maandag 28 juni 2021

Verdedigen deel 2

In mijn vorig artikel toonde ik aan dat een zwartrepertoire meer moet zijn dan enkel een samenraapsel van correcte openingen. Zeker als amateurschaker merk ik op dat minder correcte of zelfs foute openingen vaak beter scoren in de praktijk. Het verrassingselement is meestal veel belangrijker dan de exacte evaluatie. Als jij beter dan je tegenstander weet waar je in de opening moet op spelen dan levert dat bijna altijd op het bord en/ of de klok een substantieel voordeel op.

Anderzijds is het makkelijker gezegd dan gedaan om je tegenstander telkens te verrassen. Op een handvol wereldtoppers na, heeft niemand de tijd/ middelen om een repertoire vol met verrassingen voor te bereiden. Het is dus volstrekt normaal om geregeld iets te kopieren/ herhalen dat al eens eerder gespeeld werd in de praktijk. Het is en blijft een moeilijke evenwichtsoefening het kiezen van de juiste openingen en niet verwonderlijk is de klus nooit af.

Sinds een paar decennia zijn we hierbij steeds meer de computer gaan gebruiken. Zowel amateur als meester gebruiken vandaag de schaakprogramma's intensief om zeer snel een oordeel te krijgen of de beste zetten te ontdekken in een openingsvariant. De oudere generatie schakers heeft het daar soms emotioneel lastig mee. Waar is de eigen creativiteit gebleven? Wat is de lol van als een papagaai computervarianten te kunnen imiteren?

Wel vooreerst denk ik dat veel oudere schakers iets te kort door de bocht gaan door te stellen dat modern schaken enkel een kwestie is geworden van memoriseren wat de computer ons vertelt. Niet alleen het volume maakt het onmogelijk om alles te onthouden maar daarnaast merk ik ook op dat er nog veel fout loopt met het omzetten van wat de computer ons vertelt naar goede resultaten in de praktijk. Zo toont de computer in steeds meer varianten aan dat de positie gelijk staat. Echter wanneer je die dan zonder computerhulp probeert verder te spelen dan merk je op dat het allesbehalve simpel is om de remise te verzilveren.

De steeds sterker wordende schaakprogramma's vinden steeds meer oplossingen om complexe openingen te neutraliseren. Echter dit geldt ook voor het middenspel en eindspel. De remisemarge blijkt nog veel groter te zijn dan we oorspronkelijk dachten. We vermoeden al lang dat schaken zeer waarschijnlijk remise is maar nu zien we ook dat de computer er zelfs in slaagt om zeer slechte stellingen nog met kunst en vliegwerk te redden. Onderstaande computerpartij uit TCEC superfinal season 17 werd tijdens de eerste lockdown live becommentarieert door verscheidende topgrootmeesters. Groot was de verwondering dat Stockfish al heel vroeg 0.00 opgaf.
Meer dan 100 zetten drong Leela aan maar Stockfish gaf geen krimp en week nooit af van de 0.00 na de 25ste zet. De prestatie is nog indrukwekkender als je weet dat Leela aanvankelijk startte op +1,62 zie zet 42 op TCEC en dat Leela vele honderden punten sterker is dan onze huidige wereldkampioen Magnus Carlsen.

Ook in het analyseren van onze eigen partijen zien we dat we regelmatig stellingen te snel beschouwen als triviaal gewonnen/ remise/ verloren. Als mens beschikken we natuurlijk niet over de rekenkracht van een computer waardoor we sterk afhankelijk zijn van onze intuïtie/ schaakkennis maar daardoor slaan we meer dan eens de bal verkeerd. In de derde ronde van het 2de online klassiek schaaktornooi speelde ik tegen de Belgische FM en latere tornooiwinnaar Matthias De Wachter. Daarin kwam een eindspel op het bord waarvan in de live-stream werd gezegd door de Belgische IM Thibaut Maenhout dat het absoluut moest winnen voor wit. Stockfish toont in de analyse het tegendeel.
Moeten we daarom al onze schaakkennis/ intuitie over boord gooien? Uiteraard niet. Zeker vandaag waarbij je vaak een groot aantal zetten op een increment moet spelen van dertig seconden (of nog sneller bij rapid/ blitz) is het noodzakelijk om te werken met vuistregels. Die vuistregels hebben hun deugdelijkheid in de praktijk vele malen bewezen. Dus er is zeker niets mis om in een livestream te vertellen dat dit eindspel normaal moet winnen voor wit.

Bovendien kan je jezelf de vraag stellen in hoeverre het zelfs uberhaupt nuttig is om te weten dat het niet wint voor wint. Is dit iets dat een praktische schaker hoeft te weten of is dit meer iets voor de theoreticus dus puur academisch? Het doet mij denken aan de tablebases. Ik vermoed dat zowel Fabiano Caruana als Maxime Vachier-Lagrave wisten dat hun eindspel volgens de tablebases remise was in de net beeindigde Fide Candidates (2de deel) maar in de praktijk bleek het onmogelijk om dit eindspel daadwerkelijk ook correct te spelen.
Veel sterke spelers zijn van oordeel dat "de waarheid" onbelangrijk is als je die toch niet op het bord kunt bewijzen. Ik schat dat ik een 10 tal uren mijn eindspel tegen Matthias geanalyseerd heb om een min of meer finaal verdict te kunnen geven. Ik ben er zeker van dat een aantal trainers niet meer dan een uur analyse als optimaal hadden beschouwd en de resterende tijd kan je beter gebruiken voor andere facetten van het schaken.

Dat is dan natuurlijk in de veronderstelling dat je die vrijgekomen tijd daadwerkelijk nuttig invult. Bullet partijtjes online spelen zoals zovelen doen i.p.v. mijn uren eindspel analyses, lijkt mij in elk geval nog veel minder zinvol. Trouwens ik ben ook nog niet klaar met de stelling dat "de waarheid" kennen helemaal onzinnig is als je die niet op het bord kunt bewijzen. Ik denk mathematisch ga je sowieso je kansen verhogen als je op voorhand de exacte evaluatie kent. Daarnaast kan het ook helpen met het zelfvertrouwen om net dit tikkeltje hardnekkiger te verdedigen of op winst te spelen. Kennis kan en moet altijd beschouwd worden als een plus vandaar ook dat ik altijd verkies om zo exact mogelijk te zijn in mijn evaluaties.

Brabo

maandag 21 juni 2021

Verdedigen

Vorige week werd het 2de deel van de mini-serie Lupin beschikbaar op Netflix. Deel 1 van deze populairste mini-serie ooit had mij al erg bekoord dus kon ik niet weerstaan om in enkele uren bingewatchen ook deel 2 te verslinden. Trouwens de snelste Sherlock onder jullie die mij kan vertellen wat de link met het vorige blogartikel is, krijgt van mij een traktatie.

Lupin is een dief dus niet iemand waarvoor je normaal sympathieën kunt voelen. Echter omdat hij zich ten allen tijde als een absolute gentleman gedraagt, gaan we toch supporteren dat hij uit de klauwen blijft van de politie. Het is een bekend succesvol concept voor dit soort genre maar hier in een verfrissend modern jasje gestoken met uitstekende dialogen afspelend in de adembenemende lichtstad Parijs.

Een gentleman is in het schaken ook schaars goed. Ik ben er absoluut geen want ik heb al te vaak tegen heilige huisjes geschopt. Ook Magnus Carlsen gaf laatst toe in een interview dat hij er geen is maar als er 1 (oud-)wereldkampioen is die de definitie van gentleman het best benadert dan is het Viswanathan Anand. In een rangschikking van wereldkampioenen gemaakt door Magnus was hij de enige die een 10/10 kreeg voor sanity.

