woensdag 18 april 2012

Scheidingssystemen

Op schaakfabriek gaf ik recent harde kritiek op de keuze van de scheidingssystemen in tornooien zodat ik het hoogtijd vond om over deze materie wat dieper in te gaan. Organisatoren schenken veel te weinig aandacht aan de keuze van het scheidingssysteem waardoor bij de eindrangschikking vaak heel wat wrevel ontstaat en in het ergste geval zelfs geprocedeerd wordt tegen de organisatie. 

Vooreerst wil ik hierover vertellen dat een perfect scheidingssysteem niet bestaat. Zelfs al maak je op voorhand een goed afgewogen keuze dan nog kan het zijn dat een ander scheidingssysteem achteraf in dat specifiek scenario beter was geweest. Indien mogelijk is het dan ook beter om geen scheidingssysteem te gebruiken en gewoon de plaatsen, prijzen, titels te delen of een playoff te organiseren. Echter dit is vaak niet mogelijk of niet wenselijk: slechts 1 beker, 1 ondeelbare titel, beperkt aantal kwalificatieplaatsen, geen extra tijd beschikbaar, te kleine prijzen na delen,...

De fide heeft een grote lijst van mogelijke scheidingssytemen voorgesteld op hun website: Tiebrakes waarbij het aan de tornooiorganisaties een open keuze laat. Het geeft wel enkele aanbevelingen op voor bepaalde typetornooien maar waarschuwt tevens dat het aan de organisatie zelf is om de juiste keuze te maken, rekening houdend met de specifieke karakteristieken van het tornooi. In het vervolg van dit artikeltje zal ik trachten enkele richtlijnen mee te geven waarop organisatoren moeten letten bij de keuze van het mechanisme van scheidingssystemen. 

Als een organisator een scheidingssysteem kiest, zou hij m.i. alvast moeten rekening houden met volgende 3 basisregels:
  1. het scheidingssysteem moet snel en efficiënt berekend kunnen worden
  2.  het scheidingssysteem kan niet geïnterpreteerd worden
  3. het scheidingssysteem gebruikt een sterkteparameter die invloed van externe factoren zoveel mogelijk uitsluit

Het niet voldoen aan 1 van de 3 basisregels is voor mij erger dan het gebruiken van een puur willekeurig scheidingssysteem zoals de dobbelsteen, kaart trekken, roulette, ... waarvan tenminste op voorhand door iedereen begrepen wordt dat de scheiding willekeurig maar tenminste eerlijk zal gebeuren.

