In mijn artikel afscheid schreef ik dat de auteur van VSD mijn blog misschien leest omdat hij een oproep doet om spelers in de bloemetjes te zetten. Dit vermoeden werd onlangs nog versterkt want in de voorbije maand publiceerde VSD 2 interviews met bekende Belgische schakers. Dit is wel heel toevallig nadat ik een maand eerder op deze blog in een reactie had geschreven dat zulke interviews mij zeer interessant lijken. Nee ik ben niet jaloers, integendeel. Het is een compliment voor deze blog om te zien dat mijn artikels positieve initiatieven creëren. Ik heb niet de tijd om ideeën goed uit te werken dus ik ben blij dat anderen bereid zijn om dit te doen. De reacties zijn op deze blog dan wel schaars maar ik kan zien aan de aanzienlijk gemiddeld aantal bezoeken per dag dat deze blog toch een niet te verwaarlozen bereik heeft in onze kleine (Vlaamse) schaakwereld.
Beide interviews waren kort maar desondanks toch interessant. Zo vertelt de jonge Belgische grootmeester Tanguy Ringoir dat hij zeer zelden heeft deelgenomen aan jeugdtornooien. De reden wordt niet expliciet vermeld maar impliciet wordt wel duidelijk uit het voorgaande dat jeugdtornooien nutteloos werden geacht voor de ontwikkeling. Tijd is kostbaar en jeugdtornooien spelen is bijgevolg tijdsverspilling want er bestaan veel interessantere tornooien om zichzelf te verbeteren.
Persoonlijk ben ik het daarmee helemaal eens. Tijd en geld zijn niet oneindig dus efficiëntie is zelfs bij zeer jonge spelers heel belangrijk om je maximaal potentieel te behalen. Veel jeugdtornooien zijn zwak bezet en/ of worden gespeeld met een versneld tempo. Een speler met groeipotentieel zal er weinig of niets leren. Ik ben daarom ook helemaal niet verrast dat vele huidige jeugdspelers die bij de Belgische top behoren, weinig interesse nog tonen voor het jeugdschaken.
Echter tezelfdertijd is het interview ook een waarschuwing voor onze jeugd en hun schaakouders. "Ik spendeer vandaag praktisch geen tijd meer aan het schaken." is toch een zeer opmerkelijke uitspraak van iemand die grootmeester is en slechts 24 jaar. Het klinkt alsof hij compleet opgebrand is en nooit echt van het schaken heeft leren houden. Tanguy verwijt ook de Belgische schaakwereld voor te weinig ondersteuning: "Op mijn 14de had ik 2400 elo en daarna had ik een trainer nodig, maar het schaken is in België niet zo goed georganiseerd als in Nederland, en op dat niveau stagneerde ik." Een profcarrière als schaker was wellicht het doel zie "Als gewone GM (en als je geen superGM bent) is de VS nog steeds veruit de beste plaats" maar werd uiteindelijk financieel niet behaald en/of als onvoldoende aantrekkelijk beschouwd.
Kortom schaken om enkel titels en geld te verdienen is op lange termijn bijna steeds gedoemd om te mislukken. Ik hoor deze drijfveren bij jonge spelers geregeld en dan vertel ik hen dat ze beter nu direct stoppen en zo zichzelf veel tijd en frustratie besparen. "Hulde aan de schaakpappa's" die VSD als afsluiter meegeeft van het artikel over Tanguy Ringoir, is na deze introductie wel heel luguber. "Een droom voor elke beginnend schakertje" is getransformeerd tot een nachtmerrie voor de volwassen geworden schaker.
Voor mijn eigen kinderen ben ik dus uiterst voorzichtig betreffende het uitstippelen van hun schaakcarrière. Ja we doen dit jaar ook slechts 5 van de 10 jeugdtornooien mee in het Vlaams jeugdschaakcriterium maar dit is geen anti-strategie van jeugdtornooien. Dit jaar hadden we gewoon pech dat er heel vaak een overlapping was met een andere niet te negeren activiteit. Zo was er de trouw van mijn broer, de verjaardag van mijn dochter, 2 geplande reizen en het jeugdkampioenschap van de provincie Antwerpen. Trouwens daarnaast liet ik mijn zoon wel deelnemen aan een resem andere jeugdtornooien zoals het bjk zie deel 3 en deel 4, het Vlaams jeugdkampioenschap, het debutantentornooi in LSV en het ONJK (open Nederlands jeugdkampioenschap).
