Op 17 jarige leeftijd begon ik met competitief schaken. Daarvoor was het uitsluitend muziek waaraan ik mijn vrije tijd spendeerde. In 1985 op 9 jarige leeftijd startte ik met notenleer op de muziekschool. Het jaar daarna begon ik met het beoefenen van het muziekinstrument de schuiftrombone. Nog 2 jaar later werd ik lid van het Gildemuziek te Roeselare. Daar begon ik als jonge onervaren muzikant in de jeugdharmonie op zondagochtend. Na enkele jaren er te musiceren, werd ik toegelaten tot de volwassenen die vrijdagavond repeteerden. Het was een interessante en leuke tijd met tal van optredens in binnenland en buitenland. Zo herinner ik mij eens als 18 jarige een beruchte stoet in Frankrijk waar we vooraf bij de lunch onbeperkt gratis martini kregen. Ik moet geen tekening maken over hoe het musiceren daarna verliep.
De leden werden er goed in de watten gelegd. De harmonie kreeg heel wat inkomsten van de optredens en daar liet men de leden ook van genieten. Kledij, lidmaatschap, drank, eten, muziekinstrumenten, partituren, vervoer, kampen... was grotendeels of zelfs helemaal gratis. Daarnaast werden de trouwste leden nog eens extra in de bloemetjes gezet wanneer een 10-jarig jubileum werd behaald. Zelf heb ik 1 zulk jubileum meegemaakt. De hele harmonie kwam een serenade aan mijn (ouderlijk) huis geven. Als herinnering kreeg je op zulke gelegenheid een gouden ster op je kepie gespeld die vanaf dan er definitief op mocht blijven.
Aan deze episode kwam een einde kort na mijn verhuis op 22 jarige leeftijd naar Antwerpen. Het werd praktisch zeer lastig om vrijdagavonden op tijd voor de repetities in Roeselare te geraken. Bovendien had ik toen al mijn hart verloren aan het schaken en dus ging ik ook veel liever naar de schaakclub in Deurne dan te repeteren. Hier in de buurt heb ik nog even gekeken naar een andere harmonie of fanfare maar de grote schaakambities lieten mij hiervoor geen ruimte meer. Ik heb vandaag nog steeds mijn instrument in huis ergens opgeborgen. Toen de kinderen een paar jaar oud waren, heb ik er nog eens op gespeeld maar ondertussen heeft het weer al meerdere jaren stof vergaard.
Het is weeral een speciale introductie maar ik denk waar we wel een les kunnen uittrekken voor het schaken. Vele schaakclubs zitten vandaag in nauwe schoentjes. Vorig jaar hield de schaakclub van Schoten zelfs op met te bestaan. Zonder leden stopt het. Het is dus heel belangrijk om als club leden bij te houden en te zoeken. Het Gildemuziek met meer dan 90 leden is een succesformule die al 95 jaar werkt. Natuurlijk beschikken we in het schaken over veel minder financiële middelen maar een jubileum voor onze trouwste leden hoeft echt niet veel te kosten. Zoiets kan je makkelijk doen op het jaarlijks clubfeest met een cadeautje. Misschien kan hierbij ook gedacht worden aan een schaaktruitje met het clubembleem (zoiets heeft kmsk al) waarbij een bepaald stuk erbij wordt geplaatst afhankelijk van het soort jubileum.
De club KSK Deurne waarvoor ik vandaag speel, is ook in zwaar weer. Als je de homepagina van de website bekijkt dan zie je 6 kaarsjes. Elk kaarsje staat voor iemand die voor de club belangrijk was maar ons afgelopen jaar heeft verlaten. Bovendien zien we dat er uit de jeugdwerking geen enkele doorstroming gebeurt naar het volwassenschaak en ondertussen is men toch al een decennium ermee bezig. Dit jaar viert de club zijn 60 jarig bestaan met een kwis. Zelf hou ik niet van quizzen maar het jubileum is wel een goede gelegenheid om eens over de toekomst te denken.
Jubileums voor de schakers bestaan er dus niet maar dat wil niet zeggen dat ik dit jaar niet zelf kan bekijken als een jubileum. Zo was het in 1993 dat ik voor het eerst deelnam in een groot open internationaal schaaktornooi toen nog als ongekwoteerde speler. Groot mag zelfs gigantisch worden genoemd want toen was er een recordaantal deelnemers op de Open Gent, namelijk 539 zie palmares. Ik behaalde toen een bescheiden 3,5/9. Ik heb de partijen nog wellicht ergens liggen op papier in een vergeten doos (computer had ik toen nog niet en achteraf heb ik ze nooit gedigitaliseerd) maar ik zal daar geen van publiceren daar ik ze zelf te beschamend vind betreffende speelniveau.