Het schrijven van een script om scheidingssystemen te kiezen voor organisatoren is een vrij onbegonnen werk omdat elk tornooi anders is en zelfs soms heel sterk verschillend is. Nochtans kan ik wel enkele tips meegeven waarmee organisatoren rekening kunnen houden.
  1. Gebruik scheidingssystemen op rating zo weinig mogelijk en zeker niet als eerste scheidingssysteem. Voor jeugdspelers is de rating vaak totaal onbetrouwbaar. Als spelers diverse type ratings (fide, Belgische, buitenlandse,...) hebben dan worden appels met peren vergeleken. Als te veel ongeklasseerde spelers meespelen dan is het tevens absurd om een scheidingssysteem op rating toe te passen. Klinkt logisch allemaal maar toch wordt bv. Open van Gent dit als 1ste scheidingssysteem toegepast.
  2. Het onderling resultaat is een vrij zwak scheidingssysteem omdat het slechts focust op een heel klein deeltje van het tornooi en bovendien geen rekening houdt met het voordeel van het witte kleur. Voor een teamcompetitie met even spelers valt dit kleurnadeel weg en wordt het wel interessanter. Tevens is het een scheidingssysteem dat gemakkelijk kan leiden tot verschillende interpretaties wat bewezen werd in het onlangs beëindigde bjk. Mijn advies is het niet te gebruiken als eerste scheidingssysteem .
  3. Scheidingssystemen gebaseerd op resultaten van de tegenstanders zijn vrij stevige scheidingssystemen op voorwaarde dat de tegenstanders het tornooi ook uitspelen. Als een tornooi op voorhand toelaat om byes te nemen of bewuste forfaits te geven dan vind ik dit scheidingssysteem niet meer goed omdat anders externe factoren teveel de rangschikking bepalen en de sterkteparameter ontkrachten. Normaal zijn die scheidingssystemen goed als 1ste scheidingssysteem maar enige voorzichtigheid is geboden wat o.a. werd aangetoond in de tornooien van Cappelle La Grande en Open Leuven.
  4. Scheidingssystemen gebaseerd op som van de progressieve score of ook wel voortschrijdingsscore genoemd. Dit systeem wordt steeds meer en meer gebruikt als 1ste scheidingssysteem omdat de effecten van forfaits, byes of totale instorting van de eerdere tegenstanders hiermee geëlimineerd worden. Toch moet ook hier opgelet worden want dit systeem is helemaal niet goed in kleine tornooien. Een voorbeeldje hoe het misloopt, was het Deurnse clubkampioenschap van 2010-2011: Eindstand CK Deurne. Een kleine groep spelers (31) speelden met als 1ste scheidingssysteem voortschrijding. 3 spelers eindigden 1ste met 8/9. Alle 3 spelers hadden onderling remise gespeeld en hadden ongeveer precies dezelfde tegenstand gehad (versterkt door de versnelde paring). De volgorde van de onderlinge partijen was ronde3: B-C; ronde 5: A-C; ronde6: A-B waardoor de eindrangschikking A:1ste; B: 2de en C: 3de (terwijl hij 2 keer de zwartstukken had in de onderlinge partijen). Hieruit bleek duidelijk dat het scheidingssysteem willekeurig was. Ik adviseer om voortschrijding slechts te gebruiken wanneer een groter aantal spelers meespelen zoiets minstens als aantal spelers > aantal ronden * 5.
  5. Scheidingssystemen gebaseerd op het voordeel van het witte kleur. Voor tornooien waarin ervaren spelers meespelen is dit zeker een waardevol scheidingssysteem. Voor een jeugdtornooi met onervaren spelers is dit twijfelachtig want theoriekennis is erg beperkt en bovendien is het blundergehalte zo hoog dat het voordeel van het witte kleur erg omstreden is. Hoe minder ronden in een tornooi, hoe waardevoller dit scheidingssysteem. Omdat je als speler geen of weinig invloed kunt hebben op het kleur, heb ik moeite om dit als 1ste scheidingssysteem te kiezen. Als extra scheidingssysteem ok maar als 1ste te selecteren zou ik eerst problemen moeten ondervinden met de scheidingssystemen vermeld op puntjes 3 en 4.
  6. Scheidingssystemen gebaseerd op aantal gewonnen partijen. Iemand die een Zwitsers gambiet speelt, kan serieus profiteren van dit scheidingssysteem dus zou ik het niet toepassen in een Zwitsers tornooi als 1ste scheidingssysteem. Voor een roundrobintornooi kan het een ideaal middel zijn om spelers te motiveren om voluit te gaan. Het systeem om vechtschaak te promoten, heeft zeker zijn verdiensten.
Het bovenstaande lijstje is zeker niet volledig maar ik geloof toch dat het een organisator kan helpen betere keuzes te maken betreffende een eerlijk serieus scheidingssysteem.

