dinsdag 29 maart 2022

De eindspelgoeroe

Af en toe krijg ik wel eens de opmerking dat mijn blogartikels lang(dradig) zijn. Er is heel veel tekst maar vaak krijgt de lezer niet meer dan 1 of 2 partijen te zien in een artikel. Er staan zelfs meerdere artikels op deze blog waar helemaal geen enkel diagram wordt vertoond. Dit is uiteraard geen toeval maar een welbewuste keuze.

Vooreerst denk ik dat het zowel dom als zinloos is om een blog te schrijven uitsluitend over je eigen partijen. Het is dom omdat je aan toekomstige tegenstanders belangrijke informatie geeft over jezelf. Het is eveneens zinloos want tenzij je een sterke grootmeester bent, is niemand (behalve misschien enkele bevriende clubgenoten) geïnteresseerd in je misbaksels. Nee ik ben nog steeds geen fan van facebook, Instagram,... waar zelfpromotie centraal staat. Individuele schaakblogs die het enkel hebben over de eigen resultaten/ tornooien (vaak opgesmukt met leuke foto's) kunnen mij allerminst bekoren. Mijn tijd is kostbaar dus die negeer ik.

Anderzijds om een ei te bakken, moet je wel een ei op voorhand breken. Je kan niet een schaakblog schrijven met een persoonlijke insteek zonder het ooit over jezelf te hebben. Dus na 500 artikels en meer dan 10 jaar bloggen kan je hier een enorme hoeveelheid persoonlijke informatie van mezelf terugvinden. Soms stel ik me wel eens de vraag of ik niet te ver hiermee ben gegaan maar er is nergens iets waarvan ik echt spijt heb. Ik wik dan ook steeds zorgvuldig mijn woorden en laat bij twijfel kennissen een artikel vooraf proeflezen.

In elk geval betreffende eigen partijen ben ik heel voorzichtig met wat ik hier publiceer. Steeds moet er een duidelijke link zijn naar het thema van een artikel. Trouwens zelfs dan betwijfel ik of er veel lezers die partijen uberhaupt bekijkt. Wie heeft de ene partij nagespeeld in mijn vorige artikel? Heeft iemand iets speciaal opgemerkt in de analyses van de partij behalve dan dat de opening goed gespeeld werd door zwart? In het eindspel van die partij zit namelijk de kiem naar dit artikel. Helemaal op het einde van de partij lijkt de winst triviaal maar maakte ik nog een opmerkelijke beslissing. Ik zoom even uit om het duidelijk te maken.
Dus ik besliste om zwarts laatste pion niet er af te slaan en die als schild te gebruiken tegen de schaakjes. Het lijkt een onbeduidend detail en dat dacht ik ook tijdens de partij tot Marcel Van Herck mij na de partij vertelde dat een standaard dame-eindspel met a+b pionnen tegen 0 remise is. "Echt?" was mij eerste reactie. Daar had ik nooit van gehoord maar na even checken met de tablebases moest ik vol ongeloof toegeven dat hij het bij het rechte eind had. Hieronder zie je wat hiermee exact bedoeld wordt.
Ik beschouw mezelf als een speler met een sterk eindspel maar ik geef toe dat ik bijlange niet aan de enkels kom van Marcel die we echt een eindspelgoeroe kunnen noemen. Alhoewel ik ontelbare uren in mijn schaakstudie aan het eindspel heb gespendeerd, was dit nooit methodisch. Wat ik in mijn schaakpraktijk toevallig tegenkwam, bekeek ik in detail. Voordeel hiervan is dat ik met de vele jaren schaken een heel ruime praktische eindspelkennis opgebouwd hebben zie bv praktische eindspelen die vaak veel verder gaat dan wat je in eindspelboeken kunt vinden. Dus dat ging al spelender wijze waardoor eindspelen voor mij altijd fun betekende.

In de schaakliteratuur bestaan meerdere goede boeken over het eindspel maar slechts een heel kleine minderheid van de schakers leest ze en dat geldt zelfs voor heel sterke schakers. Het is puur toeval maar vorige vrijdag kwam ik een interview tegen van de beroemde trainer en grootmeester Adrian Mikhalchishin die klaagde over hoe slecht veel grootmeesters zijn in eindspelen zie youtube.

