Eind april sloot ik een geslaagd seizoen af met een overwinning op de internationaal meester Arthur Abolianin waardoor ik weer mijn fiderating boven de 2300 kon tillen. Enkele schakers vroegen mij daarom of ik nu grotere ambities koesterde. Zou het niet tijd zijn om weer eens een gesloten normentornooi te spelen (laatste en enige keer was de Brugse meesters in het jaar 2006 dus reeds 17 jaar geleden)? Moet ik niet eens op zoek gaan naar een club in Frankrijk/ Duitsland om vaker sterke tegenstanders te kunnen ontmoeten?
Ik ben enkele maanden geleden 47 jaar geworden dus de tijd dringt (hoeveel jaren heb ik nog om mezelf te bewijzen?). Het is een kwestie van prioriteiten stellen maar vandaag ben ik niet bereid om all-in te gaan voor het schaken. Mijn werk en gezin wil en kan ik niet zomaar opzij zetten. Financieel is schaken totaal oninteressant en competitieschaak spelen is bovendien erg veeleisend voor mezelf en in het bijzonder mijn omgeving.
Trouwens als ik kijk naar mijn gespeelde partijen van dit seizoen dan zie ik ook weinig reden voor groot optimisme. Ik verloor weliswaar slechts 5 partijen op 46 klassieke partijen met ratingverwerking maar een minderheid van de tegenstanders was hoger gekwoteerd. Ook over geluk kon ik zeker niet klagen. In 8 partijen stond ik verloren maar ontsnapte ik. 5 extra punten scoorde ik uit die 8 partijen. Volgens k-factor 20 komt dat overeen met een bonus van 100 fide-elo. Het bewijst nogmaals hoe relatief soms ratings kunnen zijn.
Anderzijds geluk is zeker in het schaken een rekbaar begrip. Een computer mag dan wel onweerlegbaar aantonen dat een stelling gewonnen/ verloren is, voor een mens is de winst vaak erg moeilijk. De Belgische expert Jonas Van Cappellen (zie ook vorig artikel) miste een winnende koningsaanval in onze onderlinge partij maar kan je hier wel spreken van geluk?
Nog moeilijker vind ik in de winnende koningsaanval die gemist werd door de Nederlandse FM Esper Van Baar in onze onderlinge partij begin dit seizoen. Je kan Esper onmogelijk kwalijk nemen dat hij die fout gemaakt heeft. Het is een typisch voorbeeldje van hoe sterk computers zijn in het domein van koningsaanvallen en we als mens nooit meer in de buurt kunnen komen van die krachtpatsers.
Ook de Azerbeidjaanse grootmeester Namig Guliyev miste in onze onderlinge partij van Dieppe 2022 een winnende koningsaanval. Hier had ik de eerste zet van de winst wel gezien voor hem in de partij maar het vervolg was erg onduidelijk. Misschien wou de grootmeester gewoon het risico niet nemen (zie ook voor gelijkaardige beslissingen tactiek deel 3).
Soms dwong ik geluk ook af met een hardnekkige verdediging. Hoe ik onderstaande koningsaanval niet alleen overleefde en uiteindelijk zelfs counterde, grenst aan het onwaarschijnlijke. Mijn tegenstander, de Oostenrijkse expert Michael Ivancsics was achteraf duidelijk aangeslagen want verloor prompt ook de avondpartij tegen een veel lager gekwoteerde tegenstander.
Zelf miste ik dan weer een briljante winnende koningsaanval in de Nederlandse interclub in februari dit jaar tegen de Nederlandse IM Robert Ris. Ook hier had ik weer "geluk" want mijn fout werd niet afgestraft daar ik later in wederzijdse tijdnood alsnog de partij kon winnen.
De 5 partijfragmenten tonen aan dat winnende koningsaanvallen niet alleen geregeld voorkomen maar vaak erg lastig goed uit te voeren zijn als mens in een bordpartij. Ik merk op dat het kennen van de klassiekers nauwelijks of geen houvast biedt in dit domein.
Dat betekent niet dat er geen spelers bestaan die wel goed zijn in koningsaanvallen. De Belgische IM Stefan Beukema is zo een buitenbeentje waar ik telkens met verwondering naar sta te kijken hoe hij als een echte tovenaar de stukken naar de koningsvleugel van de tegenstander dirigeert (zie o.a. Taktiek deel 4). De Nederlandse FM Machteld Van Foreerst werd dit seizoen compleet vernietigd door Stefan in een onderlinge partij door een 20 zetten durende koningsaanval (gestart op zet 9 met g5 en damewinst op zet 29) !!
In topschaak zien we ook beduidend meer succesvolle koningsaanvallen. In het voorbije wereldkampioenschap die plaatsvond in Astana toonden zowel Ding Liren als Ian Nepomniachtchi hoe briljant ze kunnen zijn eenmaal ze een kans krijgen om een koningsaanval te lanceren. Veel amateurs kloegen over de vele fouten gemaakt door beide spelers maar het is net dankzij die fouten dat we vandaag kunnen terugkijken op een wk met een bijzonder hoog entertaingehalte en dit hebben we al vele decennia niet meer kunnen meemaken. De koning is dood, lang leve de koningsaanval !
Brabo
Geen opmerkingen:
Een reactie posten