Brabo

16 opmerkingen:

  1. Brabo, dit is te gemakkelijke kritiek. Je zegt op schaakfabriek dat de scheidingsystemen niet goed zijn, en als alternatief geef je een lijstje met keuzemogelijkheden.
    Sorry hoor maar dit is niet goed genoeg. Stel jij maar iets voor en sta open voor de kritiek die op je afkomt.
    Trouwens doet dit niks aan de situatie waar de KBSB je verplicht een systeem toe te passen akkoord of niet.
    De vrijheid van de organisator is enkel een vraag stellen aan de RvB die dat moet voorleggen aan de AV die dan pas de week voor het tornooi samenkomt, en je dus steeds te laat zijt om nog iets te veranderen, want spelers schrijven in volgens het reglement tot 1 maand voor het toernooi. Het gaat me dus niet om de scheidingsystemen, of de kwaliteit ervan, maar over hoe de KBSB een beslissing neemt.
    BTW, Ik was al 7 keer heel nauw betrokken bij de organisatie van het BJK, en iedere keer was er discussie hieromtrent. Om te eindigen hebben we besloten om dit over te laten aan de arbiters, want discussieren met de kbsb, nee bedankt.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Ok ik begrijp dat mijn artikel nogal moeilijk leesbaar is zonder een praktisch uitgewerkt voorbeeld. Op jouw aanvraag gebruik ik het BjK Zwitserse versie (dus niet de Round Robin versie) alhoewel dit tornooi al afgelopen is en er beter naar de toekomst wordt gekeken.

      1) Er wordt door de organisatoren vastgesteld dat de KBSB gebiedt om de fidescheidingssystemen te gebruiken. De KBSB reglementen leggen echter geen enkele beperking op t.o.v. de keuze dus moeten de organisatoren zelf een analyse op voorhand maken welke keuze de beste is. Ik leid hier tevens uit af dat een keuze binnen de fidereglementen zelfs niet moet worden verdedigd t.o.v. de KBSB en er dus voldoende tijd is op voorhand om alle spelers op de hoogte te stellen van de keuze omtrent het scheidingssysteem.

      2) De organisatoren maken een tabel met de lijst van toegelaten scheidingssystemen en geven ernaast op hoe goed het systeem is als 1ste scheidingssysteem. Hieronder een mogelijke uitwerking van de tabel:
      - Onderling resultaat: ongepast wegens te veel reeksen in 1 groep spelend.
      - Progressieve score: ongepast wegens te klein aantal deelnemers
      - Aantal partijen gewonnen: ongepast want iemand die slecht start en goed eindigt wordt hiermee bevoordeeld
      - Resultaten van de tegenstanders: bv. SB of Bucholtz: goed want ik zie heel weinig of geen bewuste forfaits bij de jeugd
      - Rating: ongepast want bijna alle spelers hebben een onnauwkeurige rating of zelfs geen rating
      - Witte kleur: gepast voor de hogere reeksen maar twijfelachtig voor de lagere reeksen.

      3) De organisatoren maken op basis van de bovenstaande tabel een keuze. Mijn aanbeveling: Eerste scheidingssysteem Bucholtz, tweede scheidingssysteem SB, derde: aantal keer zwart, vierde :loting of iets minder scherp een armageddon. Bucholtz vind ik iets eerlijker dan SB daar in Bucholtz elke partij evenveel telt terwijl dat dit niet het geval is bij SB.

      Verwijderen
  2. Brabo, op je eigen site mag het altijd iets meer zijn dus hier gaan we

    1) Jij zegt dat de organisteam de vrijheid heeft om het scheidingssyseem vast te leggen. Helaas fout (Artikel 8 van het wedstrijdreglement KBSB, Artikel 7 van annex A van sectie C van het handboek FIDE). Voor alle toernooinen die de KBSB organiseert liggen de scheidingssystemen en de volgorde onherroepelijk vast.

    2) Je zegt dat er een probleem is met de huidige tekst. Dat de huidige tekst verduidelijkt kan worden, is een terechte opmerking. Dat de huidige tekst problemen geeft is fout. Met betrekking tot het scheidingssysteem is het huidige wedstrijdreglement niet de laatste jaren niet verandered. Iedere wedstrijdleider die ik ken, interpreteeert ze op de manier die ik reeds aangegeven heb, en geen enkele betrokken speler heeft ooit een klacht ingediend. Dus het reglement functioneert. Enkel niet betrokken buitenstaanders hebben er een probleem mee, maar dit ligt veeleer aan die buitnestaanders dan aan de tekst.

