiermee de juiste keuze gemaakt heb. In mijn vorig artikel heb ik duidelijk aangetoond dat er grote risico's zijn aan een monopolie voor fide betreffende elo. Dan zijn we helemaal afhankelijk van de grillen van de fide.

De kosten kunnen heel snel stijgen voor de eloverwerking. Daarnaast weten we niet wat voor kunstgrepen de fide nog in petto heeft met nieuwe "correcties". Als je in anderhalf jaar 2 keer op een rij bonussen geeft van honderd punten of meer dan is je elosysteem alle geloofwaardigheid kwijt.
De Belg Jens Cuyvers kreeg 2 keer in anderhalf jaar een pak rating cadeau

Daarnaast is er ook nog de decompressie die nu langzaam gaat gebeuren na de recente kunstmatige compressie van 1000 -> 1400 elopunten. Fide kondigde hardop aan dat spelers boven de 2000 elo binnenkort mee zullen profiteren van de geïnjecteerde elo's maar zwijgt in alle talen dat onderaan er ook spelers unrated zullen worden. Ik verwacht dat heel wat oudere spelers met een nieuwe elo dichtbij 1400 binnenkort onder de 1400 minimumgrens zullen zakken.

Pure speculaties hoor ik sommigen zeggen want fide heeft niets hierover gezegd. Zelfs al heb ik ongelijk dan nog kan niemand garanderen dat fide straks de minimumgrens opnieuw optrekt wanneer blijkt dat de beoogde financiële doelstellingen niet worden behaald. Fide kan op elk moment de spelregels aanpassen en er is niets dat we als Belgen hieraan kunnen doen.

Conclusies:
  1. Met enkel een fide-elo is er een reëel gevaar dat veel spelers unrated blijven of worden. Dit lijkt mij allerminst aanvaardbaar. Hoe gaan we dan die unrated spelers indelen? Moeten die unrated spelers meebetalen voor de eloverwerking? ...
  2. Een enquete voorleggen aan de leden over de afschaffing van de Belgische elo zonder vooraf een uitgebreide kennisgeving over de pros en cons is onzin. De meeste schakers hebben geen flauw idee wat de exacte impact is op termijn van zulke beslissing.
  3. Met enkel een fide-elo zou het wel eens kunnen zijn dat voor veel schakers/ organisaties het kostenplaatje te hoog wordt. In het beste geval worden partijen niet meer doorgegeven voor eloverwerking. In het slechtste geval haakt men compleet af.
  4. Vrijwilligerswerk heeft zijn limieten en die limieten bereiken we vandaag steeds sneller. Een professionalisering moet ondanks de (zeer) hoge kosten overwogen worden.
  5. Het is te vroeg om uitsluitend de fide-elo te gebruiken. Vooral voor de spelers die geen fide-elo kunnen behalen, blijft een Belgisch alternatief zeer nuttig.
Brabo

woensdag 27 maart 2024

Fide heeft een enorme geldhonger

In mijn vorig artikel vertelde ik over hoe fanatiek schakers op jacht zijn naar fide-elo. Echter ik heb nog in een tijdperk gespeeld wanneer dit helemaal niet het geval was. Pas toen fide realiseerde dat ratings flink geld kunnen opbrengen, werd het geweer van schouder veranderd.

De eerste signalen van de nieuwe aanpak zagen we in de democratisering van de fide-elos door het verlagen van de minimum-elo. Telkens de ondergrens werd verlaagd, kreeg de fide massaal veel nieuwe leden erbij.
  • 1993: minimum 2000 elo
  • 2001: minimum 1800 elo
  • 2004: minimum 1600 elo
  • 2006: minimum 1400 elo
  • 2012: minimum 1000 elo
Om de honger naar de elo aan te wakkeren van de spelers werden de ratingpublicaties opgeschaald. 
  • 2000: semestrieel naar trimestrieel
  • 2009: trimestrieel naar tweemaandelijks
  • 2012: tweemaandelijks naar maandelijks
Vandaag telt de fide ongeveer een 200.000 actieve schakers die per gespeeld tornooi een euro betalen aan fide dus ik vermoed dat dit ongeveer een half miljoen per jaar aan inkomsten oplevert voor fide.

De toekenning van fidetitels is een andere belangrijke inkomst voor de fide. Elk jaar worden vele tientallen titels uitgereikt en voor elke titel moet een fee betaald worden aan de fide zie Fidetitels. Fide heeft er dus alle baat bij om het aantal titels zo hoog mogelijk te houden.
  • 2002: nieuwe titels geïntroduceerd (CM, WCM) terwijl toen al kritiek was dat er te veel spelers een titel hadden (dus devaluatie van de waarde)
  • Ondanks kritiek op genderongelijkheid blijven vrouwelijke titels bestaan want brengt extra geld in het laatje
  • 2022: Afschaffen van de vereiste om een norm in gesloten tornooien te halen
  • Titels rechtstreeks te behalen in fide-tornooien (dus zonder normen)

Echter de grootste bron van inkomsten voor de fide zijn hun eigen tornooien. Trouwens hierin is fide bijzonder spitsvondig door niet alleen de organisatie aan anderen over te laten maar die daar ook nog voor te laten betalen. Het gaat zelfs zo ver dat organisaties eerst moeten betalen om uberhaupt een bod te mogen doen voor een fide-tornooi. Zo komt er uiteindelijk 3 keer geld binnen per tornooi:
  • deelnemers aan fide-tornooien (olympiade, jeugdkampioenschappen, ..) betalen een fee aan de fide
  • een bod op een fidetornooi kost tussen 1000 euro tot 5000 euro volgens type tornooi zonder garantie op toekenning
  • organisaties die een fide-tornooi willen organiseren betalen bij toekenning ervan een fee aan fide van 1000 euro tot 2 Miljoen euro (voor een olympiade)

Eigenlijk is het een wonder dat er organisaties zijn die zulke fide-tornooien willen organiseren. De Belgische bond subsidieert anders zou er helemaal niets worden georganiseerd. Het feit dat de meeste fide-tornooien in landen zoals Roemenië, Georgie, ... worden georganiseerd is dan ook geen toeval. Enkel in die landen is het relatief makkelijk om hotels te overtuigen om hun inkomsten te delen met de organisatie. Dat de spelers hiervan de dupe worden en een sterk afgeslankte service krijgen is een welbekend probleem op die tornooien zie o.a. Wk-jeugd deel 2.

