vrijdag 18 december 2015

Sneller

60 plussers vragen mij af en toe waarom ik niet vaker speel. In hun beste jaren speelden ze soms in een weekend zowel vrijdagavond, zaterdag als zondag schaak. Als ik dan als antwoord geef dat ik jonge kinderen heb dan wordt dit steevast gecounterd met dat ik toch een echtgenote heb. De emancipatie van de vrouw is de laatste decennia niet gestopt en terecht natuurlijk. Trouwens ik beklaag het mij zeker niet want ik spendeer graag tijd met mijn kinderen.

Sociale verschuivingen maar ook de grotere flexibiliteit gevraagd door de werkgevers, het veel uitgebreidere aanbod vrijetijdsbestedingen,... zetten onze agenda's zwaar onder druk. Ik vermoed dat het dubbelrondig gesloten clubkampioenschap van de Roeselaarse Torrewachters kanshebber is om als grootste levende dinosaurus in België te worden benoemd. 22 ronden bikkelen 12 spelers in de A-klasse het uit met een naar hedendaagse normen langzaam interclubtempo (B en C-klasse gebruiken zelfs nog 2u 40 zetten met 1u K.O). Het is geen toeval dat enkel (?) jongeren, (pre-)gepensioneerden of (eeuwige) vrijgezellen deelnemen.

10 jaar geleden toen ik voor het eerst in de Brugse Meesters met het snelste fide tempo (1h30 met 30 seconden increment) in contact kwam, werd nog de vraag gesteld of dit tempo als serieus kon worden beschouwd. Vandaag is de vraag eerder hoe we ervoor kunnen zorgen dat er nog meer tijd kan worden bespaard. Dubbele ronden op de speeldagen zien we daarom in heel wat fide-tornooien steeds vaker opduiken. Het nieuwe initiatief van Wachtebeke gaat hierbij nog een stapje verder door de voormiddag vrij te houden en de dubbele ronden te proppen in de namiddag. Nadeel van deze keuze is dat het niet aangenaam en zelfs gevaarlijk is om nog ver naar huis te rijden na middernacht.

Het initiatief van de Zurich Chess Challenge organisatoren mag dan wel als bedoeling hebben om topschaak aantrekkelijker te maken, een sneller standaardschaak kan mogelijks ook aan amateurs een oplossing bieden voor hun steeds beperktere vrije schaaktijd. Echter het verder reduceren van de bedenktijd in standaardschaak bevat zeker ook gevaren. Hoe sneller het tempo, hoe dichter we beginnen aan te leunen bij internetschaak. Met internetschaak heb je geen last van (lange) (nachtelijke) autoritten. Je moet niet wachten tussen de ronden. Je vermijdt het jo-jo effect in vele Zwitserse tornooien want je kan de tegenstanders selecteren volgens rating. Kortom het verwondert mij niet dat ik al clubspelers hun lidmaatschap heb zien opgeven omdat ze internetschaak veel makkelijker en aantrekkelijker vinden.

Het enige wat misschien internetschaak je niet geeft, is een betrouwbare rating. In fide-tornooien heb je tenminste een zekere controle over de identiteit van je tegenstanders.  Erg grappig was trouwens fides beslissing om de spelers te verzamelen op 1 locatie voor het 1st fide world online dames blitz kampioenschap. Met een eerste prijs van 3000$ stond er natuurlijk wat meer op het spel dan wat we gewoon zijn in online schaak.

Nu weinig spelers bekommeren zich om een betrouwbare online-rating. Het sneller tempo zorgt voor grote schommelingen in de rating en schaken wordt steeds meer als een spelletje herleid. Fide heeft meer dan 3 jaren geleden officiële rapid en blitzratings geintroduceerd maar de meerderheid van de Belgen heeft er nog steeds geen.
Ratings standaard/rapid/blitz
We zien een groot verschil tussen de top 20 spelers en de rest. Zo hebben 12 van de top 20 een rapidrating en 14 van de top 20 een blitzrating. Bij de top 100 spelers zijn het er slechts 33 die een rapidrating hebben en 39 die een blitzrating hebben. Als topspeler win je natuurlijk makkelijker prijzen dus misschien verklaart dit het verschil in interesse.

