De meeste spelers spelen hun potje schaak, praten eventueel achteraf nog even over de partij en het notatieformuliertje wordt verticaal geklasseerd. Slechts de meer ambitieuze spelers maken ook thuis nog een analyse van hun partijen. Zelf ben ik al heel vroeg begonnen met het analyseren en commentariëren van mijn eigen partijen. Nog voor ik aan competities deelnam dus midden jaren 90, maakte ik op papier al analyses van mijn partijen gespeeld tegen een schaakcomputer. Ik had toen geen contact met sterkere spelers om mij te helpen dus gebruikte ik dezelfde schaakcomputer maar dan op zijn hoogste niveau spelend om fouten te detecteren.
Sinds de komst van de PC (mijn eerste dateert van 1996) werk ik uiteraard met databases i.p.v. papier. Corrigeren, opzoeken, aanvullen, bewaren... is vele malen makkelijker in een database. Recent zag ik op chesspub de interessante vraag opduiken of Chessbase noodzakelijk is of we met de veel goedkopere Fritz Gui ook aan de slag kunnen. Wel ik gebruik uitsluitend de Fritz Gui en na bijna 700 becommentarieerde partijen kan ik gerust stellen dat ik niet het gevoel heb iets ernstig te missen. Een enkele keer zoals in mijn blogartikeltjes probleemzetten (bestaan van speciale paardzetten in de hoek) of de wetenschappelijke aanpak (record lange rochade) moet ik wel de hulp inroepen via mijn blog maar dit zijn slechts leuke weetjes en heb je uiteraard niet nodig om beter te leren schaken.
Een ambitieuze speler maakt vanzelfsprekend deze analyses om fouten uit zijn eigen spel te halen en deze in een volgende ontmoeting te vermijden. Het is dus een individueel leerproces waarin iedere speler een eigen aanpak volgens best rendement hanteert. Voor heel wat spelers gaat deze aanpak niet verder dan het gebruiken van 1 van de automatische instrumenten die Chessbase ons ter beschikking stelt. Blunderchecking of Full analysis bestaan al meer dan een decennium (zie de manual op chesscafe). Tegenwoordig heb je ook de moderne toepassingen zoals Lets check of Cloud Engines die gebruik maken van het internet. Echter al deze automatische instrumenten hebben een aantal grote nadelen. De output is in een zeer onvriendelijk leesformaat. Tevens beperken de analyses zich vaak tot de directe fouten die een engine kan detecteren. Een engine houdt (kan) geen rekening houden met wat de schaker zelf interessant vindt. M.a.w. als je meer wilt dan wat deze automatische programma's weergeven dan moet je zelf een handje toesteken.
Zelf heb ik al in het breed uitgelegd in mijn blogartikeltje analyseren met de computer hoe ik een handje toesteek dus daar wil ik het niet meer over hebben. Waar ik het wel deze keer wil over hebben, is hoe ik de gemaakte analyses achteraf samenvat. Onderstaand kan je een screenshot zien na het beëindigen van de analyses op mijn partij tegen Soors.
Als we bovenstaand screenshot vergelijken met mijn publicatie van dezelfde partij in het laatste blogartikel een morele overwinning dan zien we een complete metamorfose. De wirwar van varianten werd vervangen door proza en herleid tot enkele sleutelvarianten (geselecteerd door mijzelf). Ook dit proces gebeurt grotendeels volgens vaste lijnen die ik al jaren volg. Nu kan je jezelf inderdaad afvragen wat het nut is om de methodiek in een artikeltje eens uit te leggen. Ik geef toe dat zolang je een partij met analyses en commentaar niet publiek maakt, het geen enkele rol speelt hoe je precies synthetiseert. Een totaal ander verhaal wordt het als je het openbaar maakt want dan moet je er ook voor zorgen dat het correct en makkelijk leesbaar is voor anderen. Dat zoiets niet altijd van een leien dakje loopt, kan je bijvoorbeeld lezen in reacties van zelfs + 2300 spelers onder mijn blogartikeltjes: een minithematornooi, belgische interclubs apotheose.