    3) Jij zegt dat de organisatie geen inspanningenn heeft gedaan om het wedstrijdreglement te verbeteren. Helaas is dit fout. Het organisatieteam van het bjk2011 heeft naar de RvB aanbevelingen gedaan om het reglement te wijzigen, op punten waarvoor er, in tegenstelling tot het scheidingssysteem, wel problemen zijn gerezen. Het toeval wil dat het team van 2012 een deelverzameling is van dat van 2011

    4) Je spreekt jezelf radicaal tegen wanneer je aan de ene kant er voor pleit om op de AV enkel beslissingen te laten goedkeuren waarover gediscussieerd en waarvoor er een brede basis is, en aan de andere stelt dat er van einde decmeber 2011 tot begin april 2012 voldoende tijd is om het wedstrijdreglement aan te passen. Een brede basis vereist veel tijd.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. 1) Artikel 8 had ik al vermeld op schaakfabriek. Dit artikel zegt niets anders dat de fideregels moeten gebruikt worden. Het is heel duidelijk dat geen enkele extra beperking wordt opgelegd door de KBSB bovenop de fideregels.
      Het Artikel 7 van annex A van sectie C van het handboek FIDE had ik al vermeld in mijn blogartikel (zie link). Het is een misinterpretatie om te stellen dat de tiebrakes voor de diverse type tornooien in volgorde staan en allemaal gebruikt moeten worden (zie andere fidetornooien). De begeleidende tekst stelt zelf dat de keuze doordacht moet worden gemaakt, rekening houdend met het type tornooi en (zeer belangrijk) de structuur van de spelers. Bovendien wijkt het wedstrijdreglement van het BjK af met het weglaten van de playoff. Vreemd gegeven als je de (m.i.) verkeerde interpretatie volgt dat de opgegeven aanbevolen fidelijst in een strikte volgorde vermeld staat op de fideweblijst.

      2) Je moet al heel wat afweten van het schaken om uberhaupt te kunnen discussieren over scheidingssystemen. Als jeugdspeler of als niet-schakende ouder had ik er ook nooit aan begonnen om fouten eruit te halen maar ik denk dat ik nu wel voldoende schaakbagage heb om mij in dat wespennest te steken. Het verwondert mij dus totaal niet dat er nog nooit enige klacht is gekomen in de jeugdtornooien.

      3) Mijn kritiek gaat enkel over de keuze van de scheidingssystemen die ik puur een verantwoordelijkheid zie van de organisatoren. Ik kan en zal niet ontkennen dat er op andere vlakken wel pogingen zijn gedaan om aanpassingen t.o.v. het wedstrijdreglement te verkrijgen van de RvB.

      4) Als je de lijst van stemgerechtigden kent dan hoe lang duurt het om met een paar personen de hele lijst af te bellen om de voorstellen uit te leggen en hun steun te krijgen? Eenmaal je voldoende steun hebt, kan je vragen aan de RvB om een extra AV snel in te richten om de voorstellen goed te laten keuren. Deze methode zou wel eens veel sneller tot resultaten kunnen leiden dan hoe er momenteel gewerkt wordt.

