dinsdag 11 mei 2021

Partijen becommentariëren deel 2

De whatsapp-groep van het oks draait overuren. Veel deelnemers gebruiken het kanaal om informeel te zwansen over het schaken. Dat het soms botst is ook niet verwonderlijk want schakers hebben vaak heel uiteenlopende meningen vooral als het over iets abstracts zoals schaakplezier gaat. Leeftijd speelt hierbij een belangrijke rol want hoe ouder een speler is, hoe minder men genegen is om de schaakprogramma's te omarmen.

Dus veel van de discussies ontstaan over het al dan niet toelaten van schaakprogramma's bij schaak-activiteiten. 40 plussers hebben nog de tijd meegemaakt dat schaken weinig of niet werd beïnvloed door de computer en kijken vaak met weemoed terug naar die periode. Ik herinner mij tot  begin jaren 2000 dat er toen heel felle (cafe-)debatten waren over het nut van het aanschaffen van een schaakprogramma. Een meerderheid van schakers was overtuigd dat het zeer slecht was voor je schaakontwikkeling. De spelers die desondanks openlijk een schaakcomputer gebruikten in hun schaakstudie/ voorbereidingen werden beschuldigd van spelbederf.

Echter de tijd heeft ondertussen uitgewezen dat niemand de revolutie in het schaken kon tegenhouden. Veel oudere schakers zijn daarom afgehaakt en gestopt met schaken. Daar staat tegenover dat horden jonge nieuwe schakers opgegroeid zijn/ opgroeien met alle toeters en bellen van de schaakprogramma's. De oorlog is verloren maar dat betekent niet dat alle gevechten voorbij zijn of dat de resterende oudere spelers de handdoek helemaal in de ring smijten. Bepaalde niches in het schaken blijft men met hand en tand verdedigen tot de laatste man.

Desalniettemin ook deze laatste vestingen vertonen vandaag steeds meer scheuren. Enkele jaren geleden ging de markt van schaakboeken definitief voor de bijl. Vandaag is het absoluut not done om een schaakproduct te koop aan te bieden waar niet minstens een serieuze blundercheck met een computer is voor gebeurd. Geen enkele recensent zal een boek nog aanprijzen met flagrante blunders die een topprogramma in luttele seconden kan detecteren. Daar was men 10 jaar geleden veel toleranter voor.

Een andere vesting die vandaag ook steeds meer onder druk staat, zijn de post-mortems. Net na het spelen van partijen, gaan spelers nog ergens buiten de speelzaal samenzitten om na te praten over hun partij. Voor het computertijdperk was dit voor sommigen de enige manier om feedback te ontvangen over hun spel en dus heel belangrijk in de schaakontwikkeling. Vandaag is het daarom perfect begrijpelijk dat veel (vooral oudere) schakers nog steeds computers niet graag zien verschijnen in de post-mortems. Computerevaluaties zijn heel lastig of zelfs onmogelijk om te zetten in menselijke begrijpbare taal en het voortdurend kijken op een scherm stoort geweldig de vaak zeer interessante en leerzame interacties tussen mensen. Dus hou de computer weg van de post-mortems want je tegenstander kan je niet thuis meer bevragen in tegenstelling tot de computer.

Tenminste zo bekeek ik ook post-mortems tot in 2012 de Nederlandse grootmeester Martijn Dambacher (toen nog slechts internationaal meester) tot mijn grote verbazing mij plots uitnodigde om een post-mortem te doen samen met een schaakcomputer (zie dit artikel voor die partij). Dat was mij nog nooit eerder overkomen maar het smaakte naar meer. Het was helemaal niet zo dat de computer afbreuk deed op de kwaliteit van de post-mortem. Integendeel nu gingen we veel sneller en efficiënter door de ingewikkelde stellingen. Het gesprek leed helemaal niet onder de evaluaties van de computer. 

