zondag 11 oktober 2020

Chess position trainer deel 4

De Russische topgrootmeester Alexander Grischuk is een fenomeen in het schaken. Het is te zeggen vooral naast het bord, zorgt hij steevast voor interviews die op je lachspieren werken. Zo vond ik enkele maanden geleden schitterende compilaties van deze interviews die in deze triestige tijden van geen bordschaken mij toch even konden opmonteren zie Thug Life Compilation deel 1, deel 2 en deel 3.

Niet verwonderlijk wordt hij dan ook regelmatig uitgenodigd om tornooien live te becommenatarieren. Dit was veelvuldig het geval in de Magnus Carlsen Chess Tour met zijn onlinetornooien. Alexander stelde niet teleur want zo herinner ik mij een leuke quote over openingen van hem tijdens Legends of Chess die ik op twitter las: "It used to be like memorising a poem, because it would be some moves you found yourself, then when computers just appeared it would be like memorising a poem in not your native language & nowadays it's like memorising random numbers - it's impossible".

Computerprogramma's worden steeds sterker waardoor ze steeds vaker ook zetten voorstellen die voor ons mensen nog heel moeilijk of zelfs niet meer te begrijpen zijn. Echter dit betekent niet dat we die random zetten zoals Alexander Grischuk ze noemt, niet moeten leren. Ze zijn wel degelijk (veel) beter dan wat we zelfstandig zouden kunnen analyseren en het is vandaag ook naïef om te hopen dat je tegenstander geen computer in de voorbereiding zal gebruiken om je eigen gemaakte brouwsels in een mum van tijd te weerleggen.

Ik bedoel willens nillens zijn we vandaag verplicht om in klassiek schaken mee te gaan in de wedren van openingen studeren als we tegen spelers boven 2200 elo spelen. Vanaf 2200 elo mag je er prat op gaan dat vandaag de overgrote meerderheid met een computer zich voorbereidt. Daarbij heb je steeds de keuze voor ofwel in de breedte of in de diepte te werken. Enkele maanden geleden schreef ik over de obstakels die ik ontmoette bij het studeren in de diepte zie het geheugen deel 2. De varianten komen zo zeldzaam op het bord dat het je niet meer lukt om die analyse van x maanden/ jaren geleden nog te herinneren wanneer het moet.

Echter in Open van Praag deze zomer ondervond ik ook voor het eerst de nadelen van meer in de breedte te willen werken (alhoewel dit nog heel beperkt is in vergelijking met de meeste topspelers). Ik schreef vorige maand nog in mijn artikel regressietesten dat veel varianten uit mijn repertoire recent zijn verdwenen en vervangen door (hopelijk) betere maar daarom scoor ik (nog?) niet beter in de praktijk, eerder in tegendeel. Een mooi voorbeeldje hiervan zijn mijn recente experimenten met c6 in de Leningrader. In de 6de ronde ontsnapte ik met een blauw oog door in een verloren positie remise te krijgen omdat mijn tegenstander nogal krap zat met zijn resterende tijd.

De 8ste ronde was nog erger. Deze keer stond ik al na 12 zetten compleet verloren tegen een 150 punten lager gekwoteerde tegenstander en mocht ik opnieuw op mijn blote knietjes bedanken voor het halfje dat ik cadeau kreeg.

Dit hadden dus makkelijk 2 nederlagen kunnen zijn en wellicht had ik dit ook verdiend. Nieuwe openingen spelen zonder enige kennis is bijzonder riskant tegen ervaren schakers. Ik snap dus heel goed waarom veel amateurschakers dezelfde openingen blijven spelen.

Anderzijds zoals ik al schrijf in de commentaar van de 2 partijen, was ik niet totaal onvoorbereid voor deze nieuwe opening. De varianten die op het bord waren gekomen, had ik wel degelijk vooraf ingestudeerd aan de hand van chesspositiontrainer en de methode die ik uitlegde in deel 3 enkele maanden geleden. Desalniettemin kon ik tijdens de partijen die kennis niet reproduceren.