Met enkele zorgvuldig gekozen voorbeelden toont Adrian in het meer dan een uur durend interview hoe telkens weer opnieuw grootmeesters dezelfde eindspelfouten maken ondanks dat de eindspelkennis al geruime tijd ervan verspreid is. Zo kon ik mijn ogen bijna niet geloven toen jawel exact dezelfde pat-truuk getoond werd die ik een paar maanden eerder triomfantelijk hier op de blog in het artikel pat had aangekondigd als iets waarmee ik eeuwige roem had kunnen krijgen. In 1961 toonde een toen nog titelloze (vandaag grootmeester) Vlastimil Hort al het bestaan ervan zie Jiri Fichtl - Vlastimil Hort. Echter in 2005 gaf zwart exact dezelfde remisestelling op in de partij Jurij Ljubarskij - Vlastimil Jansa. De Tsjechische grootmeester verloor op tiebreak hierna de wereldtitel bij de senioren. Ook in 2020 ging het fout wanneer de Amerikaanse supergrootmeester Hikaru Nakamura zijn Noorse tegenstander Aryan Tari liet ontsnappen door niet op tijd het gevaar op te merken zie blitzgame op chess.com.

Ik heb Marcel niet gevraagd of hij deze pattruuk kent maar ik heb wel zekerheid over een ander eindspel die in hetzelfde interview met Adrian aan bod komt. Opnieuw puur toeval maar ongeveer een week geleden gaf oud-Belgisch kampioen Robert Schuermans een partij op waarna Marcel er als de kippen bij was om aan te tonen dat er nog een mogelijkheid was om af te wikkelen naar exact dat remise-eindspel.
Ik moet toegeven dat ik het eindspel ook nog niet ben tegengekomen en dus bijgevolg niet kende. Ik ben blijkbaar niet alleen want in zowel de partijen Doroshevitch - Taimanov gespeeld in 1971 (opgave in remisestelling door wit) en Miladinovic - Beliavsky (2001) (verkeerde slagzet van zwart op zet 99) ging het fout.

Het kennen van de klassiekers in het eindspel kan dus extra halfjes opleveren. Zelf het wiel uitvinden (zoals ik deed met de pattruuk) kan soms maar lukt zeker niet altijd. Bovendien in het eindspel is tijd meestal heel schaars waardoor meer dan ooit parate kennis doorslaggevend is. Anderzijds tonen de falingen van de grootmeesters opnieuw aan dat je echt wel een heel sterke bordschaker kunt worden zonder die kennis. Ik kreeg zaterdag voor het eerst in 100.000 (online) partijtjes het beruchte eindspel van paard + loper op het bord (die ik niet moest uitspelen omdat mijn tegenstander vroegtijdig opgaf). Ja dat vroegtijdig opgeven, blijf ik niet snappen. Wat is er nu zo erg om enkele zetten door te spelen tot je echt op beide oren kunt slapen dat er helemaal niets meer te redden valt?

Ik keer terug naar onze eindspelgoeroe Marcel want mijn verhaal is nog niet af. Als je denkt dat dit al indrukwekkend is wat Marcel kent dan begint het eigenlijk pas. Tijdens onze gesprekken aan tafel in Mariënbad kwam ik te weten dat Marcel een pionier is op gebied van het aftasten van de limieten van het schaakbord. Het begon met een terloopse opmerking over het dame tegen toren eindspel. We weten dat dit standaard gewonnen is voor het kleur met de dame (niet heel makkelijk). Wel vanaf een 16x16 bord is dit niet meer het geval vertelde Marcel mij (zie 2004b.pdf (jsbeasley.co.uk) blz 268-269) en opnieuw heel toevallig een paar weken later ook vermeld op chessbase zie study of the month endgame studies endgame theory.

Hij zag dat ik geboeid luisterde maar pas na het tornooi begon het echt interessant te worden nadat hij mij meer informatie opstuurde over dit thema over de limieten van ons schaakbord. Ik geef in kort een extractie van zijn mail want anders wordt dit artikel echt wel te lang. Neem bord en stukken erbij want het zijn fascinerende stellingen:
  • Philidor T+L – T W: Kd6 Tb7 Lb3 Z: Kd8 Tc1 zwart aan zet verliest door tempodwang omdat hij met de toren naar het ongunstige veld c3 moet. Als hij de toren 1 veld onder c1 kon zetten dan komt wit niet verder en is het remise. (Hiervan heb ik later computerbevestiging gezien.)
  • T+h-pion – dameloper W: Kg5 Ta7 h4 Z: Kh8 Le4 1.Kh6 Kg8 2.Tg7 Kf8 3.Tg5 Kf7 4.Tg3 Lc2 5.Kh5 Lb1 6.Tg5! en wint omdat zwart geen schaak heeft op c0 Zoniet was dit ook remise.
  • W: Kd4 Tc1 e4 Z:Ke7 Lg8  Dit wint gemakkelijk na 1.Ke5, maar als wit zo dom is om 1.e5? te spelen is het nog net gewonnen omdat de diagonaal a2-g8 te kort is voor zwart.  Op een 10x10 bord zou ook dit remise zijn.
  • 2P tegen pion:  Ik heb een heel sterk vermoeden dat er op een 10x10 bord geen Troitzky lijn bestaat, maar ik kan het niet bewijzen. (zie artikel obstructie voor meer informatie over de Troitsky-lijn)
Tenslotte werd dit thema afgerond met een absoluut meesterwerk aan de hand van de eindspelgoeroe zelf. Het is een fenomenaal 58 zetten durend gevecht tegen de limieten van het bord maar waarvan ik vrees dat het ver boven de pet gaat van de modale schaker.
The final frontier. To boldly go where no man has gone before. Elke Star Trek-fan kent die uitspraak uiteraard en dat is exact het gevoel dat ik hier kreeg toen Marcel mij eens verder liet kijken dan de 8x8 van ons schaakbord. Hij mag altijd mee met mijn auto naar tornooien als hij mij virtueel meeneemt naar onbekende werelden. Dat is echte schoonheid in het schaken.