Evenmin een toeval is dat de fide in de loop van de jaren de productie van die melkkoe heeft trachten op te drijven met steeds nieuwe kampioenschappen.
  • 2006: extra wereldkampioenschappen voor -8 jarigen
  • 2014: leeftijd verlaagd voor deelname in seniorkampioenschappen van 60 naar 50
  • 2014: splitsing van  seniorkampioenschappen +50 en +65

Daarnaast vindt fide steeds nieuwe bronnen van inkomsten zoals
  • 2013: Introductie van diverse arbiter licenties waarvoor een fee betaald moet worden
  • Steeds hogere eisen aan tornooiorganisatoren betreffende arbiters (om dus een vraag te creëren)
  • Inpalmen van de trainersmarkt door toekenning van certificaten
  • Permanente licenties worden voor trainers vervangen door tijdelijke (trainers verdienen geld dus fide wilt hiervan profiteren, trainers worden verplicht om fide-seminaries bij te wonen)
  • Uitsluiten van trainers op fide-tornooien die geen fide-licentie kunnen voorleggen
  • 2021: Uitbreiding tot 5 diverse training licenties

De meest recente uitvinding van de fide werd in februari laatst aangekondigd de fide chess school awards. Daarmee wedt fide op 3 paarden tezelfdertijd.
  • nieuwe leden aanwerven
  • verhoog de vraag naar fide-trainers
  • nieuwe inkomsten bij de toekenning van de awards (150 euro per award)

Conclusies
  1. In 2 decennia is de fide verveld van een economische dwerg naar een multimiljonair.
  2. De meeste schakers vinden het best ok om voor ratings, tornooien, certificaten, titels, licenties, ... van fide te betalen dus velen vinden ze belangrijk.
  3. De fide heeft een heel intelligente en creatieve marketingafdeling want is voortdurend bezig met nieuwe inkomsten te creëren.
  4. Fide heeft de boot gemist van het online schaken. Chess.com bewijst dat er veel geld met online schaken te verdienen is maar Fide Online Arena kwam te laat als tegenreactie.
  5. Ratings, titels, certificaten, licenties, ... zijn allemaal virtuele producten. Behalve de fide-website en administratie zijn er bitter weinig andere kosten. Worden sommigen fide-bonzen rijk?
  6. Ik zie de honger van fide naar steeds meer geld niet gestild, integendeel. Ik verwacht in de toekomst dat fide voortdurend zal trachten zijn jaarlijkse inkomsten te verhogen op de kap van de leden.
  7. De extra elo's onder 2000 elo (elo compressie) is in de eerste plaats een poging van de fide om de inkomsten aan te zuiveren. Elo-deflatie doet spelers minder spelen dus minder inkomsten. Daarnaast gaf fide toe dat ze meer spelers de kans willen geven om een titel te behalen. Rechtstreeks punten bijgeven aan +2100 spelers, valt te hard op dus doet men het via een omweg.
  8. Spelers spenderen vandaag vaak vele honderden euro's om 1 tornooi te spelen zie o.a. mijn schaakuitgaven overschreden meer dan 10.000 euro in seizoen 2022-2023. Zeker wanneer federaties nog meer afhankelijk zullen zijn van de fide-elo, verwacht ik dat fide snel veel meer zal vragen dan 1 euro per tornooi per speler.
Brabo

woensdag 20 maart 2024

Hoe belangrijk is elo?

C-Squared Podcast beluister ik af en toe. Ik hou van de gemoedelijke stijl die de Amerikaanse topgrootmeester Fabiano Caruana en de Roemeense grootmeester Ioan-Cristian Chirila hanteren om spelers en tornooien te bespreken. Zo hadden ze het recent over hoe belangrijk elo vandaag is om uitnodigingen voor toptornooien te krijgen zie youtube. Meer dan ooit kan 20 elo het verschil betekenen in net wel of net niet kunnen deelnemen aan de best betaalde tornooien.

Een naam betekent heel weinig in de schaakwereld. Je was gisteren hot en vandaag al vergeten. Oud-wereldkampioen Vladimir Kramnik mocht dit aan de levende lijve ondervinden toen zijn blog werd afgesloten op chess.com zie Kramnik's blog was closed. Niemand staat vandaag boven de wetten van het geld.

Elke professional houdt vandaag zijn elo nauwlettend in de gaten. Van zodra de kansen op de kandidatenfinales te klein waren geworden, stapte de Amerikaanse topgrootmeester Leinier Domingues Perez eind vorig jaar uit Chessable Sunway Siges Chess Festival. Echter niet enkel spelers maar ook coaches beschermen hun rating. De prijs die je kan aanrekenen voor een les als coach hangt sterk af van je titel en elo zie bv het blogartikel van 2023: a data driven deep dive into lichess coaches. Ik zie daarom steeds vaker coaches die beslissen om compleet te stoppen met standaard schaak.

De Indische grootmeester Ramahandran Ramesh heeft een stevige reputatie als coach (zie o.a. India 2-coach Ramesh interview chess-olympiad) opgebouwd maar klassiek schaken doet hij niet meer. Zijn blitzrating doet vermoeden dat zijn speelsterkte ondertussen al veel lager ligt dan zijn elo.

Nu het zijn zeker niet uitsluitend de professionals die weigeren om te spelen als ze elo kunnen verliezen. Ik bood dit jaar aan minstens 10 spelers gratis vervoer aan om samen in Marienbad te spelen maar behalve Marcel Van Herck liet iedereen dit financieel buitenkansje voorbijgaan. Sommigen gaven zonder schroom toe dat ze het niet zagen zitten om ginds elo te verliezen want het was op voorhand al duidelijk dat het een elobloedbad zou worden.

Trouwens heel bekende elobloedbaden zijn Europese en wereldkampioenschappen voor onze Belgische jeugd. Ik heb met sommige kinderen/ ouders gesproken en nooit meer willen ze daarom nog meespelen. De Belgische expert Elias Ruzhansky zal zeker ook 2 keer nadenken of hij ooit nog wilt meespelen na de geweldige tik vorig jaar.