Dit is dus iets totaal anders dan een oude analyse die ik vergeten ben. Hier spreken we over het vergeten van relatief korte varianten die ik slechts enkele dagen eerder nog meermaals (tot zelfs 10 keer) had ingestudeerd. Behoor ik tot de jonge dementen en moet ik mij er bij neerleggen dat openingen studeren voor mij een hopeloze zaak is geworden? Ik voel het niet zo aan en ik vermoed ook dat de waarheid elders ligt.

Vooreerst is de variantenboom die ik als cruciaal beschouw van de Leningrader in korte tijd gegroeid tot een serieuze kanjer. Onderstaand overzicht toont de verdeling in complexiteit van mijn huidig zwartrepertoire en daarop zie je duidelijk dat de Leningrader de grootste slokop is.
Met net geen 400 zetten voor de Leningrader kan je jezelf afvragen of ik niet overdrijf en het mezelf niet nodeloos moeilijk maak. Een andere speler die ook de Leningrader af en toe speelt, vertelde mij dat hij zonder veel kennis toch succesvol ermee is. Echter hij speelt uitsluitend tegen spelers die minder dan 2000 elo hebben en dat is toch een totaal ander soort schaken. Dit zien we trouwens ook in de 2 partijen die ik in dit artikel eerder toonde. Bovendien vind ik 400 zetten helemaal nog niet veel als je dat vergelijkt met bv. het boek van Adrien Demuth die op zich al 400 pagina's beslaat. Met 1 (halve) zet per pagina besef je dat je slechts het topje van de ijsberg leert.

Daarnaast denk ik ook dat ik op de verkeerde wijze gewerkt heb met chesspositiontrainer. In onderstaande scherm zie je dat er 3 opties zijn om stellingen te studeren: systematisch, random of fotografisch. Ik koos voor systematisch maar dit was duidelijk een verkeerde keuze voor mij met deze opening.
Foto training is gewoon kijken naar zetten. Misschien werkt dit voor mensen met een fotografisch geheugen maar dat is niets voor mij. Reeds op school moest ik hard werken om woordjes Frans/ Engels ... in te studeren. Dit lukt enkel bij mij door veelvuldig herhalen en het actief neerschrijven van de afgedekte nieuwe woorden. Willekeurig had oorspronkelijk mijn voorkeur maar bij chesspositiontrainer is willekeurig echt wel willekeurig. Zo kan je makkelijk de ene variant 10 keer op het scherm krijgen en de andere slechts 1 keer. 400 zetten op die wijze instuderen, duurt een eeuwigheid zonder maar te spreken dat het vaak tijdsverlies is om 10 keer een variant opnieuw te moeten beantwoorden die je al van de eerste keer correct had.

Met systematisch krijg je alles exact 1 keer voorgeschoteld (tenzij je het verkeerd hebt want dan wordt het herhaald). Dit lijkt het beste maar er is 1 groot nadeel aan deze methode. De varianten/ zetten die op het scherm worden getoond, gebeuren steeds in exact dezelfde volgorde. Na een tijdje keek ik zelfs niet meer naar wat er exact op het bord stond want ik wist dat de ene zet na de andere moest komen. Ik misleidde mezelf dus tijdens het studeren. Ik dacht dat ik de opening had gestudeerd maar ik had in werkelijkheid een lange reeks zetten geleerd en dat brak mij zuur op in de bovenstaande partijen. Ik slaagde er niet in om ergens midden in de zettenreeks terug in te pikken ook al omdat er geen informatie was over waar ik precies zat in die zettenreeks.

Hieruit zijn een aantal belangrijke lessen te trekken te beginnen met de methode van studeren. Randomness (willekeurigheid) is noodzakelijk om in de oefeningen te steken. Ik heb de ontwikkelaar van chesspositiontrainer hierover gemaild of er misschien een update met verbetering van het programma mogelijk zou zijn. Het zou zeer interessant zijn wanneer de willekeurige selectie rekening kan houden met de reeds goed opgeloste varianten.

