donderdag 27 mei 2021

De tornooiorganisator

Een van de meest gestelde vragen aan schakers is hoe lang een schaakpartij duurt. Het is een heel simpele vraag waar echter geen eenduidig antwoord voor bestaat. Ik zeg tegenwoordig 1 minuut duren de meeste schaakpartijen waarna men mij vol ongeloof aankijkt. Na enkele seconden stilte kijkt men dan meestal weg op zoek naar een andere en betere gesprekspartner. Wat een rare snuiter, hoor ik ze denken en ik ben gewoon opgelucht om niet voor de zoveelste keer dezelfde oppervlakkige vragen over het schaken te moeten beantwoorden.

Trouwens mijn antwoord is volgens mij helemaal correct. Online worden 100 keer meer partijen gespeeld dan op een fysiek schaakbord (zie maar naar bv. lichess database) en in mijn artikel het populairste online-tempo had ik al aangetoond dat bullet het meest gekozen tempo is online. Bullet zijn partijtjes van ongeveer 1 minuut dus vandaar mijn antwoord dat de meeste schaakpartijen gemiddeld 1 minuut duren. Anderzijds besef ik natuurlijk ook dat ik met mijn eigenzinnig antwoord nooit iemand warm zal kunnen maken voor het schaken.

Nu ik merk meestal ook heel snel op wanneer iemand echt geïnteresseerd is in het schaken of gewoon even snel een bevestiging wilt krijgen van het stereotiepe beeld dat ze hebben over het schaken. Pas wanneer ik opmerk dat men echt wel interesse heeft om het spel te spelen, ben ik bereid om tijd te spenderen om meer duiding te geven. In die zeldzame gevallen vertel ik dat een schaakpartij kan duren van een paar seconden tot zelfs enkele jaren. Het tempo spreek je af met je tegenstander.

In tornooien schikt de schaker zich naar de tornooiorganisator. Het is gewoon praktisch niet meer haalbaar om onderling af te spreken tussen soms wel honderden deelnemers. De tornooiorganisator beslist dus maar niet alleen over het tempo. Hij of zij is absoluut de baas over bijna alles wat er gebeurt tijdens een tornooi. Speeltempo, hoeveel ronden, wanneer, wie mag meespelen, wie tegen wie, het inschrijvingsgeld, de spelregels, de straffen, het prijzengeld, de locatie, publicatierechten,... De lijst is bijna eindeloos waardoor ik mezelf soms afvraag waarom niet meer schakers zich profileren als tornooiorganisator. Wie wil nu niet daarover allemaal het laatste woord hebben?

Wel in de paasvakantie organiseerde ik mijn allereerste grote schaaktornooi en daarmee kreeg ik tevens bevestigd wat ik al eerder vermoedde. Als tornooiorganisator krijg je niet alleen alle rechten maar ook alle lasten. Bij alles wat er verkeerd gaat, is het de tornooiorganisator die het mag oplossen. Dit mag je echt niet onderschatten. Ik had dat ook niet gedaan want eigenlijk was het helemaal niet mijn bedoeling geweest om überhaupt tornooiorganisator te zijn maar door omstandigheden werd ik geduwd in die rol.

Eind maart liet ik een ballonnetje op dat er met het wegvallen van het Belgisch jeugdkampioenschap in de paasvakantie er een unieke kans was om de Belgische online schaakclub meer naambekendheid te geven. Er was al een oproep gekomen van de KBSB maar niemand (zoals gewoonlijk) had daar gehoor aan gegeven. Echter veel hoop had ik niet dat er iets ging van komen ook al omdat ik zelf zeker niet zulk project wou dragen. In tijden van de pandemie moet je online werken en daarvoor heb ik absoluut niet de IT-skills. Bovendien hadden mijn eigen kinderen al meermaals laten weten dat ze niet geïnteresseerd waren en dus niet wilden meespelen. Tenslotte was het mijn eerste verlof dit jaar en hoopte mijn echtgenote dat ik echt wel iets anders ging doen in die periode dan schaken.

Dus ik dacht dat het bij het oplaten van het ballonnetje zou blijven maar tot mijn verwondering stonden plots 2 zeer enthousiaste jonge twintigers op die ook nog eens heel handig bleken te zijn met het creëren van webpagina's, scripts, .... Kortom ze waren een geschenk uit de hemel want in een mum van tijd onderging de website van de Belgische online schaakclub een metamorfose van pover amateurisme naar professioneel. In parallel werd alles in orde gebracht door hen voor een heus klassiek 9 rondig paastornooi: een automatisch inschrijvingssysteem, een eigen paringssysteem, een prachtige flyer zie hieronder, een eigen tornooisite ....
Alles liep op wieltjes en ik zou mij gewoon beperken tot een bijrolletje door het live-commentariëren van maximaal 3 ronden. Dat vergt geen voorbereiding en zo bleef er ruim tijd over om ook samen met het gezin iets te doen tijdens het verlof. Daar kwam spijtig snel verandering in. De eerste krak stelde ik vast bij het testen van het oorspronkelijk tempo op lichess. 55 min + 5 seconden blijkt helemaal niet mogelijk te zijn. Dus in allerijl vroeg ik om het tempo aan te passen naar 60 min + 5 seconden terwijl ik mij ook onmiddellijk realiseerde dat het tornooiprogramma hierdoor onder enorme druk zou komen te staan. Tussen bepaalde ronden zou slechts een half uur zijn om alle resultaten correct in het paringssysteem in te geven, de paringen te maken, de resultaten van de vorige ronde online te publiceren en de nieuwe paringen online te publiceren.

Echter het tweede probleem was nog veel groter. Beide twintigers waarvan ik verwachtte dat ze het tornooi in goede banen zouden leiden, vertelden mij 2 dagen voordien dat ze geen verlof konden krijgen tijdens het verloop van het tornooi en daardoor slechts af en toe eens een paar minuutjes konden vrijmaken. Tja mijn eerste reactie was dan moeten we de stekker eruit trekken. Hoe krijg je dit uitgelegd aan de meer dan 50 ingeschrevenen zonder maar te spreken van de onomkeerbare schade dat een afzegging zou creëren voor de Belgische online schaakclub. Dus ik koos de vlucht vooruit en in samenspraak met mijn echtgenote schortten we alle plannen met het gezin op voor de paasvakantie. Het paastornooi moest doorgaan en zelfs mijn dochter Evelien werd ingezet tijdens het tornooi om bepaalde taakjes uit te voeren.

Dit was geen overbodige luxe want ik kan je vertellen dat het een echte heksenketel was waarin ik mij stortte. Door de inschrijvingen tot 1 dag voor de start toe te laten, moest ik overal bijspringen om de (vaak heel jonge) spelers te helpen met het vinden van het juiste bord, waar de paringen staan, hoe de camera op te zetten, ... ja ondanks onze uitgebreide informatie-pagina. Ik had het verwacht want velen hadden onze in allerijl opgezette demonstratie gemist de avond voordien en de meeste schakers zijn nog niet gewend dit soort hybride-schaaktornooien. Ik las trouwens gisteren op schaaksite dat wel meer hybride-schaaktornooien te kampen hebben met kinderziektes. De online en offline schaakwereld combineren in 1 tornooi maakt de organisatie een heel stuk ingewikkelder.