Dat je 223 (standaard !) elo kunt verliezen in enkele dagen, bewijst dat fide geen moer kan schelen wat er gebeurt op amateurniveau. Dit zijn drama's. Elias rating is nog steeds niet hersteld dus dat zal een compleet jaar verlies in de schaakcarrière betekenen (zonder maar te spreken over minder kansen die hij nu krijgt). Dat is bijzonder jammer want in mijn vorig artikel gaf ik reeds aan dat die jaren onder de 18 later niet meer terugkomen.

In Mariënbad zag ik ook voor het eerst een voor mij compleet nieuw fenomeen van spelers (meestal van verre landen) die deelnamen puur om rating te winnen. Een Zuid-Afrikaanse familie vertelde mij dat ze speciaal voor de ratingpunten waren overgevlogen omdat ze in eigen land er geen (of nauwelijks) konden verdienen. Bovendien eenmaal terug in het thuisland zouden de kinderen niet mogen spelen tegen leeftijdsgenootjes omdat ze anders direct de gewonnen rating zouden verliezen. Ik vond het waanzin vooral omdat ze dit deden voor slechts een 1500 eloprestatie (oude elo) Het kostenplaatjes liep op in de duizenden euro's (zonder te spreken van een grootmeester als coach). Anderzijds als er in Zuid-Afrika geen mogelijkheden zijn, moet je dan je droom opgeven?

De Singaporaan Zhong Kai Tan gaf na onze onderlinge partij aan dat hij teleurgesteld was in mijn openingskeuze. Hij had erop gerekend dat ik meer risico's met zwart (als veel hogere elo) zou nemen zodat hij meer dan enkel remise had kunnen scoren. Hier zien we dus een variant op het thema "Op remise spelen met wit tegen een sterkere tegenstander" (deel 1 en deel 2). Het is geen doel meer maar een dreiging.
Ratings zijn in 1970 geïntroduceerd om een einde te maken aan de vele ruzies en vriendjespolitiek die de schaakwereld verziekten. Er was nood aan een objectief meetinstrument. Echter ondertussen is de slinger doorgeslagen. Het kan nooit de bedoeling geweest zijn van de elo om spelers te doen stoppen met spelen uit vrees voor de negatieve gevolgen.

Sommige spelers gaan er prat op dat ze zich helemaal niet bekommeren om hun rating maar dat vind ik nonsens. Zelfs notoire elo-apathische personen laten zich geregeld betrappen op elo-interesse. Marcel Van Herck was bijvoorbeeld de eerste om recent te detecteren dat er een fout in de Belgische eloverwerking was geslopen en de Nederlandse FM Cesar Becx onderhoudt al jaren de stukkenjagers-rating.

De eerste en meest gestelde vraag onder schakers is "Wat is je rating?" dus ik snap best dat het heel lastig is om de eigen rating los te laten. Het bepaalt wie je bent in de schaakwereld en welke kansen je krijgt. Spijtig en ik denk niet dat we ooit nog zullen terugkeren naar een wereld zonder ratings. We zullen er mee moeten leven en dat zal niet voor iedereen lukken.

Brabo

donderdag 14 maart 2024

Verrassingen deel 4

Nooit eerder dan in Mariënbad werd ik in een open tornooi gewezen op de onbuigzaamheid van mijn repertoire. Zelfs verscheidene spelers ver onder de 2000 elo slaagden erin met goed voorbereide kleine systemen vanuit de opening mij onder grote druk te zetten. 

Enkele jaren geleden beschreef Sim Maervoet haarfijn in ideeën deel 2 hoe je zulke kleine systemen kunt vinden en waar je op moet letten. Zo keek hij vaak slechts naar de 5de meest gespeelde zet in een stelling volgens de databases. De kans dat de tegenstander dit ooit bestudeerd heeft of goed kent, wordt hierdoor herleid tot bijna 0. Ook mijn tegenstanders in Mariënbad pasten die techniek toe maar hun successen waren erg uiteenlopend.

In onderstaande stelling koos de 18 jarige Turkse speler Kemal Yildirim voor 6...Pc6 die slechts in 6% van de meesterpartijen volgens de database wordt gekozen. Ik was er niet op voorbereid en mijn kennis was heel summier (nietsbetekenend). Desondanks stond Kemal enkele zetten later al op groot nadeel die hij nooit meer kon wegwerken.
In het 2de voorbeeld zien we opnieuw de hoofdrol voor een Pc6 die deze keer werd gespeeld door de 13 jarige Poolse Wiktoria Smietanska. 9...Pc6 wordt slechts in 3% van de meesterpartijen gespeeld. Ook hier gold dat ik er niet op voorbereid was en ik slechts heel beperkte kennis had. Echter deze keer was Pc6 wel een voltreffer. Ik lag al snel een dik half uur achter op de klok en zat na de theorie opgezadeld met een zeer delicaat en lastig spelende stelling. Uiteindelijk in grote tijdnood en kritieke stelling bedelde ik voor remise die Wiktoria na lang wikken en wegen aannam.
Beide voorbeelden gebruiken hetzelfde verrassingselement maar hebben een zeer verschillende afloop. Toeval? Dat denk ik niet want er is een wezenlijk verschil tussen beide. In nevensysteem 1 zien we dat het reeds gespeeld werd in 829 meesterpartijen terwijl nevensysteem 2 slechts getest werd in 58 meesterpartijen. 829 partijen bekijken is onbegonnen werk als verrassingswapen maar 58 is best te doen. Ik speelde al op de 2de zet na de verrassing in voorbeeld 1 een veel minder populaire maar nog steeds interessante voortzetting en daar vond Kemal geen goed antwoord op. Kemal had enkel gekeken naar de meest gespeelde varianten wat al enkele uurtjes tijd in beslag had genomen.

Wiktoria daarentegen bleef ook na het spelen van de verrassing nog verscheidene zetten a tempo op het bord kwakken. Ze was niet alleen op de hoogte van alle plannen die bestaan maar aarzelde zelfs niet om met een computerverbetering een oude meesterpartij te verbeteren. Dat is erg knap voor een 13 jarig meisje maar het was mij natuurlijk duidelijk dat ze hier hulp had voor gekregen.