Rapid en blitz-tornooien worden vandaag in België sporadisch doorgegeven voor eloverwerking maar het verklaart niet waarom de meerderheid nog altijd geen rapid/blitz- ratings heeft na 3 jaar. Als er interesse was dan hadden spelers al lang gezocht naar een tornooi die eloverwerking doet. Zelfs zonder eloverwerking zie je beperkte rapid of blitz-activiteiten in de clubs. In Deurne speelden afgelopen maanden slechts 7 spelers meer dan 3 clubdagen mee op 13 in de Deurnse superblitzer terwijl aan het clubkampioenschap 21 spelers deelnemen en nu 6 ronden ver is.

Misschien het meest democratische systeem is TSM Open. Spelers mogen zelf het tempo kiezen waarmee ze willen spelen en worden gepaard met iemand die dezelfde keuze heeft. Naast de (trage) fide-tempo's wordt het zo ook mogelijk om 1 uur K.O te spelen. Van de 14 spelers kozen echter 8 spelers voor de (trage) fide-tempo's, voor 4 spelers was het om het even en slechts 2 spelers kozen voor het (nieuwe) 1 uur K.O systeem.

Iedereen beseft dat een sneller tempo een verlies aan kwaliteit betekent. Ik vrees dan ook als organisatoren in de toekomst massaal overschakelen naar nog snellere tempo's (als fide het toelaat voor eloverwerking) dat onze ledenaantallen serieus zullen dalen. Spelers komen eerst en vooral naar de club om een partij te spelen waarvan men achteraf kan zeggen dat er inhoud was en geluk nauwelijks een rol speelde. Ik zie dan ook een sneller tempo meer als een uitbreiding van het aanbod dan de ultieme oplossing van het tijdsgebrek waarmee veel schakers kampen.

Zelfs 1 uur per partij per speler is alweer een ander soort schaak dan wat we bijvoorbeeld in de interclub vandaag spelen. Dit betekent niet dat er geen leuke partijtjes kunnen zijn want spelers gaan al eens iets meer riskeren. Zo speelde ik dit seizoen in Open TSM een scherp partijtje op 1u K.O. We konden pas starten na 21u 's avonds omwille van de jaarlijkse algemene vergadering en ik had geen zin om tot 2 uur 's morgens te spelen terwijl ik al om 7 uur op moest staan.
Jan had pech dat ik wel iets afwist van dit Goringgambiet maar ik heb ook het gevoel dat hij de partij niet even serieus speelde als in officiële wedstrijden. Het is net dat serieuze/ officiële element dat we nodig hebben om competitieschaak interessant te houden. Ik mis dit bij rapid- blitz-schaak wat ik recent nogmaals zelf ervoer toen ik zonder problemen mijn PC aflogde net voor de finale tiebrake rapids tussen Magnus en Maxime. Noem mij oud en conservatief maar nog sneller hoeft voor mij niet.

Brabo

zaterdag 12 december 2015

Restbeeld

Het is afkicken van de actuele verslaggeving op Schaakfabriek waarvan we bijna 8 jaar mochten genieten. Ik weet wel dat niets eeuwig blijft duren maar nu is er helemaal geen gecoördineerde regionale verslaggeving meer. Ik had gehoopt dat Jan Gooris met zijn initiatief Vlaanderen schaakt digitaal deze leemte deels zou opvullen maar de inhoud gaat bijna uitsluitend over leren schaken.

Uit een recente enquête bleek dat een meerderheid van de lezers het didactisch materiaal wel kon smaken. Het materiaal is van excellente kwaliteit en ik twijfel er niet aan dat spelers tot 2200 elo iets kunnen opsteken. Schakers iets bijbrengen is Jan zeker op het lijf geschreven want ik zie hem geregeld op vrijdagavond in TSM voor de start van de clubcompetitie nog enkele jongeren iets aanleren. Zo zag ik vorige week nog hoe hij met de hulp van eigen nota's hun inbeeldingsvermogen trainde.