25 jaar later dus nu 2018 speelde ik opnieuw mee de Open Gent. Ik vermoed dat de organisatoren het niet opgemerkt hebben. Sommige tornooien letten wel op dit soort details. Zo zorgden de organisatoren van Open Brasschaat voor een cadeautje door een simultaan te organiseren voor de trouwste deelnemers. Tja hiermee had ik weinig mee kunnen doen maar het is het gebaar dat telt uiteraard. Uiteindelijk bezorgde ik mezelf misschien wel het mooiste cadeau voor het jubileum door enkele interessante tegenstanders te mogen bekampen tijdens Open Gent. In
ronde 5 speelde ik tegen de flamboyante Amerikaanse grootmeester van Iraanse afkomst Eshan Moradiabadi die later ook het tornooi op zijn naam schreef.
Echter in ronde 7 kreeg ik een nog een meer tot de verbeelding sprekende
tegenstander: de Russische grootmeester Vladimir Epishin.
Vladimir was ooit nummer 10 van de wereld , secondant van Karpov in wk
wedstrijden en had een piekrating van 2670. Elke echte schaakliefhebber droomt
van zulke kans dus was ik gebrand om hem een goede partij te geven. Echter ’s
morgens in de voorbereiding zag ik al snel hoe moeilijk de opdracht zou zijn.
Hij heeft 3441 partijen in mijn database (zelf heb ik er slechts 287) waarvan alleen al 781 met zwart op
1.e4 (ik slechts 63). Bovendien verraste zijn arsenaal aan openingen mij compleet. Met mijn vast repertoire (dus ik varieer niet mijn openingen) zou ik alleen al volgens de database moeten rekening houden met 72 mogelijke opstellingen (waarbij ik zeker ben dat dit bijlange niet alles bevat wat Vladimir ooit gespeeld heeft daar niet alles in de database terecht komt). Voor dit blogartikel heb ik dit eens samengevat (dus een maand na het spelen van de partij) want het is nauwelijks voor te stellen zonder de details gezien te hebben. Ik heb het zelf nooit eerder vastgesteld van een andere speler maar ik vermoed dat de Oekraïense topgrootmeester Vassily Ivanchuk dit record makkelijk breekt.
Vladmir Epishin's arsenaal aan openingen die ik kon tegenkrijgen |
Ter vergelijking heb ik eens dezelfde oefening gedaan op mezelf. Dus het klinkt gek maar hoeveel openingen zou ik bekijken indien ik op mezelf met behulp van dezelfde database zou voorbereiden.
Dus het zijn er slechts 3 of 24 keer minder dan Vladimir. De meeste amateurs stellen zich vragen over wat het vergt om aan de top te komen wel je ziet dat er nog een enorm verschil is tussen wat een FM kent en wat een (ex-)wereldtopper kent. Trouwens geloof niet dat Vladimir zomaar iets speelt want de meeste zoniet alle systemen die hij speelt, kent hij heel goed wat o.a. ook in onze onderlinge partij werd bewezen.
Voorbereiden tijdens een Open Tornooi op zulk enorm aantal openingen is onbegonnen werk. Om 6 uur ’s ochtends was ik al bezig aan de voorbereiding. Erg veel slaap
heb ik sowieso niet nodig tijdens een schaaktornooi door de adrenaline op
voorwaarde dat er geen druppel alcohol wordt aangeraakt. Om 11 uur stopte ik
noodgedwongen met de voorbereiding om op tijd van Kontich te vertrekken naar
Gent en onderweg nog 2 spelers met vervoersperikelen te kunnen oppikken. Het
was alsof je naar een examen gaat en je slechts een deel van de cursus had
bekeken want vele systemen die Vladimir speelde, had ik nog nooit gezien noch
bestudeerd. In oranje heb ik aangeduid wat ik vluchtig had bekeken van de 72 mogelijkheden. Dit blijken er 24 te zijn dus 1/3.
In de partij had ik geluk want Vladimir koos nummer 68. Anderzijds was mijn geluk van korte duur. Ik had geen partijen van hem gevonden voorbij zet 5 dus viel er nog veel te gissen wat er daarna zou gebeuren. Uiteindelijk kon ik in de partij evenmin de zeer vluchtig gemaakte analyses goed herinneren. Door maximaal aantal zaken te willen bekijken in de voorbereiding, verlies je automatisch op stabiliteit. Herhalen is noodzakelijk om alles te kunnen onthouden. Desalniettemin werd het een groots gevecht. In onderstaande hyperscherpe partij werden beide spelers tot en over hun limieten geduwd.
Dit zijn het soort partijen waarvoor je als schaker graag schaakt. Mijn 25 jarig jubileum zit erop maar ik hoop nog vele jaren te mogen meedraaien in het gekke schaakwereldje. Geniet van elke partij want aan alles komt ooit een einde.
Brabo
Geen opmerkingen:
Een reactie posten