dinsdag 5 juni 2018

BJK deel 4

September 2016 begon ik met lesgeven in KMSK aan hun sterkste jeugdspelers zie de schaakmicrobe. Wekelijks wanneer er geen interclub is, tracht ik hen tijdens het schooljaar iets bij te brengen. Als leidraad volg ik de thema's uit de instructieboeken van stappen 5 en 6 maar de lesinhoud bouw ik volledig rond origineel materiaal. Hiervoor heb ik 2 belangrijke redenen. Mijn leerlingen zijn allemaal voldoende gevorderd als schaker om zelfstandig door de boeken van stap 5 en 6 te gaan. Trouwens sommigen hebben dit al gedaan. Daarnaast vind ik dat de thema's in die boeken vaak onvoldoende zijn uitgediept. Geregeld kan ik zelf nog heel wat extra vertellen of een les aantrekkelijker maken door te verwijzen naar de actualiteit zie bv. piondoorbraken. Dat laatste is geen overbodige luxe want gisteren werd ik nogmaals geconfronteerd met hoe weinig onze jeugdige schakers geïnteresseerd zijn in schaakgeschiedenis. Geen van mijn leerlingen had ooit gehoord van Efim Bogoljubov terwijl hij ooit bijna wereldkampioen was.

Vandaag na bijna 2 jaar lesgeven durf ik een balans op te maken. Enkele van de minder ambitieuze leerlingen zijn afgehaakt. Zij vonden het niveau te hoog en/of de werkdruk te veeleisend. Anderen vonden het dan net wel een pluspunt dat ik in mijn lessen moeilijkere en complexe thema's durfde aan te snijden. Dus je kan nooit voor iedereen even goed doen zeker in een heterogene groep. Desalniettemin ben ik in elk geval blij om te horen dat sommigen wel graag les bij mij volgen. Anderzijds ben ik natuurlijk ook erg benieuwd of ze dankzij mijn lessen uiteindelijk ook beter schaken. Wel ik mag zeker niet klagen over de successen van mijn leerlingen. Afgelopen 2 jaar behaalden ze 3 Belgische jeugdtitels (2 van mijn zoon en Deon Lee in de hoogste categorie), 2 Vlaamse jeugdtitels (opnieuw Deon en daarnaast Thijs De Bock) en tenslotte zijn er nog een resem ereplaatsen. Helemaal niet slecht vind ik als je werkt met slechts 5/6 leerlingen van eenzelfde club.

Recent zorgde mijn beste leerling Sterre Dauw voor misschien wel de grootste stunt door als outsider (slechts 9de op startrating) bij de volwassen het open kampioenschap van Vlaanderen te winnen zie klassementen. Sterre is mijn meest toegewijde en ambitieuze leerling wat je heel duidelijk aan zijn traject kunt zien van de voorbije (kleine) 2 jaren. Hij won maar eventjes 400 fide-elo zie onderstaande elocurve die ik haalde van chessgraph.
Zelf ondervond ik ook al laatst hoe sterk hij was geworden want in het rapidtornooi van Aalter moest ik als witspeler remise claimen om erger te voorkomen. Ik stelde hem daarom in de vorige les de vraag of mijn lessen nog wel zinvol waren voor hem. Ik heb nog ongeveer honderd fide meer en ik schat dat een leraar best minstens een 300 punten meer heeft. Sterre liet mij verstaan dat hij graag nog les bij mij zou willen blijven volgen. Enerzijds omdat ik er nog steeds in slaag nieuw dingen hem aan te leren. Anderzijds omdat het natuurlijk organisatorisch en financieel zeer moeilijk zoniet onmogelijk is om een trainer van 2400- 2500 elo aan te trekken. Tenslotte zijn mijn lessen nog steeds gratis en daarmee hoor ik een grote uitzondering te zijn als FM.