Ondanks dat de 52 jarige topgrootmeester al heel wat delicate situaties heeft meegemaakt in zijn leven, slaagde hij er toch steeds in om de conflicten te ontmijnen of te omzeilen. Een paar dagen geleden toonde hij nogmaals zijn uiterst tact in een liefdadigheidssimultaan toen bleek dat meerdere deelnemers hem hadden bedrogen door gebruik te maken van een schaakprogramma zie billionaire and celebrities cheat at charity-simul. Ik vermoed elke andere wereldkampioen was boos geworden maar Anand gaf geen krimp. Integendeel want i.p.v. de verloren partij nog te winnen op tijd (wat meer dan waarschijnlijk was gelukt), gaf hij de partij edelmoedig op.

De meesten kennen wel de uitdrukking "nice guys finish last". Als je altijd lief bent tegen anderen dan zal men van je profiteren en uiteindelijk blijf je met niets over. Nu schaken speelt zich eerst en vooral op het bord af en daar telt enkel de sterkte van de zetten. Trouwens heel af en toe, speelt een goede reputatie ook in je voordeel. Zo herinner ik mij dat bijna de hele wereld voor Anand aan het supporteren was in 2010 toen hij speelde voor de wereldtitel tegen de Bulgaarse topgrootmeester Veselin Topalov. Toen bleek dat Anand met zijn zwartrepertoire grote moeilijkheden had, kwam de helft van de wereldtop gratis hulp aanbieden. Desalniettemin kon Anand niet vermijden dat in een derde poging Topalov alsnog door de passieve opening kon doorbreken.
Achteraf werd Anand dan ook unaniem door de commentatoren bekritiseerd voor het bewust willen verdedigen van die passieve opening meermaals. Topalov beschikte op dat moment over de beste computers in de wereld dus koppig niet willen variëren, moest leiden tot een nederlaag. In elk geval Anand trok zijn lessen hieruit en in volgende wereldkampioenschap-matchen koos hij niet alleen voor veel actievere openingen met zwart maar ook voor meer variatie.

Nu begrijp mij niet verkeerd. Verdedigen zeker met zwart is vaak niet te vermijden. Zelfs de allerbeste schakers komen soms uit de opening waar het alle hens aan dek is om een nederlaag af te wenden. Dus in dit artikel wil ik het enkel hebben over de keuzes die we maken in de opening waarvan we op voorhand weten dat we bepaalde stellingen zullen moeten verdedigen in het slechtste scenario. Hoe ver durven we hiermee gaan? Wat is aanvaardbaar?

Dit hangt uiteraard af van vele factoren. Wie ben ik van type speler? Ben ik een tactische speler, positionele speler,... Hou ik van risico's of speel ik liever op veilig? Wie is mijn tegenstander? Welk tempo wordt de partij gespeeld? Tenslotte de belangrijkste vraag is volgens mij, hoe goed kent mijn tegenstander de opening. Hoe slechter, hoe dubieuzer de opening mag zijn. Echter omgekeerd merk ik op dat zelfs heel veilige openingen al in de praktijk riskant kunnen zijn.

In het voorbije jaar was er door al het online blitz en rapid een duidelijke shift naar meer risicovolle openingen. Veel spelers bouwden een repertoire rond minder bekende openingen waar men veel makkelijke en snelle punten kon mee scoren. De enkeling die de vervelende kritieke lijn kent, namen ze als de bluts met de buil erbij. Een modelvoorbeeld hiervan zijn mijn online duels met de Roemeense Duitser Dragos Ciornei. Ik denk niet dat hij er zelf bewust van is maar sinds 2010 hebben we 20 keer dezelfde dubieuze opening op het bord gehad (eerst op playchess en nu op lichess). Nadat ik zijn opening eens had bekeken, werd het 15-0 waarmee hij een van mijn beste elo-leveranciers is.
Nu de 15-0 betekent niet dat de opening weerlegd is. Als je de opening opzoekt in Chessbase dan zie je dat de score +6, =10 is. Zelfs in enkele correspondentiepartijen wordt aangetoond dat zwart ondanks de pion minder dankzij de ongelijke lopers serieuze remisekansen heeft. Dus ik vind het niet gek dat Dragos dit blijft spelen in de blitz want in het slechtste geval blijf je goede kansen hebben op remise. Alleen tegen mij heeft hij vandaag de pech dat zijn slechtste scenario zijn enige scenario is geworden en bovendien heb ik heel veel ervaring opgebouwd om maximaal problemen te stellen voor hem in dit eindspel zoals je ziet in bovenstaand voorbeeld.

Daar zien we dus het probleem. Vanaf dat het verrassingselement weg is, word je slechtste scenario, je enige scenario. In klassiek bordschaken komt dit nog veel meer tot uiting. Er zijn heel weinig schakers die een kans afslaan om een opening te spelen waar je enkel voor winst/ remise speelt. Eenmaal iemand die zwakke schakel ontdekt heeft dan zijn andere schakers er als de kippen bij om ook hiervan te profiteren. Zo schreef HK5000 al in 2018 hoe iedereen in de club van de Torrewachters mijn anti-dote kopieerde tegen de fort-knox. De benadeelde speler kon hierdoor zijn lievelingsvariant niet meer  spelen en stapte boos uit de club (om maar te tonen dat sommige spelers echt wel zichzelf een rad voor de ogen draaien door te denken dat ze een sterke speler zijn als ze punten kunnen scoren door een onbekend systeem).

Dus als aanhanger van de wetenschappelijke aanpak zie deel 1 en deel 2 is het meer dan ooit noodzakelijk om ervoor te zorgen dat zwakke schakels in je repertoire onmiddellijk verdwijnen. Ik herinner mij dat de Belgische FM Frederic Decoster verwonderd was na het lezen van mijn artikel over Hollandse stappen in de Engelse opening deel 2 dat ik zulk klein openingsnadeeltje al niet meer accepteerde in mijn repertoire. Frederic speelt soms openingen in klassiek schaken die veel malen dubieuzer zijn. Enkel correcte openingen proberen te spelen is enorm veel studiewerk en misschien ook een tikkeltje saai. Echter Frederic zorgt daarbij wel telkens dat hij er redelijk zeker van is dat zijn tegenstander die varianten niet goed genoeg kent om ze te weerleggen. Dat is een hemel en aarde van verschil t.o.v. mijn wetenschappelijke aanpak waar ik dus wel mijn tegenstanders toelaat om zich voor te bereiden. Trouwens de Belgische FM Adrian Roos vertelde mij dat hij zeer graag partij had gegeven in dat Hollands variantje dat volgens Frederic slechts een klein nadeeltje is voor zwart. 

Ik ken weinig spelers die een kans zullen negeren om een opening te spelen waar enkel winst/ remise mogelijk is voor zichzelf en bovendien men de opening ook nog eens goed kan voorbereiden. De meeste schakers hebben de mond vol van dat ze graag een leuke interessante partij willen spelen maar als puntje bij paaltje komt dan zal bijna niemand een winstpunt weigeren waarvoor geen creativiteit of inspanning nodig is. Bordschakers zijn in de eerste plaats competitiebeesten en entertainment is bijzaak. Daar hou je dus best rekening mee of je moet als een echte sadomasochist ervan houden om elke partij uren te verdedigen voor maximaal een halfje.