Nu een computer meesleuren naar een post-mortem is niet zo praktisch (ik herinner mij dat Martijn toen een computer consulteerde van een aanwezige arbiter want we speelden in de 1ste afdeling van de Belgische interclub). Post-mortems begonnen pas echt te worden beïnvloed door schaakprogramma's na het doorbreken van de smartphones. In 2015 was het dat de Belgische FM Matthias De Wachter mij toonde hoe handig die dingetjes waren voor een post-mortem na onze onderlinge partij. Zelf sprong ik pas op de trein in 2017 (zie dit artikel) maar tot op vandaag blijven vooral oudere schakers zich hardnekkig verzetten tegen het onding tijdens post-mortems. In herinner mij niet toevallig in Brugge (waar veel 40 plussers spelen) dat ik nog in 2019 aangevallen werd door meerdere omstaanders omdat ik de post-mortem durfde te verpesten met het bovenhalen van mijn smartphone (zie artikel computers worden autonoom deel 2 voor de gerelateerde partij).

Het blijft een gevoelig onderwerp tot op vandaag wat ook weer eens tot uiting kwam in de live-stream van het oks. Video-streaming over het schaken (meestal live) is enorm gegroeid door de corona-crisis en ook enkele Belgische schakers waaronder ikzelf wilden wel eens hiervan proeven. Dus zonder enige ervaring smeet ik mezelf in die nieuwe media-wereld voor het eerste online klassiek schaaktornooi. 4-5 uren volpraten leek mij op voorhand bijzonder lastig en dus liet ik alle opties open maar daar kreeg ik later spijt van. Vooreerst had ik helemaal geen probleem om die uren te vullen en was het zelfs vaak zo dat meerdere sprekers enkel tot chaos leidde. Daarnaast bleek ook dat duidelijke afspraken op voorhand maken, had kunnen helpen om jawel de discussie over al dan niet gebruik van de computer te vermijden.

Ik was overtuigd zeker met de aanwezigheid van enkele sterke deelnemers zoals IM Thibaut Maenhout en FM Adrian Roos dat je enkel zinvol commentaar over hun partijen kon geven mits een schaakprogramma te consulteren maar daar waren sommigen het niet eens mee. Anderen bleven bij het standpunt dat het veel interessanter is om de partijen zelfstandig live trachten te ontleden zelfs als de varianten concreet weerlegd kunnen worden door een computer. Het belangrijkste voor hen was de logica van hoe sterkere spelers redeneren uit te leggen aan het publiek en dat het publiek iets van die denkwijze later in hun eigen partijen kunnen gebruiken.

Een van de kerntaken van de Belgische online schaakclub is de vele nieuwe schakers te leren schaken dus dan is het zeker logisch om de computer met al zijn ingewikkelde varianten buiten de stream te houden. Dus als ik een volgende keer nog eens stream zal ik op voorhand veel beter communiceren welke doelstellingen ik heb want met lesgeven heb ik het echt wel voor even gehad zie mijn artikel van vorig jaar : kinderen leren schaken deel 4. Dus botste het met mijn co-presentatoren wanneer ik vooral mezelf en het publiek wou amuseren met het tonen van hoe mooi schaken wel kan zijn als je mens en computer laat samenwerken. Een mooi voorbeeldje van de mogelijkheden hiervan kwam al aan bod in de eerste ronde van het eerste oks.
Trouwens nog iets wat ik weer eens bevestigd zag, is dat schakers heel gevoelig zijn als er commentaar over hun partijen wordt gegeven. Zelf weet ik ook heel graag wat anderen denken maar sommigen kunnen dat heel moeilijk plaatsen. Vooral over partijen gespeeld door kinderen zijn sommigen hypergevoelig. 

Ik vermoed daarom dat de hand en brein sessies waarmee ik begonnen ben misschien wel leuker zijn voor de betrokken spelers dan puur commentaar geven. Je kan hiervan al een aantal streams zien op youtube. Het concept is dat een sterke speler (het brein) gematcht wordt aan een zwakkere speler (de hand) waardoor op een heel speelse manier geschaakt wordt. Het brein zegt welk stuk er gespeeld moet worden en de hand kiest hoe. Bijvoorbeeld het brein zegt in de beginstelling pion en dan de hand kan kiezen om 1 van de 8 pionnen naar eigen goed dunken vooruit te zetten. Tijdens de partij geef ik dan ook nog voortdurend tips van ik had toch liever die pion gespeeld omwille van dat. Als de partij verloren gaat dat is het de schuld van het brein. Als er gewonnen wordt, vieren we samen. Het is voor mij in elk geval ook veel aantrekkelijker dan gewoon lesgeven. Wil je het ook eens proberen dan kan je mij hiervoor contacteren.

Brabo

Geen opmerkingen:

Een reactie posten