dinsdag 28 december 2021

Nieuwe viewers deel 3

Dankzij het aanschaffen van een Netflix-abonnement eind vorig jaar en de aanhoudende corona-crisis, heb ik het voorbije jaar een record aantal films bekeken. Ik ben altijd een cinefiel geweest. De link schaken-film is dan ook nooit ver weg in mijn artikels. Ik heb ook een heel uiteenlopende smaak. Elk genre komt wel eens aan bod alhoewel sciencefiction zeker een streepje voor heeft.

Echter op overacting heb ik het niet. Ik weet dat er een grote schare fans is voor acteurs die gespecialiseerd zijn in het spelen van zeer onnatuurlijke karakters (denk bijvoorbeeld aan Jim Carrey en Steve Martin) maar het is absoluut niet mijn ding. Een uitzondering maak ik voor de kaskraker uit 1998: The Truman Show. Hierin speelt het hoofdpersonage Truman Burbank (acteur Jim Carrey) het zonder te weten al 29 jaar de hoofdrol in een realitysoap. Alles om hem heen is decor en zijn "naasten" acteren die rol slechts.

De film heeft talloze prijzen gewonnen en ik vermoed ook dat de film een belangrijke invloed heeft gehad op de komende generatie films en realitysoaps. Dit zien we bijvoorbeeld heel duidelijk een jaar later bij de opstart van Big brother die een instant succes werd. Net als in de fictie van de Truman Show bekijkt de mens heel graag zijn medemens stiekem. Het commercieel voyeurisme was geboren en in de voorbije 2 decennia zagen we een explosie ervan in allerlei formaten (huizenjagers, blind getrouwd, blind gekocht, de Pfaffs, de Planckaerts,...).

Echter ook het concept in de Truman Show dat niets lijkt wat het is, kreeg zijn volgers. Denk maar aan de Matrix trilogie (waarvan nu net nummer 4: The Matrix Resurrections in de bioscopen loopt) of de film The Thirteenth Floor. Er valt dus heel wat te vertellen over de Truman Show en ik kan alleen maar hieraan toevoegen dat het een klassieker is die je moet gezien hebben.

Toch nog een puntje wil ik aanhalen vooraleer ik afsluit over de Truman Show. De film eindigt met het hoofdpersonage dat uit de show stapt nadat hij ontdekt heeft dat zijn leven nep was. Echter wat daarna volgt, vond ik bijzonder confronterend. Eenmaal de show offline is, zapt het publiek massaal weg naar ander entertainment. Niemand lijkt een moment stil te staan dat er een einde is gekomen aan een 29 jaar durende show die miljoenen kijkers ontelbare uren plezier heeft gebracht.

Wel dit gevoel had ik laatst opnieuw toen in oktober deze blog een week offline ging door een upgrade van de ches.com-viewer. Ondanks vele honderdduizenden bezoekers voor deze blog en bijna 10 jaar  bestaan van deze blog kwam er geen enkele vraag over de black-out. De fictie van de Truman Show bleek exact te kloppen met de werkelijkheid.

Nu net als in de Truman Show wou ik als schepper evenmin mijn creatie zomaar opgeven dus ging ik al heel snel op zoek naar oplossingen om het probleem met de chess.com-viewer op te lossen. Het was trouwens niet de eerste keer dat ik met die viewer problemen had (zie nieuwe viewers deel 2). Deze keer was wel de meest desastreuze want om het even wat ik probeerde, geen van de meer dan duizend partijen kreeg ik weer online.

Uiteindelijk zat er bijgevolg niets ander op om uit te wijken naar een andere viewer. Lichess had heel recent een nieuwe viewer gelanceerd en die vond ik de moeite waard om eens te testen. Triviaal vond ik het echter niet want het duurde even vooraleer ik snapte hoe die werkte. Eerst moet je "Studie" aanklikken onder de dropbar "Leren". Vervolgens klik je op "Mijn Studies" links. Dan maak je een nieuwe studie aan door op de groene "+" rechts te klikken. Normaal krijg je dan de vraag om je eerste hoofdstuk aan te maken zie hieronder.
Om partijen op te laden met commentaar en analysevarianten moet je ervoor zorgen dat je op "pgn" staat die ik in rood hierboven omcirkeld heb. Tot 32 partijen kan je in 1 keer opladen. Per partij wordt automatisch een nieuw hoofdstuk aangemaakt. Tenslotte krijg je onderaan de mogelijkheid om een studie te delen door op het driehoekje te klikken.
Voor een blog moeten we enkel de html-code kopiëren. Voor 3 partijen becommentarieerd en geanalyseerd die onlangs al op deze blog aan bod kwamen, krijgen we onderstaand resultaat.
Stockfish en een openingsboek kan je heel makkelijk raadplegen door onderaan op de naam van de studie te klikken (hier dus "Test lichess studie") of op het blauw venstertje rechts waarna je afgeleid wordt naar lichess.

Ik vind het een mooie viewer en bovendien helemaal gratis zoals alles in lichess. Een pluspunt t.o.v. bijvoorbeeld de chess.com-viewer is ook dat je meerdere partijen ineens kunt tonen. Het enige wat mij stoort om definitief over te schakelen is dan ook het feit dat je telkens een nieuwe studie moet aanmaken voor elke partij(-selectie). Toen na een week chess.com besliste om zijn viewer alsnog open te stellen voor externe gebruikers, heb ik dan ook alles gelaten zoals het was. Studies aanmaken in lichess voor + duizend partijen, zou niet alleen vele uren tijd vergen maar is ook een heel vervelend karweitje. Nu in de toekomst zou het mij niet verwonderen dat het toch ooit eens zal moeten. Chess.com heeft al te vaak de regels aangepast in het verleden en dan is een plan B geen luxe.