In de literatuur is bijzonder weinig terug te vinden over hoe je best een partij becommentarieert voor publiek wellicht omdat er erg weinig schakers zich aan wagen. Bovendien kan een auteur zeer uiteenlopende doeleinden hebben om een partij te publiceren. Soms wil hij gewoon een leuk fragmentje tonen. Een andere keer past het in een verhaal. Als ik vooraf vermeld dat de partij met lichte commentaren is opgesmukt (of je ziet nauwelijks commentaren en analyses) dan mag je al veronderstellen dat ik eerder iets aan het vertellen ben (bijna voor alle partijen die ik zelf niet speelde). Ik meen zelfs dat een minderheid van de publicaties (ik bedoel hiermee alles wat te lezen valt dus niet alleen mijn blog) serieuze analyses van volledige partijen bevat omdat het erg tijdverslindend is en bovendien vaak tot discussies leidt. Commentariëren is kritiseren en hierdoor creëer je onvermijdelijk conflicten. Echter een conflict hoeft niet perse iets slecht te zijn want het is vaak een katalysator om nieuwe inzichten te verkrijgen.
De Britse grootmeester John Nunn en de Duitse grootmeester Robert Huebner hebben in het verleden eens trachten uit te leggen hoe zij te werk gaan met leestekens bij het publiek commentariëren van partijen zoals beschreven op Wikipedia maar erg bruikbaar is het niet omdat het voorlopig onmogelijk is voor +99% van de stellingen om een exacte evaluatie te maken. Net omdat het zo moeilijk is om een exact oordeel te maken van de meeste stellingen, blijft een analyse voor een groot deel subjectief. Omdat ik het wetenschappelijke element in de partijanalyses zoveel mogelijk wil benadrukken (net zoals in mijn partijen, zie de wetenschappelijke aanpak) heb ik een methodiek ontworpen om dit subjectief aspect zo goed mogelijk te elimineren.
De truck bestaat erin om mijzelf bij het evalueren van de stellingen en dus het toekennen van leestekens in de analyses compleet te laten vervangen door de computerprogramma's. Computerprogramma's zijn vandaag al zoveel malen sterker dan onszelf dus het lijkt mij dan ook perfect aanvaardbaar om hun evaluatie te verkiezen boven onze gebrekkige en subjectieve beoordelingen. Bovendien verkrijg je als grote voordeel dat iedere schaker mits te beschikken over dezelfde software en hardware, tot exact dezelfde resultaten kan komen. Nu moet ik wel onmiddellijk eraan toevoegen dat de computerevaluatie + bijhorend leesteken bepalen van een zet iets ingewikkelder is dan wat we onmiddellijk kunnen aflezen van een scherm. Enige uitleg om mijn methodiek beter te begrijpen is dus noodzakelijk.
Vandaag zie je bij elk schaakprogramma naast een evaluatie per honderdsten van een pion, ook steeds een evaluatieteken:
Een ambitieuze speler maakt vanzelfsprekend deze analyses om fouten uit zijn eigen spel te halen en deze in een volgende ontmoeting te vermijden. Het is dus een individueel leerproces waarin iedere speler een eigen aanpak volgens best rendement hanteert. Voor heel wat spelers gaat deze aanpak niet verder dan het gebruiken van 1 van de automatische instrumenten die Chessbase ons ter beschikking stelt. Blunderchecking of Full analysis bestaan al meer dan een decennium (zie de manual op chesscafe). Tegenwoordig heb je ook de moderne toepassingen zoals Lets check of Cloud Engines die gebruik maken van het internet. Echter al deze automatische instrumenten hebben een aantal grote nadelen. De output is in een zeer onvriendelijk leesformaat. Tevens beperken de analyses zich vaak tot de directe fouten die een engine kan detecteren. Een engine houdt (kan) geen rekening houden met wat de schaker zelf interessant vindt. M.a.w. als je meer wilt dan wat deze automatische programma's weergeven dan moet je zelf een handje toesteken.
Zelf heb ik al in het breed uitgelegd in mijn blogartikeltje analyseren met de computer hoe ik een handje toesteek dus daar wil ik het niet meer over hebben. Waar ik het wel deze keer wil over hebben, is hoe ik de gemaakte analyses achteraf samenvat. Onderstaand kan je een screenshot zien na het beëindigen van de analyses op mijn partij tegen Soors.