Dus jeugdtornooien zijn wel voor ons belangrijk. Ik heb al eerder in het artikel vrienden aangehaald hoe spelers elkaar kunnen motiveren om actief te blijven schaken. Jeugdtornooien zijn een ideale omgeving om vriendschappen te creëren. Op jonge leeftijd gaat dit heel vlot. Het is daar waar jonge spelers leren dat schaken fun is en niet alleen maar draait rond punten en titels. Ik ben ervan overtuigd dat dit op lange termijn een veel gezondere aanpak is. Mijn keuze tussen grootmeester worden + inactief zijn op 24 jaar of geen grootmeester worden + een heel leven schaken en plezier erdoor hebben, is reeds gemaakt.
Anderzijds wil ik als ouder later niet horen dat ik mijn kinderen te veel verwend heb waardoor ze erg kwetsbaar in de maatschappij staan. Daarom heb ik tegenover de massa fun die ze vandaag krijgen ook een aantal minimum eisen gesteld aan mijn kinderen. Zo zijn mijn beide kinderen verplicht om 1 uur per week Russische taalles te volgen (dit is respect t.o.v. mijn Russische echtgenote). Mijn kinderen schaaktornooien laten spelen, kost handenvol tijd en geld. Fun is het belangrijkste maar af en toe een uitdaging hierbij combineren, maakt het nog een stuk interessanter. Vandaar dat ik Hugo als Belgisch kampioen van de -10 geregeld vraag om in de jeugdtornooien een reeks hoger te spelen dan zijn leeftijd. Zo slaan we 2 vliegen in 1 klap. Hij blijft vriendjes maken en tezelfdertijd kan hij niet op zijn lauweren rusten.
Nu reeksen hoger spelen in een jeugdtornooi is niet zaligmakend. Ik zag bijvoorbeeld in het jeugdtornooi van Leuven dat de 8 jarige zeer talentvolle jongen Tommy Grooten koos voor de A-categorie i.p.v. de F die zijn normale leeftijdscategorie is. De A is misschien wel de beste sportieve uitdaging voor Tommy maar dan kan je toch geen band opbouwen met andere jeugdspelers. Misschien was er geen goed alternatief op de kalender en wou men gewoon schaken want anders zou ik toch eerder direct kiezen voor volwassen-tornooien.
Elk kind is anders dus ik wil zeker niet beweren dat mijn aanpak voor iedereen de beste is. Als je een kind hebt die plezier maakt door te werken aan het schaken en zelf liever speelt bij de volwassenen dan moet je dat uiteraard niet onderdrukken. Echter te vaak gebeurt het dat het eerder de schaakouder is die bepaalde dromen heeft die het kind zonder tegenspraak moet uitvoeren. Wanneer zulk kind dan volwassen wordt en zelf kan beslissen dan zien we bijna altijd dat schaken (op de achtergrond) verdwijnt.
Brabo
Beide interviews waren kort maar desondanks toch interessant. Zo vertelt de jonge Belgische grootmeester Tanguy Ringoir dat hij zeer zelden heeft deelgenomen aan jeugdtornooien. De reden wordt niet expliciet vermeld maar impliciet wordt wel duidelijk uit het voorgaande dat jeugdtornooien nutteloos werden geacht voor de ontwikkeling. Tijd is kostbaar en jeugdtornooien spelen is bijgevolg tijdsverspilling want er bestaan veel interessantere tornooien om zichzelf te verbeteren.
Persoonlijk ben ik het daarmee helemaal eens. Tijd en geld zijn niet oneindig dus efficiëntie is zelfs bij zeer jonge spelers heel belangrijk om je maximaal potentieel te behalen. Veel jeugdtornooien zijn zwak bezet en/ of worden gespeeld met een versneld tempo. Een speler met groeipotentieel zal er weinig of niets leren. Ik ben daarom ook helemaal niet verrast dat vele huidige jeugdspelers die bij de Belgische top behoren, weinig interesse nog tonen voor het jeugdschaken.
Echter tezelfdertijd is het interview ook een waarschuwing voor onze jeugd en hun schaakouders. "Ik spendeer vandaag praktisch geen tijd meer aan het schaken." is toch een zeer opmerkelijke uitspraak van iemand die grootmeester is en slechts 24 jaar. Het klinkt alsof hij compleet opgebrand is en nooit echt van het schaken heeft leren houden. Tanguy verwijt ook de Belgische schaakwereld voor te weinig ondersteuning: "Op mijn 14de had ik 2400 elo en daarna had ik een trainer nodig, maar het schaken is in België niet zo goed georganiseerd als in Nederland, en op dat niveau stagneerde ik." Een profcarrière als schaker was wellicht het doel zie "Als gewone GM (en als je geen superGM bent) is de VS nog steeds veruit de beste plaats" maar werd uiteindelijk financieel niet behaald en/of als onvoldoende aantrekkelijk beschouwd.