Toen ik achteraf verhaal ging halen bij Wiktoria, gaf ze ook toe dat de coach haar had geholpen met de partijvoorbereiding. Ik antwoordde haar dat ze hem mijn complimenten moest doen want hij had heel puik werk afgeleverd (waarop ze een zeldzame glimlach niet kon onderdrukken). Als 13 jarige was ze beter voorbereid dan elke 2400+ speler die ik de voorbije jaren had ontmoet waarmee nogmaals het belang van coaches onderstreept wordt.

Trouwens in Mariënbad werd nogmaals bewezen hoe hard ondersteuning afhangt van de leeftijd van een speler. Onder de 18 jaar hebben veel spelers hun eigen coach (die zelfs vaak meereist). Boven de 18 jaar heb ik niemand er gezien met een coach. Meer dan ooit zijn de jeugdjaren kritiek in hoe iemands schaakontwikkeling verloopt. Vanaf 18 jaar heb je het gemaakt of word je afgeserveerd. Kemal moest het wellicht allemaal zelf rooien dus ook niet verwonderlijk dat hij niet even goed was voorbereid als Wiktoria.

Brabo

donderdag 7 maart 2024

Identiteitsfraude

Begin dit jaar nam ik deel voor het derde jaar op een rij aan het tornooi van Mariënbad (Tsjechië). Derde keer goede keer voor de titel hoopte ik (na een derde en een tweede plaats). Op elo was ik deze keer de favoriet want ik had 70 elo meer dan de nummer 2 op de startlijst. Echter heel snel zou blijken dat ik veel te optimistisch was.

Al in de eerste ronde kreeg ik een heel vreemde tegenstander voorgeschoteld die een voorbode was van wat het hele tornooi zou brengen. Het leek op het eerste gezicht een gemakkelijke paring want de tegenstander had slechts 1660 elo en was geen jeugdspeler meer. Echter in de paar minuten die ik had tussen de aankondiging van de paringen en de start van de ronde, ontdekte ik dat Fan Ye een dag eerder een klassiek tornooi over 9 ronden in Praag had afgesloten met een +2200 TPR. Een gewaarschuwd man is er 2 waard. Ik speelde alsof ik tegen een 2200 speler moest spelen en dat bleek geen onnozele strategie.
Dat was dus allesbehalve een gemakkelijke overwinning. Zonder de blunder op zet 40 vermoed ik dat het gewoon remise was geworden. De opening betrof een zonderlinge kritieke lijn tegen het Hollands die wit klaarblijkelijk als parate kennis beheerste. Ik ken zelfs weinig + 2200 spelers die tot zoiets in staat zijn. Ook in het middenspel liet wit meermaals blijken dat zijn speelsterkte vele honderden punten hoger was dan zijn rating.

Ik kom geregeld spelers tegen die 100 of 200 punten ondergekwoteerd zijn maar dit zijn dan steeds jeugdspelers. Hier spreken we over een +25 jarige die +500 punten ondergekwoteerd is. Trouwens of dit nog niet genoeg was, liepen er nog enkele zulke andere Chinezen rond in Mariënbad. De Braziliaanse grootmeester Darcy Lima leed al in de eerste ronde een smadelijke nederlaag tegen Yukun Wang met slechts 2117 elo. Vreemd en het wordt nog vreemder wanneer je tracht te achterhalen wie ze zijn.

Geen foto, geen club en zelfs geen geboortejaar kan je terugvinden. Ik vraag mij bijgevolg luidop af of de Chinezen wel echt de personen zijn waarvoor ze zich uitgeven. In elk geval staat de deur wagenwijd open voor identiteitsfraude bij gebrek aan een identiteitscontrole.

Misschien zoek ik spijkers op laag water maar identiteitsfraude is niet nieuw in het schaken. Zo had je in 2020 het geval van de geschorste Igor Rausis die een andere naam gebruikte om mee te spelen in een tornooi. Online zijn vele gevallen bekend van grootmeesters die partijen spelen in naam van een andere schaker (dus hiermee omzeil je ook de automatische detectiesystemen op valsspelen). Zelf herinner ik mij eens een grap die een Belgisch schaakkoppel met mij uithaalde. Plots begon de vrouw veel sterker te spelen met een totaal ander repertoire maar ik had uiteraard snel door dat de man het roer had overgenomen. 

Er zijn dus diverse redenen om aan identiteitsfraude te doen. Ik kan mij voorstellen dat sommigen gewoon het id gebruiken van iemand anders om geld te sparen (zoals je voetbal-abonnementskaart doorgeven aan een vriend, een netflix-account delen). Anderen willen dan weer een gemakkelijke weg naar roem en eer door iemand anders in hun plaats te laten spelen. Kortom ik snap niet dat fide en elke andere schaakorganisatie zo lak is als het gaat over identiteitscontroles.

Bovendien boezemt de hele fide-werking betreffende identificatie weinig vertrouwen in. Alles moet persoonlijk via mail gebeuren zie (o.a. How to update profile-photo on fide-profile?) maar je hebt geen enkele garantie dat GDPR (AVG) wordt toegepast. De gegevens van spelers die niet meer zijn aangesloten of zelfs overleden zijn, blijven vaak nog jaren publiek beschikbaar. Daar is onze bond stricter op want in tegenstelling tot het fideprofiel van de Belgische grootmeester Bart Michiels kan je niets meer terugvinden sinds Bart niet meer zijn lidmaatschap vernieuwde (zo hoort het).

De enige uitzondering die ik ken op een identificatie in het schaken zijn de schaakkampioenschappen in de Floreal (Blankenberge) zoals straks het Vlaams kampioenschap 7-13 april maar dat lijkt mij eerder iets wat de zaalbeheerder eist dan de federatie zelf. Een vriend die zal deelnemen, heeft mij laten kiezen tussen 3 foto's. Ik heb de foto hieronder gekozen. Ik ben benieuwd wat hun reactie zal zijn. 😂
Wie ben ik?