De leerlingen krijgen een stelling en plaatsen die op een bord. De opgave bestond erin om niet de stelling op het bord te evalueren maar de stelling na een aantal specifieke zetten zonder dat deze zetten op het bord mogen worden uitgevoerd. De voor mij totaal onbekende techniek was zowel simpel als ingenieus.

Spelers die al eens blind hebben geschaakt, weten dat het niet zo eenvoudig is om stellingen goed te kunnen inbeelden. Blindsimultanen blijven daarom ook vandaag spectaculair. Het wereldrecord werd niet zo lang geleden in 2011 nog scherper gesteld door FM Marc Lang op 46 borden maar zelfs een bescheiden aantal vind ik best nog speciaal. Zo waagden in het laatste decennium o.a. lokale helden Jan Rooze zie youtube, Ronny Weemaes zie gmclub en Glen De Schampheleire zie karpovmeetskarpov zich aan deze aparte discipline. Zelf heb ik nooit veel blindschaken gespeeld. Ik herinner mij wel dat ik een aantal partijtjes speelde tegen Kris Deleu tijdens saaie theorielessen aan de Hogeschool Gent maar dat is alweer 20 jaar geleden.

Kortsluitingen bij het blindspelen gebeuren er natuurlijk ook. Zelfs regerend wereldkampioen Magnus Carlsen kwam laatst bij een blindsimultaan in de problemen toen hij er niet meer in slaagde om de stellingen bij te houden, zie filmpje. Nu dit soort kortsluitingen kunnen ook gebeuren in standaardschaak. Bij het uitrekenen van varianten gebeurt het wel eens dat we onderweg niet meer alle stukken op de correcte velden kunnen voorstellen. Dit fenomeen wordt soms ook gerelateerd aan restbeelden die blijven hangen.

Een eerste voorbeeld van dit soort fouten die ik in dit artikel wil voorstellen, komt uit mijn eigen praktijk. De partij speelde ik in 1998 tegen Philip Lemmens.
De partij liep nog goed af voor mij en dan maak je jezelf minder druk om dit soort fouten. Erger was heel recent toen ik opnieuw door een restbeeld een directe winst miste en uiteindelijk de partij liet verzanden in remise.
Niemand is immuun voor dit soort fouten. Zo las ik de voorbije maanden het boek 'The Life and Games of Mikhail Tal' en jawel ook de tovenaar van Riga had soms last van restbeelden in zijn combinaties zoals onderstaand voorbeeld bewijst.
Visualiseren van een stelling is iets wat getraind kan worden. De simpelste manier lijkt mij door geregeld standaardpartijen te spelen waarbij de speler dus voldoende tijd krijgt om te rekenen. Diep en lang nadenken is iets wat ik bij vele jonge spelers onvoldoende zie en dit gedrag wordt spijtig alleen maar beloond in de vele rapidtornooien zoals het Vlaams jeugdcriterium. Het lijkt mij dus niet onredelijk om hier iets aan te veranderen want hogerop wordt rekenen steeds belangrijker.

Brabo

zaterdag 5 december 2015

Risico's

Als je kijkt naar de spelregels van ons eeuwenoude spel dan stel je vast dat er de laatste jaren heel wat aan gesleuteld is. Sommige veranderingen werden fel bekritiseerd maar iedereen was het er wel over eens dat bepaalde aanpassingen noodzakelijk waren om de toekomst van het schaken veilig te stellen. Zo zien we dat de meeste organisatoren dankbaar gebruik maken van de snellere tempo's om hun tornooien zowel aantrekkelijk als kost efficiënt te houden. De organisatoren van het toptornooi in Zurich maakten zelfs recent een oproep naar de fide om nog snellere tempo's toe te laten voor standaardschaak.