Dus als zwartspeler weet ik dat verdedigen er vaak bijhoort maar ik wil niet op voorhand aan mijn tegenstander een blanco cheque geven waarop enkel nog verlies/ remise staat voor mij. Dit is geen fun en bovendien er zijn meer dan voldoende openingen die een goed alternatief kunnen bieden. Dit was ook hoe ik erover dacht toen er voor de 5de opeenvolgende keer werd aangestuurd door een tegenstander naar dezelfde depressieve variant. Ik wist dat de computer mij had aangetoond dat het te verdedigen was maar prettig is het niet dus koos ik deze keer voor een totaal ander concept.
In mijn vorige 2 partijen in deze opening had ik afgezien zelfs tegen (veel) lager gekwoteerde tegenstanders telkens met remise op het tandvlees. Deze keer had ik duidelijk het betere spel gehad en dus was de winst dan ook niet zo verwonderlijk. Of dit concept zoveel beter is dan het vorige, is twijfelachtig maar mijn tegenstander was verrast en dat zorgde ervoor dat ik helemaal niet hoefde te verdedigen. Er zijn zeker een aantal openingen waarmee je met zwart helder kunt egaliseren maar het Hollands behoort daar niet bij. Het wordt een kwestie van hard werken in het Hollands om de concurrentie een stapje voor te blijven.

Brabo

maandag 14 juni 2021

Schaakcomfort deel 3

Morgen krijg ik mijn eerste coronavaccin (Astra-Zenica). Midden augustus zou dan de tweede volgen. Dit betekent dus dat ik pas een coronapaspoort krijg eind augustus/ begin september. Ik vind het daarom lastig om nu al concrete plannen te maken voor deze zomer. Ik overweeg zelfs om een stuk verlof op te nemen in september en dan een tornooi in het buitenland te spelen (iemand zin om mee te gaan/ suggesties?).

Ik verwacht tegen september dat het coronavirus enkel nog in geïsoleerde gevallen zal voorkomen in België zodat we vanaf dan min of meer zonder vrees onze oude routines kunnen hervatten. Een daarvan zal wellicht terugkeren zijn naar het kantoor want sinds maart vorig jaar heb ik permanent thuisgewerkt. Ik prijs mij hier bij de gelukkigen want door dit thuiswerken ben ik wellicht ook gespaard gebleven van het coronavirus.

Nu ik vermoed dat niet iedereen zo enthousiast was van al dat thuiswerken. Zo kunnen de kosten al snel oplopen zie bv. artikel hln: thuiswerken komt met een prijskaartje: gemiddeld kost een thuiskantoor zo'n 3485 euro. Daarnaast klaagden velen ook over eenzaamheid zie "Ik zie de hele dag niemand." Ik had er allemaal weinig last van. Ik en mijn echtgenote werken gewoon samen aan de tafel in de living dus geen extra kosten en we konden altijd een praatje met elkaar slaan. Trouwens om dezelfde reden zet ik mijn schaakcomputers ook bijna altijd in de living. Ik spendeer er dagelijks vele uren op maar wil ondertussen niet mezelf hiervoor steeds afzonderen van mijn gezin. Hieronder zie foto van mijn schaaklabo in de living.
Voor het analyseren werkt dit perfect maar spelen is allesbehalve optimaal. Vooreerst is het er bijna nooit stil. Zo heb ik meerdere zondagse battles van de Beneliga gespeeld terwijl mijn kinderen achter mij naar de tv aan het kijken was. Soms botste dat zeker met afleveringen van de mol. Nu ik hoor dat sommige ploeggenoten zelfs aan het kijken waren naar de afleveringen terwijl ze mee aan het spelen waren met natuurlijk desastreuze resultaten als gevolg. Ik kan begrijpen dat je online blitz niet serieus neemt maar als je elke partij stukken afgeeft dan stel ik mij toch de vraag of dat nog plezierig is. Het is wellicht een reden waarom er nog nauwelijks volk komt opdagen voor de zondagse battles die nog steeds doorgaan.

Lawaai heeft dus een zeer belangrijke invloed op het schaakcomfort bij online spelen. Iemand heeft zelfs eens onderzocht dat de waarschuwingspiep voor weinig resterende tijd op lichess een beduidende knik naar beneden veroorzaakt in het spelniveau van een speler zie "I analysed 68 million lichess games to prove that the low time alarm makes people play worse". 

Ook het licht kan een belangrijke stoorzender zijn. Je ziet het niet heel goed op bovenstaande foto maar mijn living is omgeven door grote ramen rondom. Dit maakt van de living een heel aangename plek om tijd te spenderen maar soms kan de zon ook te fel schijnen waardoor je niet meer op je scherm kunt concentreren. De rolluiken neerlaten brengt dan soelaas maar daarmee steek ik ook de rest van het gezin in het donker. Een ander grappige anekdote met het licht gebeurde in een livestream van de zondagse battles met Arthur Neirynck, zie flikkerende lichten vanaf minuut 49:  "Mama, ik ben bezig he"!

Storende beestjes zoals de hilarische anekdote met de Belgische FM Sterre Dauw zie wespen zal je wellicht thuis niet tegenkomen maar minstens even storend zijn muggen en die zijn er af en toe wel. De Russiche topgrootmeester Ian Nepomniachtchi probeerde zowel Wesley So als een legertje muggen af te slaan laatst in de FTX Crypto-cup zonder succes zoals je kunt zien in dit grappig fimpje. Zelf heb ik eerder last van de talloze fruitvliegjes die komen van onze planten aan het venster (zie eerdere foto). Ze zijn piepklein maar ze zijn bijzonder vervelend want komen vaak in het midden van mijn partijtjes op het scherm zitten (wellicht aangetrokken door het schermlicht).

Omdat er niets anders is dan online schaken, heb ik mij daarom toch een aantal keren de laatste paar maanden afgezonderd in een klein bureautje om van deze ongemakken af te zijn. Echter een desktop verplaatsen doe je niet zo snel want het ding is loodzwaar en verbonden met allerlei kabels. Dus koos ik in de bureau meestal om op een kleine laptop te spelen wat op zijn beurt dan weer tot meer verkeerde muisklikken leidde. Op een klein scherm heb je nu eenmaal heel weinig marge om juist te klikken. Ik hoor dat sommigen zelfs online blitzen op een smartphone maar dan ben ik helemaal niet verwonderd dat je er weinig van bakt.

Trouwens ik vermoedde al lang dat de computermuis misschien wel een heel grote rol speelt in het schaakcomfort online. In een eerder blogartikel de onzin van blitz deel 5 schreef ik dat 25% van mijn verliespartijen gebeurde op tijd in posities die helemaal niet verloren stonden. Dat is gigantisch veel en bovendien frustrerend. Ik zag met lede ogen toe hoe ik geregeld verloor van zwakkere schakers die gewoon veel sneller waren met hun muis. Hoe doen ze dat of met welke muis spelen ze?

Wel een maand geleden maakte ik hierbij een doorbraak. Eerder had ik altijd goedkope computermuizen gebruikt van maximum 20 euro. Echter mijn zoon Hugo raadde mij aan om eens zijn gaming-muis te testen : MasterMouse MM710. 50 euro kost het ding dus niet zo goedkoop maar het is een heel andere klasse dan de vorige. De bewegingen gaan vele malen vlotter en ik denk dat Hugo ondertussen al spijt heeft dan hij mij het advies heeft gegeven want ik wil geen andere meer (ik kan natuurlijk een tweede kopen). Mijn online lichessrating op mijn hoofdaccount schoot omhoog van een gemiddeld 2450 (met pieken net boven 2500) naar een voorlopig record van 2616 !
Toeval dus schommelingen heb je altijd wel online maar dat is boven mijn verwachtingen (ook al omdat we hier toch spreken van +1000 online gespeelde partijen). Ik verlies niet alleen veel minder partijen op tijd maar ik duw nu ook veel vaker andere spelers door hun vlag. Het online blitzen is plots veel leuker maar ook interessanter geworden (want veel sterkere en dus betere partijtjes).