Brabo

vrijdag 1 maart 2024

De schaakclub deel 2

Begin dit jaar kreeg het bestuur van mijn club SK Deurne de melding dat het clublokaal met onmiddellijke ingang definitief werd gesloten. Zonder enige waarschuwing stonden we plots op straat en werd het koortsachtig zoeken naar oplossingen. Enkele clubs in de buurt depanneerden ons voor competities die geen uitstel toelieten maar een eigen lokaal is een vereiste om in de toekomst te kunnen blijven bestaan als club.

Het is niet makkelijk om in de buurt een lokaal te vinden die aan alle vereisten voldoet. Schaakclubs hebben het niet breed dus zoek je zo goedkoop mogelijk. Daarnaast moet de zaal voldoende ruim zijn, over een goede belichting beschikken, lawaaibestendig zijn, op vaste dagen in de week beschikbaar zijn, dicht bij openbaar vervoer liggen, een aparte analyseruimte hebben, een bar hebben, parkingsgelegenheid hebben ... Kortom met een tikkende klok is zoiets bijna onbegonnen werk dus dan mogen we zeker niet klagen met de Bowling stones in Wommelgem waar we nu zijn terechtgekomen.

Anderzijds moet ik ook toegeven dat ons vorig lokaal mij beter beviel. Ondanks een dubbele deur was het lawaai van de binnenspeeltuin in het Bowling-complex niet te neutraliseren. De toiletten zijn niet dichtbij en ook bij het bestellen aan de bar moet je geduld uitoefenen. Op een zondagnamiddag zijn makkelijk een paar honderd mensen bezig aan het bowlen en die worden allemaal bediend vanuit dezelfde bar. Gezellig socializing onder schakers zit er niet echt in. Enkele leden zijn bijgevolg afgehaakt.

Een bowlingcenter is weer eens wat anders om te schaken maar het is voor mij geen unicum. In 2018 speelde ik samen met mijn zoon eens een wedstrijd in het Bowlingcenter van Goes. De ouders van een speler baatten de bowling uit en hadden een zaaltje vrij. Connecties komen geregeld van pas want als schaakclub word je meestal eerder gedoogd dan gepromoot. Het is dan ook elk jaar met een bang hartje afwachten of je opnieuw op zoek moet naar een lokaal. Begin dit jaar was niet de eerste keer dat mijn club verhuisde en ik vermoed dat het evenmin de laatste keer zal zijn. Mijn opzoekwerk bracht als resultaat 5 locaties doorheen de jaren voor Deurne.
  • Oprichting schaakclub Deurne in 1958: lokaal Cafe Tubback op Turnhoutsebaan
  • 1974: lokaal Café Nemrod op Frank Craeybeckxlaan
  • 1981: lokaal Riveira op Schotensesteenweg
  • 1986: lokaal Cultureel Centrum Rix in De Gryspeerstraat
  • 2006: lokaal Royal Esso op Boekenberglei
  • 2024: lokaal Bowling Stones Wommelgem
Echter dit is klein bier t.o.v. de club waar ik gestart ben de Torrewachters. Die club bestaat al veel langer en menig nomade zou jaloers zijn op hun verhuisgeschiedenis. Mijn opzoekwerk werd deze keer vergemakkelijkt door het monumentale boek over de geschiedenis van de club.
  • Eerste vermelding van de naam Torrewachters in 1933: Cambrinus in H. Consciencestraat
  • 1934: lokaal Hotel Java in Ooststraat
  • 1944: lokaal Café De Beiaard op de Grote Markt
  • 1944: lokaal Patria op de Grote Markt
  • Officiële oprichting van de Torrewachters 1945: lokaal Hotel Java in Ooststraat
  • 1953: lokaal Café De Coo in Sint Amandstraat
  • 1954: lokaal Oud Roeselare aan Statieplein
  • 1957: lokaal Café De Beiaard op de Grote Markt
  • 1960: lokaal Café Lion d'Or in Ooststraat
  • 1962: lokaal Hotel Java in Ooststraat
  • 1965: lokaal 't Oud Stadhuis in Rumbeke
  • 1965: lokaal Sint-Cecilia in Rumbeke
  • 1967: lokaal Restaurant Cloet op De Coninckplein
  • 1972: lokaal Sint-Idesbald instituut in Zilten
  • 1975: lokaal Café Romen in Nonnenstraat
  • 1984: lokaal Café Rodenbach in Zuidstraat
  • 1998: lokaal Café Bourgondisch Kruis in Noordstraat
  • 2015: lokaal Café den Arend op Polenplein
De redenen van de vele verhuizen zijn financieel, stopzetten van de zaak, verslechtende speelomstandigheden, ... Als schaakclub sta je machteloos tenzij je tevreden bent met een lokaaltje in de publieke sector. Scholen zijn wellicht de meest stabiele keuze als schaaklokaal (die verdwijnen nooit) maar gezellig zijn ze zelden. Een bar is geen evidentie. Ik heb al meegemaakt dat water en koffie het maximum was dat er te krijgen was (zelfbediening). Verwarming, toiletten blijven vaak ook in gebreke.

De Gentse schaakkring KGSRL is volgens mij de enige club in België die eigenaar is van een eigen gebouw en dus lokaal. Ooit kreeg men het gebouw als een schenking en enkele jaren geleden is het helemaal gerenoveerd. Het is prachtig en de fantastische bar trekt spelers van heinde en ver. Zelfs een +2600 speler die toevallig in de buurt speelde, zag ik recent een omweg maken naar de KGSRL om er met vrienden rond te hangen.
1 van de vele gerenoveerde lokalen in de KGSRL met de bar als paradepaardje op de achtergrond

Trouwens enige club met een eigen schaaklokaal is misschien technisch niet helemaal juist. Bij de Belgische schaakbond bestaat de verplichting om je via een schaakclub aan te sluiten maar daar hebben enkele spelers lak aan door hun eigen schaakclub te creëren. Via google maps kwam ik op een boerderij uit voor de schaakclub Gaume Etalle
Een boerderij als schaakclub

In het buitenland kom ik geregeld spelers tegen die geen lid zijn van een schaakclub maar rechtstreeks bij een federatie zijn aangesloten. Alhoewel ik schaakclubs heel waardevol beschouw, lijkt het mij toch gewenst dat spelers ook kunnen kiezen om te schaken zonder lid van een schaakclub te zijn. In mijn artikel vorig jaar Ongekwoteerd deel 2 schreef ik al dat dit de drempel voor sommigen zeker kan verkleinen om het bordcircuit binnen te stappen.