Draft analyse Soors - Brabo |
Als we bovenstaand screenshot vergelijken met mijn publicatie van dezelfde partij in het laatste blogartikel een morele overwinning dan zien we een complete metamorfose. De wirwar van varianten werd vervangen door proza en herleid tot enkele sleutelvarianten (geselecteerd door mijzelf). Ook dit proces gebeurt grotendeels volgens vaste lijnen die ik al jaren volg. Nu kan je jezelf inderdaad afvragen wat het nut is om de methodiek in een artikeltje eens uit te leggen. Ik geef toe dat zolang je een partij met analyses en commentaar niet publiek maakt, het geen enkele rol speelt hoe je precies synthetiseert. Een totaal ander verhaal wordt het als je het openbaar maakt want dan moet je er ook voor zorgen dat het correct en makkelijk leesbaar is voor anderen. Dat zoiets niet altijd van een leien dakje loopt, kan je bijvoorbeeld lezen in reacties van zelfs + 2300 spelers onder mijn blogartikeltjes: een minithematornooi, belgische interclubs apotheose.
In de literatuur is bijzonder weinig terug te vinden over hoe je best een partij becommentarieert voor publiek wellicht omdat er erg weinig schakers zich aan wagen. Bovendien kan een auteur zeer uiteenlopende doeleinden hebben om een partij te publiceren. Soms wil hij gewoon een leuk fragmentje tonen. Een andere keer past het in een verhaal. Als ik vooraf vermeld dat de partij met lichte commentaren is opgesmukt (of je ziet nauwelijks commentaren en analyses) dan mag je al veronderstellen dat ik eerder iets aan het vertellen ben (bijna voor alle partijen die ik zelf niet speelde). Ik meen zelfs dat een minderheid van de publicaties (ik bedoel hiermee alles wat te lezen valt dus niet alleen mijn blog) serieuze analyses van volledige partijen bevat omdat het erg tijdverslindend is en bovendien vaak tot discussies leidt. Commentariëren is kritiseren en hierdoor creëer je onvermijdelijk conflicten. Echter een conflict hoeft niet perse iets slecht te zijn want het is vaak een katalysator om nieuwe inzichten te verkrijgen.
De Britse grootmeester John Nunn en de Duitse grootmeester Robert Huebner hebben in het verleden eens trachten uit te leggen hoe zij te werk gaan met leestekens bij het publiek commentariëren van partijen zoals beschreven op Wikipedia maar erg bruikbaar is het niet omdat het voorlopig onmogelijk is voor +99% van de stellingen om een exacte evaluatie te maken. Net omdat het zo moeilijk is om een exact oordeel te maken van de meeste stellingen, blijft een analyse voor een groot deel subjectief. Omdat ik het wetenschappelijke element in de partijanalyses zoveel mogelijk wil benadrukken (net zoals in mijn partijen, zie de wetenschappelijke aanpak) heb ik een methodiek ontworpen om dit subjectief aspect zo goed mogelijk te elimineren.
De truck bestaat erin om mijzelf bij het evalueren van de stellingen en dus het toekennen van leestekens in de analyses compleet te laten vervangen door de computerprogramma's. Computerprogramma's zijn vandaag al zoveel malen sterker dan onszelf dus het lijkt mij dan ook perfect aanvaardbaar om hun evaluatie te verkiezen boven onze gebrekkige en subjectieve beoordelingen. Bovendien verkrijg je als grote voordeel dat iedere schaker mits te beschikken over dezelfde software en hardware, tot exact dezelfde resultaten kan komen. Nu moet ik wel onmiddellijk eraan toevoegen dat de computerevaluatie + bijhorend leesteken bepalen van een zet iets ingewikkelder is dan wat we onmiddellijk kunnen aflezen van een scherm. Enige uitleg om mijn methodiek beter te begrijpen is dus noodzakelijk.