Brabo

dinsdag 22 maart 2022

Amateurs

Op deze blog heb ik het al eens geschreven. Ik voel me geprivilegieerd om papa te mogen zijn van 2 fantastische kinderen. Trouwens ik wist al heel lang vooraf dat ik die rol dolgraag zou willen opnemen. Echter dit wilt niet zeggen dat ik iedereen hetzelfde aanraad. Ik kom geregeld mensen tegen die heel gelukkig zijn zonder kinderen. Bovendien zijn er ook ouders die achteraf wensten nooit aan kinderen te zijn begonnen.

Heel triestig vind ik dit in het bijzonder voor de betrokken kinderen maar ik werp evenmin een steen naar die ouders. Onze maatschappij is nog steeds helemaal gecentraliseerd rond het klassieke gezin. Het is heel lastig en zelfs onmogelijk om alle veranderingen die kinderen met zich meebrengen vooraf in te calculeren. Veel overkomt je en je moet voortdurend bijsturen. Persoonlijke dromen/ambities komen hierdoor automatisch onder druk te staan of gaan voor onbepaalde tijd in de koelkast.

In schaakmiddens wordt daarom wel eens gezegd dat elk kind ongeveer 100 elo kost. Niet verwonderlijk geven veel schakers dan ook de brui er aan wanneer ze met een gezin beginnen. Het is niet leuk om plots te verliezen van spelers waar je vroeger van won. Die drastische keuze heb ik echter nooit gemaakt. De terugval was voor mij beperkt (of zelfs onbestaande) en mits een beperkt speelprogramma verloor ik nooit de connectie met de passie die het schaken voor mij altijd al geweest is.

Bovendien ervaar ik tegenwoordig dat mijn kinderen steeds vaker zelf plannen maken en daar is weinig of geen plaats meer voor hun ouders. Tieners trekken veel liever op met leeftijdsgenoten. Dat is soms confronterend als ouder maar heeft dan weer als voordeel dat er ook extra vrije tijd voor mezelf vrijkomt. Zo ben ik in het laatste half jaar 2 keer in het buitenland telkens een week gaan schaken terwijl mijn kinderen gewoon naar school gingen. Mijn echtgenote bleef doorwerken van thuis uit zodat ze niets tekort kwamen.

Over een paar dagen word ik 46 jaar dus ik ben nog (veel) te jong voor seniortornooien. Desalniettemin was ik verwonderd over het aantal jeugdspelers die meespeelden in mijn meest recente schaaktornooi alhoewel we buiten de schoolvakantie waren (ook in het buitenland). Mijn veertienjarige Tsjechische tegenstander Matyas Paseka van ronde 6 gaf achteraf gewoon toe dat hij normaal les had op school en dus die opzettelijk miste om in Mariënbad te kunnen schaken.
Nu moet ik daar wel aan toevoegen dat zijn lesgevers op school hiervan op de hoogte waren. Bovendien stond hij en enkele anderen onder directe begeleiding van een of meerdere schaakcoaches. Ik twijfel er niet aan dat een coach hem ook hielp met de partijvoorbereiding want daarvoor kwam zwart te goed uit de opening. Kortom ik was onder de indruk van hoe serieus men in Tsjechië het schaken neemt. Zoiets lijkt mij in de verste verte onmogelijk in België.

Ik schat de kans ongeveer 0 dat een speler van het niveau van Matyas de toelating van een Vlaamse school zou krijgen om geregeld een weekje de lessen te verlaten om te kunnen schaken. Zelfs voor de enkelingen die de minimum-elo hebben om een topsport-statuut aan te vragen, blijft het telkens een gevecht met school. Ik vermoed dat dit ook een belangrijke reden is waarom ons grootste Belgisch talent Daniel Dardha beslist heeft om niet meer naar school te gaan (zie interview in de tijd) en de leerplicht tot 18 jaar via thuisonderwijs af te werken.