Brabo

donderdag 22 februari 2024

Inactiviteit deel 2

Een inktzwarte bladzijde, een blamage, een vernedering zijn geen woorden die ik in een interclubverslag zou gebruiken maar ik heb zeker begrip voor de frustraties. De job van de interclubverantwoordelijke wil je vandaag niet meer doen. Je bent een hele week bezig met 85 spelers te contacteren om slechts 24 plaatsen op te vullen maar het lukt je niet. Deurne gaat er prat op dat we nooit forfaits geven maar op 4 februari 2024 was er geen ontkomen meer aan en bleef een bord leeg.

Ik merk het al enige tijd op die mentaliteitswijziging. Mensen doen steeds meer hun eigen goesting en geven nog weinig om eerder gemaakte afspraken. Het is misschien een gevolg van de corona-jaren waarna nu velen zeggen dat het leven te kort is voor dingen doen tegen je zin. Online hebben we ook allemaal geproefd van de vrijblijvendheid die de meeste platformen aanbieden. Online zijn er nauwelijks verplichtingen. Je kan er om het even wanneer beginnen of stoppen en dat verwachten nu ook veel spelers in het bordschaken. Met de afschaffing van de interclubboetes komt de Belgische schaakbond tegemoet aan deze verzuchtingen maar veel reglementen blijven hopeloos achterop hinken.

Trouwens ik moet ook mijn mening herzien dat klassiek bordschaken recent opnieuw populairder is geworden door de post-corona-internet-schaakboost. De weinige klassieke bordtornooien mogen dan wel kreunen onder de toevloed aan nieuwe spelers (zie de tornooiorganisator deel 2). Globaal is de daling van bord-activiteit niet gestopt. Ongeveer 10% van de Belgische KBSB-schakers speelde minstens 10 klassieke partijen met ratingverwerking in het laatste kwartaal van 2023 of het minimum aantal dat ik als actief beschouw. Bijna 50% van de Belgische KBSB-schakers speelde helemaal geen enkele partij.
Bron: Klassieke partijen met Belgische ratingverwerking

Uit nieuwsgierigheid heb ik ook eens de oefening hermaakt die ik in 2013 maakte zie inactiviteit deel 1. Ik had toen voorspeld dat de toekomst er niet goed uitzag voor klassiek schaken in België en ik heb spijtig gelijk gekregen.

Dat moet je nog beseffen dat een speler zoals de Belgische grootmeester Bart Michiels die voor seizoen 2023-2024 zijn lidmaatschap niet vernieuwd heeft, zelfs niet vermeld staat in de cijfers van 2023. Tevens zorgt de sterke Belgische grootmeester Daniel Dardha in zijn eentje met een recordbijdrage van 174 partijen in 2023 voor een sterk vertekend beeld.
Bron: Klassieke partijen met Belgische ratingverwerking

Echter vooral de stijgende leeftijd baart mij zorgen van de Belgische top 100. Dit staat haaks op de algemene trend elders in de wereld (zie o.a. nog dit artikel van enkele dagen geleden 8 jarige verslaat grootmeester in een klassieke bordpartij). Bovendien blijkt in onderstaande tabel nogmaals hoe hard we jongeren nodig hebben om de populariteit van het schaken te kunnen opkrikken.
Bron: Klassieke partijen met Belgische ratingverwerking

Hoe ouder een speler, hoe minder partijen er gemiddeld worden gespeeld blijkt uit de tabel dus als we de trend van een steeds ouder wordende top 100 bekijken dan heb ik geen goed voorgevoel. Trouwens recente berichten zoals Is classical chess being phased out ? en Is classical chess slowly dying or being killed ? doen dit doemscenario alleen maar versterken.

Het antwoord van onze Belgische bond op 1 januari 2024 hierop lijkt mij eerder een struisvogelpolitiek. Met het aantal minimumpartijen van 20 naar 5 te verlagen voor een Belgische rating, smuk je wel de cijfers op maar ik twijfel sterk dat je hiermee spelers zult motiveren om meer te spelen. Wat je hierdoor zeker krijgt, zijn veel meer onnauwkeurige ratings en hoogstwaarschijnlijk daarom veel meer ondergewaarde spelers. Daar werd dan weer een mouw aangepast door iedereen minimum 1150 elo te geven. Het is te zeggen wellicht voor even want vanaf 1 maart trekt fide de minimumrating op naar 1400 elo. Het is een knoeiboel geworden en ik vrees dat veel bordschakers spelen voor een (klassieke/ kbsb/ fide) rating niet meer interessant zullen vinden. Chess.com ziet het met veel plezier allemaal gebeuren en zal niet aarzelen om dit in hun voordeel te gebruiken.

Brabo

maandag 12 februari 2024

Copycats deel 3

Eind vorig jaar was het weer van dat in de Nederlandse interclub. Ik kreeg weer een tegenstander die ik kende van haar noch pluimen. Ik had begot geen idee welke rating hij had en ik herinnerde mij nog al te goed hoe sommigen mij uitlachten vorig jaar dat ik een speler zonder rating remise had gegeven. Op mijn blog schreef iemand in een reactie "het is de verantwoordelijkheid van de speler om de rating van de tegenstander te achterhalen".

Dus deze keer legde ik mij niet meer braaf neer bij de situatie. Van zodra mijn tegenstander in de denktank ging, zocht ik een toeschouwer die mij de rating van mijn tegenstander kon vertellen of wilde opzoeken. Na 10 minuutjes had ik succes en kreeg ik op die manier de gevraagde informatie. Ik paste mijn spelstrategie onmiddellijk aan want remise was geen goed resultaat.

Ik vermoed dat ik in de problemen kan komen als ik meer details vertel en al een serieus risico neem door dit hier te vertellen. Ik vind het zelf ook triestig dat ik zulke handelingen moet doen want bevorderlijk is dit niet voor de concentratie en de gemoedsrust. Vooraf van alle mogelijke tegenstanders (hier staat in theorie geen limiet op) de ratings instuderen, vind ik onzin. Bovendien laat het KNSB-reglement ook nog toe dat er tijdens het seizoen extra spelers worden aangesloten.