Brabo

maandag 20 december 2021

Schaken is (niet) cool

In onze media werd weinig aandacht geschonken aan het wereldkampioenschap tussen Carlsen en Nepomniatchi (zoals de laatste decennia al het geval was). Een uitzondering was het optreden van onze bondsvoorzitter en de jongste Belgische grootmeester Daniel Dardha op de eerste zender in het programma de 7de dag zie schaakgrootmeester Daniel Dardha:" The Queen's gambit zorgt voor boost in het vrouwenschaken". Echter zoals de titel het al aangeeft, zochten de presentatoren al snel de confrontatie op met de schaakwereld door het nauwelijks te hebben over het wk zelf maar vooral over waarom er zo weinig vrouwen schaken.

Daniel probeerde de situatie te ontmijnen door te stellen dat er mogelijks een kentering in zicht is dankzij de netflix-serie "The Queen's gambit". Pas toen er werd doorgevraagd waarom er nog geen successen te zien zijn, werd peer-pressure (groepsdruk) als reden aangegeven. Meisjes worden geduwd door hun omgeving naar andere hobbies. Daar valt niets aan te doen was de conclusie van de bondsvoorzitter en het is daarom wachten tot er een wereldkampioene toevallig opstaat in België die vrouwenschaak echt aantrekkelijk kan maken.

Dan kan het wel eens wachten worden op Godot (iemand die nooit komt). Trouwens het probleem is geen uniek probleem voor België maar zien we wereldwijd. In alle landen zijn vrouwen een (zeer) kleine minderheid van het totaal aantal clubschakers. Dat Fide net 2022 als jaar van de schakende vrouwen uitgeroepen heeft zie women's chess: it is not biology, kunnen we daarom als een klein lichtpuntje beschouwen. In mijn artikel van 2019 schakende vrouwen liet ik al optekenen dat er nog veel werk aan de winkel is. Seksisme is misschien meer dan peer-pressure de reden vandaag waarom er weinig vrouwen in het schaken blijven (maar dat vertel je natuurlijk niet live op tv of je verliest in 1 klap vele potentiele nieuwe leden).

Trouwens groepsdruk is allesbehalve iets dat enkel meisjes treft. Ook jongens krijgen het heel zwaar te verduren vooral tijdens hun puberteit. Mijn zoon Hugo wil zelfs niet meer over het schaken praten op (de middelbare) school. Enkele leerlingen hebben oude foto's van het internet gehaald waarop hij als 8 jarige met een trofee staat te glimlachen (niet mijn blog want daar heb ik bewust nooit zijn naam volledig vermeld). Van die foto's hadden ze dan memes gemaakt met als onderschrift bijvoorbeeld "Kijk mama, ik heb gewonnen van 7 jarigen" en hebben die vervolgens rondgestuurd in chatgroepen. Alhoewel hij al meermaals heeft aangegeven dat hij al 2 jaar niet meer naar een schaakclub is gegaan, wordt hij geregeld naroepen door sommigen met "Moet jij niet naar de schaakclub?". Schaken is dus absoluut niet cool bij onze jongeren. Hugo vertelde mij dat tiktok (vandaag bijna 700 miljoen actieve gebruikers wereldwijd) hierbij een grote rol speelt. Schaken wordt er erg vaak afgebeeld als een oubollig spelletje voor extreme nerds.

Ik heb er dus begrip voor dat wanneer een leerkracht aan Hugo vraagt om zich voor te stellen, hij niet meer vermeldt dat hij o.a. 2-voudig kampioen geweest is van België in het schaken. Als we naar voetbalwedstrijden rijden dan is praten over schaken een taboe. Echter omgekeerd als we naar schaakwedstrijden gaan dan kan er wel voluit over voetbal worden gesproken. Eigenlijk vind ik het al een klein mirakel dat hij nog uberhaupt blijft schaken in deze giftige-omgeving. Ik vermoed dat velen in zijn situatie al het schaakbord definitief hadden weggelegd.

Trouwens dit zien we heel duidelijk bij de iets oudere jeugdreeksen in het schaken. Bij de -14 jarige meisjes waarin mijn dochter speelde, noteerde ik een terugval in het aantal deelnemers van 40% t.o.v. dezelfde groep 2 jaar geleden bij de -12 jarigen. Ook in de reeks van Hugo vroegen we ons af waarom zoveel jongens ontbraken die vorige jaren wel elke keer hadden meegespeeld. Nu in tegenstelling met de meisjes zagen we daar wel ook vele nieuwe namen opduiken. Eentje van die nieuwelingen kaapte zelfs de hoofdvogel weg. Op de website van Creb zegt de kersverse kampioen bij de -12, Filippos Raptis, dat hij de spelregels pas leerde eind 2018.

Het is een opmerkelijke prestatie zeker als je rekening houdt met het feit dat bijvoorbeeld mijn zoon Hugo al 3 keer langer schaakt. Hugo was nog geen 4 jaar oud toen hij de spelregels leerde zie mijn artikel van 2013 vals spelen. Anderzijds is de uitslag ook weer niet zo uitzonderlijk. Het niveau van de beste jeugdspelers in België is zeer laag. Bovendien kan je op heel korte tijd zeer snel verbeteren met de juiste ondersteuning. Zo staat in hetzelfde interview dat Filippos hulp kreeg van FM Arben Dardha, FM Real Thibault, IM Ekrem Cekro, IM Altin Cela en IM Stephan Hautot. Dat vind ik een waanzinnig lijstje voor een beginnende schaker.

Aantal jaren schaken of zelfs aantal partijen gespeeld (zie bijvoorbeeld german11 die het lichess-record van +500.000 gespeelde partijen op zijn naam heeft staan) zegt heel weinig over iemands speelsterkte. Hugo had deze zomer nog met een grote portie geluk veel elo gewonnen zie openingsstrategie deel 2 maar in het Belgisch jeugdkampioenschap ondervond hij dat Caissa geen cadeaus blijft uitdelen. Hetzelfde repertoire spelen van 2 jaar geleden, geen partijen/ openingen voorbereiden en een gebrek aan competitieritme want in maanden niets meer gespeeld, maakten Hugo een makkelijk doelwit voor zijn tegenstanders. Dit zien we heel duidelijk in onderstaande partij.
Ik was niet verwonderd. Het is wellicht wel de laatste keer dat ik hem nog begeleid. Ik heb geen zin om mijn verlof te spenderen hieraan als Hugo niet geïnteresseerd is in mijn schaakkennis. We hebben geen enkele partij van het bjk voorbereid noch geanalyseerd achteraf. De Mechelse club van mijn kinderen zal het niet graag horen want zij rekenen natuurlijk ook op mij. Mijn hulp tijdens het bjk aan Joppe Raats die als 8ste elo verrassend Belgisch kampioen werd bij de -16 werd erg geapprecieerd.

