woensdag 16 oktober 2013

Revolutie in het millennium

Het enige boek van Kasparov over Modern Chess dat ik niet gelezen heb, is Garry Kasparov over modern chess, Part 1: Revolution in the 70's om de eenvoudige reden dat ik recenter openingsmateriaal interessanter vind om te studeren. Een leuke boekbespreking van dit boek kan je vinden op de site van de torrewachters. Recent werd de vraag gesteld op chesspub of we ook van een soort revolutie kunnen spreken in het nieuwe millennium. Al snel werd opgemerkt dat er in het laatste decennium een explosie is geweest (en we mogen stellen nog steeds bezig is) van nieuwe systemen en varianten in die mate zelfs dat een boek over de 70's wellicht slechts een hoofdstuk vandaag zou betekenen. Het is 1 van de voornaamste redenen waarom we tegenwoordig veel meer openingsrepertoire boeken zoals bv. Playing 1.d4 Indian defences van Lars Schandorff dan openingmanuels zoals bv. The complete Albin counter gambit van Luc Henris gepubliceerd zien.

Zonder twijfel heeft de computer hierin een belangrijke rol gespeeld. Vroeger keken spelers op naar het tactisch vernuft van spelers zoals Mikhail Tal of Rashid Nezhmetdinov. Vandaag kan iedere speler die een goede huisanalyse heeft gemaakt, toveren op het bord wat in mijn blogartikeltje iccf geïllustreerd werd. Spelers zijn niet meer bang om hyperscherpe openingsvarianten te spelen omdat ze weten dat hun computerprogramma op voorhand heeft getoond dat het allemaal speelbaar is. Naast het tactische, zien we ook een opmerkelijke opgang van gambieten waarin materiaal wordt geïnvesteerd voor dynamische karakteristieken. Het Marshallgambiet is zonder twijfel 1 van de meest uitgesproken systemen die een hoge vlucht heeft gekend in het laatste decennium in die zin zelfs dat veel witspelers de brui hebben gegeven aan de traditionele Spaanse opzet en die ingewisseld hebben voor het tragere d3 concept. Op mijn blog heb ik hiervan een voorbeeldje gegeven in het artikeltje eindspelen met ongelijke lopers deel 2. Bij het Marshallgambiet kunnen we spreken van voornamelijk uitdiepen van de theorie maar er zijn de laatste jaren ook vele nieuwe speelbare gambieten ontdekt. Ik herinner mij bv. de opzienbare Gajewski 2.0 gambieten die de wereld rondgingen want tenslotte betrof het toch een opening die talloze spelers al talloze malen hadden ontmoet.

Tenslotte zie ik een 3de tendens in het bekijken van positionele nadelen t.o.v. dynamiek. Een opening zoals het Berlijns werd enkele decennia geleden nog bekeken als onzin maar vandaag hebben de meeste topspelers het in hun repertoire zowel met wit als zwart. Eigenlijk is het wel absurd wat zwart doet. Hij laat zich vrijwillig derocheren, zijn pionnenstructuur versplinteren (dubbele c-pionnen) en bovendien krijgt wit enkele tempi cadeau. Desondanks slaagt de computer er niet in om iets te forceren integendeel want zwart heeft goede tegenkansen als wit eventjes onnauwkeurig speelt.