      Verwijderen
  3. Vervolg

    5) In de huidige constellatie vergt het aanpassen van het wedstrijdreglement typisch 18 maanden tussen het formuleren van het voorstel en de eerste stemming erover. Zelfs wijzigingen waar die iedereen goed vindt, worden soms om puur tactische redenen weggestemd. Een houding van "Als ik mijn zin niet krijg bij de stemming van artikel 36, dan stem ik tegen artikel 37, ook al is artikel 37 goed en heb ik op voorhand aangekondigd dat ik voor zou stemmen" is al meermaals voorgekomen. Het essentiële probleem is dat mensen die stemrecht hebben op de AV (63 stemmen), zelden geen verantwoordelijkheid dragen voor de gevolgen van hun stemgedrag. Het is de RvB en de organisators van KBSB toernooien die met de gevolgen zit van een krakkemikkig wedstrijdreglement met interne tegenstellingen, vertaalfouten, onnauwkeurigheden. Een voorbeeld maakt alles duidelijk. Vorig jaar heeft een club op zaterdagavond voor een interclubzondag het adres van het speellokaal gewijzigd via de website van de KBSB. Automatisch worden mails verstuurd naar de bezoekende clubs, maar omwille van een technisch falen is een van die mails pas zondag om 16h toegekomen. Het gevolg was uiteraard dat de bezoekende club een half uur te laat op het juiste adres toekwam. De nationale toernooidirecteur heeft een voorstel aan de AV gemaakt om dit op te lossen: men mag tot de zondag vooraf het lokaal wijzigen. Iedereen ging akkoord met deze wijziging. Op de laatste AV in november is dit echter verworpen door sommigen omdat anderen 10 minuten ervoor een andere wijziging tegenhielden ondanks de belofte dat ze die goed zouden keuren. Het feit dat minderheden beslssingen kunnen tegenhouden, maakt het de situatie niet gemakkelijker. Het resultaat is dat de verbetering niet is goedgekeurd. De enige oplossing om een efficient en goedwerkend wedstrijdreglement te hebben is dat de RvB de authoriteit heeft om het wedstrijdreglement aan te passen. en dat de AV deze kan overrulen. Het is evident dat AV de procedure en de nodige restricties vastlegt die de RvB moet volgen bv de AV zou stellen dat tot minimaal 4 maanden voor de start van een toernooi het reglement moet vastliggen. En for the record, ik ben al 11 maanden geen lid meer van de RvB.

    6) Je hebt duidlijk absoluut geen idee wat het inhoudt om een meerdaags toernooi te organiseren voor meer dan 250 spelers. Het is beschamend en absurd dat je stelt dat het organiesatieteam tijd genoeg heeft om een reglementswijziging in 3 maand te laten goedkeuren. Indien je werkelijk beseft wat je zegt, dan zou je in de grond moeten zakken van schaamte. De eerste bezorgdheid van het organisateam is dat er sowieso een toernooi kan plaatsvinden (financiën, zaal, stukken, borden, website, brochure, ...). Zonder deze absolute basisvereisten is er geen toernooi en ook geen scheidingssysteem om over te zeuren. De kern van het team (Marc, Luc O en mezelf) hebben in januari en februari al onze vrije tijd gestoken in het realiseren van de basisvereisten. Begin maart hadden we eindelijk een bevestiging van de zaal en een stabiele basis, en konden we eindelijk starten met de praktische invulling.

    7) Mijn persoonlijke mening is dat in een Zwitsers systeem het onderling resultaat het slechtst denkbare scheidingssysteem is. Legio zijn de gevallen waar een van de 2 topfavorieten in het begin een steek laat vallen en in de laatste ronde tegen de ander favoriet wint. Hij heeft heel het toernooi zwakkere tegenstanders gehad en toch wordt hij voor mij onterecht winnaar van het toernooi. In een round robin heb ik er minder problemen mee. Dit gezegd zijn heb ik als toernoooidirecteur me te houden aan het reglement dat de KBSB ons oplegt.

    Conclusie. Je kritiek op de organisatie bjk 2012 is bedroevend. Ik kan je een goede psychiater aanraden.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. 5) Waarom wordt het stemgedrag niet openbaar gemaakt, liefst aangevuld met de reden waarom? Mensen die een openbare functie bekleden, moeten ook verantwoording durven afleggen. Het zal snel gedaan zijn met spelletjes. Je hoeft helemaal geen structuurwijzigingen te maken als je een mentaliteitswijziging van sommige mensen simpel kunt forceren.

