maandag 31 augustus 2015

Overleven

Mijn deelname aan een tornooi heb ik nooit laten afhangen van het prijzengeld. Ik speel voor mijn plezier en dus zal ik veel meer aandacht schenken aan het tempo, de te verwachten tegenstand, locatie,... Een profschaker kijkt hier uiteraard helemaal anders tegenaan. Recent las ik op de blog van Natalia Pogonina dat het voor heel wat profschakers steeds moeilijker wordt om de eindjes bij elkaar te knopen.

Een belangrijke reden zou het teruglopend prijzengeld zijn in heel wat tornooien. Klopt dit of is dit een fabeltje? Ik deed de proef op de som met een vergelijking van het prijzengeld voor Open Gent in 1997 en  2015. Het algemeen prijzengeld daalde van 7437 euro naar 7125 euro. De eerste prijs daalde van 1859 euro naar 1800 euro. De CPI voor België (consumentenprijsindex of inflatie) zou ongeveer 40% betekenen over die periode. Alhoewel dit officiële data zijn, is het algemeen geweten dat de goederen in de basket een zeer uitgekiende selectie is die niet overeenstemt met de werkelijke verhoging van de uitgaven voor elk gezin. Zelf slaagde ik er bijvoorbeeld in om in het jaar 2009 mijn appartement 100% boven de aankoopprijs van het jaar 2000 te verkopen.

Behalve het lagere prijzengeld is er uiteraard ook de invloed van het groeiend aantal grootmeesters wat ik al aanhaalde in mijn vorig artikel. In 1997 namen 3 grootmeesters deel aan Open Gent. Dat is de helft minder t.o.v. de laatste jaren: 7 grootmeesters in 20135 grootmeesters in 2014 en 6 grootmeesters in 2015. Zelfs met een totaal prijzengeld van 3455 euro en eerste prijs van 800 euro zagen we in Open Brasschaat al 4 grootmeesters tot verwondering van de organisatoren. Dus niet alleen is de koek kleiner geworden maar die moet ook over meer spelers worden verdeeld. De tijd dat een speler zoals Bernard De Bruycker in de jaren 70 kon leven in Spanje van het schaken zoals beschreven in het boek Wat is er mis meneer Kasparov? is ver weg en komt zeker niet meer terug.

Over de negatieve gevolgen van deze evolutie hebben we het al gehad op deze blog in eerdere artikels: profschaak en stoppen met schaken. Echter er bestaat ook een positieve zijde aan het verhaal. Vooreerst krijgen (sterke) amateurs meer kansen om tegen een grootmeester te spelen. Daarnaast ervaar ik ook een veel hogere competitiviteit tussen de topspelers. Een decennium geleden was een speler zoals de Bulgaarse grootmeester Boris Chatalbashev een uitzondering in het Open profcircuit. Terwijl al zijn collega's makkelijk onderling een aantal salonremises speelden, was hij de enige die elke partij voluit speelde zoals ik eens in levende lijve kon ervaren in Plancoet 2004. Vandaag gaat hij nog steeds verder op deze elan met af en toe soms klinkende overwinningen zoals laatst in Maribor waar de Pirc Memorial plaatsvond.

Vandaag is Boris al lang geen uitzondering meer waardoor we in heel wat Open tornooien soms een heel grillig verloop zien waarbij het pas na de laatste ronde duidelijk wordt wie gewonnen heeft. In Open Gent gingen zelfs 2 + 2600 spelers zonder prijzengeld naar huis. In Brasschaat deelde de ongetitelde Stefan Colijn de overwinning. In Charleroi waren er ondanks een spervuur van beslissende partijen toch 5 gedeelde winnaars. Uiteindelijk werd Aloyzas Kveinys tot tornooiwinnaar uitgeroepen met de betere scheidingspunten ondanks een nederlaag in ronde 8. Zijn partij van een ronde eerder tegen Igor Naumkin is een mooi voorbeeld van dit gladiatorengevecht.
Interessante openingskeuze van de witspeler vooral als je Hollands speelt. In onze onderlinge partij van 2012 kwam een andere variant op het bord (die partij werd even vermeld in het artikel sitzfleisch) maar ik kreeg het wel vorig interclubseizoen op het bord.
De vraag van al dan niet sofia regels wordt hierdoor ook minder belangrijk. Ik kan mij voorstellen dat heel wat grootmeesters minder gelukkig zijn van het verplicht spelen in overlevingsmode. Sommigen beslissen daarom maar om naast het schaken ook een normale job te nemen. Dat dit vaak leidt tot mindere resultaten aan het bord zoals Mher wellicht kan bevestigen met het voorbije Open Brasschaat is zonder twijfel pijnlijk.