Alsof dit niet volstond ontdekte ik in ronde 3 plots dat er iets serieus schortte aan het paringssysteem challonge dat we gebruikten. Horror want klaarblijkelijk houdt dit paringssysteem helemaal geen rekening met wit/zwart. Toen pas hoorde ik dat het paringsysteem eigenlijk ontworpen was voor videospelletjes waarbij iedereen op hetzelfde moment start en er dus geen sprake is van wit/ zwart. Zo kregen sommige spelers al 3 keer wit of 3 keer zwart na elkaar. Uiteraard kwamen de eerste klachten al binnen bij de organisator. Een overzetting naar Swar met behoud van kennis over de gespeelde partijen (dus rekening houdend met de kleuren) bleek onmogelijk dus bleef enkel een manuele paring nog over. Tja daar sta je dan met je half uurtje tussen de ronden.

Gelukkig is excel wel mijn specialiteit en in de vroege uurtjes van dag 2 slaagde ik erin om een half-automatisch nieuw paringssysteem te ontwerpen dat kon rekening houden met de reeds gespeelde partijen en tezelfdertijd zou toelaten om de kleuren weer recht te trekken. Het bleef zelfs met dit hulpmiddeltje spannend maar ik kan vandaag trots vertellen dat we geen enkele ronde met vertraging moesten starten en uiteindelijk iedereen toch een normaal ogende verdeling kreeg van kleur. Het tornooi liep en ik hoorde bij velen dat ze zich kostelijk amuseerden. Het niveau mocht ook wel gezien worden zelfs in die mate dat ik achterdochtig werd. Kan iemand met die elo echt wel zo goed spelen? Nee dus want we werden door lichess gealarmeerd dat 2 spelers de fairplay-voorwaarden hadden geschonden. Uitsluiting was de enige optie om de andere spelers te beschermen maar doordat 1 van hen de helft van de toppers had afgemaakt, was het tornooi onthoofd. Het is een kaakslag voor al het werk dat je als organisatie erin hebt gestoken maar ook voor de deelnemers is dit een enorme afknapper.

Desalniettemin wil ik daar niet nog meer woorden vuil aan maken. De overgrote meerderheid speelde het heel zeker eerlijk en het podium toont dat er echt wel kwaliteit aanwezig was. Je mag als organisator nog zo je best doen maar zonder deelnemers geen tornooi dus wou ik enkele van hen daarna nog even in de bloemetjes zetten met een virtueel podium en enkele (niet op voorhand aangekondigde) prijzen o.a. geschonken door De Denksportkampioen.
Er waren een groot aantal spectaculaire partijen waar het af en toe zonder engine ook voor de live-commentatoren te moeilijk was om een correct oordeel te vellen over de stellingen. Onze tornooiwinnaar Joppe Raats was daar geregeld een protagonist bij. Onderstaande partij was een typische voor hem. Na een gezapige opening gaat er iets mis maar dan blaast hij de stelling op en in de complicaties komt hij bovendrijven.
Dus ondanks alle obstakels kan ik het tornooi zeker nog een succes noemen. Ik noch mijn mede-organisatoren hadden eerdere ervaring met het organiseren van dit soort tornooien en alles in acht genomen kregen we toch alles gedaan. Zelfs de nazorg (eindklassement, winnaars contacteren...) was veel beter dan bij heel wat andere tornooien.  Daarnaast hebben we zeker lessen getrokken voor de toekomst.

De vraag die dan rest is welke toekomst. Met de afschaffing van het Vlaams kampioenschap (OLH-verlengd weekend) en afschaffing van Open Maastricht (Pinksteren verlengd weekend) had ik gehoopt om ons huzarenstukje nogmaals over te doen maar dat ballonnetje ging deze keer wel in het ijle verloren. Ik vrees dat ondertussen iedereen ook beseft dat zulke tornooien organiseren geen kattenpis is en best veel vergt van een organisator. Dit in combinatie met de zeer snel dalende online activiteiten in het algemeen, doet mij vermoeden dat het bij die ene maal zal blijven. Ach als ik gepensioneerd ben, zal ik mits voldoende centen eens mijn eigen tornooi organiseren. Echt fysiek schaken op een bord waarbij je met Jan en alleman kunt een praatje slaan. Dat is nog altijd veel plezanter.

Brabo

donderdag 20 mei 2021

Hout voelen deel 2

Verscheidene schaakclubs die toegang hebben tot een buitenterras hebben hun deuren terug geopend. Zo las ik op de website van schaakkringdeurne-zuid dat de heropening op 12 mei een groot succes was. Meer dan 20 leden waren aanwezig ondanks de regen en dat op een woensdagnamiddag. Het is duidelijk dat veel schakers hun potjes op een fysiek schaakbord samen met een praatje in hun favoriete schaakclub erg gemist hebben in de voorbije maanden.

Tezelfdertijd merk ik ook op dat er niet verrassend plots veel minder clubschakers online nog actief zijn. Over x maanden zal corona enkel nog een nare herinnering zijn uit ons collectief verleden waar niemand nog wilt aan terugdenken. Straks gaat alles weer zijn gangetje net als voorheen of.... Nee dat lijkt mij te optimistisch want ik verwacht dat we straks zullen opmerken dat veel schakers niet meer terugkeren naar de club en hun sabbatjaar voor onbepaalde tijd zullen verderzetten.

Daarnaast zou ik het ook heel jammer vinden als we helemaal niets van de voorbije periode kunnen/ willen leren. Veel clubschakers hebben met het online schaken voor het eerst geëxperimenteerd en sommige hebben zich er zelfs in gespecialiseerd. Er zijn talloze initiatieven geweest waarvan meer dan een dozijn nooit mogelijk waren geweest in klassiek clubschaken. Kortom ik hoop dat bv. de Belgische online schaakclub niet aan een stille dood sterft in de volgende maanden bij gebrek aan interesse.

Voorlopig gaat het online klassiek schaken nog zeker een maandje door met morgen ronde 3. Dus heel wat clubschakers hebben zich voor deze periode nog geëngageerd maar daarna is het koffiedik kijken. De organisator hoopt door de spelers te verplichten op een echt bord te spelen dat dit in de toekomst bij nieuwe gelijkaardige tornooien clubschakers zal blijven aantrekken. Tenminste dat is in de veronderstelling dat het hout voelen een cruciaal deel is van het clubschaken maar is dat eigenlijk wel zo?

Eerst en vooral is het zeker niet zo dat iedere clubschaker in België een eigen schaakbord thuis ter zijn beschikking heeft. In België zorgen de clubs zelf voor het materiaal waardoor je dus perfect kunt schaken in de club zonder zelf in het bezit te zijn van klok/ bord en stukken. Dit is bijvoorbeeld anders in US waar iedere schaker zelf moet zorgen voor zijn materiaal en je daardoor ook veel meer variatie ziet in de tornooien. Dus ik vermoed dat een aantal potentiele deelnemers aan het oks hierdoor afgehaakt hebben. Dit werd nog eens ludiek bevestigd door een 2de ronde verslagje van Marc Ghysels: "Gelukkig kon er een pion geruild zijn op zet 6 want mijn schaakset is niet compleet en mist een zwarte pion (die door een koffiecapsule werd vervangen)."