Nu zelfs met deze nieuwe muis zie ik dat er nog spelers zijn die sneller zijn dan ik maar het zijn uitzonderingen in tegenstelling met vroeger. Daarnaast moet je niet denken dat een muis meer dan 100 punten kan opleveren. Ik kan best ook een potje blitzen wat ik bewees in mijn meest recente partij van de Zondagse battles tegen het lichess fenomeen LSGeneraal, ook wel bekend in het dagelijks leven als de Nederlandse grootmeester Casper Schoppen (het is mij niet duidelijk of je de echte naam van een lichess-gebruiker mag tonen als de speler in kwestie dit niet heeft aangegeven).
Die partij werd gespeeld met het tempo van 3 minuten + 2 seconden per zet waardoor de snelheid van de muis veel minder belangrijk is dan in het gros van de partijtjes die ik standaard op 3 minuten zonder increment speel (veruit mijn favoriete tempo). Ik heb de laatste maanden duizenden partijtjes online gespeeld en daarnaast ook veel opzoekwerk gedaan naar allerlei openingen die ik voorgeschoteld kreeg. Online heeft het mij geen windeieren gelegd en ik hoop straks een graantje te kunnen meepikken hiervan als het standaardschaken opnieuw opstart.

Brabo

woensdag 2 juni 2021

Gebruikersnamen

Ik hamer regelmatig erop dat anonimiteit heel vaak noodzakelijk is om de privacy te beschermen. Desalniettemin merk ik ook op dat de roep steeds luider klinkt bij sommigen om de anonimiteit helemaal af te schaffen. Men heeft de buik vol van de flauwe grappenmakers, trollen of zelfs mensen die straffeloos leugens verspreiden. Zo koos hln al in 2017 ervoor om pseudoniemen als gebruikersnamen te verbieden wat uiteindelijk weinig zoden aan de dijk bracht want hln heeft geen toegang tot het rijksregister om valse namen te onderscheiden van echte.

Ook binnen de schaakgemeenschap en dan in het bijzonder de online wereld bestaat dit conflict. Zo publiceerde Chessbase een maand geleden een interview met de Griekse grootmeester Efstration Grivas die klare taal sprak: anonieme spelers moeten worden verboden. Hij heeft natuurlijk een punt. Je kan onmogelijk spreken van serieus schaken als spelers anoniem spelen. Het gedrag van sommige anonieme spelers is niet alleen kinderachtig maar vaak gewoon walgelijk en ontbreekt elke greintje respect t.o.v. de tegenstanders. Toch zien we dat de grote online schaakplatformen erg huiverachtig staan tegenover het verbieden van pseudoniemen. De kans is erg groot dat het leidt tot enorm ledenverlies en er uiteindelijk zelfs onvoldoende spelers overblijven om nog uberhaupt relevant te blijven.

Dit was ook hoe ik erover dacht toen ik de Belgisch online schaakclub oprichtte op 1 januari dit jaar. Om succesvol te zijn en dus een verschil te maken t.o.v. de talloze lokale vaak zeer kleine initiatieven, moest er op een veel grotere schaal gewerkt worden. Het was dus noodzakelijk om zoveel mogelijk schakers aan te trekken en dat doe je uiteraard door de drempel zo laag mogelijk te leggen. Ik vroeg geen lidgeld, geen registratie van gegevens en geen eis om onder je echte naam te spelen. Het businessmodel verkocht zichzelf want zonder echt zelf reclame te maken, schoot het ledenbestand de hoogte in met vandaag een voorlopig maximum van 753 leden zie Belgisch vriendenteam.

Echter tot daar het goede nieuws van dit project want een groot ledenbestand is nog bijlange geen garantie op succes. Leden tellen slechts echt mee als ze ook actief schaken of andere activiteiten opzetten/ meedoen en daar liep/ loopt het fout. In de laatste maand toonde maximum 10% van alle leden enige activiteit en dat cijfer blijft snel zakken (bijna gelijkmatig met de coronacijfers). Gisteren was er voor het eerst zelfs geen enkel lid van de 753 uitgenodigde aanwezig op de wekelijkse schaakbarak (een uurtje waar voorstellen of gespeelde partijen worden besproken) waarna ik prompt besliste om dit niet meer in de toekomst nog te organiseren.

Examens die er aan komen, drukte op het werk, prive-beslommeringen,... zijn allemaal zeker redenen waarom veel leden vandaag niet actief zijn maar dat kan niet alles verklaren. Eerlijk gezegd heeft het project zijn potentieel in de verste verte niet kunnen bereiken. Ik trek dus mijn conclusies na +5 maanden heel veel tijd en werk erin gestoken te hebben in nochtans de optimale omstandigheden voor online schaken doordat alle schaakclubs gesloten waren. Dus ik stel vandaag vast dat ik een inschattingsfout gemaakt heb maar ik heb geen spijt want wie niet waagt, niet wint.

Door anonieme schakers toe te laten, groeide het ledenbestand wel heel snel maar tezelfdertijd werden de diverse activiteiten van de Belgische online schaakclub niet serieus genomen. De sterkere Belgische schakers lieten bijgevolg massaal het project links liggen behalve Sterre als enige andere FM die geregeld meespeelt . Ik had gehoopt dat de sterkere Belgische schakers even hun eigen ambities opzij zouden zetten voor het Belgisch schaken maar dat was naïef. Zonder boter bij de vis wou men niet meewerken. Sponsors had ik niet en aan mijn altruïsme zijn ook grenzen.

Als je de beste spelers niet meekrijgt in een schaakproject dan haken de spelers net daaronder ook af met een kettingreactie naar de lagere regionen. Dit eco-systeem is welbekend in de schaakwereld. Anderzijds als ik de gebruikersnamen + profielen bekijk van de 753 leden dan stel ik vast dat slechts 285 hun identiteit tonen. Dat is 38% of met andere woorden de meerderheid (en in het bijzonder de sterkere schakers) stelt anonimiteit erg op prijs.

Dus ik denk niet dat het een oplossing was geweest om enkel leden toe te laten als ze hun echte identiteit zouden vrijgeven. Sommigen nemen het ook kwalijk dat ik een absurd pseudoniem (mvha) gebruik als mijn gebruikersnaam. Als initiatiefnemer had ik toch tenminste een voorbeeld moeten zijn en wat is dat eigenlijk "mvha". Wel ik heb zoveel gebruikersnamen in de omloop dat ik tegenwoordig zinnen gebruik als gebruikersnaam. Dus mvha = "Mijn vrouw heet Annabel" en dan is het paswoord "Annabel". Disclaimer: mijn vrouw heet niet Annabel maar je snapt het wel. Het maakt het voor mij gewoon veel makkelijker om al die verschillende accounts te onthouden. Op schaaksites moet je natuurlijk geen schaaktermen gebruiken als paswoord.