Een snelle tussenoplossing zou het opsplitsen kunnen betekenen van een opening bestaande uit 400 zetten in kleinere stukjes zodat we met de willekeurige selectie toch minder vaak dezelfde stellingen terugzien. Dit heeft wel als nadeel dat er minder gemixt kan worden en dat je meer tijd verliest met het switchen tussen de blokken.

Tenslotte is het ook zo dat ik misschien sowieso niet kan verwachten dat ik (als amateurschaker) onmiddellijk zo een grote hoeveelheid concrete zetten perfect van buiten kan kennen. Het is wellicht ook 1 van de belangrijkste redenen waarom (top-) spelers zelden de Leningrader wensen te spelen. Enkel als je op voorhand weet welke variant wit zeer waarschijnlijk zal spelen dan is een gokje ermee aantrekkelijk. Een andere speelbare optie werd opgegeven in het artikel ideeen deel 2. Je kiest een zijlijn als verrassingswapen maar dan zijn we echt wel op korte termijn aan het kijken terwijl ik toch verkies om iets lange tijd (meerdere malen) te kunnen spelen.

Brabo

6 opmerkingen:

  1. CPT voerde ik enige tijd geleden af met als reden dat ik het programma niet zo gebruiksvriendelijk vond. Ook de interface is niet zo prettig om mee te werken.
    Zeker nadat ik ontdekte dat het ook mogelijk is via Chessable zelf openingen/varianten in te geven (via pgn) en die daar te leren, ben ik naar dat platform overgeschakeld. Qua interface vind ik Chessable veel prettiger om mee te werken. Daarnaast is er een repetitief leren functie (die naar ik veronderstel gelijkaardig is met CPT). Nadeel is wel dat ingeven van de te leren zetten op het platform een lastig werkje is, maar eens klaar werkt het prima.

    Wat het leerproces zelf betreft, dat is dan weer een andere zaak! Zoals je in je artikel zelf aangeeft is zetten leren niet gelijk aan zetten onthouden. Zelf heb ik op Chessable steeds +97% correct, maar als je die opening in een blitzpartij speelt is het plots toch zoeken. En dat hoewel je de zettenreeks dikwijls al 10x geleerd hebt...

    Een oplossing hiervoor is werken met een kort schematisch overzicht per opening. Waarbij je per opening een schema maakt wat de hoofdlijnen zijn en wat de belangrijkste details zijn. Zo heb ik een opening waarbij er 1 belangrijke hoofdlijn is, en je eigenlijk in de denktank moet zodra de tegenstander afwijkt.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Ik veronderstel dat je geen betalend-abonnement moet hebben om in Chessable je eigen openingen te creeren of is dit toch verplicht?

      Ook denk ik heb je een internetverbinding nodig bij Chessable. In Cappelle La Grande was dat bijvoorbeeld een probleem tussen de ronde en dan was het toch heel handig dat alles voor CPT offline bij mij stond waardoor ik probleemloos toch bv. een stukje van mijn Philidoranalyses kon inoefenen.

      Ik zie bij mezelf dat ik zelfs na x keer iets al geleerd te hebben dat ik zeker bij weinig voorkomende varianten het snel weer vergeet. Je moet het bijna wekelijks een keertje herhalen om het allemaal goed te onthouden maar dat zie ik niet zitten (ik betwijfel zelfs of ik voldoende vrije tijd hiervoor kan vrijmaken). Voor mij is het vooral nuttig om net voor een klassieke partij bijvoorbeeld enkel een uurtje alle grote lijnen in de caro-cann te herhalen als ik weet dat de kans reeel is dat mijn tegenstander een caro-cann durft te spelen.

      Ik ken geen programma die een kort schematisch overzicht weergeeft van een opening. Werk je dat uit op papier? Het lijkt mij wel een interessante tip om zo sneller de verschillen/ verbanden te zien tussen de diverse lijnen. Nu heb ik vaak het gevoel dat ik gewoon zetjes aan het studeren ben waarvan ik enkel weet dat ik op het einde van de variant goed staat.

