Wat is de grootste blunder die een schaker kan maken? Verliezen op tijd staat voor mij bovenaan. Het is de enige keer dat een arbiter een partij kan/ moet stopzetten. Bij elke andere blunder kan je nog hopen dat je tegenstander de afstraffing niet zal vinden of kan je soms nog de situatie later rechttrekken.
Enkele maanden geleden overkwam me in de Nederlandse interclub zulke beschamende blunder. In een gelijke positie op zet 37 ondanks een increment van 30 seconden was ik een fractie te laat met het indrukken van mijn klok. Het verlies kwam bijzonder ongelegen voor mijn ploegmakkers de Stukkenjagers want hiermee kwamen we op een grote 3 - 0 achterstand in ons duel met Paul Keres. Dat we daarna nog de match konden winnen, was een klein mirakel zie verslag Een onterechte overwinning.
Na mijn debacle in het tornooi van Marienbad kwam dit hard binnen vooral omdat mijn tegenstander nog bijna een uur op zijn klok had staan in de slotstelling. Ik was in mijn recente partijen geregeld aan het flirten met de tijdnood dus dan moet je wel eens de vraag stellen of ik niet beter mijn tijd moet indelen. Misschien moet ik meer op intuïtie spelen zoals mijn tegenstander de Nederlandse FM Mark Smits. Hij maakte heel vaak in onze partij zonder veel rekenen snel zetten.
Echter Marks speelstijl is evenmin zonder risico's. Als je zo weinig nadenkt in kritieke posities dan mis je ongetwijfeld belangrijke wendingen. Als je tegenstander dan voldoende alert is/ tijd heeft dan overleef je het niet. In onze onderlinge partij had ik meerdere winstkansen waarvan onderstaande wellicht de mooiste en grootste is.
Het verschil in mijn en Marks speelstijl bewijst nogmaals hoe verschillend spelers met een identieke rating kunnen zijn (er zijn dus vele paden naar een bepaalde rating). Er bestaat evenmin een eenduidig antwoord die geldt voor elke stelling wat de optimale tijdspendering is. Achteraf is het uiteraard altijd makkelijk om te zeggen dit was een kritieke stelling (zie ook mijn mooiste zet).
Anderzijds wil ik zeker niet te licht gaan over verliezen op tijd. Het is iets wat we koste wat het kost moeten vermijden. Daarom lijkt het mij ook zinvol om eens in kaart te brengen hoe vaak een vlag valt in een klassieke partij. Makkelijker gezegd dan gedaan uiteraard want voor zover ik weet, kan je dit niet uit een database of andere publieke data halen. Wat ik wel kon doen was eens kijken naar mijn persoonlijke 1073 klassieke partijen (meer dan minimum 1 uur elk bedenktijd) die ik allemaal becommentarieerd heb. Dat is toch ook een mooi sample en in mijn commentaren vermeld ik vlag altijd.
Bovenstaande input plaatste ik vervolgens in een klein overzichttabel zodat we een onderscheid kunnen maken tussen mezelf en mijn tegenstanders, tussen verliezen op tijd volgens stand van de eindpositie en tussen met of zonder increment spelen.
Dus 1 keer op 1073 partijen werd een partij verloren op tijd in gewonnen stelling. Dat verhaal heb ik al in geuren en kleuren verteld op mijn blog zie Het sadistische examen dus dat blijft een specialleke. Daarnaast valt het vooral op dat 31 van de 37 partijen met vlag gebeurden in verloren eindposities. Dat lijkt mij niet echt verwonderlijk. In verloren stellingen is het vaak tevergeefs zoeken naar een zet die de partij nog enigszins speelbaar houdt. Zolang je zelf nog denkt dat er misschien iets te zoeken valt dan kan je beter gewoon blijven zoeken tot de vlag is gevallen. Opgeven en achteraf ontdekken dat er toch nog een miraculeuze redding was, is wellicht de allergrootste blunder.
Tenslotte wil ik er ook nog op wijzen dat de invoering van de increment niet geleid heeft tot een algemene daling van het aantal partijen verloren door tijdsoverschrijding. Als we rekening houden met het aantal gespeelde partijen dan krijgen we een iets ander beeld dan in de vorige tabel.
In 2006 speelde ik pas voor het eerst enkele partijen met increment en slechts in 2018 speelde ik meer met increment dan zonder increment. Dat verklaart waarom ik sinds 1996 voorlopig veel meer zonder dan met gespeeld heb. Sinds 2020 heb ik uitsluitend nog met increment gespeeld.
Mijn tornooiprestaties (TPR) zijn beduidend lager met dan zonder increment. Echter het is wellicht te voorbarig om te stellen dat increment hier de boosdoener is vooral omdat het percentage verliezen op tijd zelfs is afgenomen voor mezelf. Ouder worden, de recente elodeflatie ... hadden wellicht een veel grotere impact op mijn TPR.
Tenslotte vind ik het ook lastig om grote conclusies te maken gebaseerd op slechts 10 partijen op 307 partijen die verloren werden op tijd met increment. De invoering van de increment ging gepaard met een verkorting van de partijen 2 uren -> 1u50 voor 40 zetten + notatieplicht tot het einde. Desalniettemin zou je toch kunnen stellen dat 30 seconden per zet ruim genoeg is om nooit op tijd te kunnen verliezen.
In klassiek bordschaken is verliezen op tijd iets zeldzaam in tegenstelling tot het vluggeren online. Zelfs een diehard online schaker zoals Hikaru Nakamura zei daarom in de recente NIC Podcast dat klassiek schaken zeker niet snel zal verdwijnen. Goed diep nadenken blijft ook vandaag interessant maar vergeet de klok niet !
Brabo