Kortom schaken om enkel titels en geld te verdienen is op lange termijn bijna steeds gedoemd om te mislukken. Ik hoor deze drijfveren bij jonge spelers geregeld en dan vertel ik hen dat ze beter nu direct stoppen en zo zichzelf veel tijd en frustratie besparen. "Hulde aan de schaakpappa's" die VSD als afsluiter meegeeft van het artikel over Tanguy Ringoir, is na deze introductie wel heel luguber. "Een droom voor elke beginnend schakertje" is getransformeerd tot een nachtmerrie voor de volwassen geworden schaker.
Voor mijn eigen kinderen ben ik dus uiterst voorzichtig betreffende het uitstippelen van hun schaakcarrière. Ja we doen dit jaar ook slechts 5 van de 10 jeugdtornooien mee in het Vlaams jeugdschaakcriterium maar dit is geen anti-strategie van jeugdtornooien. Dit jaar hadden we gewoon pech dat er heel vaak een overlapping was met een andere niet te negeren activiteit. Zo was er de trouw van mijn broer, de verjaardag van mijn dochter, 2 geplande reizen en het jeugdkampioenschap van de provincie Antwerpen. Trouwens daarnaast liet ik mijn zoon wel deelnemen aan een resem andere jeugdtornooien zoals het bjk zie deel 3 en deel 4, het Vlaams jeugdkampioenschap, het debutantentornooi in LSV en het ONJK (open Nederlands jeugdkampioenschap).
Dus jeugdtornooien zijn wel voor ons belangrijk. Ik heb al eerder in het artikel vrienden aangehaald hoe spelers elkaar kunnen motiveren om actief te blijven schaken. Jeugdtornooien zijn een ideale omgeving om vriendschappen te creëren. Op jonge leeftijd gaat dit heel vlot. Het is daar waar jonge spelers leren dat schaken fun is en niet alleen maar draait rond punten en titels. Ik ben ervan overtuigd dat dit op lange termijn een veel gezondere aanpak is. Mijn keuze tussen grootmeester worden + inactief zijn op 24 jaar of geen grootmeester worden + een heel leven schaken en plezier erdoor hebben, is reeds gemaakt.
Anderzijds wil ik als ouder later niet horen dat ik mijn kinderen te veel verwend heb waardoor ze erg kwetsbaar in de maatschappij staan. Daarom heb ik tegenover de massa fun die ze vandaag krijgen ook een aantal minimum eisen gesteld aan mijn kinderen. Zo zijn mijn beide kinderen verplicht om 1 uur per week Russische taalles te volgen (dit is respect t.o.v. mijn Russische echtgenote). Mijn kinderen schaaktornooien laten spelen, kost handenvol tijd en geld. Fun is het belangrijkste maar af en toe een uitdaging hierbij combineren, maakt het nog een stuk interessanter. Vandaar dat ik Hugo als Belgisch kampioen van de -10 geregeld vraag om in de jeugdtornooien een reeks hoger te spelen dan zijn leeftijd. Zo slaan we 2 vliegen in 1 klap. Hij blijft vriendjes maken en tezelfdertijd kan hij niet op zijn lauweren rusten.
Nu reeksen hoger spelen in een jeugdtornooi is niet zaligmakend. Ik zag bijvoorbeeld in het jeugdtornooi van Leuven dat de 8 jarige zeer talentvolle jongen Tommy Grooten koos voor de A-categorie i.p.v. de F die zijn normale leeftijdscategorie is. De A is misschien wel de beste sportieve uitdaging voor Tommy maar dan kan je toch geen band opbouwen met andere jeugdspelers. Misschien was er geen goed alternatief op de kalender en wou men gewoon schaken want anders zou ik toch eerder direct kiezen voor volwassen-tornooien.
Elk kind is anders dus ik wil zeker niet beweren dat mijn aanpak voor iedereen de beste is. Als je een kind hebt die plezier maakt door te werken aan het schaken en zelf liever speelt bij de volwassenen dan moet je dat uiteraard niet onderdrukken. Echter te vaak gebeurt het dat het eerder de schaakouder is die bepaalde dromen heeft die het kind zonder tegenspraak moet uitvoeren. Wanneer zulk kind dan volwassen wordt en zelf kan beslissen dan zien we bijna altijd dat schaken (op de achtergrond) verdwijnt.
Brabo
Geen opmerkingen:
Een reactie posten