Tja mvha is geen sexy gebruikersnaam uiteraard waarmee je volk kunt aantrekken maar doet dat er eigenlijk toe? In elk geval voor de hand en brein sessies (een persoonlijk initiatief om jonge schakers op ludieke manier iets bij te leren over het schaken) vond ik het wel eens leuk om een speciale account aan te maken voor mijn dochter. Ik was zonet 45 jaar geworden en mijn zus had mij op haar typische wijze gefeliciteerd door mij te vertellen dat ik nu officieel als oud wordt beschouwd voor HR. Dus dacht ik waarom niet simpel Oldman-youngdaughter waarmee we op een grappige manier aan de kijkers uitleggen dat de dochter schaakt samen met haar "oude" papa. Het is te zeggen ik vond het grappig tot we effectief online begonnen te schaken want plots zagen we in de chat wel heel vreemde seksistische teksten verschijnen. Ik had gewoon nooit gedacht aan die link op voorhand dus heb ik daarna maar heel snel die account weer gesloten vooraleer we in de problemen hiermee kwamen. Dan maar een nieuwe account aanmaken en na enig overleg kwamen we op de naam Stress_kip. Ik ben er zeker van dat je het eens bent met onze keuze na het bekijken van deze hand en brein - sessie met mijn dochter.
Een leuke gebruikersnaam kan zeker helpen om sneller een gesprek met iemand te kunnen aanknopen. Je toont dat je humor hebt en dat beschouwen de meesten toch als een belangrijk pluspunt bij een gesprekspartner. Ook bij de leden van de Belgische online schaakclub zitten best enkele creatievelingen. Ik denk aan W84therook (Wait for the rook). Een meer dan toepasselijke naam voor de voorzitter van de schaakclub de TorrewachtersProtput is uiteraard fan van het legendarisch humoristisch tv-programma Het eilandRemiFasolla is zonder twijfel een muziekkenner. Het lid ik_ben_het houdt wellicht van droge humor. Bij spetterpoepke verwacht ik meer sappige verhalen. Ik vermoed dat ZilverenGeneraal ook Shogi speelt. Duo's vind ik ook altijd speciaal zeker met namen zoals schaken_is_tof en schaken_is_tof-FAN. Smaken verschillen natuurlijk dus laat mij weten in de commentaren welke gebruikersnamen jij de leukste vond/ vindt (dat mogen ook niet leden zijn).

Brabo

donderdag 27 mei 2021

De tornooiorganisator

Een van de meest gestelde vragen aan schakers is hoe lang een schaakpartij duurt. Het is een heel simpele vraag waar echter geen eenduidig antwoord voor bestaat. Ik zeg tegenwoordig 1 minuut duren de meeste schaakpartijen waarna men mij vol ongeloof aankijkt. Na enkele seconden stilte kijkt men dan meestal weg op zoek naar een andere en betere gesprekspartner. Wat een rare snuiter, hoor ik ze denken en ik ben gewoon opgelucht om niet voor de zoveelste keer dezelfde oppervlakkige vragen over het schaken te moeten beantwoorden.

Trouwens mijn antwoord is volgens mij helemaal correct. Online worden 100 keer meer partijen gespeeld dan op een fysiek schaakbord (zie maar naar bv. lichess database) en in mijn artikel het populairste online-tempo had ik al aangetoond dat bullet het meest gekozen tempo is online. Bullet zijn partijtjes van ongeveer 1 minuut dus vandaar mijn antwoord dat de meeste schaakpartijen gemiddeld 1 minuut duren. Anderzijds besef ik natuurlijk ook dat ik met mijn eigenzinnig antwoord nooit iemand warm zal kunnen maken voor het schaken.

Nu ik merk meestal ook heel snel op wanneer iemand echt geïnteresseerd is in het schaken of gewoon even snel een bevestiging wilt krijgen van het stereotiepe beeld dat ze hebben over het schaken. Pas wanneer ik opmerk dat men echt wel interesse heeft om het spel te spelen, ben ik bereid om tijd te spenderen om meer duiding te geven. In die zeldzame gevallen vertel ik dat een schaakpartij kan duren van een paar seconden tot zelfs enkele jaren. Het tempo spreek je af met je tegenstander.

In tornooien schikt de schaker zich naar de tornooiorganisator. Het is gewoon praktisch niet meer haalbaar om onderling af te spreken tussen soms wel honderden deelnemers. De tornooiorganisator beslist dus maar niet alleen over het tempo. Hij of zij is absoluut de baas over bijna alles wat er gebeurt tijdens een tornooi. Speeltempo, hoeveel ronden, wanneer, wie mag meespelen, wie tegen wie, het inschrijvingsgeld, de spelregels, de straffen, het prijzengeld, de locatie, publicatierechten,... De lijst is bijna eindeloos waardoor ik mezelf soms afvraag waarom niet meer schakers zich profileren als tornooiorganisator. Wie wil nu niet daarover allemaal het laatste woord hebben?

Wel in de paasvakantie organiseerde ik mijn allereerste grote schaaktornooi en daarmee kreeg ik tevens bevestigd wat ik al eerder vermoedde. Als tornooiorganisator krijg je niet alleen alle rechten maar ook alle lasten. Bij alles wat er verkeerd gaat, is het de tornooiorganisator die het mag oplossen. Dit mag je echt niet onderschatten. Ik had dat ook niet gedaan want eigenlijk was het helemaal niet mijn bedoeling geweest om überhaupt tornooiorganisator te zijn maar door omstandigheden werd ik geduwd in die rol.

Eind maart liet ik een ballonnetje op dat er met het wegvallen van het Belgisch jeugdkampioenschap in de paasvakantie er een unieke kans was om de Belgische online schaakclub meer naambekendheid te geven. Er was al een oproep gekomen van de KBSB maar niemand (zoals gewoonlijk) had daar gehoor aan gegeven. Echter veel hoop had ik niet dat er iets ging van komen ook al omdat ik zelf zeker niet zulk project wou dragen. In tijden van de pandemie moet je online werken en daarvoor heb ik absoluut niet de IT-skills. Bovendien hadden mijn eigen kinderen al meermaals laten weten dat ze niet geïnteresseerd waren en dus niet wilden meespelen. Tenslotte was het mijn eerste verlof dit jaar en hoopte mijn echtgenote dat ik echt wel iets anders ging doen in die periode dan schaken.

Dus ik dacht dat het bij het oplaten van het ballonnetje zou blijven maar tot mijn verwondering stonden plots 2 zeer enthousiaste jonge twintigers op die ook nog eens heel handig bleken te zijn met het creëren van webpagina's, scripts, .... Kortom ze waren een geschenk uit de hemel want in een mum van tijd onderging de website van de Belgische online schaakclub een metamorfose van pover amateurisme naar professioneel. In parallel werd alles in orde gebracht door hen voor een heus klassiek 9 rondig paastornooi: een automatisch inschrijvingssysteem, een eigen paringssysteem, een prachtige flyer zie hieronder, een eigen tornooisite ....
Alles liep op wieltjes en ik zou mij gewoon beperken tot een bijrolletje door het live-commentariëren van maximaal 3 ronden. Dat vergt geen voorbereiding en zo bleef er ruim tijd over om ook samen met het gezin iets te doen tijdens het verlof. Daar kwam spijtig snel verandering in. De eerste krak stelde ik vast bij het testen van het oorspronkelijk tempo op lichess. 55 min + 5 seconden blijkt helemaal niet mogelijk te zijn. Dus in allerijl vroeg ik om het tempo aan te passen naar 60 min + 5 seconden terwijl ik mij ook onmiddellijk realiseerde dat het tornooiprogramma hierdoor onder enorme druk zou komen te staan. Tussen bepaalde ronden zou slechts een half uur zijn om alle resultaten correct in het paringssysteem in te geven, de paringen te maken, de resultaten van de vorige ronde online te publiceren en de nieuwe paringen online te publiceren.