Ja ik kan er van meespreken over die onvolledige schaaksets. In een schaakclub valt dit minder op daar je dit gemakkelijk kunt oplossen met 1 reserve schaakset waar je dan kunt uit putten als er een keertje iets verloren gaat maar thuis is dat natuurlijk onmogelijk. Zeker bij die pocketschaaksetjes is het erg lastig om geen stukken te verliezen. Nu die zijn meestal gemaakt van heel goedkope plastiek tenzij je ooit als cadeau van je grootmoeder onderstaand pocketschaakset verguld met 24 karaat echt goud kreeg.
De zwarte dame ontbreekt dus gelukkig geen verguld stuk. Ik herinner mij dat het al voor mijn verhuis van 12 jaar geleden zo was. Ik acht de kans onbestaande dat het nog ergens opduikt maar ik vind het nog steeds doodjammer want het blijft een uniek schaakspel en een blijvende herinnering aan hoe geprivilegieerd mijn band was met mijn grootmoeder.

In de beginjaren dat ik schaakte kreeg ik wel meerdere schaaksets cadeau. De ene mooier dan de andere zoals wat te denken van onderstaand schaakspel met middeleeuwse soldaten gemaakt uit tin. We discussiëren nog altijd over wie wit of zwart is.
Zelf kocht ik in 2000 een heel speciaal handgemaakte schaakset aan in Chennai (de geboortestad van Viswanathan Anand in Indië) toen ik daar een maand werkte voor Alcatel. De prijs: 5239 roepies staat nog vermeld op de koffer en dat moet toen ongeveer 125 euro geweest zijn.
Je ziet kamelen, olifanten en paarden maar vooral elk stuk is uniek want zelfs bij de pionnen zie je telkens kleine verschillen. De detail van afwerking zie je het best in de witte koning. Het stuk stelt een Maharadja voor die zit op een troon, vastgemaakt op een enorme olifant met vooraan een stuurman (zoals ook in werkelijkheid gebeurde zie deze oude foto daterend van rond 1926). Hieronder een close-up van het schaakstuk.
Talloze uren moeten in het vervaardigen van dit prachtige schaakset gekropen zijn. Veel collega's die niet-schaker waren, kochten er een of meerdere van want dat vind je gewoon niet in Europa en zeker niet tegen die prijs. Aan een Indische dagloon van vaak niet hoger dan 1 euro, was dit voor ons een buitenkans.

Daarna heb ik aan mijn familieleden wel gevraagd om te stoppen met mij schaaksets als cadeau te geven. Ze nemen niet alleen veel plaats in maar bovendien zijn ze allerminst praktisch om mee te spelen. Eenmaal dat ik trouwde in 2006 vlogen ze allemaal de berging in.

Uiteindelijk was het pas eind 2012 (dus ik schaakte toen al meer dan 2 decennia) dat ik mijn eerste standaard schaakset (met Staunton-schaakstukken) aankocht. Het was de periode dat ik mijn kinderen leerde schaken (zie mijn artikel vals spelen) en de spelregels uitleggen doe je nog altijd veel makkelijk met bord en stukken dan op een scherm. Ik vermoed zonder mijn kinderen dat de kans groot zou zijn dat ik vandaag nog steeds geen fysiek schaakbord of stukken zou hebben.

Trouwens er is vandaag meer dan ooit discussie over hoe zinvol het nog is om thuis over zulk fysiek schaakbord te beschikken. Sommigen vinden het uren turen op een scherm niet gezond maar doen we dat sowieso niet elke dag in heel wat beroepen? Die paar uren extra maken niet meer het verschil of is het net wel dat je dan 's avonds na een lange werkdag best een pauze neemt van het scherm. In elk geval is het voor mij persoonlijk zo dat ik vaak even veel uren online blitz en daar heb je niet eens de optie om een fysiek bord er naast te leggen.

Nu er is wel een verschil tussen het intens turen naar 1 specifieke positie en naar posities die voortdurend veranderen op een scherm. Ik twijfel ook of je dezelfde concentratie kunt behouden door naar een scherm te kijken of wanneer je echt het hout kunt voelen. Echter 1 ding is zonder twijfel vervelend bij het oks en dat is dat je steeds moest switchen tussen een scherm en het fysieke schaakbord. Het is te zeggen dat is als je niet over een DGT-bord beschikt. Misschien wel de nummer 1 vandaag op de markt is Square Off. Dit is een klassiek schaakbord die je niet alleen met een app kunt aansluiten op een account van chess.com of lichess maar ook nog eens volautomatisch fysiek de stukken van je tegenstander verzet op het bord zelf. Enkele demonstraties van dit technologisch hoogstandje vind je in de fimpjes Experience the world's smartest chessboard en VID 20190224 170306.

Het prijskaartje van 400 euro vind ik stevig maar voor echte liefhebbers van DGT niet onoverkomelijk. Voor online klassieke partijen lijkt het mij zeker leuk. Voor een sneller tempo is het wellicht niet zo geschikt want de tijdsregistratie loopt niet zo vlot als puur online schaken waardoor je riskeert sneller te verliezen op tijd. De markt is relatief klein voor dit soort projecten maar mocht de prijs kunnen dalen dan kan het zeker helpen om de brug tussen online en clubschaken te verkleinen.

Brabo

dinsdag 11 mei 2021

Partijen becommentariëren deel 2

De whatsapp-groep van het oks draait overuren. Veel deelnemers gebruiken het kanaal om informeel te zwansen over het schaken. Dat het soms botst is ook niet verwonderlijk want schakers hebben vaak heel uiteenlopende meningen vooral als het over iets abstracts zoals schaakplezier gaat. Leeftijd speelt hierbij een belangrijke rol want hoe ouder een speler is, hoe minder men genegen is om de schaakprogramma's te omarmen.

Dus veel van de discussies ontstaan over het al dan niet toelaten van schaakprogramma's bij schaak-activiteiten. 40 plussers hebben nog de tijd meegemaakt dat schaken weinig of niet werd beïnvloed door de computer en kijken vaak met weemoed terug naar die periode. Ik herinner mij tot  begin jaren 2000 dat er toen heel felle (cafe-)debatten waren over het nut van het aanschaffen van een schaakprogramma. Een meerderheid van schakers was overtuigd dat het zeer slecht was voor je schaakontwikkeling. De spelers die desondanks openlijk een schaakcomputer gebruikten in hun schaakstudie/ voorbereidingen werden beschuldigd van spelbederf.

Echter de tijd heeft ondertussen uitgewezen dat niemand de revolutie in het schaken kon tegenhouden. Veel oudere schakers zijn daarom afgehaakt en gestopt met schaken. Daar staat tegenover dat horden jonge nieuwe schakers opgegroeid zijn/ opgroeien met alle toeters en bellen van de schaakprogramma's. De oorlog is verloren maar dat betekent niet dat alle gevechten voorbij zijn of dat de resterende oudere spelers de handdoek helemaal in de ring smijten. Bepaalde niches in het schaken blijft men met hand en tand verdedigen tot de laatste man.