Dat nieuws zal zonder twijfel voor velen in Vlaanderen een harde noot geweest zijn. Ik merk ook op dat de Vlaamse schaakwereld erg stil is hierover. Schaken werd de voorbije jaren in elke communicatie van de bond/ federaties ... altijd als een middel beschouwd en nooit als doel op zich om sponsors aan te trekken. Kinderen door het schaken zich laten ontwikkelen om later een meerwaarde te betekenen op de arbeidsmarkt, was de missie. Het uithangbord die stopt op 16 jarige leeftijd met school, is daarom een enorme tegenvaller.

Ik denk dat het nieuws ook onverwacht is want hoe valt dit te rijmen met de eerdere uitspraak van de familie Dardha: "School is een moetje, schaken is een magje". Anderzijds ben ik van mening dat er soms echt wel goede redenen zijn om drastische koerswijzigingen te maken. Dat lijkt mij zelfs een stuk verstandiger dan koppig vasthouden aan bepaalde principes. Soms krijg je maar 1 kans en dat lijkt mij hier zeker het geval. Een grootmeestertitel behalen voor je 16 jaar is een gamechanger en indien je droomt van beroepsschaker dan is het best nu en niet over x aantal jaar dat je daar naar toe werkt. In het buitenland hebben al vele jonge beloften de keuze van stoppen met school voorgedaan. Ik denk aan Magnus Carlsen, de Polgars, de Foreests.... Niet iedereen is/was even succesvol maar het spreekt voor zich dat jezelf beter kunnen toeleggen aan het schaken, de kansen om later beroepsschaker te kunnen worden serieus verbetert.

In elk geval zelfs al lukt het Daniel om zijn droom waar te maken dan nog vrees ik dat hij hiervoor geen felicitaties moet verwachten van de Vlaamse schaakgemeenschap in tegenstelling tot de grootmeestertitel die hij vorig jaar behaalde als amateur. Beroepsschaker moet je echt alleen maar doen voor jezelf want de meesten vinden het helemaal niets. Schaken is een prachtig spel maar daar blijft het ook bij want het brengt niets bij aan de maatschappij. Financieel zien we veel te vaak beroepsschakers terugvallen op ons sociaal vangnet.

Dat betekent echter niet dat ik geen fan ben van Daniel's keuze om beroepsschaker te worden. Er zijn zoveel mensen rondom mij die elke dag gedurende heel hun leven met heel weinig goesting of zelfs tegenzin naar hun job gaan. Dan lijkt mij het nog geen domme zet om voor een droom te gaan voor iets wat je echt graag doet. Dit is ook wat ik opmerkte in 2 biografieën (gepubliceerd in 2021) die ik recent lees/ las:

1) It is never too late to become a grandmaster geschreven door en over de Franse (Oekraïense) grootmeester Vladimir Okhotnik. Hij vertelt zijn uniek levensverhaal als schaakprofessional met pas de grootmeestertitel op zijn 61ste. Hij werd ook 2 keer wereldkampioen bij de seniors (+60 en +65).
2) Chess Buccaneer geschreven door de Nederlandse internationaal meester Merijn van Delft en de Nederlandse fidemeester Peter Boel beschrijft het onnavolgbaar leven van de Nederlandse internationaal meester Manuel Bosboom. Manuel staat bekend voor extravagantie zowel op als naast het bord. Het verwondert mij dan ook niet dat zijn boek als zoete broodjes over de toonbank gaan.
Ik ben nog bezig met Chess Buccaneer maar weet nu al dat ze geen spijt hebben van hun keuze om beroepsschaker (geweest) te zijn. De levensomstandigheden zijn vaak hard maar het is allesbehalve saai. Ze ontmoeten tal van grote persoonlijkheden en hebben allebei vele verhalen te vertellen. Echter minstens even belangrijk vind ik dat ze op het einde van de rit ook een karrevracht aan geweldige partijen kunnen voorleggen. Het is een echt oevre die ook nog lang nadat ze er niet meer zullen zijn, zal blijven staan. Wie kan dat zeggen na een normale loopbaan?

Nu net als met kunst is het lastig om daar door het grote publiek erkenning voor te krijgen. Als het al gebeurt dan zoals hier op het einde van de carrière d.m.v. een boek. Tijdens de beroepscarriere is het dus veelal overleven. Men wordt gedoogd maar verwacht geen bloemetjes. Zelfs voor de beste profschakers is er nog steeds weinig begrip. Je ziet het in "kleine dingen" zoals vorig jaar toen wereldster Firouzja tijdens de laatste ronde van Wijk aan Zee werd gevraagd om zijn bord te verplaatsen zie tata steel chess 2021 statement firouzja controversy. Of ook dit jaar wanneer de organisatie in Wijk aan Zee aan wereldster Dubov eiste om een mondmasker te dragen tijdens de partij na een hoogrisicocontact zie tata steel chess 2022 round 7. Het is toch uiterst amateuristisch om dit na bijna 2 jaar corona niet op voorhand te hebben voorzien in de reglementen. Of nog enkele jaren geleden in Wijk aan Zee wanneer bepaalde spelers verplicht waren om voorbereidingstijd op te offeren aan de pers en anderen niet.