Echter het tweede probleem was nog veel groter. Beide twintigers waarvan ik verwachtte dat ze het tornooi in goede banen zouden leiden, vertelden mij 2 dagen voordien dat ze geen verlof konden krijgen tijdens het verloop van het tornooi en daardoor slechts af en toe eens een paar minuutjes konden vrijmaken. Tja mijn eerste reactie was dan moeten we de stekker eruit trekken. Hoe krijg je dit uitgelegd aan de meer dan 50 ingeschrevenen zonder maar te spreken van de onomkeerbare schade dat een afzegging zou creëren voor de Belgische online schaakclub. Dus ik koos de vlucht vooruit en in samenspraak met mijn echtgenote schortten we alle plannen met het gezin op voor de paasvakantie. Het paastornooi moest doorgaan en zelfs mijn dochter Evelien werd ingezet tijdens het tornooi om bepaalde taakjes uit te voeren.

Dit was geen overbodige luxe want ik kan je vertellen dat het een echte heksenketel was waarin ik mij stortte. Door de inschrijvingen tot 1 dag voor de start toe te laten, moest ik overal bijspringen om de (vaak heel jonge) spelers te helpen met het vinden van het juiste bord, waar de paringen staan, hoe de camera op te zetten, ... ja ondanks onze uitgebreide informatie-pagina. Ik had het verwacht want velen hadden onze in allerijl opgezette demonstratie gemist de avond voordien en de meeste schakers zijn nog niet gewend dit soort hybride-schaaktornooien. Ik las trouwens gisteren op schaaksite dat wel meer hybride-schaaktornooien te kampen hebben met kinderziektes. De online en offline schaakwereld combineren in 1 tornooi maakt de organisatie een heel stuk ingewikkelder.

Alsof dit niet volstond ontdekte ik in ronde 3 plots dat er iets serieus schortte aan het paringssysteem challonge dat we gebruikten. Horror want klaarblijkelijk houdt dit paringssysteem helemaal geen rekening met wit/zwart. Toen pas hoorde ik dat het paringsysteem eigenlijk ontworpen was voor videospelletjes waarbij iedereen op hetzelfde moment start en er dus geen sprake is van wit/ zwart. Zo kregen sommige spelers al 3 keer wit of 3 keer zwart na elkaar. Uiteraard kwamen de eerste klachten al binnen bij de organisator. Een overzetting naar Swar met behoud van kennis over de gespeelde partijen (dus rekening houdend met de kleuren) bleek onmogelijk dus bleef enkel een manuele paring nog over. Tja daar sta je dan met je half uurtje tussen de ronden.

Gelukkig is excel wel mijn specialiteit en in de vroege uurtjes van dag 2 slaagde ik erin om een half-automatisch nieuw paringssysteem te ontwerpen dat kon rekening houden met de reeds gespeelde partijen en tezelfdertijd zou toelaten om de kleuren weer recht te trekken. Het bleef zelfs met dit hulpmiddeltje spannend maar ik kan vandaag trots vertellen dat we geen enkele ronde met vertraging moesten starten en uiteindelijk iedereen toch een normaal ogende verdeling kreeg van kleur. Het tornooi liep en ik hoorde bij velen dat ze zich kostelijk amuseerden. Het niveau mocht ook wel gezien worden zelfs in die mate dat ik achterdochtig werd. Kan iemand met die elo echt wel zo goed spelen? Nee dus want we werden door lichess gealarmeerd dat 2 spelers de fairplay-voorwaarden hadden geschonden. Uitsluiting was de enige optie om de andere spelers te beschermen maar doordat 1 van hen de helft van de toppers had afgemaakt, was het tornooi onthoofd. Het is een kaakslag voor al het werk dat je als organisatie erin hebt gestoken maar ook voor de deelnemers is dit een enorme afknapper.

Desalniettemin wil ik daar niet nog meer woorden vuil aan maken. De overgrote meerderheid speelde het heel zeker eerlijk en het podium toont dat er echt wel kwaliteit aanwezig was. Je mag als organisator nog zo je best doen maar zonder deelnemers geen tornooi dus wou ik enkele van hen daarna nog even in de bloemetjes zetten met een virtueel podium en enkele (niet op voorhand aangekondigde) prijzen o.a. geschonken door De Denksportkampioen.
Er waren een groot aantal spectaculaire partijen waar het af en toe zonder engine ook voor de live-commentatoren te moeilijk was om een correct oordeel te vellen over de stellingen. Onze tornooiwinnaar Joppe Raats was daar geregeld een protagonist bij. Onderstaande partij was een typische voor hem. Na een gezapige opening gaat er iets mis maar dan blaast hij de stelling op en in de complicaties komt hij bovendrijven.
Dus ondanks alle obstakels kan ik het tornooi zeker nog een succes noemen. Ik noch mijn mede-organisatoren hadden eerdere ervaring met het organiseren van dit soort tornooien en alles in acht genomen kregen we toch alles gedaan. Zelfs de nazorg (eindklassement, winnaars contacteren...) was veel beter dan bij heel wat andere tornooien.  Daarnaast hebben we zeker lessen getrokken voor de toekomst.

De vraag die dan rest is welke toekomst. Met de afschaffing van het Vlaams kampioenschap (OLH-verlengd weekend) en afschaffing van Open Maastricht (Pinksteren verlengd weekend) had ik gehoopt om ons huzarenstukje nogmaals over te doen maar dat ballonnetje ging deze keer wel in het ijle verloren. Ik vrees dat ondertussen iedereen ook beseft dat zulke tornooien organiseren geen kattenpis is en best veel vergt van een organisator. Dit in combinatie met de zeer snel dalende online activiteiten in het algemeen, doet mij vermoeden dat het bij die ene maal zal blijven. Ach als ik gepensioneerd ben, zal ik mits voldoende centen eens mijn eigen tornooi organiseren. Echt fysiek schaken op een bord waarbij je met Jan en alleman kunt een praatje slaan. Dat is nog altijd veel plezanter.

Brabo

donderdag 20 mei 2021

Hout voelen deel 2

Verscheidene schaakclubs die toegang hebben tot een buitenterras hebben hun deuren terug geopend. Zo las ik op de website van schaakkringdeurne-zuid dat de heropening op 12 mei een groot succes was. Meer dan 20 leden waren aanwezig ondanks de regen en dat op een woensdagnamiddag. Het is duidelijk dat veel schakers hun potjes op een fysiek schaakbord samen met een praatje in hun favoriete schaakclub erg gemist hebben in de voorbije maanden.

Tezelfdertijd merk ik ook op dat er niet verrassend plots veel minder clubschakers online nog actief zijn. Over x maanden zal corona enkel nog een nare herinnering zijn uit ons collectief verleden waar niemand nog wilt aan terugdenken. Straks gaat alles weer zijn gangetje net als voorheen of.... Nee dat lijkt mij te optimistisch want ik verwacht dat we straks zullen opmerken dat veel schakers niet meer terugkeren naar de club en hun sabbatjaar voor onbepaalde tijd zullen verderzetten.

Daarnaast zou ik het ook heel jammer vinden als we helemaal niets van de voorbije periode kunnen/ willen leren. Veel clubschakers hebben met het online schaken voor het eerst geëxperimenteerd en sommige hebben zich er zelfs in gespecialiseerd. Er zijn talloze initiatieven geweest waarvan meer dan een dozijn nooit mogelijk waren geweest in klassiek clubschaken. Kortom ik hoop dat bv. de Belgische online schaakclub niet aan een stille dood sterft in de volgende maanden bij gebrek aan interesse.