Als mijn kinderen straks blijven schaken als volwassenen dan zou ik het al fantastisch vinden ongeacht op welk niveau ze spelen. Echter eerst moeten we nog voorbij enkele lastige jaren. De druk om te stoppen met schaken kan erg hoog oplopen zoals bv. ook in een podcast (minuut 49) werd aangegeven door de Zwitserse grootmeester Noel Studer"Ik werd jaren gepest. " Trouwens vandaag is Noel effectief gestopt met schaken (slechts 24 jaar !) o.a. omdat hij het niet meer leuk vond om steeds te moeten presteren.

Schaken is op zich zeer veeleisend dat we bijkomende druk dus kunnen missen als kiespijn. We zullen in de toekomst dan ook gewoon veel meer op fun inzetten. Dit betekent niet meer meespelen in hogere leeftijdsreeksen of eloreeksen. Het formaat en gezelschap staat centraal bij het kiezen van wedstrijden. Het zal wel allemaal stiekem gebeuren uiteraard want op school mag niemand het weten dat we toch nog graag schaken.

Brabo

maandag 13 december 2021

Duitsland

Onze toppolitici hebben het steeds lastiger om een onderling akkoord te vinden hoe de aanslepende coronacrisis verder aangepakt moet worden. Soms gaat het geruzie zelfs nog voort terwijl men al voor de camera's zit bij de zoveelste samengeroepen persconferentie van het overlegcomité.

Er komen ook steeds meer (harde) protesten tegen de maatregelen. Het nieuws staat er bol van de laatste dagen zie bv. opnieuw coronaprotest in Brusselveertien politieagenten gewond bij coronaprotest in Duitslandgrimmige betoging tegen coronamaatregelen in Luxemburg,... De media spinnen er garen bij en laten daarom geen kans voorbijgaan om nog wat olie op het vuur te gooien door bijvoorbeeld peilingen te organiseren die de lezers vragen of niet-gevaccineerden gestraft mogen worden.

Niet verwonderlijk wordt deze polarisatie ook afgespiegeld in onze kleine schaakwereld. Op de facebook van Chess in Belgium liepen de emoties hoog op over de Belgische interclub de laatste maanden. Spelers die wilden spelen werden uitgescholden voor "zotten", "egoïsten", "moordenaars". Spelers die niet wilden spelen werden dan weer als "jankers", "angsthazen", "lafaards" weggezet. Na honderden reacties bezweek de bond dan toch uiteindelijk en koos ze voor "zekerheid" door de competitie voorlopig stil te leggen. Echter dit betekent zeker niet dat er een consensus is. Veel clubs blijven gewoon doorgaan met hun schaakactiviteiten. In sommigen hoef je zelfs geen mondmasker te dragen daar ze de partijen laten spelen in de horeca dus met een glas spa bruis naast het bord.

Dus het ziet er naar uit dat de 3de ronde van de Belgische interclub voorlopig de laatste voor lange tijd zal zijn. Iets meer dan 16% van de borden bleef er toen leeg maar dat betekent dus ook dat meer dat 1000 schakers bereid waren om alle maatregelen te volgen om toch maar aan een fysiek bord hun potje schaak te kunnen spelen. Daar schrok ik toch een beetje van. Ik dacht niet dat we zoveel fanatieke schakers in België hadden die bereid zouden zijn om het coronagevaar te trotseren door uren met een mondmasker aan te spelen en bovendien vaak in de kou omdat ramen en deuren open moeten staan wegens de CO2-meters (lees bv. Interclubverslag 3de ronde van Deurne ).

Alles is beter dan opnieuw online te moeten schaken, hoor ik velen zeggen. Zo roept mijn eigen club Deurne zelfs op om het clubkampioenschap bij de deelnemers onderling thuis af te werken. Mijn 3 pogingen voorbije maanden om voorzichtig weer online een tornooi te organiseren, kregen niet de minste steun. Nee die deur lijkt definitief dicht in België. Binnen een paar weken gaat dan ook de Belgisch online schaakclub offline want ik zal het jaarabonnement voor de website niet meer uit eigen portemonnee betalen.

De hoop van een gewoon schaakjaar is alweer vervlogen. Gelukkig had ik daar persoonlijk wel rekening mee gehouden. Ik had al snel door dat de vaccinaties nog lang niet het einde van de coronacrisis zouden betekenen. Bovendien realiseerde ik vroegtijdig dat ik in België steeds geïsoleerder zou komen te staan met mijn eis om zonder mondmasker te kunnen schaken. Vorig jaar konden velen nog begrip opbrengen voor mijn problemen met het mondmasker. Vandaag is het geduld bij de meeste op en vinden sommigen dat ik niet moet klagen of zeuren en blij moet zijn dat er uberhaupt nog geschaakt kan worden.

Ik nam begin dit seizoen daarom de vlucht voorwaarts met schaken in het buitenland. Naast de Nederlandse interclub zocht ik ook actief naar tornooien in het buitenland. Zo viel mijn oog op Muensterlandopen, een klassiek open tornooi in Duitsland met het Belgisch interclubtempo gespeeld over 8 dagen (8 t.e.m. 15 oktober). Munster ligt op slechts 300km rijden dus veel makkelijker te bereiken dan bijvoorbeeld de tornooien die ik eerder speelde in Praag. Coronacerificaat was verplicht maar geen mondmasker dus exact zoals ik het graag heb.