      6)Mijn kritiek slaat enkel op het scheidingssysteem. Ik kan en ga niet ontkennen dat er andere zaken wel besproken zijn geweest met de RvB. Het is een verkeerde interpretatie van de organisatie dat de keuze van het scheidingssysteem vastligt in het fideannex waardoor de organisatie bijzondere toestemming via een AV nodig heeft.

      Met mijn posts en artikel duid ik niet enkel op fouten maar tracht ik ook steeds oplossingen aan te geven.

      Ik begrijp dat dit soort discussies over technische reglementen eerder voer lijkt voor bij de psychiater dan voor schakers. Ik reken mijzelf dan ook niet onder de modaal-schaker. :)

      Verwijderen
  4. Enige opmerkingen omtrent de progressieve score als scheidingssysteem.

    De achterliggende filosofie is dat het veel gemakkelijker is van terug te komen uit de achtergrond,
    dan van in het begin vooraan te strijden (en eventueel af te vallen).
    In een tornooi over 6 ronden 1-1-1-0-0-0 scoren is moeilijker dan 0-0-0-1-1-1.
    Maar dit is een extreem geval. In de meeste gevallen zullen spelers die evenveel punten halen,
    grosso modo een gelijkaardig parcours gevolgd hebben, en dan hangt dit scheidingssysteem soms af van details of toevalligheden
    (zie verder).

    Zoals je opmerkt, niet geschikt in kleine tornooien.

    Maar zelfs in middelgrote en grote tornooien komen situaties voor waar veel afhangt van de paring.
    Eenvoudig voorbeeld : groot tornooi, 200 spelers, geen advanced pairings, 1e ronde.
    Een middenmoter wordt - als hij nr. 100 is - tegen nr. 200 gepaard; en - als hij nr. 101 is - tegen nr. 1 (klein verschil, grote gevolgen).
    Soms wordt je ook niet gepaard tegen de tegenstrever waartegen je zou moeten gepaard worden, wegens andere regels die moeten gerespecteerd
    worden (zoals afwisseling van kleur; geen 2* dezelfde tegenstrever; etc.), of omdat het aantal spelers in de groep onpaar is
    (waardoor de hoogste of de laagste elo afvalt).

    Een subtiel nadeel van dit systeem is ook dat de laatste ronde geen invloed meer heeft.
    Wanneer 2 spelers in de running zijn voor de tornooizege, ligt na de voorlaatste ronde alles vast.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Op elk scheidingssysteem is er iets aan te merken. Zoals in mijn artikel beschreven, bestaat het perfecte scheidingssysteem niet. Je kan wel trachten te analyseren hoe belangrijk de nadelen zijn t.o.v. andere systemen.
      Persoonlijk vind ik de positie 100 of 101 vrij onbelangrijk in een groot tornooi. M.i. moeten vooral de eerste plaatsen nauwkeurig zijn omdat daar titel, kwalificatieplaatsen, grote geldprijzen (indien Hortsysteem), ereplaatsen worden uitgedeeld. Het effect dat je beschrijft, wordt meestal niet ervaren door de topspelers in een groot tornooi met voortschrijdingspunten.
      Bovendien leidt dit voor speler 100 en 101 tot slechts 1 voortschrijdingspunt verschil daar 100 naar alle waarschijnlijkheid dan zal verliezen in ronde 2, terwijl 101 zal winnen in ronde 2. Uiteindelijk leggen beide spelers meestal een jo-jo parcours af waarbij enkel gehoopt kan worden dat het toeval over het verloop van het tornooi uitgemiddeld zal worden.

      Persoonlijk vind ik het juist een voordeel dat je al na de voorlaatste ronde weet hoe de scheiding zal gebeuren. Je weet (in de meeste gevallen) precies welke plaats je kan behalen met een half punt of een heel punt. Je kan dus ook veel beter de risico's inschatten en de juiste strategie kiezen voor de laatste partij. M.a.w. je bent niet afhankelijk van de toevalligheden op de andere borden tijdens de laatste ronde zoals in sommige andere scheidingssystemen.

