woensdag 20 februari 2019

Hollandse stappen in de Engelse opening deel 2

Het is al 6 jaar geleden dat deel 1 op deze blog gepost werd. Recent maakte ik echter enkele ontdekkingen die mij voldoende interessant lijken om te delen in een vervolg. Ik zie trouwens in heel veel openingen de theoretische ontwikkelingen versnellen door de steeds sterker wordende schaakprogramma's. In 2015 voorspelde ik al dit effect in het artikel computers worden autonoom. Zo merk ik op dat er de laatste paar jaren een opmerkelijke vooruitgang is op vlak van openingstrategie van de topprogramma's. Computers zijn steeds vaker in staat om ook in openingen waarin weinig of geen taktiek een rol speelt zelfstandig een kritieke opstelling te vinden. Ik vermoed daarom dat we in de volgende jaren een aantal strategisch dubieuze openingen zo goed als volledig zullen zien verdwijnen uit de bordpraktijk op meesterniveau.

Jawel bij die dubieuze openingen hoort zeker en vast ook het Hollands. Tot nu toe slaagde ik er altijd wel in om de gaatjes te dichten maar tegenwoordig is het bijna dweilen met de kraan open. Trouwens het is niet alleen de frequentie maar ook dat de problemen steeds lastiger zijn. Negeren en hopen dat niemand ze ooit tegen je zal spelen, lijkt mij op middellange termijn naïef maar ook onverstandig voor de eigen schaakontwikkeling. Ik heb vandaag geen positieve kijk meer op de toekomst van het Hollands waardoor je natuurlijk kunt afvragen of ik niet beter onmiddellijk uitkijk naar andere openingen. Anderzijds wat maakt een extra jaartje meer of minder Hollands spelen nog uit voor mijn schaakcarriere. Ik ben bijna 43 jaar dus ik zie geen reden om nu nog haast te maken.

In het artikel analyseren met de computer deel 3 lichtte ik al een tip van de sluier op door te vertellen dat ik het klassieke Hollands bestudeerd had. Echter ik bleef toen vaag over het waarom en wat ik uiteindelijk concludeerde. Nu een jaar later ben ik wel bereid om hierover te schrijven want het wordt sowieso steeds minder relevant om het geheim te houden. Laat ons starten met waar ik vorige keer geëindigd was. Sinds 2012 speelde ik na 1.c4 f5 2.Pf3 Pf6 3.g3 e6 4.Lg2 telkens Le7 waardoor ik nog steeds kon kiezen tussen d6 of d5 afhankelijk van wits opstelling. Uiteindelijk speelde ik er 10 standaardpartijen mee. Makkelijk spelend, vond ik de opening nooit maar het was mijn laatste partij gespeeld in de 6de ronde van Open Leuven 2017 tegen de de Belgische IM Stefan Docx die definitief een bres sloeg.
Wits openingsvoordeel is niet groot, Daarentegen kan zwart het niet neutraliseren. Bovendien heeft zwart geen enkel tegenspel en dit betekent hier dus een heel lange lastige verdediging voor maximaal een half punt. Niet verwonderlijk lukt het mij uiteindelijk niet in de partij. Het is normaal dat je met zwart moet verdedigen maar dan moet een gelijkspel wel binnen bereik zijn.

Het klassieke Hollands is de meest voor de hand liggende oplossing maar na een grondige studie gedurende enkele weken, vond ik het geen goede keuze. De correctheid van de opening staat zeker ter discussie vandaag. Trouwens het is niet 1 maar meerdere kritieke varianten die mij zorgen baren. Uiteindelijk leek het mij ook vrij absurd om de ene krakkemikkige opening te vervangen door een andere.

Helemaal zinloos was de studie evenmin want zo kon ik o.a. mijn leerling Sterre Dauw een belangrijk duwtje in de rug geven naar zijn recente eindoverwinning van het Vlaams jeugdkampioenschap in de categorie -18. In de 5de ronde moest hij tegen de Belgische FM Jasper Beukema, zijn grootste concurrent en een specialist van het klassieke Hollands. Sterre vroeg mij of ik een interessante variant kende en dat was zeker het geval. Op chesspub kwam het idee al aan bod maar in de praktijk is het relatief onbekend en zoals ik vermoedde ook voor Jasper.
De partij was doorspekt van fouten maar je kan niet negeren dat wit met duidelijk voordeel uit de opening kwam en zwart de hele partij op achtervolgen was. Jasper wisselt al geregeld af het klassieke Hollands met andere openingen maar ik denk dat het beter is om het helemaal niet meer te spelen.

Misschien moet Jasper eens bij grote broer en IM Stefan te rade gaan want hij is een specialist in de Leningrader. De Leningrader staat bekend als de meest betrouwbare telg in de familie van de Hollandse openingen. Daarnaast heeft het ook als grote plus dat je het heel makkelijk kunt spelen op een zeer brede waaier van witte opstellingen waaronder ook de Engelse opening in tegenstelling met de andere Hollandse openingen.

In 2012 voelde ik mij nog niet klaar voor de stap naar de Leningrader. Vandaag was het van moeten als ik het Hollands wou verder blijven spelen in de Engelse opening. Ondertussen heb ik het al 2 keer in standaardpartijen op het bord gehad. De meest recente partij werd gespeeld in de laatste ronde van Open Leuven 2018. Achteraf vertelde mijn tegenstander Marc Kocur dat hij de Leningrader zelf al jaren speelt dus dat verklaart onmiddellijk waarom ik het aanvankelijk niet makkelijk had.
Ik beleefde enkele bange momenten in de opening. Ik mis duidelijk ervaring. Desondanks moet ik toegeven dat het een verademing is eens dit soort dynamisch schaak te kunnen spelen. Alhoewel ik de controle geregeld verlies is het veel meer fun. Tenslotte ziet het er theoretisch voorlopig allemaal best ok uit. Het is wellicht ook de laatste Hollandse stap in de Engelse opening.

Brabo

3 opmerkingen:

  1. Heb je de boeken van marin al bekeken Helmut en wat is je oordeel

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Ik heb de boeken niet gekocht omdat ik de De8 variant niet vertrouw en ik bovendien al recent 2 boeken over het Hollands gekocht heb (Sedlak en Demuth). Ik spendeer niet graag geld aan dingen waarvan ik vermoed op voorhand dat ze me heel weinig kunnen bieden. In mijn boekenkast staat geen enkel boek dat ik niet gelezen heb. Als iemand ze mij wilt eens lenen dan ben ik zeker bereid om ze te reviewen.

      Verwijderen