Desalniettemin twijfelde ik om mee te spelen. Het zou de eerste keer zijn dat ik de kinderen voor lange tijd zou achterlaten thuis. Het was geen schoolvakantie dus ik zou schaken terwijl zij naar school moesten. Ja mijn echtgenote is er ook maar zij rijdt niet met de auto. Bovendien wonen we vrij afgezonderd dus op vrienden of familie kunnen we niet makkelijk rekenen indien er iets zou voorvallen.

Uiteindelijk was mijn schaakmicrobe opnieuw te sterk maar ook omdat ik in laatste instantie een clubgenoot (Guy Dugailliez) kon warm maken om mij te vergezellen. Ik vind een tornooi alleen spelen in het buitenland nogal eenzaam en zielig dus ik was heel blij dat we er een avontuur met zijn tweetjes konden van maken. Onze laattijdige beslissing zorgde wel voor het ongemak dat er nog heel weinig keuze was betreffende logement. Zo kregen we pas na enig aandringen de laatste beschikbare kamer van het hotel voorgesteld door de organisatie. Samen in de kamer had als voordeel dat we veel meer konden praten maar was minder positief voor onze nachtrust.

Ik had ook nooit eerder een tornooi gespeeld in Duitsland. Mijn Duits is ok en dat was ook nodig want alle uitleg in de tornooizaal werd telkens enkel in het Duits gegeven. Dat vond ik voor een open tornooi toch een minpuntje maar er waren sowieso heel weinig buitenlanders. Grote zaal, goede verlichting, mooie schaakborden,... alles wat ik een beetje had verwacht van de Duitse grundlichkeit. Enkel aan de start van het tornooi bij het checken van het coronacerficaat had de organisatie duidelijk een inschattingsfout gemaakt. Dit duurde veel langer dan gedacht waardoor de eerste ronde bijna met een uur vertraging begon.

Behalve de ene dag met een dubbele ronde, was er telkens heel veel tijd om voor te bereiden want de partijen begonnen pas om 17u. Voor iemand die graag zich goed voorbereidt, was dit een duidelijk voordeel die wellicht ook in mijn eindresultaat zichtbaar was. Anderzijds het late aanvangsuur in combinatie met de lange partijen die ik speelde, zorgden geregeld ervoor dat ik problemen had om "deftig" avondeten te vinden. Met de broodjes van de organisatie tijdens de partijen had ik niet genoeg. Echter de tornooizaal lag buiten het centrum van Munster en de restaurants in de buurt sloten hun deuren al vrij vroeg. Er zat hierdoor vaak niet anders op dan meerdere dagen te overleven op hetzelfde warme pizzabroodje van het hotel om op die manier toch nog iets warm gegeten te hebben. Na het tornooi was ik dan ook enkele kilo's lichter. 

Door het samenvallen van de de finale van de Duitse interclub (Bundesliga) ontbraken ook enkele sterkhouders waarvan ik profiteerde om een stevige 7 op 9 neer te zetten. Daarnaast wist ik ook van veel van mijn tegenstanders hun online schaakprofielen te kraken. De Duitse online liga blijft tot op vandaag een grote schare supporters aantrekken (in tegenstelling dus met wij Belgen) en dat bracht mij geen windeieren op. Een staaltje van mijn voorbereiding kan je terugvinden in onderstaande partij die voor minstens de helft beslissend was.
Dit soort tornooien spelen smaakt voor mij duidelijk naar meer. Een tornooi kunnen spelen zonder tezelfdertijd voor kinderen te moeten zorgen, zorgt voor een beduidend meer relaxe sfeer. Trouwens achteraf stelden mijn echtgenote en kinderen mij gerust dat ze mij niet gemist hadden. Ik moest wel van zodra ik thuis was naar de winkels rijden om de koelkasten weer te vullen met eten.

Ik heb een maximaal aantal dagen verlof overgezet naar volgend jaar en ik ben van plan daar zeker een aantal van te gebruiken om tornooien te spelen. Wie interessante voorstellen heeft van tornooien en/ of samen eens een avontuur wilt meemaken, mag mij zeker contacteren. Guy, mijn reisgenoot, vertelde mij achteraf wel dat hij erg verwonderd was over hoe "professioneel" ik met het schaken bezig was tijdens het tornooi. Pas na het tornooi dronk ik mijn eerste pint bier. Tijdens het tornooi heb ik geen tijd/ zin  om de toerist uit te hangen dus daar moet je wel rekening mee houden als je interesse hebt. Tenslotte rij ik het liefst met de wagen ergens naar toe zeker in coronatijden waar vliegverkeer geen zekerheid biedt. In mijn rode "Mazdarati" is 1000 km afleggen een pleziertje.

Brabo

maandag 6 december 2021

Elo inflatie deel 2

Hoe lang wil je nog schaken? Het is een vraag die oudere professionals tot vervelens toe geregeld moeten beantwoorden. Daarentegen hoor ik die vraag zeer zelden onder amateurs. Voor amateurschakers spreekt het voor zich dat fun de belangrijkste reden is waarom er geschaakt wordt en op fun staat uiteraard geen leeftijdsgrens. Niemand die dan ook vraagt waarom de 100 jarige Manuel Alvarez Escudero vorige maand nog een fide-tornooi meespeelde.

Hij deed het er trouwens niet slecht zie calculations. +4,=1,-4 tegen 1600 elo gemiddeld vind ik niet alleen heel behoorlijk maar de vele beslissende resultaten zijn vooral een bewijs van een ongelooflijk staaltje vechtlust van de 100-jarige. Daar kunnen zelfs nog veel jongeren een punt aan zuigen.

Anderzijds zien we in de elo-historiek van Manuel dat er niet verwonderlijk al een enorm verval van zijn speelsterkte is gebeurd. Alhoewel hij op 80 jarige leeftijd nog steeds een fide-rating van 2150 had, is die ondertussen gezakt naar 1630. Elopunten spelen dus voor hem al lang geen enkele rol meer.

Als ik rondom kijk in de schaakwereld dan is dit allesbehalve evident. Voor veel schakers is de aftakeling die verbonden is aan het ouder worden heel pijnlijk. Velen zeggen daarom de competitie ook op een zeker ogenblik vaarwel.  Blunders maken die je als jongere makkelijk vermeed, is heel lastig te aanvaarden. Fun vinden in het spelen van partijen op een (veel) lager niveau is zeker niet voor iedereen weggelegd. Veel oudere spelers laten daarom ook liever hun elo bevriezen vooraleer ze ver afgegleden zijn.

