Sommige Belgische schaakclubs hebben het moeilijk maar je hebt ook andere zoals Chesslooks Lier. De club werd opgericht in 2016 en kende ondertussen een explosieve groei onder de impuls van enkele gedreven bestuursleden. De kaap van 70 leden werd reeds afgerond! Het clubaanbod is verbluffend. De club organiseert jaarlijks een open tornooi met dit jaar 6 reeksen ! In de interclub heeft Lier 3 ploegen ingeschreven. In de Zilveren toren hadden ze vorige editie 4 ploegen. Elke zondag is er voor de jeugd 2 uren les. Lier heeft ook zijn eigen stapjestornooi. Echter de kers op de taart vind ik de eigen Academie waar iedereen gratis les/ presentaties kan volgen van o.a. Belgische toppers zoals grootmeester Mher Hovhannisyan, internationaal meester Jan Rooze, fidemeester Lennert Lenaerts ...
Trouwens iedereen mag je letterlijk nemen want ook niet-leden van Lier zijn welkom. De academie is een samenwerking met de schaakliga Antwerpen en tracht om de 2 weken op woensdagavond een sterke schaker te strikken om over een bepaald thema te spreken. Er is plaats voor minstens 30 personen dus hoogtijd om dit fantastische en nog veel te weinig bekend initiatief eens in de schijnwerpers te plaatsen.
Ik vermoed dat het uniek is in België wat daar gebeurt. Anderzijds heb ik toch een puntje van kritiek. Het is mooi om iedereen toe te laten maar van mijn lesgeven in Mechelen heb ik geleerd dat zoiets niet aangewezen is voor de efficiëntie. Voor de 2200 speler gaat het te traag en is het allemaal iets te vanzelfsprekend. Voor de 1500 gaat het allemaal veel te snel en is het weinig of niet toepasbaar voor de eigen bordpraktijk.
Zo was er de sessie van Mher over hoe kan je verrassingen in de opening voorbereiden die ik zelf had willen meevolgen (ik moest afhaken door een covid-infectie) maar dit thema lijkt mij voor de gewone clubschaker uit Lier toch zeer weinig relevant. Voorbereiden doen de meesten zelden of nooit. Omgekeerd is ook het geval want de meesten houden geen rekening met voorbereidingen en spelen al vele jaren dezelfde systemen waar ze zich goed bij voelen.
Lierenaar Nikolaas Bes (Nick) is iemand die aan deze beschrijving helemaal voldoet. Ik ontmoette hem 4 keer in het clubkampioenschap van Deurne in het voorbije decennium (heel wat spelers zijn lid van meerdere clubs). Onze eerste onderlinge partij speelden we in 2014 en scoorde ik volgens het ratingverschil een vrij vlotte overwinning.
In een tweede onderlinge partij had ik mij uiteraard voorbereid op deze opening. Ik dacht dat Nick zou varieren maar dat deed hij niet en dus kwam ik beter uit de opening dan de vorige keer.
Ook in de derde en vierde onderlinge partij koos Nick opnieuw tot mijn lichte verbazing voor dezelfde opening. Voor de meest recente onderlinge partij maakte ik voor het eerst gebruik van schaakprogramma's ondersteund door de neurale netwerken. Deze keer overleefde Nick zelfs niet meer de opening.
Van een theoretisch duel was geen sprake zie voor een goed voorbeeld mijn artikel uit 2012. Misschien dacht Nick dat de opening wegens het grote eloverschil sowieso geen rol speelt op de uitslag en hij daarom de partijen beschouwt als een openingstraining. Feit is dat dit soort systeemopeningen steeds meer onder druk staan (zie ook computers worden autonoom deel 2) en veel amateurschakers het gevaar hiervan niet inzien. Dit is tevens een vrij recent fenomeen. De vraag Do you struggle to sometimes understand stockfish positional ideas? kreeg niet toevallig vorige week nog heel veel bevestiging op lichess.
Op 14 december zal fide beslissen of iedereen onder de 2000 elo extra punten zal bijkrijgen en hoeveel. Dit gaat uit van de veronderstelling dat de deflatie in deze lagere elo-regionen (veel) groter was dan in de hogere elo-regionen. Echter misschien moeten we ook toegeven dat sterkere spelers meer voordeel hebben kunnen halen uit de neurale netwerken dan zwakkere spelers. Ik vermoed dat de kloof op zijn minst iets groter is geworden tussen de gemiddelde schaker en de hardwerkende (sub-)topper. De vraag naar beter begrijpbare output van computers klinkt steeds luider bij veel amateurschakers. AI kan en zal hier zeker een rol spelen. De eerste generatie is klaar: Chess AI Buddy.
Brabo
Hoi
BeantwoordenVerwijderenHet is aan de 2200+ spelers om zich idd op die manier voor te bereiden akkoord. Maar wat is de waarde ervan als je 1700 elo hebt en schijnbaar beperkt bent om een speler van 2200+ uit te pluizen en te verrassen , sterker nog zo snoehard te pakken dat deze in die mate uit balans geraakt dat hij voorwaar zou verliezen ? Voorwaar dat lukt niet. Dus niet IM/GM begeleide 1700+ spelers die niet vol in de bloei staan
bakken daar absoluut niets van.
Zelf speel ik nooit dezelfde opening 2x tegen dezelfde speler omdat ik er zeker 30 tot op zekere hoogte ken. Ik hou van afwisseling. Ik ken spelers die uitsluitend Bird, Hollands London, Stonewall of Zukertort spelen en omdat ik niet van zulke exoten houd moet ik me telkens inspannen om dat door te nemen terwijl niets in die openingen me boeit en ik daar dus ook geen lust in heb dat dieper in te studeren. Dus scoren is fundamenteel anders dan iets spelen wat je boeit en waar je wel graag voor achter het bord zit, wars van je winstkansen. Ik verkies een winst met het slavisch boven een overwinning met 1.g4.
Een groot voordeel van de lagere elo t.o.v. de hogere elo in de partijvoorbereiding zijn de partijen in de databases. Van een speler zoals Nick in dit artikel kan je niets terugvinden terwijl van mij al + 350 partijen bewaard zijn.
VerwijderenIn mijn artikel https://schaken-brabo.blogspot.com/2019/08/de-favoriet-heeft-honderden-punten-meer.html schreef ik hoe een 1700 speler met een partijvoorbereiding mij helemaal uitkleedde.
Dus een 1700 speler kan dan weliswaar niet de kleine positionele evaluaties begrijpen maar dat betekent niet dat hij geen ander type voorbereiding kan maken op een +2200 speler.
"Dus scoren is fundamenteel anders dan iets spelen wat je boeit en waar je wel graag voor achter het bord zit, wars van je winstkansen."
VerwijderenOp het niveau waar ik zit, is 99% bezig met de winstkansen en niet wat men boeit. Ik ben een vreemde eend en krijg dat ook heel regelmatig te horen van "collega's". Anderzijds zie ik ook veel spelers rondom mij die hun goesting voor het schaken verloren hebben en ik heb een sterk vermoeden dat het met elkaar gelinkt is.