Desalniettemin ook deze laatste vestingen vertonen vandaag steeds meer scheuren. Enkele jaren geleden ging de markt van schaakboeken definitief voor de bijl. Vandaag is het absoluut not done om een schaakproduct te koop aan te bieden waar niet minstens een serieuze blundercheck met een computer is voor gebeurd. Geen enkele recensent zal een boek nog aanprijzen met flagrante blunders die een topprogramma in luttele seconden kan detecteren. Daar was men 10 jaar geleden veel toleranter voor.

Een andere vesting die vandaag ook steeds meer onder druk staat, zijn de post-mortems. Net na het spelen van partijen, gaan spelers nog ergens buiten de speelzaal samenzitten om na te praten over hun partij. Voor het computertijdperk was dit voor sommigen de enige manier om feedback te ontvangen over hun spel en dus heel belangrijk in de schaakontwikkeling. Vandaag is het daarom perfect begrijpelijk dat veel (vooral oudere) schakers nog steeds computers niet graag zien verschijnen in de post-mortems. Computerevaluaties zijn heel lastig of zelfs onmogelijk om te zetten in menselijke begrijpbare taal en het voortdurend kijken op een scherm stoort geweldig de vaak zeer interessante en leerzame interacties tussen mensen. Dus hou de computer weg van de post-mortems want je tegenstander kan je niet thuis meer bevragen in tegenstelling tot de computer.

Tenminste zo bekeek ik ook post-mortems tot in 2012 de Nederlandse grootmeester Martijn Dambacher (toen nog slechts internationaal meester) tot mijn grote verbazing mij plots uitnodigde om een post-mortem te doen samen met een schaakcomputer (zie dit artikel voor die partij). Dat was mij nog nooit eerder overkomen maar het smaakte naar meer. Het was helemaal niet zo dat de computer afbreuk deed op de kwaliteit van de post-mortem. Integendeel nu gingen we veel sneller en efficiënter door de ingewikkelde stellingen. Het gesprek leed helemaal niet onder de evaluaties van de computer. 

Nu een computer meesleuren naar een post-mortem is niet zo praktisch (ik herinner mij dat Martijn toen een computer consulteerde van een aanwezige arbiter want we speelden in de 1ste afdeling van de Belgische interclub). Post-mortems begonnen pas echt te worden beïnvloed door schaakprogramma's na het doorbreken van de smartphones. In 2015 was het dat de Belgische FM Matthias De Wachter mij toonde hoe handig die dingetjes waren voor een post-mortem na onze onderlinge partij. Zelf sprong ik pas op de trein in 2017 (zie dit artikel) maar tot op vandaag blijven vooral oudere schakers zich hardnekkig verzetten tegen het onding tijdens post-mortems. In herinner mij niet toevallig in Brugge (waar veel 40 plussers spelen) dat ik nog in 2019 aangevallen werd door meerdere omstaanders omdat ik de post-mortem durfde te verpesten met het bovenhalen van mijn smartphone (zie artikel computers worden autonoom deel 2 voor de gerelateerde partij).

Het blijft een gevoelig onderwerp tot op vandaag wat ook weer eens tot uiting kwam in de live-stream van het oks. Video-streaming over het schaken (meestal live) is enorm gegroeid door de corona-crisis en ook enkele Belgische schakers waaronder ikzelf wilden wel eens hiervan proeven. Dus zonder enige ervaring smeet ik mezelf in die nieuwe media-wereld voor het eerste online klassiek schaaktornooi. 4-5 uren volpraten leek mij op voorhand bijzonder lastig en dus liet ik alle opties open maar daar kreeg ik later spijt van. Vooreerst had ik helemaal geen probleem om die uren te vullen en was het zelfs vaak zo dat meerdere sprekers enkel tot chaos leidde. Daarnaast bleek ook dat duidelijke afspraken op voorhand maken, had kunnen helpen om jawel de discussie over al dan niet gebruik van de computer te vermijden.

Ik was overtuigd zeker met de aanwezigheid van enkele sterke deelnemers zoals IM Thibaut Maenhout en FM Adrian Roos dat je enkel zinvol commentaar over hun partijen kon geven mits een schaakprogramma te consulteren maar daar waren sommigen het niet eens mee. Anderen bleven bij het standpunt dat het veel interessanter is om de partijen zelfstandig live trachten te ontleden zelfs als de varianten concreet weerlegd kunnen worden door een computer. Het belangrijkste voor hen was de logica van hoe sterkere spelers redeneren uit te leggen aan het publiek en dat het publiek iets van die denkwijze later in hun eigen partijen kunnen gebruiken.

Een van de kerntaken van de Belgische online schaakclub is de vele nieuwe schakers te leren schaken dus dan is het zeker logisch om de computer met al zijn ingewikkelde varianten buiten de stream te houden. Dus als ik een volgende keer nog eens stream zal ik op voorhand veel beter communiceren welke doelstellingen ik heb want met lesgeven heb ik het echt wel voor even gehad zie mijn artikel van vorig jaar : kinderen leren schaken deel 4. Dus botste het met mijn co-presentatoren wanneer ik vooral mezelf en het publiek wou amuseren met het tonen van hoe mooi schaken wel kan zijn als je mens en computer laat samenwerken. Een mooi voorbeeldje van de mogelijkheden hiervan kwam al aan bod in de eerste ronde van het eerste oks.
Trouwens nog iets wat ik weer eens bevestigd zag, is dat schakers heel gevoelig zijn als er commentaar over hun partijen wordt gegeven. Zelf weet ik ook heel graag wat anderen denken maar sommigen kunnen dat heel moeilijk plaatsen. Vooral over partijen gespeeld door kinderen zijn sommigen hypergevoelig. 

Ik vermoed daarom dat de hand en brein sessies waarmee ik begonnen ben misschien wel leuker zijn voor de betrokken spelers dan puur commentaar geven. Je kan hiervan al een aantal streams zien op youtube. Het concept is dat een sterke speler (het brein) gematcht wordt aan een zwakkere speler (de hand) waardoor op een heel speelse manier geschaakt wordt. Het brein zegt welk stuk er gespeeld moet worden en de hand kiest hoe. Bijvoorbeeld het brein zegt in de beginstelling pion en dan de hand kan kiezen om 1 van de 8 pionnen naar eigen goed dunken vooruit te zetten. Tijdens de partij geef ik dan ook nog voortdurend tips van ik had toch liever die pion gespeeld omwille van dat. Als de partij verloren gaat dat is het de schuld van het brein. Als er gewonnen wordt, vieren we samen. Het is voor mij in elk geval ook veel aantrekkelijker dan gewoon lesgeven. Wil je het ook eens proberen dan kan je mij hiervoor contacteren.

Brabo

dinsdag 4 mei 2021

Hybrid schaken deel 2

Sinds begin 2020 hebben de meeste Belgische schakers geen enkele officiële partij met ratingverwerking meer gespeeld. In de omringende landen was het eveneens armoe troef. Op enkele uitzonderingen na (veelal in landen waar de overheid koos voor de economie i.p.v. het redden van mensenlevens) viel er geen bordschaken te beleven.