Vandaag zie je bij elk schaakprogramma naast een evaluatie per honderdsten van een pion, ook steeds een evaluatieteken:
Zelf volg ik ook deze logica mits een aantal belangrijke aanpassingen. Vooreerst vervang ik = steeds door onduidelijk tenzij we een tablebase of andere 100% remisestelling hebben. Ik wil een duidelijk onderscheid maken tussen een evenwichtige stelling en een echte remisestelling. Vervolgens omdat ik steeds 2 schaakprogramma's gebruik om te analyseren (zie o.a. mijn blogartikeltje analyseren met de computer) gebruik ik een gekalibreerde keuze tussen beiden. Ik bedoel als beide programma's aan dezelfde stelling een ander evaluatieteken toekennen dan volg ik steeds het programma met het evaluatieteken dat het dichtst bij onduidelijk aanleunt. In mijn blogartikeltje over stockfish vertelde ik dat zijn evaluaties vaak nogal optimistisch zijn waardoor ik vandaag in het gros van de conflictsituaties de meer klassieke evaluatie volg van houdini (de meeste uitzonderingen zijn niet verrassend in het eindspel). Ik heb het gevoel dat een conservatieve evaluatie beter overeenstemt met de werkelijke winstkansen omdat remise mij de meest waarschijnlijke uitslag lijkt in het schaken maar harde bewijzen hiervoor heb ik uiteraard niet. Trouwens recent noteerde ik dat ook andere schakers het belangrijk vinden dat hun schaakprogramma steeds een gekalibreerde evaluatie maakt want dit is net 1 van de nieuwe snufjes waarmee men vandaag op Chessbase voor Houdini reclame maakt. Tenslotte corrigeer ik steeds een winnende evaluatie naar groot voordeel in een eindspel (maximum 4 stukken zonder rekening te houden met de koningen) wanneer blijkt dat het programma bij het uitspelen er toch niet in slaagt om de stelling te winnen. Het komt geregeld voor dat een programma er niet in slaagt om de score uit te bouwen boven [5] punten ondanks initieel een score boven de [1,4] punten.
Het toekennen van leestekens is eenmaal de evaluaties vastliggen makkelijk. De mindere zet die ervoor zorgt dat er 1 stapje op de evaluatieladder wordt gezakt, krijgt ?! Voorbeelden zijn van +/- naar +/= voor wit of van onduidelijk naar +/= voor zwart. Als een mindere zet ervoor zorgt dat er 2 stapjes op de evaluatieladder wordt gezakt dan wordt ? toegekend. Voorbeelden hiervan zijn onduidelijk naar -/+ voor wit of -+ naar =/+ voor zwart. Tenslotte alle mindere zetten waarbij 3 of meer stapjes op de evaluatieladder wordt gezakt krijgen steevast ?? Voorbeelden hiervan zijn +- naar onduidelijk voor wit of -/+ naar +/- voor zwart. Verder geef ik !? voor zetten waarvan ik wil benadrukken dat er nog andere zetten interessant zijn in de stelling. Het ! gebruik ik al enkele jaren niet meer voor zetten gespeeld door schakers omdat het te subjectief is (hiermee deel ik de aanpak van de Duitse grootmeester Robert Huebner die emoties tevens buiten beschouwing laat in tegenstelling met bijvoorbeeld oud-wereldkampioen Garry Kasparov die graag strooit met uitroeptekens in zijn boeken). Desalniettemin gebruik ik het ! wel nog voor computerzetten om de enige correcte zet in een stelling in de verf te zetten wanneer een speler of programma (dus wanneer slechts 1 van de 2 programma's de correcte zet toont) die gemist heeft.
Door al deze strikte en zelf opgelegde regels te volgen, krijg je een zeer objectieve analyse van een partij. Echter er zijn ook een aantal nadeeltjes verbonden aan deze wijze van commentariëren. Zo kan het in een zeldzaam geval gebeuren dat een zogenaamde fout van 1 honderdste van een pion al wordt bestraft in de analyses met ?! omdat men net 1 stapje op de evaluatieladder zakt. Als we dan vergelijken met evaluatiedalingen die honderden malen groter zijn in een winnende stelling (maar de stelling wordt nog steeds als winnend beschouwd) en die worden niet bestraft met een negatief leesteken dan kan ik mij wel voorstellen dat zoiets als onfair wordt beschouwd. Nu ?! moet in dit geval eerder worden beschouwd als een signaal om aan te geven dat men een grens overschrijdt, i.p.v. een fout in de klassieke zin. Soms is het ook erg moeilijk zelfs na uitgebreide analyses om aan te geven welke mindere zet nu net wel het verschil maakte.
Vandaag gebeurt het zelden dat spelers het oneens zijn over een evaluatie van een bepaalde stelling omdat we allemaal zo afhankelijk zijn geworden van dezelfde schaakprogramma's. Desalniettemin was er een kleine discussie op mijn blog betreffende mijn laatste interclubpartij vorig seizoen, zie onderstaande stelling.