Het is een wederkerend probleem dat amateurs geen flauw benul hebben wat het vergt om topschaak te produceren. Het helpt ook niet dat de meeste organisatoren zelf amateurs zijn want uiteindelijk zijn 99,9% van alle schakers amateurs. Ik kijk daarom ook niet meer op wanneer laatst in de Nederlandse interclub iemand in het eerste team een lekkere trappist drinkt tijdens de partij. Evenmin ben ik verwonderd wanneer achteraf ik te horen krijg dat de dame van Maleisië uit mijn vorig artikel tijdens het tornooi in Mariënbad aan het werken was aan haar universiteitsstudies.

Voor de meeste schakers is en blijft het dan ook een spelletje. Ik respecteer dat maar krijg het wel lastig wanneer topschaak hierdoor ook op de schop gaat. Kwaliteit wordt verwacht maar daar hangt een prijskaartje aan vast waar men niet wil voor betalen. Tsjechië heeft ongeveer evenveel bewoners als België maar de gemiddelde elo van de Tsjechische schaaktop 10 staat meer dan 100 punten hoger dan de Belgische schaaktop 10. Dit is geen toeval maar een rechtstreeks gevolg van de erg verschillende kijk op schaken tussen beide landen.

Brabo

maandag 14 maart 2022

Schakende vrouwen deel 2

In het meest recente open internationaal tornooi dat ik speelde (januari 2022 in Marienbad) viel het mij op dat 14 van de 48 deelnemers vrouwen waren zie: chessresults Marienbad. Nog geen 30% zal voor de buitenstaander erg pover klinken maar is volgens mijn weten nooit eerder gezien in een open tornooi zonder leeftijdsgrenzen. Bovendien waren 11 van de 14 vrouwen minderjarig en soms nog piepjong. Zien we de eerste effecten van The Queen's Gambit die een jaar geleden een fantastische reclame was voor het schaken en in het bijzonder vrouwen die schaken?

1 zwaluw maakt de lente nog niet. Bovendien vermoed ik dat sommigen de vraag stellen of dit uberhaupt een belangrijk thema is voor het schaken. Hebben we meer schakende vrouwen nodig? Veel clubs zijn echte mannenbastions en staan niet te springen voor meer vrouwen in het schaken. Veranderingen worden vaak met argusogen bekeken. Vandaag vindt iedereen het heel normaal dat er een rookverbod is tijdens schaakwedstrijden maar ik herinner mij nog heel goed de tijd dat veel oudere schakers er erg tegenop zagen om hun sigaret of sigaar aan de kant te leggen.

Fide is overtuigd van dat we meer vrouwen nodig hebben in het schaken zie bv. Chessbase. Dus vond ik het wel eens tijd om uit te zoeken waarom. Is dit onder druk van de maatschappelijke veranderingen die vandaag steeds vaker de klemtoon leggen op diversiteit en inclusiviteit? Of is er meer dan windowdressing en zijn er echte voordelen aan meer vrouwen in het schaken. In dit artikel doe ik een schuchtere poging om dit onderwerp eens te belichten. Wetenschappelijke studies zijn mij onbekend over dit thema. Dus meer dan enkele persoonlijke indrukken kan ik niet geven. Correcties en aanvullingen zijn bijgevolg zeker welkom.

Vooreerst ben ik van mening dat meer vrouwen sowieso goed is voor het imago van de schaaksport. Een schaakartikel met enkele foto's van vrouwen zal altijd meer lezers aantrekken. Sponsors zullen sneller toehappen met een duidelijke positieve discriminatie voor vrouwen. Kortom publicitair en financieel lijkt het mij een no-brainer om meer vrouwen in het schaken te willen krijgen.

Nu dat zal de gemiddelde mannelijke clubschaker worst wezen. Van die extra centen zal wellicht weinig of niets blijven plakken bij de amateurs. Echter ik zie ook nog andere voordelen bij clubs met meerdere vrouwen onder de leden. Het valt mij op dat vrouwen oververtegenwoordigd zijn (in verhouding met de ledenaantallen) in bestuursfuncties of veel vaker een ondersteunende rol als bv. jeugdbegeleider opnemen. Schakende vrouwen blijken heel vaak een belangrijke impuls aan het clubleven te geven waardoor die clubs het (veel) beter doen dan clubs waar vrouwen ontbreken.