Een gedurfd commercieel concept is het Miljonair-tornooi van Las Vegas waarbij grote geldprijzen werden uitgereikt deels gesponsord door de hoge inschrijvingsgelden. In US kreeg het tornooi heel wat publiciteit ook in de mainstream-media waardoor we toch van een zeker succes mogen spreken. Schaken komt vandaag bijna alleen nog negatief in het nieuws dus misschien moeten we dit model meer uitwerken alhoewel ik vrees dat in Europa zoiets moeilijker ligt.

Schaken (opnieuw) bekend maken bij het grote publiek is natuurlijk al lang een doelstelling in de schaakpolitiek. Het toelaten van sofia regels en daarna ook effectief toepassen in heel wat tornooien, maakt uiteraard onderdeel van de strategie. Desondanks zien we dat alle inspanningen ten spijt het geen garantie biedt op spektakelschaak want in de cruciale 7de ronde van het Miljonair tornooi was er heel wat controversie over de partij Luke McShane - Hikaru Nakamura die teleurstellend eindigde na 9 zetten in een zetherhaling.

Schakers zijn pure individualisten. Ik val in herhaling maar soms moet ik wel want in het zonet  gepubliceerd interview met Harika Dronova werd opgetekend "But all the top players have different skills and I respect them for the hard work they put in it to entertain viewers with beautiful games". Het is onzin om te beweren dat schakers zetten kiezen om het publiek te amuseren. Nu het hele interview kan mij niet bekoren.

Risicomanagement is een erg belangrijk aspect in het schaken maar zorgt er tezelfdertijd ook voor dat spelers geregeld niet tot echt schaken komen. Dit negatieve zagen we in een extreme vorm in de eerder vermelde partij maar het kan ook een stuk subtieler. Zo koos ik voor een lange theoretische lijn in mijn partij tegen Marc Ghysels die uiteindelijk uitmondde in een eindspel waar te weinig muziek in zat.
Ik had geen zin om onvoorbereid de scherpste varianten te spelen en hoopte dan maar dat hij het nevensysteem niet voldoende zou kennen. Marc had in onze vorige onderlinge partijen gekozen voor een Scheveningen, Pirc en Frans dus ik vond het niet onredelijk om die gok te wagen.

Het hoeft zelfs geen lange theoretische varianten te zijn om te spreken van anti-schaak. In de volgende interclubpartij werd al heel snel de theorie verlaten en toch kwam de partij nooit van de grond omdat geen enkele speler bereid was om risico's te nemen.
Zowel ik als Philippe hadden meerdere mogelijkheden in de partij om de stelling te verscherpen maar er werd slechts op een algemene afruil aangestuurd. Met bovenstaande partijen zal je nooit het grote publiek warm kunnen maken.

Spelers kunnen worden overtuigd om meer risico's te nemen als er een beloning is. Een goede motivatie is een grote elokloof want de hoogst gekwoteerde speler moet dan wel winnen. In het verleden toonde ik al enkele voorbeelden in mijn artikel spelen op de man. Recenter maakte ik een opmerkelijke keuze in mijn partij van Open Gent tegen Hendrik Westerweele.
Ik taxeerde correct dat slaan met de c-pion goed was maar je kan duidelijk zien in het vervolg dat ik niet gewend ben om met zwart dit soort stellingen te spelen. Ik ben mij dan ook bewust dat ik met een iets ander verloop best had kunnen verliezen.

Dit artikel gaat dan ook niet over of risico's nemen al dan niet gezond is voor je rating. Meer risico's verhoogt de spektakelwaarde. Die is nodig om publiek en uiteindelijk sponsors aan te trekken. Een grote elokloof is slechts aanwezig in een beperkt aantal partijen dus voor de meerderheid is er nood aan bijkomende stimuli. Een aangepast puntensysteem, scheidingssystemen, schoonheidsprijzen, sofia regels... helpen maar zijn niet sluitend. Anderzijds moeten we vermijden dat een hard bevochten remise niet (te zwaar) bestraft wordt. Organisatoren hebben het niet makkelijk met de erg beperkte goodwill van de deelnemers.

Brabo