Ik liet dit moment zonder commentaar voorbijgaan omdat ik geen evaluatiedaling zag. Tevens steek ik sowieso veel minder tijd in het analyseren van alternatieven als we niet meer in de opening zijn omdat een analyse anders teveel tijd vergt. Nu ik ben het wel eens dat Glen na de partijzet voornamelijk nog speelde voor een remise terwijl met b5 eerder de 3 resultaten mogelijk bleven. Trouwens recent vroeg iemand op Quality Chess Blog of het mogelijk is om een topprogramma zoals Komodo die recent wereldkampioen werd, een zet te laten spelen die remise vermijdt (dus voor 3 resultaten spelend). Het antwoord van Larry Kaufman was dat het programma als prioriteit had om de beste zetten volgens het algoritme te spelen en niet wat mogelijks de beste winstkansen zou opleveren (er bestaat geen directe link tussen beide). Dit geef ik even mee om te illustreren dat Glens visie over hoe te schaken wel door meer (de meeste?) bordschakers wordt gedeeld.
Een gelijkaardige kritiek die ik hoor op mijn analyses is dat ik soms te weinig rekening houd met het feit dat er in een partij meer is dan enkel de sterkte van de zetten. Zo gaf Kara al terecht eerder eens aan dat ik met mijn leestekens niet de praktische kansen had genoteerd. Nu ik denk wel dat ik veelvuldig al op mijn blog heb aangetoond dat ik wel degelijk bewust ben van het feit dat schaken complexer is dan puur correct spelen, zie bv spelen op de man. Vooral in de analyses van de partijen die ik zelf schaakte, tracht ik zoveel mogelijk in de proza te compenseren wat de leestekens weglaten.
Er vallen wel nog een paar kleinere zaken uit te leggen over hoe ik commentarieer maar ik geloof dat het artikeltje ruimschoots moet volstaan om de lezer in het vervolg beter te laten begrijpen hoe de juiste interpretatie te maken van mijn analyses. Ik verwelkom schakers om dezelfde of een gelijkaardige methodiek te gebruiken in hun publicaties maar iedereen doet uiteraard wat hij/zij zelf wenst. Een groot voordeel van de grote diversiteit in de publicaties is dat je zelfs over eenzelfde partij meerdere interessante inzichten kunt verkrijgen.
Brabo
Het toekennen van leestekens is eenmaal de evaluaties vastliggen makkelijk. De mindere zet die ervoor zorgt dat er 1 stapje op de evaluatieladder wordt gezakt, krijgt ?! Voorbeelden zijn van +/- naar +/= voor wit of van onduidelijk naar +/= voor zwart. Als een mindere zet ervoor zorgt dat er 2 stapjes op de evaluatieladder wordt gezakt dan wordt ? toegekend. Voorbeelden hiervan zijn onduidelijk naar -/+ voor wit of -+ naar =/+ voor zwart. Tenslotte alle mindere zetten waarbij 3 of meer stapjes op de evaluatieladder wordt gezakt krijgen steevast ?? Voorbeelden hiervan zijn +- naar onduidelijk voor wit of -/+ naar +/- voor zwart. Verder geef ik !? voor zetten waarvan ik wil benadrukken dat er nog andere zetten interessant zijn in de stelling. Het ! gebruik ik al enkele jaren niet meer voor zetten gespeeld door schakers omdat het te subjectief is (hiermee deel ik de aanpak van de Duitse grootmeester Robert Huebner die emoties tevens buiten beschouwing laat in tegenstelling met bijvoorbeeld oud-wereldkampioen Garry Kasparov die graag strooit met uitroeptekens in zijn boeken). Desalniettemin gebruik ik het ! wel nog voor computerzetten om de enige correcte zet in een stelling in de verf te zetten wanneer een speler of programma (dus wanneer slechts 1 van de 2 programma's de correcte zet toont) die gemist heeft.
Door al deze strikte en zelf opgelegde regels te volgen, krijg je een zeer objectieve analyse van een partij. Echter er zijn ook een aantal nadeeltjes verbonden aan deze wijze van commentariëren. Zo kan het in een zeldzaam geval gebeuren dat een zogenaamde fout van 1 honderdste van een pion al wordt bestraft in de analyses met ?! omdat men net 1 stapje op de evaluatieladder zakt. Als we dan vergelijken met evaluatiedalingen die honderden malen groter zijn in een winnende stelling (maar de stelling wordt nog steeds als winnend beschouwd) en die worden niet bestraft met een negatief leesteken dan kan ik mij wel voorstellen dat zoiets als onfair wordt beschouwd. Nu ?! moet in dit geval eerder worden beschouwd als een signaal om aan te geven dat men een grens overschrijdt, i.p.v. een fout in de klassieke zin. Soms is het ook erg moeilijk zelfs na uitgebreide analyses om aan te geven welke mindere zet nu net wel het verschil maakte.
