De meeste clubschakers hebben wel al eens materiaal geofferd om een leuke aanval op te zetten. Echter offeren puur voor strategische of positionele redenen is toch iets wat ik bijna uitsluitend bij meer ervaren spelers zie. Minder ervaren spelers hebben nog geen goed begrip van activiteit, sterke velden en zwaktes. Offeren voor iets waarvan je de waarde niet ten volle begrijpt, ga je uiteraard niet doen.
In deze categorie van offers zal veelvuldig gebruik worden gemaakt van de kwaliteitsoffers. Een speler geeft een toren op voor loper of paard. De meeste topspelers draaien hun hand niet om voor dit type offers maar als ik kijk in mijn persoonlijke database van standaard schaakpartijen dan moet ik toegeven dat het in mijn praktijk erg zeldzaam is. Dat ik geen aanvallende speelstijl heb (zie gambieten) verklaart niet alles want een partij speel je steeds met 2.
Een van de eerste keren dat ik een kwaliteitsoffer op mijn bord zag, was in de Open Gent van 2000 door de Belgische grootmeester Vladimir Chuchelov (tegenwoordig geen actief schaker meer maar trainer van o.a. de nummer 2 in de wereld Fabiano Caruana)
Een eenvoudig maar efficiƫnt voorbeeld van hoe snel een verdediging uit elkaar kan spatten na een kwaliteitsoffer. Heel wat creatiever was mijn kwaliteitsoffer in 2002 tegen Raf De Coninck.
Zwart had uiteraard niet de kwaliteit mogen nemen maar begreep veel te laat hoe groot de compensatie was. Soms is het offeren van de kwaliteit technisch niet helemaal correct maar is het wel een ideaal middel om het karakter/ verloop van de partij te wijzigen. Dit speculatief/ praktisch offer pleegde Wouter Gryson in de onderlinge partij. De volledige partij kwam al aan bod in het artikel de valse waarheid.
De vorige voorbeelden zijn helder maar vaak is het veel minder duidelijk. Zo moest ik laatst beslissen of ik een kwaliteitsoffer zou toelaten of niet in mijn partij tegen de Belgische FM Gorik Cools. Uiteindelijk koos ik om niet de mogelijkheid toe te laten maar belandde hierdoor wel wat in de verdrukking.
Het kwaliteitsoffer was dus zeker speelbaar maar niet winnend. Het is een open vraag wat er precies zou gebeurd zijn als ik de verwikkelingen wel had toegelaten. Deze terughoudendheid zien we bij topspelers veel minder terug. Toch was het voor iedereen een grote verrassing in het voorbije wereldkampioenschap dat Anand durfde de kwaliteit te offeren in zijn laatste zwart-partij vooral omdat er perfect aanvaardbare alternatieven waren.
Kwaliteitsoffers zijn dus zeker niet altijd gesneden koek. Zowel voor verdediging als aanvaller is het steeds wikken en wegen. Persoonlijke smaak, tornooisituatie,... spelen een belangrijke rol. Wel staat vast dat de kwaliteitsoffers min of meer garant staan voor creatieve stellingen en interessante verwikkelingen. Heb je zelf eens zulk soort kwaliteitsoffer gespeeld die zowel creatief is (dus niet het overbekende offer op c3 van de Draak) en er geen directe tactische rechtvaardiging is dan schrijf het neer in een reactie!
Brabo
Geen opmerkingen:
Een reactie posten