Het gevolg is natuurlijk dat bijna iedereen nog net dezelfde rating heeft als begin 2020. Er zijn ook nauwelijks normen of titels uitgereikt. Het is een ramp voor de vele ambitieuze jonge spelers waarvan ik vermoed dat een aantal ondertussen afgehaakt zijn. Ook voor fide was het een annus horribilis. De meeste inkomsten voor de fide verdampten want die zijn grotendeels afkomstig van de ratingverwerking en uitreiking van titels.

Ik was bijgevolg dan ook niet verwonderd dat fide begin 2021 plechtig aankondigde op hun site zie https://fide.com/news/906 dat vanaf nu ook online schaken zou kunnen meetellen voor ratingverwerking en het behalen van titels. Daarvoor werden de fide-reglementen speciaal aangepast met een bijlage voor online schaken zie Regulations.pdf.

Echter een succes is dit initiatief (nog) niet geworden en ik verwacht ook niet dat het ooit zal worden.  Hybrid schaken zoals fide het zelf noemt, werkt volgens een systeem van hubs. Spelers verzamelen zich over de wereld in kleine groepjes op aparte locaties waar ze onder de supervisie van een arbiter op een computer hun partijen kunnen spelen. Dit heeft als grote voordelen t.o.v. gewoon bordschaken dat je vermijdt dat spelers grote afstanden moeten afleggen om deel te nemen aan een tornooi (geen luxe met het huidige vliegverkeer). Dankzij het spelen op een computer vermijdt je ook direct contact met de tegenstander en dat is in covid-tijden zeker aan te raden. Tenslotte zorgt de aanwezigheid van de arbiter ervoor dat je min of meer dezelfde fairplay bereikt als in bordschaken en dus 100x beter dan in puur online schaken.

Uiteraard zijn er ook grote nadelen aan dit systeem die verklaren waarom het vooral dode letter is gebleven. Arbiters zijn schaars en werken in hubs betekent dat je een veelvoud nodig hebt aan arbiters in een hybridtornooi van de fide t.o.v. een gewoon bordtornooi. Verzamelen van spelers/ arbiters in hubs is ook in vele landen simpelweg verboden door de coronamaatregelen. Tenslotte is het allesbehalve comfortabel om computers telkens te verslepen naar die hubs en daar vaak ook nog met allerlei beperkingen te moeten rekening houden. Dat lijkt mij toch vele malen minder gezellig dan in je eigen knusse bureau te schaken.

Spijtig want ik denk dat fide hier een unieke kans gemist heeft om de voordelen van het online schaken te omarmen. De gemiddelde clubschaker bleef in de kou staan. Een succesvolle hybrid-oplossing moet rekening houden met de specifieke wensen/ eisen voor de gewone clubs/ schakers. Fictie? Wel in elk geval komt het prive-initiatief van Mark Dechamps al heel dicht bij die droom. Vorig jaar begon hij met een handvol spelers en ondertussen is het uitgegroeid tot een van de grootste succesvolle klassieke online tornooien in de wereld (nee ik denk niet dat ik overdrijf want ik zie echt heel weinig gelijkaardige initiatieven online).

Mark legt zijn visie uit in een youtubefilmpje: algemeen concept. Kort uitgelegd probeert hij de schakers zo goed mogelijk dezelfde ervaring te geven als in klassiek bordschaken. Dit betekent o.a. spelers spelen niet alleen hun partijen maar zien elkaar ook. Daarnaast verzamelen ze zich allemaal in 1 virtuele speelzaal. Hoe zo een schaakavond exact verloopt, legt Mark uit in een tweede youtubeflimpje. Hoe zo een speelzaal in volle actie er uit ziet, kan je hieronder bekijken. Best wel spectaculair vind ik als je beseft dat de icoontjes allemaal echte personen zijn. 
Trouwens online schaken laat ook toe om met het speeluur/ speeldag te schuiven indien nodig. Het is leuk om allemaal samen te kunnen spelen maar net omdat we virtueel alles doen, kan je ook veel makkelijker afspreken met je tegenstander om op een ander moment te spelen dan de standaard speeluren. Dit is een gigantisch voordeel t.o.v. gewoon klassiek bordschaken en zeker in deze 21ste eeuw meer dan ooit noodzakelijk voor veel schakers die een heel druk leven leiden.

Thuis kan je het jezelf zo knus maken als je zelf wilt. In de whatsappgroep speciaal gecreëerd voor dit initiatief werden enkele heel leuke foto's gedeeld van schakers die hun eigen setup deelden. Onderstaande foto vond ik de meest knappe. Als je zulke opstelling (4 schermen + schaakbord !) kunt creëren dan ga je toch niet meer snel gewoon bordschaken, niet?
Dus we zien hier naast een klassiek schaakbord ook dat de speler een zicht heeft op de paringstabellen, de tornooizaal, zijn lopende partij in lichess en zijn tegenstander die aan het denken is. Echter Mark biedt nog veel extra lekkers aan voor iedereen. Naast een heel up to date website zie oks met paringen, standen en zelfs verslagen van de partijen door de spelers zelf, heeft Mark ook nog een aparte zaal gecreëerd waar live-verslaggeving door meesters/ experten wordt gegeven. In onderstaand screenshot kan je zien hoe spelers en verslaggevers verzamelen in de zaal om dan samen in een video-sessie de lopende of net beëindigde partijen te bespreken.
Trouwens deze liveverslaggeving wordt dan ook nog eens bewaard op de twitch en youtube-kanalen van de Belgische online schaakclub. Ik merk op dat ook daar veel gebruik wordt van gemaakt. Iedereen is natuurlijk nieuwsgierig over wat er over zichzelf verteld werd.

Een laatste recente uitbreiding is het virtueel schaakcafe waar schakers buiten het zicht van de livestream met elkaar kunnen chatten. Hiervoor maakte Mark een echt bruine schaakkroeg. Ik heb ze nog niet gebruikt maar ze ziet er visueel fantastisch uit.
Kortom ik kan alleen maar zeggen proficiat Mark voor al het werk. We hebben het klassiek bordschaken enorm gemist en dit hybide schaken is een verademing t.o.v. het dagelijks online gepruts. Je kan er niet omheen dat een echte klassieke partij zoals onderstaande toch 1000 keer meer voldoening brengt dan een ontelbaar aantal blitz/ bulletpartijtjes.
Dan blijft natuurlijk de vraag over wat zal de toekomst brengen. Wel ik vrees ervoor. Na de 60 deelnemers van vorig tornooi en alle publiciteit errond vind ik 74 deelnemers voor de lopende editie eerder mager. Ik hoor al dat sommige schakers niet meedoen omwille van dat de terrassen volgende week zullen opengaan. Ik hoor ook dat veel clubs al staan te springen om weer in juni hun deuren te openen (terwijl dat juni eigenlijk altijd einde seizoen is dus normaal een vrij dode periode in de clubs). Tenslotte zullen zeer waarschijnlijk veel schakers liever klassiek schaken waar een rating, titels, prijzen op spel staan en dat is hier niet het geval wegens onvoldoende controle op valsspelers.