Een veel gevoeliger domein is het schaaktechnische. Kunnen vrouwen ons iets schaaktechnisch leren dat we niet of minder makkelijk van mannen kunnen leren? Ik vermoed dat sommigen dit een heel vreemde vraag zullen vinden en bovendien misschien zelfs een seksistische en ongepaste. Zo was er in 2015 een mediastorm over een zeer gewaagde uitspraak van de Britse sterke grootmeester Nigel Short die insinueerde dat vrouwen nooit even goed zouden kunnen schaken als mannen omdat hun hersenen anders geprogrammeerd zijn (zie bv. artikel in the Guardian).

Vooreerst denk ik dat het een heel domme uitspraak was van Nigel zonder enig tastbaar wetenschappelijk bewijs gewoon omdat het enkel voor polarisatie zorgt en geen enkel voordeel oplevert voor de schaakgemeenschap. Ik heb ook grote twijfels bij de correctheid ervan maar heb evenmin een wetenschappelijk tegenbewijs dus ik ga hierover niet in discussie. Bovendien is het zeker zo dat elke schaker ongeacht zijn niveau ons iets schaaktechnisch kan leren. Hoe hoger het niveau, hoe relevanter uiteraard maar iedereen heeft iets te vertellen.

Waar ik in de rest van dit artikel bijgevolg wil op focussen is of er in het vrouwenschaak typische karakteristieken bestaan. Recent werd een programma ontwikkeld dat met een zeer hoge nauwkeurigheid (86%) een anonieme speler kan identificeren aan de hand van de gespeelde zetten in het middenspel zie Can artificial intelligence identify your playing style? Dus het staat (redelijk) vast dat iedere speler een unieke stijl heeft van spelen. Als dit mogelijk is dan moet het ook mogelijk zijn om te kunnen vaststellen of het geslacht van een anonieme speler met x% zekerheid kan worden vastgesteld. Het programma moet hiervoor aangepast worden dus niet iets wat zeer waarschijnlijk zal gebeuren. Jammer want wetenschappelijk zou het een belangrijke indicatie kunnen zijn of er inderdaad relevante verschillen in speelstijl tussen geslachten bestaan.

Zelf heb ik in mijn schaakcarriere slechts een beperkt aantal partijen tegen vrouwen gespeeld dus een ervaringsdeskundige durf ik mij in elk geval niet noemen. Wel hoor ik regelmatig van vrouwen dat ze gemiddeld een veel agressiever soort schaken spelen dan mannen (denk bijvoorbeeld aan de beste vrouwelijke schaker ooit Judith Polgar). Ook liet de kersverse grootmeester Elisabeth Paetz (de eerste Duitse die na de vrouwelijke ook de volle titel kon behalen) recent ontvallen dat vrouwen zich veel minder goed voorbereiden op hun partijen dan mannen. Dit plaatje klopte volledig in mijn partij uit ronde 3 tegen WIM Puteri Munajjah Az-Zahraa Azhar van Maleisië.
Dit was zonder twijfel een van de meest waanzinnige aanvalspartijen die ik ooit gespeeld heb. Het meeste bleef nog onder de oppervlakte. Het is een eindeloze lijst: dameoffers aan beide zijden, torenoffers (soms dubbele), loperoffers, paardoffers, promoties... Dus vergeet absoluut niet eens naar de analyses te kijken. Dat was een buitengewone agressie van mijn tegenstandster. Ik was de controle compleet kwijt en had die partij absoluut kunnen verliezen. Echter minder mooi is ook de bevestiging van de andere karakteristiek van het vrouwenschaken. Ik had exact die variant in de laatste maanden al 3 keer gespeeld. Al die partijen stonden in de databases dus ze zijn heel makkelijk te consulteren en toch was mijn tegenstandster al uit boek na zet 5. Dat begrijp ik niet. Je komt van Maleisië speciaal tijdens coronatijden schaken in een uithoek van Tsjechië. Je weet de paringen ruim 12 uur op voorhand en toch heb je niets klaarliggen.

Zou het misschien eerder daardoor zijn dat zo weinig vrouwen echt doorbreken naar de absolute top? Met talent alleen geraak je niet ver. Dagelijks uren aan het schaken werken achter een computerscherm (dus niet bulletspelen) is niet sexy maar is wel noodzakelijk vandaag als je jezelf maximaal wilt ontplooien. Het lijkt mij bovendien geen toeval dat geen enkele vrouw vandaag correspondentieschaak in België nog speelt.