      Verwijderen
  5. elk scheidingssysteem kent voor- en nadelen. geen enkel scheidingssysteem kan zaken zoals tijdelijke afwezigheden of eindforfaits opvangen.
    het enige dat ik me afvraag waarom men mensen laat deelnemen die de titel toch niet kunnen winnen?
    als je nationaliteitsvoorwaarde schendt (bvb tamer) waarom volgend jaar niet de leeftijdsvoorwaarde schenden? los daarvan zal iemand als Tamer, ik ken het tornooiverloop niet, misschien de echte titelstrijd beïnvloedt hebben?

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Tijdelijke afwezigheden of eindforfaits kunnen wel opgevangen worden door bepaalde scheidingssystemen: TPR, aantal keren zwart, progressieve score, aantal winstpartijen,...

      Ik was aanvankelijk van plan om te reageren op Tamers geval op schaakfabriek maar de hele discussie is eigenlijk al gevoerd vorig jaar. Ik hoop dat de jongen op voorhand wist van de situatie en het niet al te ernstig opnam.

      De regelgeving van de KBSB is absurd voor de niet-Belgen die hier hun domicilie hebben. Ze mogen meespelen maar komen niet in aanmerking voor titel, medailles of kwalificatieplaatsen. Tamer had een erg grote invloed op de titel want hij had van begin tot einde de leiding in het klassement.

      De selectie van de spelers aan het nationaal kampioenschap gebeurt via de federaties. Nu om ervoor te zorgen dat er geen niet-Belgen meespelen, moet het reglement veranderen in de VSF want daar kunnen niet Belgen wel kampioen spelen, medailles krijgen en gekwalificeerd zijn. Echter dat is niet voldoende want vervolgens moeten ook de Liga's dan hun reglementen aanpassen zodat niet-Belgen niet kunnen meespelen want zij selecteren de spelers voor het Vlaams kampioenschap. Tenslotte moeten de clubs ervoor zorgen dat niet-Belgen niet kunnen lid worden want de leden van een club binnen een liga mogen automatisch meespelen in de liga. Als je het zwart-wit bekijkt dan zegt het KBSB-reglement onrechtstreeks dat het liever geen niet-Belgen heeft in hun competities.

      Verwijderen
    2. Aan Anoniem:
      wij hebben geen gesloten jeugdkampioenschappen zoals bijv. in Nederland.
      Ons BK jeugd is in wezen een open kampioenschap.
      Ik verwijs naar artikel 44 van het KBSB wedstrijdreglement.
      Om te kunnen deelnemen moet men enkel aangesloten zijn bij 1 van de 3 federaties van de KBSB.
      Er zijn dus geen nationaliteitsvoorwaarden om te kunnen deelnemen.

      Aan Brabo:
      Ik begrijp niet goed de zin
      "De selectie van de spelers aan het nationaal kampioenschap gebeurt via de federaties".
      Wat betreft de jeugd : iedereen kan deelnemen en zich vrij inschrijven aan het BK jeugd.
      Voor het VK jeugd evenwel, gebeurt de selectie via de liga's, dat is correct.

      Ik vind dat het KBSB reglement zeer mild is tegen buitenlanders.
      Kijk naar artikel 62 (waar ik mij aan erger voor alle duidelijkheid) betreffende de jeugdselecties :
      een buitenlander krijgt na het BK jeugd de mogelijkheid om zich te regulariseren
      (teneinde zijn selectie te kunnen opnemen), maar als hij/zij dat niet doet,
      dan wordt zijn plaats NIET ingenomen door een Belg. Buitenlanders kunnen dus hier selecties voor Belgen komen wegkapen (van een Belgenmop gesproken).

      Verwijderen
    3. Bedankt voor de correctie want ik dacht (zoals de expertenreeks bij de volwassenen) verkeerd dat de selectie voornamelijk gebeurde door de federaties. Ik vond het al raar dat de federaties erg veel mensen hadden laten kwalificeren.