Trouwens dit was niet eens het enige wat mij die wedstrijd nerveus maakte. Terwijl ik in de openingsfase contact trachtte te leggen met een toeschouwer, merkte ik plots ook op dat op 2 borden exact dezelfde stelling stond. In elk team speelde iemand met wit de stelling op een bord en iemand  met zwart de stelling op een ander bord. M.a.w. niets stond in de weg om door de 2 spelers van het andere team beide stellingen identiek te houden en dus de zetten van het ene naar het andere bord telkens te kopiëren. Zoiets zou tactisch ook een heel logische keuze zijn want zo zouden ze gegarandeerd 1 op 2 scoren tegen hun veel hoger gequoteerde tegenstanders. 

Tja en ik zat natuurlijk te spelen op 1 van die 2 borden. De copycats zouden mij verplichten via een omweg te spelen tegen mijn veel hogere gequoteerde ploeggenoot. Het is te zeggen als ze ook zouden opmerken dat de 2 borden identiek waren en ik realiseerde mij dat dit wellicht nog niet was gebeurd. De 2 borden lagen niet naast elkaar en mijn tegenstander had nog niet de kans gekregen om eens rond te lopen want ik had tot dan toe alles a tempo gespeeld. De keuze was bijgevolg snel gemaakt om te blijven blitzen tot de 2 stellingen zouden divergeren.

Ik weet niet of de duplicatie had blijven doorgaan tot het einde van beide partijen zonder mijn plannetje maar ik vermeed het risico. Toen ik uit boek was en ik voor het eerst lang begon na te denken, bleken beide partijen al een uniek pad te zijn ingeslagen. Ik en mijn teamgenoot wonnen allebei ondanks de verwisselde kleuren.

Ik vermoed sommigen zullen mijn verhaal als te ongeloofwaardig beschouwen maar er zijn gevallen bekend waar de bovenvermelde truuk van copycats in bordschaken werd toegepast. In 2019 gebeurde het zelfs op het allerhoogste niveau met + 2700 spelers in een klassiek tornooi. Het was niet duidelijk wie kopieerde van wie maar het was wel duidelijk dat het gebeurde want ook de fouten werden gekopieerd. Uiteindelijk besliste de wedstrijdleider om de 2 borden van elkaar af te zonderen waarna beide partijen prompt hun eigen koers vaarden.
In bordschaken is niet iedereen het eens over wat er precies moet gebeuren met dit type copycats. De arbiter motiveerde in 2019 zijn beslissing dat het beter voor de gemoedsrust was van iedereen dat de borden naar verschillende kamers werden verhuisd maar dat is technisch niet altijd een mogelijkheid. Hij gaf hierbij ook aan dat hij niet expliciet het gekopieer afkeurde. Dat is dus een duidelijk verschil met de correspondentieschaak-reglementen waarin expliciet staat dat "mirror-partijen" onaanvaardbaar zijn.

Anderzijds bij het napluizen van mijn correspondentiedatabase op dubbels ontdekte ik dat toch heel wat spelers zich niets of heel weinig aantrekken van dit copycat-reglement. De absolute copycat-wereldkampioen is zonder twijfel de Tsjechische expert Milan Vodicka.

Honderden slachtoffers maakte hij de voorbije jaren en dan vermoed ik dat de lijst hierboven nog bijlange niet compleet is want ik mis de niet-ICCF partijen sinds 2018 (hiervoor zou ik de nieuwe UltraCorr 2024 moeten aanschaffen). De langste identieke partij is 78 zetten (zie oranje hierboven). Een aantal spelers werden zelfs meermaals het slachtoffer waaronder Christian Koch minstens in 5 partijen (zie rood hierboven). Ook minstens 3 Belgen waren onder zijn slachtoffers: Willy Vertongen, Andre Michiels en Hasan Kutlu.

Door partijen op diverse websites (ICCFLSS en FICGS) aan elkaar te linken, slaagde hij erin om grotendeels onder de radar te blijven. De laatste jaren is hij wel iets voorzichtiger geworden door slechts halve partijen te kopiëren maar het blijft uiteraard onethisch. Trouwens het is ook niet altijd makkelijk om het kopiëren consequent vol te houden want af en toe zien we in bovenstaande tabel dat er iets fout gaat (soms ook in Milans voordeel).

De correspondentieschaakfederaties weten niet hoe hoe ze hierop moeten reageren of beseffen onvoldoende de grootte van deze misbruiken. Het is ook niet makkelijk want soms geraken partijen pas bekend jaren nadat ze beëindigd zijn dus controles gebeuren veel te laat. Persoonlijk zie ik geen enkel nut meer in correspondentieschaak als er geen garanties kunnen worden gegeven over de identiteit van de tegenstanders. Correspondentieschaak was al dood en nu ook nog eens helemaal begraven.

In bordschaken is dit soort gekopieer onmogelijk om op grote schaal toe te passen maar als de melk bij de kat wordt gezet dan zullen sommigen zeker trachten te profiteren. Een schaker is geen heilige en voor enkele extra puntjes zijn velen best bereid om de kantjes ervan af te lopen.

Brabo

vrijdag 9 februari 2024

De Sponsor

De Sponsor


Schaakromans van Nederlandstalige schrijvers kun je op de vingers van één hand tellen. Zo zijn er Een schaaknovelle van Gerrit Krol (2002), Rokade van Hein Heijnen (2013), IJslands Gambiet van Dominique Biebau (2015), De secondant van Jan Veenstra (2016) en Meester Jacobson van Tim Krabbé (2022).  Des te verheugender is het, dat er ten behoeve van literatuur- en schaakliefhebbers nu een nieuw boek is verschenen van de hand van twee Nederlanders. De Sponsor belooft een thriller van internationale allure te zijn, zo lezen we op de achterflap. De titel verwijst naar een geldschieter van het Hoogovens-Corus-Tata Steel-schaaktornooi in Wijk aan Zee, tevens de protagonist van deze whodunit.
 