Ieder die lang genoeg blijft schaken, krijgt hiermee vroeg of laat te maken. Echter recent was ik erg verrast dat dit bij sommigen wel heel vroeg was. In mijn 3 laatste tornooien kwam ik 7 (zeer) jonge tegenstanders tegen die al honderd of meer punten waren weggezakt sinds hun piek.
In die 3 laatste tornooien kreeg ik 16 tegenstanders tegen die jonger waren dan 30 jaar toen ze tegen mij moesten spelen. 7 op 16 lijkt mij meer dan toeval dus deed ik dezelfde test eens met de Belgen tussen 20 en 30 jaar en een rating hebben boven de 1800 fide. Hoeveel van hen waren al eens honderd punten of meer weggezakt van hun piek?
Ik kom aan 23 spelers die dus voldoen aan de strikte voorwaarden. 23 op een totaal van 109 spelers lijkt nog mee te vallen echter dan hou je nog geen rekening met al die inactieve spelers waarvan de rating al vaak vele jaren bevroren is. Je ziet in bovenstaande tabel ook heel duidelijk dat de meeste spelers allemaal onder de 23 zijn. 23 is niet toevallig want is uiteraard de leeftijd waar velen beginnen te werken. Als je stopt met tornooien spelen dan kan je ook geen elo verliezen.

In 2016 schreef ik het artikel piekrating deel 2 waarin ik aangaf dat +2500 elospelers een piekrating halen op de gemiddelde leeftijd van 39 jaar. Echter nog opvallender vond ik dat er zelfs boven hun 50ste nog steeds maar een gemiddeld verval was opgetreden van 72 elo. Mijn piekrating dateert van 16 jaar geleden (ik was toen 29 jaar). Het maximum aantal elo dat ik verloor in die 16 jaar was 89 elo. Ik bedoel was is er aan de hand met de spelers in de tabellen hierboven?

Op Chessbase werd enkele maanden geleden een interessant artikel gepubliceerd The elo ratings inflation or deflation. Fide heeft in de voorbije 20 jaar stelselmatig de minimum-rating verlaagd om zo veel meer leden aan zich te kunnen binden. Dat betekent dat de huidige elolijsten overspoeld worden met jonge spelers die zeer snel verbeteren en veel elo van de hogere elo's afnemen. Met de introductie van de hogere K-factor 40 voor de jeugd heeft men dit proberen te counteren maar vandaag zien we dat dit onvoldoende is. Er treedt (lichte?) deflatie op van de elo's en daarnaast zijn er nu ook veel meer schommelingen.

Spelers onderaan de ladder zijn het meest onderhevig hieraan maar het effect sijpelt ook door naar de hoogste elo's. Zo kon je vorig jaar lezen dat het aantal +2700 spelers op een bepaald moment van 53 naar 35 was teruggevallen zie twitter. Op de fide-website merken we in de laatste 4 jaar dat de top 100 gemiddeld 10 elo is gezakt.

Zelf heb ik tot nu toe de tand des tijds en die nieuwe negatieve trend goed kunnen weerstaan. Vorige maand ging ik zelfs sedert 7 jaar nog weer eens boven de 2300 fide-elo. Ik had wat medewerking nodig van mijn laatste tegenstander maar ik vermoed dat het ook ergens een beloning was voor het vele werk dat ik aan het schaken spendeerde tijdens het corona-tijdperk. Sinds februari 2020 won ik bijna 60 fide elo in 4 tornooitjes . Dat voelt toch leuk aan als 45 jarige amateur.
Veel spelers hebben weinig of niets gedaan aan het schaken de voorbije 2 jaren dus je ziet nu wel meer spelers die plots weer bovendrijven. De steile opgang van de 49 jarige Spaanse supergrootmeester Alexei Shirov smeet grote ogen bij zijn collega's. Trouwens in een heel vermakelijk interclubverslag op schaaksite kan je lezen dat ook Alexei nog veel belang hecht aan elopunten.

Tot 10 jaar terug bestond er heel veel discussie over er al dan niet elo-inflatie bestaat in het schaken. In 2012 schreef ik er zelf een artikel over zie elo inflatie. Het is soms grappig om te zien hoe snel bepaalde zaken veranderen waarover zoveel polemiek eerst was. Daarom moeten we misschien ook eens de vraag stellen of het echt nodig is om elolijsten te vergelijken uit verschillende decennia. Er valt zeker iets te zeggen om een elolijst gewoon als een moment-opname te bekijken die de verschillen tussen actieve spelers tracht aan te geven.

Een probleem stelt zich natuurlijk wat doe je met de spelers die na lange inactiviteit terug actief worden. Oude elo's heractiveren kan dan niet. Daarnaast gebruiken heel veel spelers hun elo als een waardemeter van hun vooruitgang. Dan wil je uiteraard een zo stabiel mogelijk elosysteem dus zonder inflatie of deflatie. Tenslotte lijkt mij deflatie nog erger dan inflatie. Deflatie schrikt spelers enkel af om te spelen.

Brabo

maandag 29 november 2021

Pat

In mijn vorig artikel beschreef ik de natte droom van elke schaker. Je speelt een partij waarin je je tegenstander eerst helemaal vastzet en vervolgens heb je alle tijd hebt om het af te maken. Het is te zeggen helemaal vastzetten doe je beter niet. Je tegenstander moet nog altijd iets kunnen bewegen anders treedt de vreemde spelregel "pat" in werking.