Recent stootte ik op een gelijkaardig concept in de Rauzervariant waar zwart door middel van serieuze positionele concessies erg dynamisch spel tracht te verkrijgen. Ik bedoel het systeem met g6 waar zwart zichzelf laat opzadelen met een totaal verminkte pionnenstructuur wat zelfs vaak een pionoffer betekent.
Desondanks zien we dat recent meerdere sterke grootmeesters bereid zijn om de opening met de zwarte stukken te spelen. Ik denk aan 2012 Wereldkampioen bij de junioren Alexander Ipatov, 2011 Europees kampioen Vladimir Potkin en +2600 Evgeniy Najer. Een fantastische partij die weliswaar verloren werd door zwart maar niet door de opening, werd begin dit jaar in Wijk aan Zee gespeeld tussen de Zweedse grootmeester Nils Grandelius en de eerder vermelde Alexander Ipatov.
In het laatste New in Chess Yearbook 107 staat ook een compleet hoofdstuk gewijd aan het systeem wat ik ontdekte dankzij een bespreking in Checkpoint, een maandelijkse rubriek van Hansen op Chesscafe (lezers die toevallig dit boek in bezit hebben en bereid zijn om de kennis van dit hoofdstuk te delen zodat ik mijn analyses kan controleren, kunnen mij hiermee een plezier doen). We mogen dus verwachten dat er in de nabije toekomst nog spelers zullen zijn die het systeem eens gaan proberen. Wel zelf heb ik niet lang moeten wachten want reeds in juli kreeg ik het op het bord in ronde 7 van Open Gent door een jonge beloftevolle Belgische speler Yasseen De Herdt. In mijn partijvoorbereiding had ik opgemerkt dankzij de laatste twics en het downloaden van de partijen van het voorbije Belgisch kampioenschap dat Yasseen ermee 4 keer gewonnen had dus ik was een gewaarschuwd man om de opening zeker niet licht op te nemen. Het werd een hele ochtend pluggen om toch maar iets te vinden wat mij een voordeeltje zou opleveren wat geen sinecure was met 2 kleine kinderen rond mij hangend voor aandacht. Hoe langer ik keek naar de varianten, hoe meer ik verbaasd was over de vitaliteit van de opening. Uiteindelijk vond ik toch iets nieuws waarvan ik vermoedde (er was onvoldoende tijd om alles in detail uit te pluizen) dat het een verbetering kon zijn.
Wit won dus erg makkelijk waardoor Stefan Docx achteraf mijn overwinning interpreteerde als iets wat voornamelijk op de conto van de erg zwakke zwarte openingskeuze moest worden geschreven. Echter dit is m.i. onterecht want zwart kan makkelijk zijn spel verbeteren in de partij. Compleet gelijkspel kan ik niet  vinden voor zwart tegen de opstelling waarvoor ik gekozen heb maar zelfs met het nadeeltje is het zeker niet zo dat zwart perse hoeft te verliezen. Misschien slaagt een grootmeester wel erin om dit nadeeltje succesvol te verdedigen alhoewel ik moet toegeven dat ik zelf zeker niet vrijwillig dit soort stelling zou opzoeken. Voor het type speler die graag gambieten speelt (dus in die categorie val ik zeker niet) blijft het sowieso een goed verrassingswapen maar het lijkt mij toch een beetje riskant om het elke keer te spelen vooral als de tegenstander zich kan/ zal voorbereiden.

Als we van een revolutie in het millennium mogen spreken dan meen ik dat het vooral dankzij de computer is dat we vandaag beseffen dat er veel meer stellingen speelbaar zijn dan we vroeger mogelijk dachten. Dit vind ik een verfrissende gedachte in vergelijking met de doemdenkers die menen dat de computer voor de doodsteek zal zorgen van het moderne schaak.

Brabo

1 opmerking:

  1. Ik behoor tot de categorie die graag gambieten speelt, maar ik beschouw 6...g6 inderdaad als een belediging van de Richter-Rauser. Ik voorspel dan ook dat er tzt een duidelijke weg naar wit voordeel wordt gevonden. Mocht over zeg twee jaar blijken dat het inderdaad een serieuze optie is dan begrijp ik definitief niets van schaken (en dat is heel goed mogelijk).
    Frank Marshall had geen c in zijn naam. Kun je dat verbeteren?
    Van der Tak heeft het Drakeneindspel nog geanalyseerd in het blaadje van de NBC. Als ik over mijn griep heen ben zal ik eens zoeken.

    BeantwoordenVerwijderen