Dus ik verwacht dat de meeste clubschakers heel snel het online en/of het hybride schaken vaarwel zullen zeggen. Jammer want ik denk echt dat er een plaats is voor dit hybride schaken naast de gewone clubs. De meeste clubs hebben een heel beperkt aanbod of zijn moeilijk te bereiken. Dit hybride schaken zou een heel goede aanvulling kunnen betekenen voor veel schakers. Zelf geef ik het zeker een kans want het zou wel eens een oplossing kunnen bieden voor inactiviteit.

Brabo

maandag 26 april 2021

Hybrid schaken

1 april is altijd een dag dat je op je hoede moet zijn. Zelf doe ik aan die flauwekul niet mee maar ik geef toe dat ook ik sommige grappen best geslaagd vind. Dit was zeker het geval voor de aankondiging op 1 april door lichess: lichess otb mode not really. Miljoenen schakers wereldwijd missen al meer dan een jaar het bordschaken dus velen vielen met ogen open in de val ondanks de waarschuwing onderaan het artikel.

Nee ik zal hier niet lachen met wie er allemaal is ingetuind van Belgische schakers. Wat mij in dit verhaal vooral fascineert is hoe lichess zichzelf promoot met dit magistrale literaire hoogstandje. De waarschuwing onderaan zie ik dan ook eerder als een zeer sluwe manier om iets heel serieus te vertellen maar te verhullen in een rookgordijn van humor. De waarschuwing is dan ook compleet overbodig eenmaal je begrijpt dat lichess enkel de negatieve elementen belicht in het bordschaken.

Eigenlijk vertelt lichess ons dat we gek zijn om ooit nog naar het bordschaken te willen terugkeren. Dat betekent opnieuw kijken naar stukken die schots en scheef op een bord zijn neergekwakt (met de al minstens even ergerlijke j'adoubes eraan gekoppeld). Daarnaast zullen we opnieuw na elke zet niet mogen vergeten de klok in te drukken (zonder maar te spreken van technische mankementen er aan) zie mijn 2014 artikel over tijd. Illegale zetten zijn opnieuw de verantwoordelijkheid van de spelers en niet van lichess. Uiteraard verdwijnt ook de vertrouwde en zeer degelijke standaard van schaakstukken en bord want je wordt als speler ook verplicht om met andere modellen te spelen. Tenslotte niemand verlangt toch naar het opzetten en opruimen van een schaakset. In tornooien moet men steeds smeken om vrijwilligers te vinden voor dit uiterst vervelende klusje die lichess voor ons in een fractie van een seconde zonder morren uitvoert.
Zo zou dus schaken online in bordschaak-mode er kunnen uitzien. Trouwens dan hebben we het nog niet gehad over een hele resem andere negatieve aspecten die we eveneens in het bordschaken geregeld tegengekomen. Herinner je de artikels over schaakcomfort zie deel 1 en deel 2 waarin we het hadden over slechte stoelen, te weinig ruimte, slechte verlichting, geen toiletten in de buurt, plakkende/ stinkende borden, versleten stukken waarbij wit en zwart bijna dezelfde kleur hebben, lawaai, onbekende klokken/ notatieformulieren (zie het sadistische examen), vervoer en parkeerproblemen (zie Belgische interclubs apotheose)....

Ach en misschien wel de ergste vijand in bordschaken blijft de schaakspeler zelf. Je hebt er die naast je bord rustig een praatje slaan (al dan niet over de stelling op je bord). Je hebt er die steevast te laat komen (zowel voor hun eigen partijen als bij het nakomen van afspraken met teamgenoten). Echter het ergste vond ik nog altijd die paar keren dat ik mij afvroeg wanneer die schaker voor me of naast me zich laatst nog gewassen heeft. Kortom ik snap best dat sommige schakers aarzelen om nog ooit naar het bordschaken terug te keren. Met online schaken ben je altijd verlost van al die ongemakken.

Desalniettemin ondanks alles ben ik ook aan het uitkijken naar het moment dat we weer kunnen bordschaken. Voor mij was het de belangrijkste reden om vorige week mezelf op de reservelijst te plaatsen om zo snel mogelijk een vaccin tegen covid te krijgen. Het is ook de belangrijkste reden om straks mee te doen met het 7 ronden online klassiek schaaktornooi als ideale voorbereiding op hopelijk een zomertornooi met bordschaken. Online schaken is zeker niet allemaal rozengeur en maneschijn.

Zo zijn er een aantal technische aspecten in online schaken die op zijn minst twijfelachtig zijn in het licht van het Fide-handboek. Vooreerst detecteert lichess zelf 3 keer dezelfde stelling waarna automatisch een remise wordt geclaimd. Dit had als gevolg dat in ons eerste klassiek tornooi van de online Belgische schaakclub plots remise op het bord stond in onderstaande partij zonder dat de spelers aanvankelijk begrepen waarom. Dit staat natuurlijk haaks op de fide-regel dat de spelers zelf  remise moeten claimen.
Een ander technisch afwijking is de muisslip. Voor blitz/ bullet vind ik dit deel van het spel en moet je niet klagen maar een klassieke partij over soms 4 uren of meer daardoor laten beslissen is destructief voor iedereen. Het staat opnieuw haaks op de fide-regel dat een zet niet moeten worden uitgevoerd die duidelijk niet met de intentie van de speler tot stand is gekomen. Trouwens veel spelers weten niet dat je een stuk niet moet bewegen wanneer je die per ongeluk met bijvoorbeeld je mouw hebt aangeraakt bij het uitstrekken van je arm. Omdat lichess take-backs niet altijd toestaat, vonden de spelers in onderstaande partij een alternatieve oplossing. Dit had dan wel als negatief neveneffect dat de klok en notatie niet meer correct waren.
Tenslotte heb ik het al tal van keren vermeld op deze blog maar valsspelen is en blijft de nummer 1 waarom veel clubschakers een grondige afkeer hebben van het online schaken. Zelfs in het recent georganiseerd Paaskampioenschap voor de jeugd van de Belgische online schaakclub moest ik tot grote schaamte 2 spelers uit het tornooi zetten wegens valsspelen. Er stonden elo noch prijzen op het spel dus ik had tevergeefs gehoopt dat het de valsspelers zou ontmoedigen. Ik gaf hen allebei heel lang het voordeel van de twijfel maar na onderstaande partij kon ik niet geloven dat een 1357 fidespeler zonder computerhulp zo goed kon schaken
Echter covid is nog lang niet voorbij. Ik ben bijlange niet zeker of er deze zomer al bordschaak mogelijk zal zijn zoals voor corona. Mondmaskers en allerlei beperkende maatregelen zullen wellicht nog voor lange tijd gelden waardoor het zeker zinvol is om vandaag een soort hybride-vorm van schaken te propaganderen die het beste van beide werelden probeert te combineren. Mark Dechamps heeft hiervoor een heel mooi project ontwikkeld maar dat is voor een volgend artikel.

Brabo

vrijdag 16 april 2021

Marc Segaert 13/4/1940 - 5/4/2021

Op deze blog schrijf ik heel weinig over sterftegevallen in het schaken alhoewel er wel elke week of dag in de schaakwereld (wereldwijd) iemand is die ons verlaat. Ik kijk persoonlijk liever vooruit dan achteruit. Daarnaast ben ik ook een veel te grote optimist om lang te treuren bij droevige gebeurtenissen. Tenslotte delen schakers weinig informatie over zichzelf want de meeste gesprekken blijven oppervlakkig of vaak uitsluitend over het schaken zelf.