      Ik ben van mening dat je consequent moet zijn t.o.v. de buitenlanders. Ofwel laat je ze meespelen en kunnen ze de titel behalen. Ofwel laat je ze niet meespelen. Nu spelen ze mee en beïnvloeden ze erg sterk het tornooi. Persoonlijk ben ik voorstander om de buitenlanders die hier gedomicilieerd zijn te laten meespelen (en dus ook de titel kunnen halen) op voorwaarde dat het Belgisch kampioenschap, het enige nationale kampioenschap is dat ze zullen meespelen in dat jaar. Hiermee bevorder je de integratie en vermijd je tevens dat iemand in verschillende landen landskampioen is.

      Het is inderdaad absurd dat buitenlanders die niet kunnen internationaal spelen door de fidereglementen, selectieplaatsen wegnemen voor Belgen. Mij lijkt dit eerder een verdoken vorm van bezuinigingen.

      Verwijderen
  6. de bedoeling van een nationaal kampioenschap is net om de sterkste van die nationaliteit in een bepaalde discipline te zoeken.
    in zo'n constructie hebben buitenlanders niets te zoeken. Net zoals ik niets te zoeken heb in een -8 of dameskampioenschap.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. De vergelijking tussen geslacht, leeftijd en nationaliteit vind ik nogal ver gezocht. Leeftijd en geslacht staan vast bij een persoon. Nationaliteit is een administratief gegeven.

      De KBSB richt het kampioenschap in. Je kan hierbij al de vraag stellen of het niet eerder bondskampioenschap moet heten, i.p.v. nationaal kampioenschap daar nationaliteit niet iets is wat de KBSB controleert (niet alle Belgische schakers zijn automatisch lid van de KBSB).
      Vervolgens heb je spelers die wel de Belgische nationaliteit hebben maar voor de fide onder een andere nationaliteit spelen.
      Ook heb je spelers die meerdere nationaliteiten hebben en dus in meerdere landen kampioen kunnen spelen waardoor de nationaliteit nog verder uitgehold wordt.
      Tenslotte heb je ook de mensen die hier vast (en soms vele jaren) wonen maar (nog) niet de lokale nationaliteit verkregen hebben.

      Wie precies mag meespelen in de kampioenschappen kan op diverse wijzen worden vastgesteld en is daarom puur een beleidskeuze. M.i. moet eerst en vooral voor gezorgd worden dat de kampioenschappen zo sportief en eerlijk mogelijk verlopen dus door spelers die de titel niet kunnen halen te weren in de kampioenschappen. Vervolgens ben ik voor het aantrekken van spelers met andere nationaliteit die hier gedomicilieerd zijn omdat ze geen bedreiging zijn maar een meerwaarde brengen voor het Belgische schaken. Tenslotte vind ik ook dat spelers in kampioenschappen ook naast het bord moeten tonen dat ze trots zijn voor ons landje te kunnen spelen en dan hoort het niet dat spelers van meerdere walletjes (nationaliteiten) eten.

      Verwijderen
  7. Soms vraag je je toch af waarom sommige mensen hun nationaliteit niet aanpassen. Neem Mher als voorbeeld: zo ver ik weet heeft hij politiek asiel gekregen (wat veel voeten in de aarde heeft gehad) en is hij daarna genaturaliseerd. Maar toch blijft hij onder Armeense vlag spelen. Wellicht interessanter om mee te spelen in normentoernooien maar hij doet dan ook altijd mee aan het BK.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Ben je zeker dat Mher genaturaliseerd is want vorig jaar was hij dit zeker nog niet daar hij de titel van Belgisch kampioen toen niet gekregen heeft ondanks dat hij het expertenkampioenschap had gewonnen (zie artikel 13 - Titels van de KBSB)? Als de naturalisatie gebeurd is dan moet het recent zijn geweest en is misschien de procedure met de fide nog bezig.

      Verwijderen