Vandaag gebeurt het zelden dat spelers het oneens zijn over een evaluatie van een bepaalde stelling omdat we allemaal zo afhankelijk zijn geworden van dezelfde schaakprogramma's. Desalniettemin was er een kleine discussie op mijn blog betreffende mijn laatste interclubpartij vorig seizoen, zie onderstaande stelling.
Tab1 !? of ?! |
Een gelijkaardige kritiek die ik hoor op mijn analyses is dat ik soms te weinig rekening houd met het feit dat er in een partij meer is dan enkel de sterkte van de zetten. Zo gaf Kara al terecht eerder eens aan dat ik met mijn leestekens niet de praktische kansen had genoteerd. Nu ik denk wel dat ik veelvuldig al op mijn blog heb aangetoond dat ik wel degelijk bewust ben van het feit dat schaken complexer is dan puur correct spelen, zie bv spelen op de man. Vooral in de analyses van de partijen die ik zelf schaakte, tracht ik zoveel mogelijk in de proza te compenseren wat de leestekens weglaten.
Er vallen wel nog een paar kleinere zaken uit te leggen over hoe ik commentarieer maar ik geloof dat het artikeltje ruimschoots moet volstaan om de lezer in het vervolg beter te laten begrijpen hoe de juiste interpretatie te maken van mijn analyses. Ik verwelkom schakers om dezelfde of een gelijkaardige methodiek te gebruiken in hun publicaties maar iedereen doet uiteraard wat hij/zij zelf wenst. Een groot voordeel van de grote diversiteit in de publicaties is dat je zelfs over eenzelfde partij meerdere interessante inzichten kunt verkrijgen.
Brabo
Hmm, wat betreft het "!": voor wat betreft een enige (gedwongen) zet, bestaat een ander symbool (het vierkantje), vaak gebruikt als een speler enige zetten moet vinden in een verdediging. Een "!" zou ik nog altijd gebruiken voor een "enige, in die stelling, goede (winnende) zet", bv het begin of de pointe van een combinatie die voordeel oplevert. Waarom zou je een zet die een snelle, verborgen winst forceert geen "!" geven tegenover een zet die de winst ook bereikt, maar dan op een tragere, misschien minder risicovolle manier?
BeantwoordenVerwijderenNunn gebruikt inderdaad (en vooral in zijn - goede - eindspelboeken) de conventie dat een "!" een enige zet is die het resultaat vasthoudt (lees: op het winstpad blijft of de remise niet weggeeft). Maar eigenlijk had hij hiervoor beter het vierkantje kunnen gebruiken.
Met het vierkantje maak je een terechte opmerking. Nu ben ik niet happig om dit te gebruiken om 2 redenen.
BeantwoordenVerwijderenVooreerst is de viewer die ik gebruik op mijn blog beperkt in het herkennen van de symbolen. Zo wordt ∞ omgezet naar unclear (wat je bv. kunt zien in mijn blogartikeltje http://schaken-brabo.blogspot.be/2013/10/zwitsers-gambiet.html). Ik heb nog niet getest wat het vierkantje zou opleveren met de viewer maar ik verwacht niet veel goeds. Mogelijks levert de nieuwe webpublishing tool van chessbase een oplossing hiervoor (zie http://en.chessbase.com/post/web-publishing-with-chessbase-12-part-1-3) maar ik ben niet van plan 100 euro ervoor neer te leggen (zie http://chessbase-shop.com//en/products/chessbase12_download?ref=rf5-tyb55luovf) om dit uit te zoeken.
Daarnaast vrees ik dat heel wat lezers een vierkantje niet zullen begrijpen. Het wordt door weinig commentatoren gebruikt dus erg ingeburgerd is het niet.
Als ik "!" gebruik als enige zet die gemist werd dan kan ik logischer wijze niet "!" gebruiken voor een snelle verborgen winst tegenover een winst die trager is. Bovendien door het model te gebruiken van een evaluatieladder wou ik vooral vermijden dat lezers beginnen te discussieren over subjectieve aspecten zoals bv hoe verborgen de snelle winst eigenlijk was. Wat de ene verborgen vindt, zal een andere als makkelijk beschouwen.