Voorlopig gaat het online klassiek schaken nog zeker een maandje door met morgen ronde 3. Dus heel wat clubschakers hebben zich voor deze periode nog geëngageerd maar daarna is het koffiedik kijken. De organisator hoopt door de spelers te verplichten op een echt bord te spelen dat dit in de toekomst bij nieuwe gelijkaardige tornooien clubschakers zal blijven aantrekken. Tenminste dat is in de veronderstelling dat het hout voelen een cruciaal deel is van het clubschaken maar is dat eigenlijk wel zo?

Eerst en vooral is het zeker niet zo dat iedere clubschaker in België een eigen schaakbord thuis ter zijn beschikking heeft. In België zorgen de clubs zelf voor het materiaal waardoor je dus perfect kunt schaken in de club zonder zelf in het bezit te zijn van klok/ bord en stukken. Dit is bijvoorbeeld anders in US waar iedere schaker zelf moet zorgen voor zijn materiaal en je daardoor ook veel meer variatie ziet in de tornooien. Dus ik vermoed dat een aantal potentiele deelnemers aan het oks hierdoor afgehaakt hebben. Dit werd nog eens ludiek bevestigd door een 2de ronde verslagje van Marc Ghysels: "Gelukkig kon er een pion geruild zijn op zet 6 want mijn schaakset is niet compleet en mist een zwarte pion (die door een koffiecapsule werd vervangen)."

Ja ik kan er van meespreken over die onvolledige schaaksets. In een schaakclub valt dit minder op daar je dit gemakkelijk kunt oplossen met 1 reserve schaakset waar je dan kunt uit putten als er een keertje iets verloren gaat maar thuis is dat natuurlijk onmogelijk. Zeker bij die pocketschaaksetjes is het erg lastig om geen stukken te verliezen. Nu die zijn meestal gemaakt van heel goedkope plastiek tenzij je ooit als cadeau van je grootmoeder onderstaand pocketschaakset verguld met 24 karaat echt goud kreeg.
De zwarte dame ontbreekt dus gelukkig geen verguld stuk. Ik herinner mij dat het al voor mijn verhuis van 12 jaar geleden zo was. Ik acht de kans onbestaande dat het nog ergens opduikt maar ik vind het nog steeds doodjammer want het blijft een uniek schaakspel en een blijvende herinnering aan hoe geprivilegieerd mijn band was met mijn grootmoeder.

In de beginjaren dat ik schaakte kreeg ik wel meerdere schaaksets cadeau. De ene mooier dan de andere zoals wat te denken van onderstaand schaakspel met middeleeuwse soldaten gemaakt uit tin. We discussiëren nog altijd over wie wit of zwart is.
Zelf kocht ik in 2000 een heel speciaal handgemaakte schaakset aan in Chennai (de geboortestad van Viswanathan Anand in Indië) toen ik daar een maand werkte voor Alcatel. De prijs: 5239 roepies staat nog vermeld op de koffer en dat moet toen ongeveer 125 euro geweest zijn.
Je ziet kamelen, olifanten en paarden maar vooral elk stuk is uniek want zelfs bij de pionnen zie je telkens kleine verschillen. De detail van afwerking zie je het best in de witte koning. Het stuk stelt een Maharadja voor die zit op een troon, vastgemaakt op een enorme olifant met vooraan een stuurman (zoals ook in werkelijkheid gebeurde zie deze oude foto daterend van rond 1926). Hieronder een close-up van het schaakstuk.
Talloze uren moeten in het vervaardigen van dit prachtige schaakset gekropen zijn. Veel collega's die niet-schaker waren, kochten er een of meerdere van want dat vind je gewoon niet in Europa en zeker niet tegen die prijs. Aan een Indische dagloon van vaak niet hoger dan 1 euro, was dit voor ons een buitenkans.

Daarna heb ik aan mijn familieleden wel gevraagd om te stoppen met mij schaaksets als cadeau te geven. Ze nemen niet alleen veel plaats in maar bovendien zijn ze allerminst praktisch om mee te spelen. Eenmaal dat ik trouwde in 2006 vlogen ze allemaal de berging in.

Uiteindelijk was het pas eind 2012 (dus ik schaakte toen al meer dan 2 decennia) dat ik mijn eerste standaard schaakset (met Staunton-schaakstukken) aankocht. Het was de periode dat ik mijn kinderen leerde schaken (zie mijn artikel vals spelen) en de spelregels uitleggen doe je nog altijd veel makkelijk met bord en stukken dan op een scherm. Ik vermoed zonder mijn kinderen dat de kans groot zou zijn dat ik vandaag nog steeds geen fysiek schaakbord of stukken zou hebben.

Trouwens er is vandaag meer dan ooit discussie over hoe zinvol het nog is om thuis over zulk fysiek schaakbord te beschikken. Sommigen vinden het uren turen op een scherm niet gezond maar doen we dat sowieso niet elke dag in heel wat beroepen? Die paar uren extra maken niet meer het verschil of is het net wel dat je dan 's avonds na een lange werkdag best een pauze neemt van het scherm. In elk geval is het voor mij persoonlijk zo dat ik vaak even veel uren online blitz en daar heb je niet eens de optie om een fysiek bord er naast te leggen.

Nu er is wel een verschil tussen het intens turen naar 1 specifieke positie en naar posities die voortdurend veranderen op een scherm. Ik twijfel ook of je dezelfde concentratie kunt behouden door naar een scherm te kijken of wanneer je echt het hout kunt voelen. Echter 1 ding is zonder twijfel vervelend bij het oks en dat is dat je steeds moest switchen tussen een scherm en het fysieke schaakbord. Het is te zeggen dat is als je niet over een DGT-bord beschikt. Misschien wel de nummer 1 vandaag op de markt is Square Off. Dit is een klassiek schaakbord die je niet alleen met een app kunt aansluiten op een account van chess.com of lichess maar ook nog eens volautomatisch fysiek de stukken van je tegenstander verzet op het bord zelf. Enkele demonstraties van dit technologisch hoogstandje vind je in de fimpjes Experience the world's smartest chessboard en VID 20190224 170306.

Het prijskaartje van 400 euro vind ik stevig maar voor echte liefhebbers van DGT niet onoverkomelijk. Voor online klassieke partijen lijkt het mij zeker leuk. Voor een sneller tempo is het wellicht niet zo geschikt want de tijdsregistratie loopt niet zo vlot als puur online schaken waardoor je riskeert sneller te verliezen op tijd. De markt is relatief klein voor dit soort projecten maar mocht de prijs kunnen dalen dan kan het zeker helpen om de brug tussen online en clubschaken te verkleinen.

Brabo

dinsdag 11 mei 2021

Partijen becommentariëren deel 2

De whatsapp-groep van het oks draait overuren. Veel deelnemers gebruiken het kanaal om informeel te zwansen over het schaken. Dat het soms botst is ook niet verwonderlijk want schakers hebben vaak heel uiteenlopende meningen vooral als het over iets abstracts zoals schaakplezier gaat. Leeftijd speelt hierbij een belangrijke rol want hoe ouder een speler is, hoe minder men genegen is om de schaakprogramma's te omarmen.

Dus veel van de discussies ontstaan over het al dan niet toelaten van schaakprogramma's bij schaak-activiteiten. 40 plussers hebben nog de tijd meegemaakt dat schaken weinig of niet werd beïnvloed door de computer en kijken vaak met weemoed terug naar die periode. Ik herinner mij tot  begin jaren 2000 dat er toen heel felle (cafe-)debatten waren over het nut van het aanschaffen van een schaakprogramma. Een meerderheid van schakers was overtuigd dat het zeer slecht was voor je schaakontwikkeling. De spelers die desondanks openlijk een schaakcomputer gebruikten in hun schaakstudie/ voorbereidingen werden beschuldigd van spelbederf.