Nu toevallig in de ronde daarop toonde WIM Hanne Goossens (Belgisch kampioene) dat ik evenmin alle vrouwen over dezelfde kam mag scheren. Zo was Hanne ondanks het erg vroege startuur van de ronde (9 uur 's ochtends en dus beperkte beschikbare voorbereidingstijd) erg goed voorbereid in de opening. Vooral de zetten 14 en 17 zijn stille getuigen hiervan want dat soort zetten zal je niet snel spelen zonder de stelling eens op voorhand te hebben bekeken. Daarnaast bewijst Hanne met deze partij ook dat vrouwen best wel strategisch kunnen schaken en dus niet enkel blind agressief aanvallen.
Ik was achteraf blij dat ik de voor mij onbekende opening zonder kleerscheuren was doorgeraakt met een ongeveer dynamisch evenwicht. Dit was zonder twijfel de meest lastige voorbereiding die ik in het tornooi op het bord had tegengekregen. Nu mogelijks was Hanne speciaal voor deze partij extra voorbereid want ik hoor wel vaker van Belgen dat ze tegen de schaakblogger Brabo net de extra mijl willen lopen. Anderzijds het bewijst ook nog eens dat het altijd gevaarlijk is om bepaalde zaken te veralgemenen. Het lijkt mij bijgevolg te vroeg en zelfs riskant om bepaalde karakteristieken als typisch vrouwenschaak te benoemen.

Brabo

Addendum 19 Maart 2022

Ik ontving na de publicatie van dit artikel een leuke foto uit Maleisie van de prijsuitreiking waar naast mezelf ook de 2 dames op staan die in dit artikel de hoofdrol spelen. Die vond ik de moeite waard om hier te delen.


donderdag 3 maart 2022

Eten en drinken deel 3

Het schaken staat bij mijn kinderen op een heel laag pitje. Helemaal gestopt zijn ze niet want ze spelen ongeveer 1 partij per maand in het clubkampioenschap van Deurne maar daar houdt het wel mee op. Het spreekt voor zich dat ze in tegenstelling met leeftijdsgenoten die intensief schaken, niet meer vooruitgaan met hun spelniveau. De klad zat er al een tijdje in en corona heeft die enkel bij hen versneld. Mijn zoon Hugo heeft zich ondertussen al helemaal omgeschoold tot een ervaren voetballer want begint een steeds grotere rol tijdens zijn wedstrijden op te eisen. Mijn dochter Evelien houdt zich liever bezig met een oneindig aantal K-drama's te bekijken, thriftshoppen met vriendinnen, prachtige haakstukjes te creëren,... 

Kortom ze doen lekker hun eigen ding en dat vind ik uiteraard ok. Dat betekent jammer genoeg ook dat ik mijn hoop om geregeld met het gezin uit te schaken verloren ben. Wellicht gebeurt dat nog wel eens (zoals vorige zomer in een sterk afgeslankte versie zie de schaakmicrobe deel 5) maar voor meer schaken moet ik alleen er op uit trekken. Oktober vorig jaar deed ik dit voor het eerst (zie Duitsland) en had toen in het artikel geschreven dat dit duidelijk naar meer smaakte. Slechts 3 maanden later ging ik weer zonder gezin op pad. In januari vond ik een klein tornooi Open van Mariënbad waar ik opnieuw zonder mondmasker zou kunnen spelen. Mijn boosterprik kreeg ik toevallig 2 weken vooraf dus het ideale scenario.

Mariënbad ligt in Tsjechië net naast de grens van Duitsland. Ik polste bij meerdere clubspelers of ze zin hadden om mij te vergezellen maar slechts Marcel Van Herck hapte toe. Het hotel van de speelzaal bleek volzet te zijn (toegegeven we hadden heel laat pas beslist om mee te spelen) waardoor we moesten uitwijken naar een hotel in de buurt. Ter compensatie kregen we 2 welnessbehandelingen per dag aangeboden + half pension maar dat laatste bleek voor mij al snel een vergiftigd geschenk. Dat vergt enige uitleg. Vooreerst snap ik niet hoe je voor slechts 50 euro/ dag ervoor kunt zorgen dat iemand een enkele kamer, uitgebreid ontbijt, een 4 gangen half pension (slabuffet, soep, keuze tussen 2 hoofdgerechten en dessert+fruit allemaal a volonte) en 2 welnessbehandelingen (met inclusief dokter-consultatie) kan aanbieden. Kamers werden bovendien dagelijks gepoetst en op het eten was evenmin iets aan te merken.

De 2 welnessbehandelingen (met inclusief dokterconsultatie) liet ik aan mij voorbijgaan. Ik vermoed mijn echtgenote had het fantastisch gevonden maar ik had de tijd nodig om mijn partijen voor te bereiden. Echter dat ik ook het half-pension zou missen, was absoluut niet de bedoeling. Nu ik zag de bui al hangen op voorhand. Het hotel-restaurant sloot reeds op 20 uur 's avonds tijdens de winter en de partijen begonnen pas laat in de namiddag. De eerste ronde had ik al de extra tijd nodig om mijn zeer solide spelende Duitse tegenstander in het verre eindspel te verschalken.
Toen ik in mijn hotel rond 21 uur aankwam was het restaurant al lang gesloten en dus alle eten verdwenen van het half pension. Ik had niets maar de nachtwaker had gelukkig medelijden. Ik kreeg 2 piepkleine boterhammen en een schotel met salami/hesp/kaas waardoor ik toch zonder hongerlijden naar bed kon gaan.