      Tenslotte vraag ik mij ook af of het niet nuttig is om ook eens te oefenen vanuit het standpunt van de tegenstander. Dit moet mogelijk zijn wanneer de variant zich niet opsplitst. Dit laat je veel sneller toe om te beseffen wanneer je tegenstander afwijkt.

      Verwijderen
    2. Het is bij Chessable mogelijk om gratis een repertoire in te geven. Internetverbinding is inderdaad nodig, maar eventueel kun je je gsm als modem instellen. Daarnaast heb je ook nog al je analyses in chessbase, die offline beschikbaar zijn.
      Voorbeeldje van schematisch overzicht c3-siciliaan. Dat zijn behoorlijk wat varianten, maar kun je eigenlijk kort oplijsten:

      C3-Sicilian:
      Mainline
      1.e4 c5 2.c3 Nf6 3.e5 Nd5 4.Nf3 e6 5.d4 cxd4 6.cxd4 d6 7.Bc4 Nc6 8.O-O Be7 9.Qe2 O-O 10.Nc3 Nxc3 11.bxc3 dxe5 12.dxe5 Qc7 13.Qe4 b6 14.Bd3 g6 15.Bh6 Rd8 16.Rad1 Bb7 17.Qf4 Rd5 18.Be4 Rxd1 19.Rxd1 Rd8 20.Rxd8 Nxd8 21.Bxb7 Nxb7 22.Qa4 Bf8 23.Bxf8 Kxf8 24.Qxa7 Qxc3 25.h4
      Deviation ML1
      A1 10.Qe4 followed by Re1 -> Na5
      A2 10.Qe4 followed by Bd3 -> f5 (d4 is weak – Qb6)
      B 10.Re1 (d4 is weak – Qb6)
      C 10.Rd1 (Na5! – Bc4 has no squares / Bd3-Nb4-Be4-f5!)
      Deviation ML2
      D 9.a3 (Castling/Bd7/Rc8 is normal development scheme)
      If Bd3-Qe4 -> f5
      If Nbd2 (idea Ne4) -> dxe5 and Qc7 (to stop Ne4)
      E 9.Bd2 (Bc4 has no longer d3) -> dxe5 and Nb6
      F 9.exd6 -> Qxd6 and Rd8
      G 9.Nc3 or Bxd5 (rubbish, play normal moves)
      Sidelines 1
      H 7.Bd3 (not a stable square) -> Nb4
      I 7.Bd2 (idea Nc3) -> Plan Bd7/Bc6 (control d5) if Nc3, take!
      J 7.Nc3 -> take + Qc7 (not so bad, take care!)
      K 7.a3 -> always Bd7/Bc6/Nd7 (dxe5 is crucial, e5 is weak and/or Nf4/Bf4 is possible)

      Verwijderen
    3. Ja vandaag zijn er minder en minder plaatsen waar je geen 3G-dekking hebt zeker in Europa. Bovendien nu roaming-tarieven binnen de EU zijn afgeschaft, is een hotspot opzetten zelfs in de buurlanden goedkoop. Ik vind het wel nog omslachtig en als je dan maar een uurtje hebt om voor te bereiden dan telt elke minuut.

      Dit oplijsten, ik veronderstel dat dit iets is wat je zelf moet doen, correct? Daarvoor kan je dus zelfs een simpel kladblok voor gebruiken. Ik denk wel dat dit nuttig is voor mij. Ik heb nu veel vrije tijd maar omdat er niet geschaakt wordt en dat wellicht nog voor lange tijd, is er echter ook weinig motivatie om aan het schaken hard te werken.

      Verwijderen
    4. Dit oplijsten, ik veronderstel dat dit iets is wat je zelf moet doen, correct?
      Helaas wel :-)

      Verwijderen
  2. Zoeken jullie het niet te ver? print repertoire in chessbase leunt hier toch dicht bij aan?

    BeantwoordenVerwijderen