Als een speler aan zet is zonder schaak te staan maar niet kan spelen dan is het pat. Bij pat wordt de partij automatisch remise gegeven. Het is zeker voor beginners soms schrikken dat ze ondanks vele extra stukken toch de partij niet winnen door die regel. Ik ken trouwens ook weinig of geen spelletjes waar de zwakke partij nog over zulke ultieme ontsnappingsroute beschikt. In dammen staat niet kunnen bewegen gelijk aan een nederlaag. Het meest dichtbij komt het knikkerspel in Squid Game. De spelers moeten per 2 teams vormen maar bij een oneven aantal deelnemers blijft 1 iemand achter zonder team. Normaal val je dan af zoals bv. in het kinderspel stoelendans. Echter in Squid Game krijgt de zwakste schakel/ verliezer een vrijgeleide naar de volgende ronde.

Nu in Squid Game wist niemand op voorhand van die uitzonderingsregel. In schaken daarentegen is pat 1 van de allereerste regels waar een beginnende schaker in aanraking mee komt. Als je nog maar net de loop van de stukken kent, is het vaak heel lastig om pat te vermijden. Het duurt eventjes vooraleer je dat stapje vooruit kunt denken. Echter eenmaal voldoende ervaring, zien we dat pat bijna nooit nog in partijen verschijnt. Iedere ervaren schaker weet hoe een koning in de hoek te drijven en een veldje vrij te houden zodat die kan blijven bewegen tot de mat rustig kan worden voorbereid.

Pat is dan ook uiterst zeldzaam in partijen van ervaren schakers. Op mijn net geen 1000 klassieke partijen die ik gespeeld heb, eindigden slechts 2 partijen met pat. Trouwens in die beide partijen was telkens sprake van doorspelen in potremise stellingen. Dus pat gebeurde enkel omdat de spelers niet eerder een remise wilden voorstellen zie mijn partij tegen Radoslav Dimitrov in het artikel over Swindels deel 2 en mijn partij tegen Stefan Docx zie artikel Macho's.

Pat-ongelukjes gebeuren wel zelfs bij partijen van meesters in blitz/ bullet maar dat heeft natuurlijk alles te maken met de tijd. Zeker wanneer je aan het pre-moven bent, gaat het wel eens fout maar dat kan je moeilijk nog schaken noemen. Dat wil niet zeggen dat ik nooit eens een echte mooie pat online ben tegengekomen. Zo offerde mijn tegenstander in onderstaand blitzpartijtje 2 dames om zichzelf pat te zetten (eigenlijk 3 zelfs maar daarvan was 2 keer dezelfde).
In compositieschaak is dit niets speciaal maar in de bordpraktijk heb ik zoiets nooit eerder gezien. Alhoewel pat altijd een beetje wrang smaakt als je zoveel stukken extra hebt, kon ik er achteraf toch de humor van inzien.

Laatst in de open van Munster miste ik wel op een haartje eeuwige roem door een fabelachtige pat niet te spelen in ronde 6 tegen de latere tornooiwinnaar de Duitse internationaal meester Matthias Dann. Het is niet dat ik de pat niet gezien had maar mijn tegenstander liet ze per toeval niet toe. Ik zeg per toeval want achteraf gaf mijn veel hoger gekwoteerde tegenstander grif toe dat hij de pat totaal gemist had en dus gevoelsmatig gekozen had voor een zet die meer spanning in de stelling kon houden.
Iets later in de partij kreeg ik zelfs nog een 2de kans op een pat maar tegen een speler met een lichess-blitzrating van bijna 2800 was het deze keer wel te doorzichtig. Ik herinner mij nochtans dat grootmeesters een gelijkaardige pat ooit gemist hebben.
In de voorbeelden uit mijn eigen praktijk kreeg ik dus niet de kans om de pat op het bord te tonen maar dat was niet het geval in een partij gespeeld in de hoogste leeftijdsgroep van het zonet voorbije Belgisch Jeugdkampioenschap te Blankenberge. De witspeler was vooraf niet op de hoogte van de pat-truc(en) in dit vaker voorkomend eindspel en puur op increment spelend is dit zeer lastig tot zelfs onmogelijk door te rekenen.
Het is een eindspel om te onthouden want origineel is het zeker niet. Daarom wil ik afsluiten met een kleine oproep naar de lezer. Wie heeft al een leuke originele pat in zijn klassieke partijen op het bord gehad en welke? Het moeten klassieke partijen zijn want blitz/rapid of compositieschaak is te makkelijk om voorbeelden van een pat te vinden.

Brabo

vrijdag 19 november 2021

Mortal Kombat Fatality

Alhoewel ik in 1990 al mijn eerste schaakcomputer kocht (zie schaakcomposities) duurde het nog tot eind 1995 dat ik een PC had. Naar hedendaagse normen was de Intel Pentium 90 Mhz een zeer traag en onpraktisch ding maar toen moest je er bijna 3000 euro (110.000 in oude Belgische franken) voor neerleggen. De helft financierde ik met vakantiewerk. De andere helft werd bijgelegd door mijn ouders.

Al heel snel begon ik de PC toen te gebruiken voor het schaken maar ik miste de trein van het gamen. Ik ben een van de allerlaatste die nog opgegroeid is zonder in de jeugd veelvuldig in contact geweest te zijn met computerspelletjes. Ik vermoed als ik een paar jonger was geweest dat ik misschien nooit competitieschaak had gespeeld en bijgevolg deze blog nooit had bestaan. Het moet echt randje geweest zijn want mijn 3 jaar jongere broer werd wel nog voor zijn 18de gebeten door het gamen en is dit sindsdien altijd intensief blijven doen (vandaag is hij dus 42 jaar oud).

Het is niet dat ik nooit spelletjes buiten het schaken gespeeld heb op de computer. Ik heb een paar periodes gehad waar ik enkele maanden fanatiek 1 spelletje speelde maar vaak waren er ook meerdere opeenvolgende jaren dat ik niet 1 keer gamede. Mijn zoon Hugo, zelf een fanatieke gamer (op vakantiedagen soms tot 12 uren gamend) heeft mij een paar keer proberen te overhalen om zelf eens iets te proberen maar ik hap bewust niet toe. Het zou wel leuk zijn om samen iets te doen maar ik ken het gevaar om jezelf helemaal te verliezen (en dus alle vrije tijd) aan een spelletje. Dan zet ik mij liever af en toe eens naast Hugo als toeschouwer, kijkend naar hoe hij weer eens op Fortnite een potje wint met 10 kills of meer.

