maandag 24 april 2023

Databases gebruiken deel 3

Vorige week trachtte ik de lezers te overtuigen dat competitief correspondentieschaak dood is. Echter dat betekent niet dat er geen correspondentieschaak meer gespeeld wordt. Een correcte remisepartij kan best mooi en onderhoudend zijn. Correspondentieschaak is een goede school om met databases en schaakprogramma's te leren werken. Sommige spelers spelen het ook om eens hun lievelingsvarianten te testen tegen de beste tegenstand. M.a.w. er zijn tal van andere niet competitie-gerelateerde redenen om toch nog correspondentieschaak te blijven spelen.

Als bordschaker zie ik de correspondentiedatabase vooral als een openingsdokter. Heb ik ergens twijfels over een opening dan is correspondentieschaak altijd het eerste adres waar ik aanklop. De dokter vertelt mij niet alleen heel snel of een opening gezond of dubieus is maar zorgt ook dikwijls voor een medicijn wanneer een opening moet worden opgelapt. Een ploeggenoot bij de stukkenjagers vroeg mij laatst hoe ik mijn openingsrepertoire opbouw en daarop antwoordde ik dat het veel copy paste werk is van sterke correspondentiespelers (+2400 iccf-ratings). De correspondentiedatabase heeft "mijn" Hollands al vele keer gered.

Dus is het ook logisch dat vandaag in heel veel correctere openingen wit geen enkele kans meer maakt op een openingsvoordeeltje. De methode die ik beschreef 9 jaren geleden in deel 1 werkt voor geen meter meer. Filteren op winstpartijen voor wit gespeeld in de 4 laatste jaren, levert zelden nog een hit op. Powerplay in de zin van de oude school waarin een speler een wit openingsvoordeel gradueel uitbouwt tot winst (wat ook vroeger nog vaak samenging met de wetenschappelijke aanpak) behoort definitief tot het verleden.

Tegenwoordig zien we daarom ook veel spelers bewust kiezen om helemaal geen enkele inspanning meer te doen om openingen met wit te bestuderen. Van bekende paden wordt snel afgeweken. Alle energie gaat naar het middenspel. Bovendien wordt deze aanpak gestimuleerd nu steeds meer tornooien kiezen voor dagelijks dubbele of zelfs driedubbele ronden. Uit ervaring weet ik dat je snel moe wordt indien je in zulk type tornooien partijvoorbereidingen combineert met spelen.

Persoonlijk voel ik mij niet aangetrokken om op die wijze te schaken. De opening heb ik altijd een fascinerend onderdeel gevonden in het schaken en dat zomaar weggooien vind ik zonde. Met het witte kleur je tegenstander onder druk zetten vanaf zet 1 blijft vandaag mogelijk in bordschaken. We zijn geen computers noch kunnen computers consulteren zoals in correspondentieschaak. Bepaalde zetten zijn bijzonder lastig te vinden zonder computer en hier komt correspondentieschaak weer van pas. Correspondentiepartijen staan bol van de lastige computerzetten. In de open van Marienbad aarzelde ik daarom niet om een hyperscherpe variant in de Caro-Kann in de cruciale 5de ronde met mijn rechtstreekse concurrent voor de tornooioverwinning binnen te gaan.
We hadden beiden bijna nog alle bedenktijd in de slotstelling. Mijn tegenstander gaf achteraf toe dat hij exact dezelfde lijn had voorbereid. Ik baalde want ik had uiteraard gehoopt op een ander scenario. Verschillende zetten waren helemaal niet evident voor zwart zoals bovenstaande analyses ook aantonen. Anderzijds ik moet toegeven dat het wellicht allemaal te voorspelbaar was. T.e.m. zet 14 staat een partij van mezelf in de database reeds en er zijn 38 correspondentiepartijen bekend met de slotstelling. Dat is trouwens ook iets wat mij geregeld opvalt in modern correspondentieschaak. Iedereen beschikt over dezelfde topprogramma's draaiende op snelle hardware waardoor heel veel identieke partijen worden gespeeld.
Talloze remises in correspondentieschaak met exact de slotstelling van bovenstaande bordpartij

Nu zelfs indien Jakob geen correspondentiepartijen checkt (ik vermoed zoals de meeste schakers) dan bestaan er ook nog 2 bordpartijen van meesterniveau met de slotstelling. Dan had ik toch kunnen op voorhand vermoeden dat de kans klein was dat Jakob de slotstelling niet zou kennen. Mijn enige excuus voor de "domme" openingskeuze is dan ook dat ik weinig tijd had voor die partij wegens de dubbele ronde (2de van de dag) en ik evenmin ooit eerder een uitgebreide studie had gemaakt van die opening.

In elk geval dit voorbeeld toont aan dat het volgen van moderne correspondentiepartijen kan leiden tot hersenloze remises. Ik zeg "kan" want mits wat grasduinen in de correspondentiedatabase ben ik ervan overtuigd dat het ook mogelijk moet zijn om bordspelers te verrassen. In de correspondentiedatabase staan ook heel wat scherpe unieke remisepartijen. Dus zowel in correspondentie- als in bordschaak vind je van die partijen geen duplicaten. De kans is bijzonder klein dat een bordspeler die kent (zeker op mijn niveau). De opening zonder kleerscheuren doorkomen is dan absoluut geen evidentie tegen iemand die dit net heeft voorbereid.

Brabo

2 opmerkingen:

  1. I pulled up my notes on the Caro-Kann (for black) and found the same line until 27.Kxb2 when I had 27...Qf5: it seems I got this from Erwin L'Ami's Lifetime Repertoires: Caro-Kann on Chessable. So there is at least one prominent Caro-Kann repertoire from recent years recommending exactly this line for black.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. 27...Rd8 is a more clean way to force the draw. There are some games in which black tried to defend the e-pawn but got into some (slight) troubles (which is to some extend visible in the screenshot above).

      The line more or less closes a complete branch for white so I am not surprised some authors like to use it in a repertoire. On the other hand I think you don't want to play this variation in every game even with black.

      Verwijderen