maandag 6 december 2021

Elo inflatie deel 2

Hoe lang wil je nog schaken? Het is een vraag die oudere professionals tot vervelens toe geregeld moeten beantwoorden. Daarentegen hoor ik die vraag zeer zelden onder amateurs. Voor amateurschakers spreekt het voor zich dat fun de belangrijkste reden is waarom er geschaakt wordt en op fun staat uiteraard geen leeftijdsgrens. Niemand die dan ook vraagt waarom de 100 jarige Manuel Alvarez Escudero vorige maand nog een fide-tornooi meespeelde.

Hij deed het er trouwens niet slecht zie calculations. +4,=1,-4 tegen 1600 elo gemiddeld vind ik niet alleen heel behoorlijk maar de vele beslissende resultaten zijn vooral een bewijs van een ongelooflijk staaltje vechtlust van de 100-jarige. Daar kunnen zelfs nog veel jongeren een punt aan zuigen.

Anderzijds zien we in de elo-historiek van Manuel dat er niet verwonderlijk al een enorm verval van zijn speelsterkte is gebeurd. Alhoewel hij op 80 jarige leeftijd nog steeds een fide-rating van 2150 had, is die ondertussen gezakt naar 1630. Elopunten spelen dus voor hem al lang geen enkele rol meer.

Als ik rondom kijk in de schaakwereld dan is dit allesbehalve evident. Voor veel schakers is de aftakeling die verbonden is aan het ouder worden heel pijnlijk. Velen zeggen daarom de competitie ook op een zeker ogenblik vaarwel.  Blunders maken die je als jongere makkelijk vermeed, is heel lastig te aanvaarden. Fun vinden in het spelen van partijen op een (veel) lager niveau is zeker niet voor iedereen weggelegd. Veel oudere spelers laten daarom ook liever hun elo bevriezen vooraleer ze ver afgegleden zijn.

Ieder die lang genoeg blijft schaken, krijgt hiermee vroeg of laat te maken. Echter recent was ik erg verrast dat dit bij sommigen wel heel vroeg was. In mijn 3 laatste tornooien kwam ik 7 (zeer) jonge tegenstanders tegen die al honderd of meer punten waren weggezakt sinds hun piek.
In die 3 laatste tornooien kreeg ik 16 tegenstanders tegen die jonger waren dan 30 jaar toen ze tegen mij moesten spelen. 7 op 16 lijkt mij meer dan toeval dus deed ik dezelfde test eens met de Belgen tussen 20 en 30 jaar en een rating hebben boven de 1800 fide. Hoeveel van hen waren al eens honderd punten of meer weggezakt van hun piek?
Ik kom aan 23 spelers die dus voldoen aan de strikte voorwaarden. 23 op een totaal van 109 spelers lijkt nog mee te vallen echter dan hou je nog geen rekening met al die inactieve spelers waarvan de rating al vaak vele jaren bevroren is. Je ziet in bovenstaande tabel ook heel duidelijk dat de meeste spelers allemaal onder de 23 zijn. 23 is niet toevallig want is uiteraard de leeftijd waar velen beginnen te werken. Als je stopt met tornooien spelen dan kan je ook geen elo verliezen.

In 2016 schreef ik het artikel piekrating deel 2 waarin ik aangaf dat +2500 elospelers een piekrating halen op de gemiddelde leeftijd van 39 jaar. Echter nog opvallender vond ik dat er zelfs boven hun 50ste nog steeds maar een gemiddeld verval was opgetreden van 72 elo. Mijn piekrating dateert van 16 jaar geleden (ik was toen 29 jaar). Het maximum aantal elo dat ik verloor in die 16 jaar was 89 elo. Ik bedoel was is er aan de hand met de spelers in de tabellen hierboven?

Op Chessbase werd enkele maanden geleden een interessant artikel gepubliceerd The elo ratings inflation or deflation. Fide heeft in de voorbije 20 jaar stelselmatig de minimum-rating verlaagd om zo veel meer leden aan zich te kunnen binden. Dat betekent dat de huidige elolijsten overspoeld worden met jonge spelers die zeer snel verbeteren en veel elo van de hogere elo's afnemen. Met de introductie van de hogere K-factor 40 voor de jeugd heeft men dit proberen te counteren maar vandaag zien we dat dit onvoldoende is. Er treedt (lichte?) deflatie op van de elo's en daarnaast zijn er nu ook veel meer schommelingen.

Spelers onderaan de ladder zijn het meest onderhevig hieraan maar het effect sijpelt ook door naar de hoogste elo's. Zo kon je vorig jaar lezen dat het aantal +2700 spelers op een bepaald moment van 53 naar 35 was teruggevallen zie twitter. Op de fide-website merken we in de laatste 4 jaar dat de top 100 gemiddeld 10 elo is gezakt.