Echter toen vorige week het overlijdensbericht van Marc Segaert mij bereikte (jawel het vreselijke coronavirus - ik vrees dat we recent nog schakers verloren hebben op die manier maar omdat schaakclubs gesloten zijn, de berichtgeving stokt) dacht ik onmiddellijk daar moet ik een uitzondering voor maken. Nee Marc ken ik helemaal niet goed want ik vermoed de laatste keer dat ik hem gezien heb, is wellicht een vluchtige begroeting op de Brugse meesters van 2019 maar er zijn wel enkele m.i. interessante details die ik kan/ wil vertellen waarin Marc een rol speelt/ speelde.

Zo was Marc een van de eerste personen die ik ontmoette in mijn allereerste schaakclub: De Roeselaarse Torrewachters. Op zich niets bijzonder moest het niet zijn dat hij de allereerste tegenstander was waarvan ik onze onderlinge partijen digitaliseerde. Ik had zonet mijn allereerste PC (een pentium 90Mhz) aangekocht (deels met vakantiewerk gefinancierd) en in 1996 begon ik wellicht als 1 van de allereerste schakers mijn partijen in een database te bewaren. Vandaag 25 jaar later werk ik nog steeds met dezelfde database en ze bevat al mijn gespeelde klassieke partijen (+900 stuks) grondig geanalyseerd en becommentarieerd. (Wie doet beter? Ik daag de lezers uit! )
Bovendien is er nog een tweede aspect van die historische partijen te vertellen. Die 2 onderlinge partijen met Marc (bovenaan mijn database) zijn de enige officiële partijen die ik ooit bij een tegenstander thuis gespeeld heb. Het is iets uiterst zeldzaam dat officiële partijen niet gespeeld worden in een tornooizaal maar bij iemand thuis want het zijn de enige tot nu toe in 25 jaar competitie spelen.

Ik denk niet dat het tegen de reglementen is maar persoonlijk ben ik geen voorstander om partijen bij iemand thuis af te werken. Marc was wel een heel goede gastheer maar je speelt toch niet meer op neutraal terrein. Daarnaast zit je daar dan ook maar opgesloten want je kan moeilijk een wandeling maken in iemands huis en andere partijen zijn er niet om te volgen. Ik heb vaak schakers thuis opgezocht om losse partijen te spelen of gewoon om te analyseren en bij te praten maar officiële partijen spelen deed ik altijd liever in een echt wedstrijdkader. Ik ben trouwens benieuwd in hoeverre andere schakers over de vloer komen bij elkaar dus naast het clubgebeuren. Ik vermoed dat dit heel beperkt is maar er zijn zeker uitzonderingen.

Toen ik dit verhaal laatst deelde met andere Torrewachters (spelers van de Roeselaarse club) bleek dat Marc wel vaker vroeger (voor hij op pensioen ging) zijn partijen thuis afwerkte en daarmee kom ik aan het laatste en derde aspect dat ik hier wou aanraken. Marc was een wereldbefaamde nefroloog (nierspecialist) waardoor hij de hele wereld rondreisde en dus botste heel vaak zijn planning met de speelkalender van de schaakclub. Ik vermoed dat hij daarom een van de slimste personen was die ik ontmoet heb in en buiten het schaken. Intelligentie en schaken. Ik heb het vorig blogartikel even per toeval aangeraakt maar hoe zit dat nu eigenlijk.

Daar bestaat tot op vandaag zeker geen consensus over maar uit mijn eigen ervaringen stel ik wel vast dat heel veel volwassen schakers een hoog diploma hebben behaald. Ja er is een mix tussen alle lagen en standen maar ik heb wel het gevoel dat er een oververtegenwoordiging is van slimme mensen in het schaken. Trouwens ik hoorde ook een paar jaar geleden op een Belgisch jeugdkampioenschap schaken te Blankenberge dat veel deelnemers eerste waren in hun klas op school. Maakt schaken slim of trekt schaken eerder slimme mensen aan? Om schaken te promoten, hopen we natuurlijk op het eerste maar ik vrees dat het eerder het tweede is. Schaken biedt aan iedereen een uitdaging waarvoor zelfs de slimste mensen geen definitieve oplossing kunnen voor bedenken.

Om af te sluiten geef ik onze 2de onderlinge partij mee (van in totaal 3 die we tegen elkaar gespeeld hebben). Marc speelt zijn favoriete Schots met wit. Hij had zowel met wit als zwart een scherp afgelijnd repertoire. Ik heb de oude analyses laten staan om aan te tonen hoe ik zelfs 25 jaar geleden als speler zonder een elorating al heel intensief met een computer analyseerde en soms echte pareltjes al ontdekte (Stockfish vandaag weerlegt ook een groot aantal varianten). 

Brabo

woensdag 7 april 2021

Precisie deel 2

In het vorig artikel sloot HK5000 af met de stelling dat trainen op precisie niet bestaat maar daar had ik onmiddellijk vragen bij. Dat stemt niet overeen met wat ik lees op het internet over veel befaamde coaches die werken met toptalenten. Zij vertellen ons net het tegenovergestelde. Zij claimen dat het perfect mogelijk is door het intensief oplossen van zeer moeilijke oefeningen om de hersenen te herprogrammeren zodat je geconcentreerder en vooral efficiënter kunt nadenken tijdens een officiële bordpartij dus ongeacht de opgebouwde kennis.

Persoonlijk denk ik dat daar wel iets van aan is. Hoe vaak gebeurt het niet dat ik bij mezelf detecteer dat ik weeral de varianten dubbel en triple-check tijdens een partij. Dat lijkt mij allesbehalve een optimaal tijdsgebruik. Het is moeilijk in te schatten wat er exact zou gebeuren als ik erin zou slagen om elke variant slechts 1 keer te bekijken maar het staat buiten kijf dat ik aan precisie zou winnen. Er zou een zee aan tijd vrijkomen om talloze andere opties te bekijken of veel dieper.

Ik durf hierbij de vergelijking maken met de IQ-testen. Wikipedia vertelt ons dat die testen oorspronkelijk werden ontwikkeld om de aangeboren intelligentie van een persoon te kunnen meten maar dat men er vandaag steeds grotere vraagtekens bij stelt. Zo vertelde mijn dochter Evelien vorige week nog hoe ze een online IQ-test had gevonden en test na test erin slaagde om haar score te verbeteren. Alhoewel het telkens andere opgaven waren, zag je toch duidelijk dat het maken van eerdere testen wel degelijk een invloed had op de precisie in latere testen. Ze had haarzelf als het ware geherprogrammeerd.

In het schaken is wellicht 1 van de grootste recente succesverhalen van dit intensief trainen die van de Amerikaanse sterke grootmeester Sam Shankland. Hij brak in 2018 op 27 jarige leeftijd tot grote verbazing van zijn collega's plots door tot de absolute elite na jaren rond plaats 100 in de wereld te hebben gehangen. Iemand die op dat niveau zulke grote sprong zo laat in zijn carrière nog maakt, was nooit eerder gezien. In een interview Shankland my goal is to be world champion licht hij een tip van de sluier op. Zijn huidige coach de Schotse grootmeester Jacob Aagard (vooral bekend als uitgever bij qualitychess) had hem de voorbije jaren een Spartaanse training opgedrongen door hem dagelijks talloze zeer lastige en complexe oefeningen le laten oplossen.

