Langzaam klimmen mijn kinderen op de schaakladder. Dochter Evelien doorbrak enige tijd geleden de 1400 elo. Zoon Hugo die enkele jaren langer schaakt, deed hetzelfde met de 1700 barrière. Elke coach of schaakouder zal beamen dat zulke resultaten jezelf met enige trots vervullen alhoewel het uiteraard voornamelijk de verdienste is van de kinderen zelf.
Voor clubs met veel jeugdspelers kunnen de nieuwe klassementen dan ook niet snel genoeg op elkaar volgen. Bijna iedereen wint telkens elo en zelfs bij verlies weet je dat dit slechts tijdelijk is. Echter voor clubs met uitsluitend oudere spelers zijn klassementen eerder een kwelling. Zo gaf Marcel Van Herck op facebook terecht aan dat er wel heel veel minnetjes waren bij de meest recente Belgische elo's voor de spelers van KSK Deurne.
Jong ben ik niet meer dus ook ik zie met flinke tegenzin veel vaker minnetjes dan plusjes bij mijn klassementen. Een 5de nederlaag dit seizoen in de Belgische interclub duwde zelfs recent mijn fide-elo op het laagste niveau in 18 jaar. Of om het nog dramatischer te laten uitschijnen, dook mijn fide-elo onder mijn startrating die ik in het jaar 2000 kreeg. Watskeburt? Voorkomt schaken niet Alzheimer?
Vooreerst moet ik uitleggen dat je in het jaar 2000 slechts een fide-elo kon krijgen als die hoger was dan 2200 elo. Vandaag ligt de minimumgrens op 1000 elo dus je kan mijn startrating van toen niet vergelijken met de startratings waarmee we vandaag vertrouwd zijn. Ook is een elo minder dan 100 elo onder je eigen beste elo niet uitzonderlijk zie piekrating deel 2. Kortom we moeten van een mug geen olifant maken.
Anderzijds vind ik mezelf nog (veel) te jong om nu al langzaam af te glijden. Bovendien heb ik in de voorbije maanden drastisch het aantal standaard-wedstrijden opgeschroefd waardoor ik meer dan ooit in vorm zou moeten zijn. Vorige jaren haalde ik gemiddeld 10 standaardpartijen per jaar voor fide-verwerking en speelde hierdoor vaak te traag en onzeker. In de laatste 6 maanden speelde ik al meer dan 25 fide-partijen dus ongeveer 5 keer meer dan voorheen (en dat komt natuurlijk omdat ik nu begonnen ben met tornooien te spelen samen met de kinderen).
Serieuze tijdnood (bestaat dit uberhaupt bij een increment?) kom ik dus recent nog zelden tegen. Echter misschien is er hierdoor een ander gevaar ontstaan in mijn spel doordat routine te ver is doorgeschoten naar automatismen. Zoals elke ervaren speler probeer ik mijn bedenktijd goed in te delen. Ik zal dan ook weinig of geen tijd spenderen aan zetten die mij vanzelfsprekend lijken want die tijd komt vaak van pas later in de partij wanneer complexe problemen opgelost moeten worden. Meestal is dit ook de juiste beslissing maar zo af en toe gaat het ook lelijk mis. Ik begin met een voorbeeldje uit mijn eerste interclubpartij in Nederland voor Landau Axel.
Als achteraf je eigen zoon Hugo komt vragen waarom geen 37.Tc1 en je weet niet waarover hij het heeft in eerste instantie dan besef je dat je veel te snel automatisch hebt teruggeslagen. Weinig tijd en lawaai van de omstaanders (Sliedrecht heeft een zeer leuke bar met een prachtige collectie aan bieren maar die staat wel midden in de speelzaal) mogen geen excuus zijn.
Nog erger was wat er gebeurde in de voorlaatste ronde van de laatste Open Leuven. Een gewonnen stelling verknalde ik met een automatische zet (toren op de open lijn plaatsen met tempowinst want aanval op de dame). Ik zag onmiddellijk bij loslaten wat ik gedaan had net als mijn tegenstander de Hongaarse expert Pal Suranyi maar hij verwisselde in een vlaag van zinsverbijstering de volgorde om. We schoten allebei in een lach tijdens de partij na het zien van zoveel absurditeit.
In de 2 eerste voorbeelden is het eenvoudig om te zien dat de automatische zet verkeerd was maar een pak moeilijker is het volgende voorbeeld opnieuw uit een partij die ik speelde in de Nederlandse interclub. Ik herinner mij dat ik even aarzelde bij het uitvoeren van de slagzet want ik voelde aan dat het misschien niet verplicht was.
Het resulterende eindspel was na de automatische slagzet beter voor mij maar niet gewonnen. Tot hiertoe liep het telkens goed af voor mij ondanks dat de automatische zet verkeerd was. Met snel spelen leg je ook altijd extra psychologische druk op de tegenstander. Echter in het laatste voorbeeld is mijn geluk op. Tegen de Belgische IM Stefan Beukema kun je zulke tactische frivoliteiten niet permitteren.
Ik begon dit artikel met het aanhalen van mijn fide-elo-dieptepunt. Het had dus nog veel slechter kunnen zijn indien mijn tegenstanders alle halve en hele punten hadden gepakt die ik in de voorbije maanden op het bord verprutste. Na de regen hoop ik dan ook dat de zon weer tevoorschijn mag komen. In elk geval was mijn meest recente open tornooi in het krokusverlof hoopgevend. Ik maakte 30 elo winst dus praktisch alle verlies van de voorbije maanden werd goedgemaakt. Omdat het pure actualiteit is, koos ik om een verslagje hiervan te laten publiceren op de site van mijn club Deurne.
Brabo
Geen opmerkingen:
Een reactie posten