Heb ik mijn roeping als leerkracht gemist? Zoiets durf ik niet te stellen. Trouwens er bestaat geen enkel hard bewijs dat mijn lessen gelinkt kunnen worden aan de bordresultaten van mijn leerlingen. Misschien hadden ze het zelfs nog beter gedaan als ik mij niet men hen had gemoeid. Dit klinkt uiteraard vreemd maar zo voel ik mezelf grotendeels de schuldige in het falen van 2 leerlingen in de laatste ronde van het bjk. Ik begin met de partijvoorbereiding van mijn zoon Hugo. In de laatste ronde moest hij tegen de ongekwoteerde Duitser Matthias Heilligtag. Ik had gezien uit de eerdere ronden dat we meer dan waarschijnlijk de afruilvariant van het Spaans op het bord zouden krijgen dus maakte ik een eenvoudige strategie voor de partij klaar. Hugo zou alle stukken mogen/ moeten afruilen en dan makkelijk het resulterende pionneneindspel winnen. Zelfs de Nederlandse oud-wereldkampioen Max Euwe had al lang geleden aangetoond hoe dit pionneneindspel gespeeld moet worden zie hieronder.
's Ochtends hadden we samen door het pionneindspel gegaan dus Hugo begreep wat te doen. Echter de partij werd een debacle. Vooreerst was Hugo zo bezig met afruilen dat hij een elementaire winst al miste net na de opening. Vervolgens had hij niet door dat de pionnenstructuur na de opening afweek t.o.v. wat we bestudeerd hadden en dus het plan niet kon doorgaan. Tenslotte was Hugo zo hard bezig met afruilen dat hij uiteindelijk te passief speelde. De rest van de partij geef ik mee ter volledigheid maar is verder in dit verhaal niet belangrijk.
Mijn andere leerling Kobus Michielsen overkwam eenzelfde scenario in zijn partij tegen Parcival Rogge, spelend voor LSV. Ik had gezien dat Parcival al 2 keer eerder op het bjk tegen de versnelde Draak een systeem met c3 - Ld3 - Lc2 had gekozen en vermoedde dat hij dat ook wel eens zou durven spelen tegen andere Siciliaanse systemen. Kobus wou winnen met zwart dus kozen we een scherpe anti-dote op basis van onderstaande partij.
G5 ziet er natuurlijk riskant uit maar de topengines tonen aan in de diverse varianten dat zwart uitstekend tegenspel heeft. Nadat Kobus de raad meekregen had om nog eens met de computer alles te herhalen, leek het mij een aanvaardbare openingskeuze. In de partij ging het echter grondig mis. We kregen de voorbereiding op het bord maar Kobus zag niet dat er een belangrijk detail verschillend was wanneer hij g5 speelde. Wit had nog niet gerocheerd in tegenstelling tot onze analyses waardoor g5 natuurlijk averechts werkt. In de partij implodeerde Kobus.
Achteraf besef je dat je eigenlijk beide leerlingen door de voorbereiding naar een nederlaag geleid hebt. Zonder voorbereiding hadden ze zonder twijfel een veel betere partij gespeeld. Nu kregen ze niet eens de kans om hun speelsterkte te tonen en dat is jammer vooral in een laatste ronde van het belangrijkste jeugdtornooi op het jaar. Een geluk bij een ongeluk had Hugo want zijn concurrent verloor ook zodat hij alsnog de tornooi-overwinning kreeg (de Belgische titel had hij toen al).

In mijn vorig artikel toonde ik een succesverhaal van voorbereiden maar bovenstaande voorbeelden tonen ook de andere kant van de medaille. Jonge onervaren spelers zijn vaak niet in staat om te beseffen hoe belangrijk een ogenschijnlijk detail kan zijn voor de evaluatie van een stelling. Als men niet op tijd omschakelt van een bepaalde voorbereide strategie dan kan dit heel nare gevolgen hebben. Toch blijf ik erbij dat voorbereiden nuttig is zelfs voor kinderen. Leren schaken gebeurt nu eenmaal met vallen en opstaan. Nieuwe dingen niet durven aanleren omwille van verkeerde interpretaties zal op lange termijn niet renderen.

Brabo

Geen opmerkingen:

Een reactie posten