De 2de ronde was weer van dat met een partij die nog een uur later startte. Opnieuw ging ik bij de nachtwaker bedelen voor wat eten en weer kreeg ik 2 piepkleine boterhammen en de schotel met beleg. Echter op de ochtend van dag 3 kwam het hotelmanagement met mij spreken. Men wou niet en half pension voor mij klaarmaken waar ik telkens niet voor opdaagde en dat ik de nachtwaker lastigviel voor nog iets van eten te zoeken. Te begrijpen uiteraard want de winstmarge op slechts 50 euro per dag zal eten van 2 walletjes niet toelaten. Ik moest op voorhand zeggen wanneer ik in het hotel zou terug zijn. Tja je weet nooit wanneer precies de partijen gedaan zijn dus ik werd verplicht om vanaf dan enkel op die 2 piepkleine boterhammetjes met schotel beleg voor het ganse tornooi verder te doen.

Marcel loste het probleem op door steevast op tijd remise voor te stellen in zijn partijen. Zijn (veel) lager gekwoteerde tegenstanders gingen hier graag op in. Het kostte Marcel een bom elo maar dat kon hem niet schelen. Hij had tenminste wel elke avond lekker uitgebreid kunnen eten.

Het klinkt misschien onnozel om eten (en in veel mindere mate drinken) tijdens een schaaktornooi als iets belangrijk te beschouwen maar ik denk dat het de prestaties bevordert wanneer dat in orde is. Ook mag je niet vergeten dat we amateurschakers blijven. Ik spendeer hieraan mijn weinige vakantiedagen/ vakantiegeld en dan wil je toch een beetje comfort. Ik ben geen professional noch een ambitieuze tiener/ twintiger die tevreden is met minimumcondities.

Die minimumcondities zijn vaak heel armtierig. Zo herinner ik mij een Open van Maastricht waar grootmeesters zoals Van Wely, van Foreest, ... zowel 's morgens, 's middags als 's avonds telkens in de plaatselijke Mc Donalds waren terug te vinden. Nu ik heb niets tegen Mc Donalds want ik ga er ook heel af en toe eens eten maar 3 keer per dag? Hetzelfde liedje hoorde ik met de Flunch in de Open van Bethune. Het is leuk voor een keertje maar elk dag dezelfde harde lap vlees met frietjes?

In Mariënbad kon ik gelukkig wel nog 's middags op restaurant iets eten maar uitgebreid eten durfde ik zeker niet. Dat ondervond mijn tegenstander uit ronde 5 aan de lijve. Hij viel tijdens onze onderlinge partij geregeld in slaap en begon zelfs te snurken tot grote hilariteit van de spelers rondom. Dat heb ik nooit eerder meegemaakt. Tot op vandaag ben ik dan ook beschaamd dat ik die partij alsnog verloren heb.

Kortom er is geen makkelijke oplossing voor dit probleem. Ik realiseer mij nu pas ook hoe goed ik het had toen ik in een ver verleden telkens met een groep Deurne schakers buitenlandse tornooien meespeelde. Wij beschikten toen over een eigen kok en ik moest nauwelijks of niets doen om elke avond na de partijen te kunnen genieten van de zeer uitgebreide en lekkere gerechten.
Bron: http://www.skdeurne.be/Fotoalbum/fotoalbum.php

Het is ook een vrij nieuw negatief aspect waar ik mee te maken krijg. De laatste tien jaar speelde ik enkel tornooien in België maar dan kwam ik elke avond thuis slapen en eten. Cappelle La Grande 2020 was mijn echtgenote erbij zodat ik mij niets hoefde aan te trekken van het eten zie vakantie deel 7. Sommige spelers koken dan maar hun eigen potje (iets wat ik zelf ook kan en regelmatig doe thuis voor het gezin) maar tijdens een tornooi heb ik geen zin om na 21 uur 's avonds nog in de potten beginnen te roeren voor misschien alleen mezelf.

Na Munster dus nu Mariënbad waar het behelpen was betreffende het eten. Ik was na elk tornooi enkele kilo's afgevallen. Dat mag best daar ik (iets?) te zwaar sta maar gezond is het niet echt en daarna val ik toch weer snel in mijn oude gewoontes. Ik hoop straks als de coronamaatregelen worden opgeheven dat er meer keuze is van tornooien. Ik zal buitenlandse tornooien voor dit ongemak niet laten maar hoop in de toekomst het toch aangenamer te kunnen maken. Ik snap dus best dat sommigen passen voor dit soort avonturen. Je moet goed (schaak-)gek zijn om daar aan mee te willen doen.

Brabo