Echter de tijd heeft ondertussen uitgewezen dat niemand de revolutie in het schaken kon tegenhouden. Veel oudere schakers zijn daarom afgehaakt en gestopt met schaken. Daar staat tegenover dat horden jonge nieuwe schakers opgegroeid zijn/ opgroeien met alle toeters en bellen van de schaakprogramma's. De oorlog is verloren maar dat betekent niet dat alle gevechten voorbij zijn of dat de resterende oudere spelers de handdoek helemaal in de ring smijten. Bepaalde niches in het schaken blijft men met hand en tand verdedigen tot de laatste man.

Desalniettemin ook deze laatste vestingen vertonen vandaag steeds meer scheuren. Enkele jaren geleden ging de markt van schaakboeken definitief voor de bijl. Vandaag is het absoluut not done om een schaakproduct te koop aan te bieden waar niet minstens een serieuze blundercheck met een computer is voor gebeurd. Geen enkele recensent zal een boek nog aanprijzen met flagrante blunders die een topprogramma in luttele seconden kan detecteren. Daar was men 10 jaar geleden veel toleranter voor.

Een andere vesting die vandaag ook steeds meer onder druk staat, zijn de post-mortems. Net na het spelen van partijen, gaan spelers nog ergens buiten de speelzaal samenzitten om na te praten over hun partij. Voor het computertijdperk was dit voor sommigen de enige manier om feedback te ontvangen over hun spel en dus heel belangrijk in de schaakontwikkeling. Vandaag is het daarom perfect begrijpelijk dat veel (vooral oudere) schakers nog steeds computers niet graag zien verschijnen in de post-mortems. Computerevaluaties zijn heel lastig of zelfs onmogelijk om te zetten in menselijke begrijpbare taal en het voortdurend kijken op een scherm stoort geweldig de vaak zeer interessante en leerzame interacties tussen mensen. Dus hou de computer weg van de post-mortems want je tegenstander kan je niet thuis meer bevragen in tegenstelling tot de computer.

Tenminste zo bekeek ik ook post-mortems tot in 2012 de Nederlandse grootmeester Martijn Dambacher (toen nog slechts internationaal meester) tot mijn grote verbazing mij plots uitnodigde om een post-mortem te doen samen met een schaakcomputer (zie dit artikel voor die partij). Dat was mij nog nooit eerder overkomen maar het smaakte naar meer. Het was helemaal niet zo dat de computer afbreuk deed op de kwaliteit van de post-mortem. Integendeel nu gingen we veel sneller en efficiënter door de ingewikkelde stellingen. Het gesprek leed helemaal niet onder de evaluaties van de computer. 

Nu een computer meesleuren naar een post-mortem is niet zo praktisch (ik herinner mij dat Martijn toen een computer consulteerde van een aanwezige arbiter want we speelden in de 1ste afdeling van de Belgische interclub). Post-mortems begonnen pas echt te worden beïnvloed door schaakprogramma's na het doorbreken van de smartphones. In 2015 was het dat de Belgische FM Matthias De Wachter mij toonde hoe handig die dingetjes waren voor een post-mortem na onze onderlinge partij. Zelf sprong ik pas op de trein in 2017 (zie dit artikel) maar tot op vandaag blijven vooral oudere schakers zich hardnekkig verzetten tegen het onding tijdens post-mortems. In herinner mij niet toevallig in Brugge (waar veel 40 plussers spelen) dat ik nog in 2019 aangevallen werd door meerdere omstaanders omdat ik de post-mortem durfde te verpesten met het bovenhalen van mijn smartphone (zie artikel computers worden autonoom deel 2 voor de gerelateerde partij).

Het blijft een gevoelig onderwerp tot op vandaag wat ook weer eens tot uiting kwam in de live-stream van het oks. Video-streaming over het schaken (meestal live) is enorm gegroeid door de corona-crisis en ook enkele Belgische schakers waaronder ikzelf wilden wel eens hiervan proeven. Dus zonder enige ervaring smeet ik mezelf in die nieuwe media-wereld voor het eerste online klassiek schaaktornooi. 4-5 uren volpraten leek mij op voorhand bijzonder lastig en dus liet ik alle opties open maar daar kreeg ik later spijt van. Vooreerst had ik helemaal geen probleem om die uren te vullen en was het zelfs vaak zo dat meerdere sprekers enkel tot chaos leidde. Daarnaast bleek ook dat duidelijke afspraken op voorhand maken, had kunnen helpen om jawel de discussie over al dan niet gebruik van de computer te vermijden.

Ik was overtuigd zeker met de aanwezigheid van enkele sterke deelnemers zoals IM Thibaut Maenhout en FM Adrian Roos dat je enkel zinvol commentaar over hun partijen kon geven mits een schaakprogramma te consulteren maar daar waren sommigen het niet eens mee. Anderen bleven bij het standpunt dat het veel interessanter is om de partijen zelfstandig live trachten te ontleden zelfs als de varianten concreet weerlegd kunnen worden door een computer. Het belangrijkste voor hen was de logica van hoe sterkere spelers redeneren uit te leggen aan het publiek en dat het publiek iets van die denkwijze later in hun eigen partijen kunnen gebruiken.

Een van de kerntaken van de Belgische online schaakclub is de vele nieuwe schakers te leren schaken dus dan is het zeker logisch om de computer met al zijn ingewikkelde varianten buiten de stream te houden. Dus als ik een volgende keer nog eens stream zal ik op voorhand veel beter communiceren welke doelstellingen ik heb want met lesgeven heb ik het echt wel voor even gehad zie mijn artikel van vorig jaar : kinderen leren schaken deel 4. Dus botste het met mijn co-presentatoren wanneer ik vooral mezelf en het publiek wou amuseren met het tonen van hoe mooi schaken wel kan zijn als je mens en computer laat samenwerken. Een mooi voorbeeldje van de mogelijkheden hiervan kwam al aan bod in de eerste ronde van het eerste oks.
Trouwens nog iets wat ik weer eens bevestigd zag, is dat schakers heel gevoelig zijn als er commentaar over hun partijen wordt gegeven. Zelf weet ik ook heel graag wat anderen denken maar sommigen kunnen dat heel moeilijk plaatsen. Vooral over partijen gespeeld door kinderen zijn sommigen hypergevoelig. 

Ik vermoed daarom dat de hand en brein sessies waarmee ik begonnen ben misschien wel leuker zijn voor de betrokken spelers dan puur commentaar geven. Je kan hiervan al een aantal streams zien op youtube. Het concept is dat een sterke speler (het brein) gematcht wordt aan een zwakkere speler (de hand) waardoor op een heel speelse manier geschaakt wordt. Het brein zegt welk stuk er gespeeld moet worden en de hand kiest hoe. Bijvoorbeeld het brein zegt in de beginstelling pion en dan de hand kan kiezen om 1 van de 8 pionnen naar eigen goed dunken vooruit te zetten. Tijdens de partij geef ik dan ook nog voortdurend tips van ik had toch liever die pion gespeeld omwille van dat. Als de partij verloren gaat dat is het de schuld van het brein. Als er gewonnen wordt, vieren we samen. Het is voor mij in elk geval ook veel aantrekkelijker dan gewoon lesgeven. Wil je het ook eens proberen dan kan je mij hiervoor contacteren.

Brabo