De graphics vandaag zijn ongelooflijk. Wat een verschil met 25 jaar geleden toen ik soms keek naar hoe mijn broer het toen waanzinnig populaire computerspel Doom speelde. Waar is de tijd dat we nog de computers handmatig aan elkaar moesten koppelen om met vrienden te kunnen gamen? Vandaag gebeurt alles over het internet en zorgen de krachtige processors dat alle in- en output correct wordt verwerkt.

Van die eerste spelletjes zijn er bijgevolg dan ook nog bitter weinig die de tand des tijds hebben doorstaan. Een grote uitzondering is Mortal Kombat. Dit spel waar er man tegen man in een arena wordt gevochten, bestaat al sinds 1992 en heeft tot op vandaag een grote schare supporters. Er is zelfs in 2021 nog weer eens een film over gemaakt zie Mortal_Kombat_(2021). Visueel blijft het een meesterwerk en dan in het bijzonder de fatalities. De winnaar krijgt op het einde van het gevecht de kans om de tegenstander die nog leeft maar geen weerstand meer kan bieden om op een heel bijzondere en vaak ook heel gruwelijke wijze af te maken. Een overzicht van dit soort genadeslagen kan je hier terugvinden: Youtube Mortal Kombat 11 Fatalities (te bekijken op eigen risico, +16 jaar).

Het schaken is in vergelijking daarmee uiteraard een heel droog en saai spelletje wat niet betekent dat fatalaties helemaal niet bestaan in het schaken. Het komt heel zelden voor bij ervaren schakers maar zo af en toe kan je de tegenstander helemaal vastzetten dat hij alleen maar nog kan wachten tot je hem afmaakt. Laatst in de 5de ronde van de muensterlandopen liet ik mijn tegenstander helemaal dol worden door alle tijd te nemen van de wereld om de onvermijdbare killer te plaatsen.
In een eindspel kom je wel vaker tegen dat een speler alleen nog maar wat heen en weer kan schuiven maar met een bord vol stukken vind ik andere koek. Sterke schakers laten bovendien heel zelden zulke hopeloze situaties toe. Men probeert nog liever een laatste tactische val dan zich neer te leggen bij complete passiviteit. Je moet dan ook weer Magnus Carlsen heten om een 2700 2 keer op een rij in zulke omklemming te kunnen steken, zie eentje van de 2 hieronder. De klassieke partijen werden gespeeld in de troostfinale te Sochi (zie o.a. het chess.com-artikel Stalemate your opponent)
Heel wat schakers geven dan ook op als ze niets meer nuttig met hun stukken kunnen doen en het gewoon een kwestie van tijd nog is dat de tegenstander de genadeslag zal uitvoeren. Echter sommigen hopen op een mirakel en dan laat ik de kans zeker niet schieten om uitgebreid te genieten van mijn fatality.

Brabo

zondag 14 november 2021

Computerevaluaties

Wat me in deze tijden van ultradiep rekenwerk door programma’s opvalt, is dat deze vaak evaluaties meegeven die voor ons stervelingen buiten ons begrip liggen. Dan bedoel ik bv evaluaties van +2 of meer in “half-gezonde” openingsvarianten, daar waar wij mensen dit als een uitdagende, scherpe voortzetting zouden inschatten, zonder dat daarbij meteen aan winst of verlies wordt gedacht.

Een voorbeeld is de (1.e4 c6 2.d4 d5 3.Pc3 dxe4 4.Pxe4 Pf6 5.Pxf6 gxf6) variant in de Caro-Kann waarbij zwart met zijn g-pion terugslaat, iets wat Larsen en Bronstein graag speelden, wegens de scherpe stellingen die ontstaan en de mogelijkheden tot aanval met zwart. Ik denk niet dat een wereldtopper dit nu nog zou riskeren met zwart. Een mooi voorbeeld was het recente debacle dat Kasparov overkwam, toen hij zijn oude WK-varianten boven haalde in een blitztornooi (GCT Blitz Kroatië 2021) en prompt met 0,5/9 opzij werd gezet. Zijn blitzelo donderde meteen naar beneden van 2801 naar 2644. Ik denk dat het nog even duurt eer hij weer een officieel FIDE blitz- of rapidtornooi gaat spelen.

Een ander voorbeeld is deze stelling; na 1. e4 e6 2. d4 d5 3. Nc3 Bb4 4. e5 c5 5. a3 Bxc3+ 6. bxc3 cxd4 7. cxd4 Qc7 8. Bd2 Bd7 9. Qg4 g6 10. Bd3 Nc6 11. Ne2 O-O-O 12. O-O (Czerniak-Frydman, 1941) en SF14 zegt hierover “+3”. Nu mag dit een prettige stelling zijn om te spelen met wit, maar ik denk niet dat er veel witspelers te vinden zijn die na de partij zouden zeggen: “ik stond gewonnen na 12 zetten”.

Een ander voorbeeld? Na 1.e4 e5 2.Pf3 Pc6 3.d4 exd4 4.Pxd4 Lc5 5.Pxc6 Df6 6.Df3 Dxc6 7.Pc3 Lb4 8.Ld2 is het volgens SF14 +2,3. Wit staat heel goed, geen twijfel mogelijk, maar “meer dan twee pionnen” in de plus, hmm. De partij is nog maar net begonnen, er zijn geen geforceerde voortzettingen. Alles is nog mogelijk, en zeker fouten of blunders langs beide kanten.