Zelf heb ik tot nu toe de tand des tijds en die nieuwe negatieve trend goed kunnen weerstaan. Vorige maand ging ik zelfs sedert 7 jaar nog weer eens boven de 2300 fide-elo. Ik had wat medewerking nodig van mijn laatste tegenstander maar ik vermoed dat het ook ergens een beloning was voor het vele werk dat ik aan het schaken spendeerde tijdens het corona-tijdperk. Sinds februari 2020 won ik bijna 60 fide elo in 4 tornooitjes . Dat voelt toch leuk aan als 45 jarige amateur.
Veel spelers hebben weinig of niets gedaan aan het schaken de voorbije 2 jaren dus je ziet nu wel meer spelers die plots weer bovendrijven. De steile opgang van de 49 jarige Spaanse supergrootmeester Alexei Shirov smeet grote ogen bij zijn collega's. Trouwens in een heel vermakelijk interclubverslag op schaaksite kan je lezen dat ook Alexei nog veel belang hecht aan elopunten.

Tot 10 jaar terug bestond er heel veel discussie over er al dan niet elo-inflatie bestaat in het schaken. In 2012 schreef ik er zelf een artikel over zie elo inflatie. Het is soms grappig om te zien hoe snel bepaalde zaken veranderen waarover zoveel polemiek eerst was. Daarom moeten we misschien ook eens de vraag stellen of het echt nodig is om elolijsten te vergelijken uit verschillende decennia. Er valt zeker iets te zeggen om een elolijst gewoon als een moment-opname te bekijken die de verschillen tussen actieve spelers tracht aan te geven.

Een probleem stelt zich natuurlijk wat doe je met de spelers die na lange inactiviteit terug actief worden. Oude elo's heractiveren kan dan niet. Daarnaast gebruiken heel veel spelers hun elo als een waardemeter van hun vooruitgang. Dan wil je uiteraard een zo stabiel mogelijk elosysteem dus zonder inflatie of deflatie. Tenslotte lijkt mij deflatie nog erger dan inflatie. Deflatie schrikt spelers enkel af om te spelen.

Brabo

3 opmerkingen:

  1. Leuk artikel, maar de vraag is ook of je de elopunten van een speler die langer dan 2 jaar inactief is (dus geen enkele elo partij speelt) niet dient te verlagen (bv.: 20 punten per inactief jaar).

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Inflatie, de flatie je kan er theorieen over hebben. Er is een verschil tussen ouder worden en deflatie. Het menselijk brein en de graad waarbij dementie intreedt staat werkelijk los van deflatie. Deflatie moet je los zien van de rating van een speler op zijn 30ste en vergelijken met de rating op zijn 60ste.

    Ooit was er een tijd dat je enkel Garry, Anatoli en Jan had in de 2650+ range. Nu zijn er wellicht al 80 a 100 spelers in de 2650 range.
    De lagen onder deze toplaag en de breedte ervan stegen . Daarom was het voor Garry uitzonderlijk de 2800 elo barriere te doorbreken  Van wie kon hij meer dan luttele elos winnen ?

    Bovendien is er niet alleen inflatie op topnivo. Je kan evengoed inflatie tegenkomen in de lagen eronder. Als er al inflatie is bij de top 100 dan is het omdat de lagen eronder hun afremmen of zich sterk opdringt. We zien de opkomst van veel heel jonge mensen. In de tijd van Karpov speelde je nog tegen de oude garde, Korchnoi en Spassky, Petrosian e.d
    De elite had zeker weten in die tijd een hogere gemiddelde leeftijd dan nu het geval is.

    Op amateurnivo zijn er natuurlijk de nieuwkomers die met hogere K waardes spelen. Sommigen worden a.h.w genadeloos afgslacht en stoppen. De gewonnen punten komen in handen van spelers die ze niet noodzakelijk verdienen en wederom verspelen. Uiteindelijk komt een fractie van die punten van early leavers terecht bij de betere amateurs en/of meesters (weliswaar met lagere K coefficient) . Daarom is het verstrekken van een minimum rating een parameter die inflatie inluidt. Persoonlijk is het elo systeem gemaakt om relatieve verschillen af te toetsen tegen winst probabiliteit en staat een minimum rating dat principe in de weg.

    In principe zouden de ameuters in de tijd genomen permanent kunnen voorzien worden van elo instroom van ´nog mindere goden´ Het is een beetje gelijk geld, hoe meer ervan is, hoe meer inflatie  Hoe meer instroom en schakers, hoe meer elo er in circulatie is.
    .
    Op het hoogste nivo , is er maar bitter weinig te rapen vd instroom, maar wel vd lagen er net onder. Hoe vetter die zijn, hoe meer zij (de lucky few)  er een deel kunnen van meepikken  Het elo systeem lijkt dusdoende op een biologisch ecosysteem dat zijn cyclussen heeft en evolueert in de tijd (om niet te spreken van uitwendige factoren)

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Correctie
    Als er al DEFLATIE is bij de top 100 dan is het omdat de lagen eronder hun afremmen of zich sterk opdringen. We zien de opkomst van veel heel talentrijke jonge mensen als factor.

    BeantwoordenVerwijderen