De internationale setting in het verhaal wordt alleszins waargemaakt, want het beschrijft het verloop van een tornooi met tien deelnemers uit respectievelijk Nederland, Italië, Tsjechië, IJsland, Oekraïne, Rusland, de Verenigde Staten, India, Tunesië en Noord-Korea. Stuk voor stuk kleurrijke figuren, van wie de karakters en bio’s uitvoerig beschreven worden door de auteurs Fred Das en Jeroen Terlingen. Fred Das is een voormalige subsponsor van het tornooi in Wijk aan Zee. Hij verbleef in hetzelfde hotel als de spelers, volgde in de tornooizaal als verdienstelijk amateurschaker (huidige FIDE-rating 1720 elo) aandachtig de partijen en maakte heel wat aantekeningen. Samen met Jeroen Terlingen, een ervaren journalist en redacteur die eerder een biografie schreef over de ondernemer Fred Das, werkte hij die notities uit tot een fictief verhaal.
 
In de proloog zitten we al meteen midden in dat verhaal: hoofdscheidsrechter Geurt Plomp (geen toevallige voornaam) moet bij aanvang van de zevende ronde spelers en publiek de jobstijding brengen dat de Amerikaanse deelnemer dood werd aangetroffen in zijn bad. Na deze korte flashback start hoofdstuk 1 twee dagen voor aanvang van het tornooi en worden in de volgende hoofdstukken geen chronologische zijpaden meer ingeslagen. Spoedig zal blijken dat een van de spelers machiavellistische truken uithaalt om zijn score te maximaliseren en dat er op de achtergrond allerlei geopolitieke belangen spelen. Ook wordt vlug duidelijk dat de verteller Godfried, de sponsor, meer dan een passieve rol speelt in dit onverkwikkelijke verhaal.
 
De verteller etaleert een grote schaakeruditie door kwistig namen als Bobby Fischer, Boris Spassky, Tony Miles, Svetozar Gligoric, Antoaneta Stefanova, Max Euwe, Jan Timman, Jan Hein Donner en Hans Böhm te citeren, maar het unieke en hoogst originele van deze roman is toch wel dat in de tekst 13 voetnoten zijn opgenomen van partijen of partijfragmenten die in het verhaal een rol van betekenis spelen. Deze genummerde voetnoten zijn achter in het boek opgenomen met commentaar en diagrammen en bieden enkele hoogtepunten uit de schaakgeschiedenis. Hier kon uiteraard de onsterfelijke partij tussen Andersson en Kieseritzy uit 1851 niet ontbreken, noch Marshalls magistrale damezet uit 1912. De caleidoscoop wordt vervolledigd met de dertiende partij van het wereldkampioenschap tussen Spassky en Fischer in Reykjavik 1972, Carlsens nederlaag tegen Duda in Stavanger 2020, Shirovs briljant loperoffer in Linares 1998, een doorgestoken remise tussen de zusjes Kosintseva, opmerkelijke partijen met spectaculaire wendingen van Kasparov, Anand en Giri en zelfs een eindspelstudie van de Israëlische schaakcomponist Afek. Een manco is dat die 13 voetnoten weliswaar de context schetsen van de situaties uit het verhaal, maar jammer genoeg geen paginaverwijzing inhouden.
 
Het boek leest bijzonder vlot, al is het niet eenvoudig om in het begin de tien spelers goed uit elkaar te houden, vooral omdat ze nu eens bij hun voornaam dan weer bij hun familienaam worden genoemd. Hier had vooraan het boek een lijstje van de deelnemers met naam, familienaam en nationaliteit ongetwijfeld een meerwaarde kunnen bieden. De schrijfstijl is zeer gedegen, waarbij mooie metaforen en referenties de revue passeren. Ik noteerde er een paar: …de geestdrift flakkerde als een kaarsje in een tochtige kerk (pag. 8), …op dat moment week de massa alsof het een Rode Zee was, die door Mozes met zijn staf was aangeraakt (pag. 10), …zijn hoofd bewoog als de periscoop van een duikboot op zoek naar zeemeerminnen (pag. 25), Trommels en trompetten ontbraken, maar de intocht van keizer Augustus in Rome na zijn geslaagde veldtocht tegen Gallië kon niet imposanter zijn dan de verblindende entree van de Italiaan (pag. 31), hij speelde een verbijsterde Othello, die de vermeende ontrouw van Desdemona niet kon bevatten (pag. 32), etc…
 
Naast deze stilistische hoogstandjes valt vooral de droogkomische toon op in de spitse dialogen. De personages kruiden hun taal met Attisch zout en schuwen daarbij de etnofaulismen (kaaskop, spaghettivreter,…) niet. De tien nationaliteiten met hun verschillende culturele referenties en talen worden handig gebruikt en zijn zeer leerzaam, al hebben de auteurs volgens mij toch wel een steekje laten vallen door de Italiaanse speler de Tunesische deelnemer te laten begroeten met namasté. Deze hindoeïstische begroeting had hij passender kunnen richten tot de Indiase speler van het tornooi.
 
Niet alleen de personen, maar ook de en passant vermelde ingrijpende, mondiale gebeurtenissen zoals o.m. de Bijlmerramp, de Jasmijnrevolutie, de instorting van de Twin Towers en de Arabische Lente verlenen deze pageturner een internationaal cachet.
 
New in Chess zet hoog in met deze schaakthriller. De colophon vermeldt drie eindredacteurs en er wordt nu al een Engelse vertaling aangekondigd. Uitgeverij en auteurs gun ik hoge verkoopcijfers. Ik heb het boek immers met veel plezier gelezen: het is een goedgeschreven en spannend verhaal met een ingenieuze plot die niet alleen schakers moet kunnen bekoren. Schaaktechnisch valt er weinig op af te dingen: de meeste partijen uit de voetnoten kende ik wel al, maar het is altijd leuk ze nog eens opnieuw na te spelen.
 
De Sponsor – Moord op het North Sea Chess Tournament
Fred Das & Jeroen Terlingen
New in Chess 2024, 222 pp., € 19,95
ISBN 978 90 833 7889 3
 
Frank82

PS Een interview met de auteurs van het boek kan je lezen op schaaksite.