Computers zijn een uitstekend hulpmiddel, maar slechts een hulpmiddel, zoals Noël Studer op twitter Neil Bruce (een “adult improver” oftewel “chesspunk”) terechtwees, toen hij met de computer tot een omgekeerd oordeel kwam dan wat in een tekstboek over een stelling stond. De aanbevolen zet “volgens theorie” was zo’n halve pion minder goed dan de “veroordeelde” mindere zet, die de computer de beste vond. Studer gaf terecht aan dat begrip veel belangrijker was dan één optimale zet te spelen (zonder in te zien waarom). Net het gevaar waar al tientallen jaren voor gewaarschuwd wordt bij beginnende schakers die met de computer werken: je gelooft teveel de evaluatie, maar begrijpt niet waarom. Gelukkig zijn de programma’s dankzij Alpha Zero nu ook beter geworden, want vroeger zat je soms met grote verschillen in evaluatie van stellingen voor en na een ruil en passant, een (onder)promotie, een dameruil of een rokade, omdat dat een “discrete” overgang was, die pas na de betreffende zet een andere subroutine activeerde (bv overgang middenspel naar eindspel, of het programma rekent niet vooruit met onderpromoties (of ze waren gewoon zelfs niet geprogrammeerd!), …). Zelfs nu durft het soms nog eens mis gaan: in deze stelling (8/5Q1P/8/6k1/P7/1P6/4qP1K/3q4 w - - 0 83) geeft Leela ook bij langere bedenktijd nog 83.h8D aan als gelijk staand (+0.04) en als beste zet, terwijl SF het na deze zet meteen uit maakt (mat in 5).


Dat is trouwens één van de redenen dat ik geen geforceerde openingsvarianten (zoals een Sveshnikov) meer speel. Ja, het is leuk om nu en dan een “gratis” punt door voorbereiding op te rapen (een klassieker die nog altijd niet overal gekend is (en makkelijk af te straffen), is Lg7 (?!) in de Levenfish draak of a6? tegen de Pd5-variant in de Sveshnikov). Maar zoals ook op twitter aangegeven: heb je net een hele Chessable cursus achter de kiezen over hoe je best de Richter-Rauzer beantwoordt, dan speelt iedereen Alapin, Grand Prix, Rossolimo of gewoon gesloten Siciliaans met wit tegen jou. Rendement en spelplezier primeren bij mij nog boven “alles uit de kast halen”.
 
Zoals Brabo al aangegeven heeft, zitten de huidige programma’s zelf ook er wel eens naast – in die zin dat een positieve evaluatie toch gekeept wordt bij “perfecte tegenstand” (iets waar we in menselijke partijen vaak geen rekening mee moeten houden). Wie voorbeelden wil moet maar gewoon eens naar  TCEC
 surfen – materiaal genoeg.

Onlangs speelde ik een in mijn ogen redelijk gelijk opgaande, maar ietwat complexe partij. Hierbij gaf de computer al na zet 16 aan dat ik gewonnen stond, maar dat gevoel had ik helemaal niet in de partij. Pas na zet 24 had ikzelf duidelijk zicht op winst, en ik had er een paar goede (al zeg ik het zelf) zetten voor nodig. De reden voor deze “mismatch” tussen gevoel en computerevaluatie, was dat wit heel actief speelde – en zijn langetermijnnadeel (koning in het midden) kwam pas op het einde van de partij naar voor als een beslissend nadeel. Een gelijkaardig verhaal in de Brugse open deze zomer : door onnozel in de aanval van zwart lang te rokeren, kreeg ik een pittige aanval van dame, toren en pion te verwerken (terwijl zwart niet eens zijn koningsloper en koningstoren in het spel had gebracht. Pas nadat ik met nauwkeurig spel de aanval afgeslagen had, kon ik het langetermijnvoordeel van de niet-ontwikkeling van mijn tegenstander uitbuiten. Ondertussen verkondigde SF14 wel vrolijk dat ik de hele tijd gewonnen had gestaan. Het is één iets om een rustige positionele plus naar winst te spelen, waar zetvolgorde geen rol speelt, maar het is iets heel wat anders om een scherpe stelling die “+5” staat binnen te halen. Om het met Donner te zeggen: “Geef mij een moeilijk positiespel, ik zal het spelen. Geef mij een slechte stelling, ik zal haar spelen, ingewikkelde stellingen en saaie remisestellingen, ik houd ervan en zal mijn uiterste best doen. Maar glad gewonnen stellingen, daar kan ik niet tegen.”

Een ander voorbeeld is volgend eindspel (5k2/4Nnp1/1p2p2p/1Pp5/2P5/3P1pP1/5P1P/6K1 w - - 0 34 "wit speelt en wint" ), dat ik uit een variant van een partij uit een openingsboek haalde (de lezer mag zich op een traktatie verwennen als hij de partij herkent). De computer geeft winst aan voor wit, en dat is juist, maar ik daag iedereen uit om dit met wit dit eindspel tegen de computer te winnen. Er is slechts één winstpad, en het is niet zo heel moeilijk, maar het komt letterlijk op één tempo aan, dus nauwkeurigheid en zetvolgorde is van groot belang.

Praktisch dan. Heel vaak merk ik, dat wanneer de computer “+2” of zo aangeeft, ik vlotjes tien – vijftien zetten de hoofdvariant moet doorspelen, alvorens er effectief duidelijk (materieel) voordeel op het bord staat, of een pion gewonnen wordt. Bijna even vaak verwatert die geprojecteerde winst, omdat schaken nu eenmaal een spel is met resources voor zowel verdediger als aanvaller. Daar heeft Brabo in één van zijn recente artikelen al over uitgeweid.

Vandaar dat ik sceptisch sta tegenover cafépraat van “ik stond +10 en gaf het dan nog weg”. Als je het grote voordeel niet ziet in je stelling (zoals ik onlangs een “+5” niet verzilverde in Brugge), dan hoef je achteraf ook niet te klagen dat je winst “gemist” hebt. We hebben allen onze begrenzingen en spelen het spel op ons bescheiden niveau.

Daarmee wil ik niet zeggen dat je computeranalyses naast je neer kan leggen. Ik geef gerust toe dat ik nu sommige openingszetten speel, omdat ik nu eenmaal sommige varianten vaak tegen krijg, en dan uiteindelijk eens gekeken heb wat de computer ervan vindt. Zelfs al is het maar één stapje / zetje beter schaak, je hebt tenminste dat op zak, en het geeft ietsje meer vertrouwen voor de rest van de partij. Volgende keer iets meer over wat we van die “overdreven” stellingevaluaties kunnen leren.

HK5000