Brabo

4 opmerkingen:

  1. Tja, we hadden ook zo'n discussie (prof vs amateur) aan de bar in Brugge (Brugse Meesters, waar de toppers wel bovenaan eindigden). Je kan het ook anders bekijken: iemand als Bart Michiels heeft nu de "luxe'" van een vaste job en kan in zijn vakantieperiodes zonder financiële stress spelen (of anders gezegd:dan toch die mooie maar riskante winstvoortzetting proberen, ipv de stelling technisch uit te melken met lagere kansen op winst). Anderzijds, uit een gesprek met Sebastien Feller (sympathieke gast trouwens) bleek dat zijn dagen als prof wel degelijk gevuld zijn met continu studeren en schaken op internet. Die basis heb je dus niet meer als amateur.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. "zonder financiele stress" dat is zeker een belangrijk aspect dat ook ik in mijn eigen partijen ervaar. Als ik mijn weg niet vind in de complicaties dan durf ik wel eens kiezen voor de riskante voortzetting omdat er weinig of niets op het spel staat. Mijn grootmoeder (nu 85 jaar) zou zeggen "het is niet voor een boer hofstee". Een prachtige uitdrukking waarvan ik mij afvraag of die algemeen bekend is.
    Dit betekent niet dat er geen stress is, integendeel zoals ik o.a. beschreef in mijn artikel http://schaken-brabo.blogspot.be/2013/12/het-sadistische-examen.html

    Tja het is een algemene misopvatting dat de meeste profspelers teren op hun kennis en veel vrije tijd hebben. Ik heb reeds van meerdere spelers gehoord dat ze elke dag vele uren bezig zijn met studeren (en schaken op het internet). In mijn artikel http://schaken-brabo.blogspot.be/2014/02/oude-wijn-in-nieuwe-zakken.html vermeldde ik al dat 1000 twicpartijen doornemen/ screenen per week niet iets is wat haalbaar is voor de meeste amateurs.
    Sinds een paar jaar ben ik bezig serieus openingen te bestuderen (jawel ik beschouw mijn vroegere studie als amateuristisch) en kom steeds vaker tot de vaststelling dat ik met mijn nieuwe aanpak door tijdsgebrek slechts een heel klein deel van mijn repertoire kan uitkammen. Anderzijds stel ik ook vast dat veel spelers (professionals) zeker onder de 2600 elo evenmin een basis hebben waarvoor je schrik moet hebben.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. @brabo,

    Ik deze morgen toevallig op een interview met Vladimir Malakhov gebotst.
    http://www.chessintranslation.com/2010/09/vladimir-malakhov-chess-player-nuclear-physicist/
    Jou methode is in lijn met zijn methode.

    Behalve de prijzen/lonen waarover hij spreekt, en het advies aan jonge schakers, vind ik zijn terloopsheid frappant.
    Die moet waarschijnlijk een ongelooflijke slimme gast zijn met buitengewoon talent. Hij doet alsof 2700+ zijn de gewoonste zaak van de wereld is.

    Ook interessant is Boris Gelfand's mening over Malakhov's stijl. In zijn boek "Positional Decision Making in Chess", heeft hij het over Malakhov de voorloper van Carlsen die gelijke posities in overwinningen omzet. Ik moet toegeven dat Malakhov mij intrigeert. Een onbekende 2700+ speler die fysicaboeken leest om in slaap te vallen

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Bedankt voor de link want ik had het interview nog niet gelezen alhoewel ik soms de site bezoek.

    Malakhov zegt dat je 2700 moet hebben om te leven van het schaken. Met 2000-3000 euro netto heb je inderdaad een mooi inkomen. In realiteit hebben de meeste professionals slechts de helft of minder. Als we schatten dat 50% van de 1500 grootmeesters professional zijn en slechts 50 spelers meer dan 2700 elo hebben dan overdrijf ik niet dat de meesten overleven.

    Malakhov vertelt ook dat hij tegen zijn 19 jaar alles had gelezen. Dit moet je interpreteren als alles wat nodig is om een basis te hebben. Je mag niet vergeten dat hij dan al een grootmeester was met een rating van 2550 elo. Ik ga niet ontkennen dat hij een ongelooflijk slimme gast is met een buitengewoon talent maar ik krijg niet de indruk dat hij het de gewoonste zaak van de wereld vindt. Hij geeft zelf ook wel toe dat je heel hard moet werken eerst om de basis te bereiken en later om een meer dan gemiddelde grootmeester te worden.
    Ik wil ook even attent maken dat de basis die hypekiller5000 het over heeft, eerder die is voor de meer dan gemiddelde grootmeester.

    BeantwoordenVerwijderen