Dan is natuurlijk de volgende vraag wat er bedoeld wordt met lastige en complexe oefeningen. Wel daar discussiëren de befaamde coaches onderling zelf over. Niet verwonderlijk heeft Quality Chess er zijn paradepaardje van gemaakt. Dan denk ik vooral aan de 6-delige reeks Grandmaster Preparation: Thinking inside the boxEndgame playAttack and DefenceStrategic playPositional playCalculation. Deze serie gedisciplineerd doorworstelen samen met enkele van hun grootmeester openingsrepertoire boeken en Jacob is ervan overtuigd dat hij het niveau van elke fidemeester kan optillen naar grootmeesterniveau.

Nu ik ken de inhoud van die boeken niet maar ik vermoed dat het aankopen van die boeken een snelle manier is om veel interessant materiaal te vinden om intensief te trainen. Dus dit beantwoordt al de vraag waar je de lastige en complexe oefeningen gemakkelijk kunt vinden maar nog niet wat die exact inhouden. Sommige coachen menen dat elke stelling die je dwingt om diep na te denken al goed studiemateriaal is. Zo had ik het vorig jaar in het artikel Praktisch schaak over een trainingsboek met enkel stellingen die een computer had kunnen oplossen maar geen mens aan het bord. Echter hier kwam al snel kritiek op. Heeft het nut om stellingen trachten op te lossen waarbij je veelal niet eens de oplossing kunt vinden zonder hulp van een computer ongeacht hoe lang je nadenkt? Moeten we niet afstappen van het denken zoals een computer want wij kunnen dit als mens toch niet?

In elk geval ik heb nog weinig goeds gelezen over dit boek en dus lijkt het mij erop dat de consensus toch eerder is dat een stelling oplosbaar voor een mens moet blijven om als interessant oefenmateriaal te worden beschouwd. Veel onduidelijker is wat met stellingen uit de probleemwereld. Daar hoor ik veel meer tegengestelde opinies. Sommige grootmeesters gaan er prat op dat het oplossen van composities/ problemen uit de probleemwereld erg zinvol is om jezelf scherp te houden in bordpartijen. Andere grootmeesters geven toe dat ze zich nooit met zulke problemen bezighouden. De meeste opgaven staan veel te ver van de praktijk en de studietijd kan je beter anders invullen. Ik las vorige weken onderstaande boek Secrets of Spectacular chess 2nd edition gepubliceerd in 2008 en geschreven door Jonathan Levitt en David Friedgood. 
Het is een prachtig boek waarmee ik mezelf enorm geamuseerd heb maar de reviews waren bijlange niet allemaal positief zoals op de blog van streathambrixtonchess. Sommigen vonden het ronduit misleidend dat de auteurs claimen dat je met het oplossen van zelfmatten, helpmatten ook sterker zou kunnen schaken aan een bord. Anderen vonden dan weer het een teleurstelling dat blijkbaar schoonheid in het schaken bijna uitsluitend is terug te vinden in probleemschaak. 90% van het boek gaat over probleemschaak en het bordschaken komt slechts sporadisch aan bod. Tenslotte is ook niet iedereen het eens over de definitie van schoonheid maar over kleuren en smaken valt niet te twisten.

Nu persoonlijk denk ik ook dat je beter met de boeken van bv. Dvoretsky of Aagard kunt werken om beter te schaken dan helpmatten en zelfmatten op te lossen. Dat lijkt mij gewoon 100 keer efficiënter alhoewel het soms wel leuk kan zijn om eens iets anders te doen en verandering van spijs doet eten uiteraard. Trouwens af en toe zit er tussen die problemen wel eens iets die ook perfect in een bordpartij zou kunnen verschijnen. Zo stond de Hongaarse-Amerikaanse grootmeester Pal Benko erom bekend om stellingen voor te schotelen die zo uit een bordpartij hadden kunnen komen. Op onderstaande ogenschijnlijk eenvoudige stelling moesten zelfs wereldtoppers zoals Spassky en Kortchnoi hard zwoegen.
Echter vaak zien we dat de probleemwereld al snel helemaal niets meer te maken heeft met bordschaken. We zien hetzelfde thema maar dan in een uitermate complexe vorm in onderstaand voorbeeld. Sommigen beschouwen het probleem als 1 van de beste ooit gecomponeerd.
Zeg nooit nooit en dat geldt ook hier weer. De voorbije week kreeg ik plots via whatsapp een berichtje toegestuurd van een stelling uit een partij gespeeld op lichess door Jonas Van Dael (samen met Jonas Buysens de nieuwe onzichtbare krachten achter onze totaal vernieuwde website van de Belgische online schaakclub). Hij schreef erbij "mijn meest eigenaardige remise ooit".
Ondanks een bord nog vol met stukken en een groot materiaal-overwicht van wit, is het duidelijk dat er geen doorkomen meer aan is. De stelling kwam hier grotendeels toevallig tot stand dus zonder diepgaand denken maar het bewijst wel dat er niet alleen in probleemschaak rare stellingen kunnen ontstaan. Dus om het creatief/ uit de box denken te stimuleren, kan het oplossen van stellingen uit de probleemwereld wel helpen. Anderzijds stel ik mij opnieuw vragen in hoeverre dit optimaal gebruiken is van de studietijd.

Bovendien kost het intensief oplossen van lastige en complexe stellingen enorm veel tijd. Als ik bijvoorbeeld kijk naar een wereldkampioenschap oplosschaak dan krijgen de deelnemers maximaal 360 minuten de tijd om 18 stellingen op te lossen. Dat is gemiddeld 20 minuten per stelling voor de beste oplossers in de wereld en dan spreek ik nog niet over het feit dat men stukken mag verzetten wat natuurlijk niet mag in bordschaken en het al veel makkelijker maakt om de juiste zet te vinden. Online heb je ook helemaal niet de tijd om zo lang na te denken want bijna alle partijen zijn afgelopen in 20 minuten maar ook in de meeste klassieke tornooien is het tempo nu 90 minuten + 30 seconden geworden waardoor je eigenlijk het niet meer kunt permitteren om 20 minuten over 1 zet na te denken.

Een laatste belangrijke opmerking die ik heb is dat het effect van dit intensief trainen vaak al vrij snel verdwijnt wanneer je ermee stopt. Dat zien we bij de IQ-testen maar ook in het schaken. Persoonlijk denk ik dan ook dat dit soort trainingen niet vol te houden is op lange termijn. Zelfs onze Sam Shankland heeft na zijn piek een terugval gehad. Ik denk wel dat het zinvol is om voor bepaalde belangrijke tornooien trachten te pieken. Trainen op precisie kan dus maar meestal tijdelijk en vergt heel veel discipline. Ik denk voor 99,99% van de schakers is het niet haalbaar dus op dat vlak geef ik HK5000 gelijk.

Brabo