dinsdag 16 maart 2021

Queen’s Gambit – het boek: beter of best?

Voor ik aan deze bespreking begin, wil ik nog meegeven dat ik de serie zag tot en met het tornooi in Mexico, en dan het boek las en deze bespreking schreef. Ik moet zeggen dat de serie het boek van zeer nabij volgt, en nauwelijks buiten de lijntjes van Tevis’ verhaal kleurt.

Is Queen’s Gambit van Walter Tevis (zelf een schaker van circa 1500 USCF elo) de beste schaakroman ooit? Beter dan Schachnovelle van Zweig? Ik vind het in elk geval toegankelijker, leesbaarder. Persoonlijk vond ik de plot van Schachnovelle wat vergezocht, vooral het feit dat het hoofdpersonage door eindeloos herhalen in de gevangenis tot het meesterschap was gekomen vond ik een vreemd en wat vergezocht uitgangspunt. Was het niet gemakkelijker geweest om de man te leren schaken van een tot levenslang veroordeelde meester – een beetje à la Edmond Dantès die in Chateau d’If alles leert van de oude abbé Faria?

Maar goed, het uitgangspunt van Queen’s Gambit is eigenlijk even onrealistisch – of niet… Er zijn zeer bekende gevallen van uitzonderlijk talent (Morphy, Capablanca, Sultan Khan) die quasi zonder studie het grootmeesterniveau bereikten. Dus om die gave in een weesmeisje te leggen, waarom niet.

Om een “twist” aan het verhaal te geven, geeft hij Beth Harmon ook nog een verslaving mee, om de weg naar de top niet “te smooth” te maken. Je voelt aan het proza, dat Tevis zelf kon schaken. Zelfs al had hij Pandolfini als fact-checker voor de schaakgedeeltes, dan nog zit geen enkele schaakbeschrijving “scheef”. En wat hij bijzonder goed doet, is om de middenspelen te beschrijven zonder dat hij er een expliciete weg (partijnotatie) voor geeft. Zo bevrijdt hij zich van mogelijke fouten, en kan hij toch Beth een perfecte partij laten spelen.

Dat geeft de schaker/lezer gemakkelijker het gevoel dat hij “in” het verhaal zit: hij kan meeleven met de emoties en gedachten van Beth, want wie zit zich niet te verwensen achter het bord na weer een gemiste kans van zichzelf, of een goede zet van de tegenstander.

Tevis schreef het boek in 1983 (Karpov was WK, na drie matchen tegen Kortchnoi, en Kasparov was de coming man), maar situeerde het boek eerder in de zestiger jaren. Dat zal zeker geen toeval zijn: een meisje de top laten bereiken voor WOII zou niet gelukt zijn met de tijdsgeest (Menchik en Graf hadden het al moeilijk genoeg), en internationale verplaatsingen gebeurden voor WOII nog voornamelijk met de boot of de trein. Zelfs na WOII was het soms nog behelpen – zo schrijft Arthur Dake in zijn boek, Chess the Hard Way, hoe ze na een tornooi in Barcelona, gepakt en te voet in het schemerdonker de Spaans-Franse grens bij Port Bou moesten oversteken, want je kon toen nog geen taxi bestellen vanuit Spanje per telefoon. Maar in de zestiger jaren is reizen per vliegtuig voor Amerikanen al gewoon, is het schaakleven volledig hersteld van WOII, is de emancipatie toch al iets gevorderd, en kan je een weesmeisje laten opgroeien zonder familie, zolang ze maar op een helpende hand hier en daar kan rekenen. Die helpende hand is vooral niet-financieel: Tevis zag goed in dat er in schaken geen rode duit te verdienen was, en dat je quasi alles moest winnen om rond te komen. Benny Watts (de beste Amerikaan) woont in een appartement en het enige van waarde dat hij heeft, zijn zijn schaakboeken – verder moet hij pokeren om rond te komen (hoe actueel is dat nu plots geworden). En Harry Beltik, die andere sterke speler die even in beeld komt, studeert nog.

Hoewel hij fictieve en echte schakers door elkaar gebruikt, zijn de hoofdpersonages toch allemaal fictieve namen. Fine, Tal, Petrosian, Bronstein, Fine, … worden vermeld, maar eerder op de achtergrond. Dat geeft Tevis de vrijheid om Beth’s tegenstanders te modelleren zoals hij het wil. Hij hoeft geen rekening te houden met werkelijke repertoires, hun echte karaktertrekken, hun fysieke kenmerken… Hij kan ze goede en slechte eigenschappen geven, zonder zijn echte schaakhelden geweld aan te doen.

De schaakwereld komt er correct beschreven uit, maar de zeer steile opmars van Beth is op het ongelooflijke af. “Gelukkig” zitten er nog een paar trainingsmaanden in het verhaal, om de verdere opgang te boosten, anders was het helemaal vergezocht geweest. Ook de onophoudelijke stroom van besliste partijen in de tornooien waar ze in meespeelt is op het randje. Dat Beth in het laatste tornooi alle partijen moet winnen om Borgov voor te blijven (die alles behalve één partij wint) is mooi voor de suspens, maar ik ken geen enkel gesloten tornooi waarin de nummer één alles won én de nummer twee alles behalve één partij.

Toen ik het boek uit had, moest ik denken aan een ander “insider” boek: De Renner, van Tim Krabbé. Daar waar Tevis een coming-of-age verhaal vertelt, beschrijft Krabbé de pijn van één renner in één lange etappe, maar net als Tevis kan hij zowel de fysieke pijn als de gedachtenstroom goed beschrijven, zodat je je één voelt met het hoofdpersonage.

Het is misschien een vreemde opmerking, maar dat een Amerikaan dit verhaal geschreven heeft, en niet een Europeaan of Rus, lijkt aan de ene kant sterk (want geen schaakcultuur – een beetje alsof Tom Lannoye een boek zou schrijven over een Belgisch toptalent in curling), maar aan de andere kant toont het in hoeveel domeinen Amerika “bigger” is dan de rest van de wereld. Het werd schaken – wegens Tevis achtergrond (en hij heeft ook nog twee boeken over het in de USA veel populairder poolbiljart geschreven). Zou het geloofwaardig zijn om een toptalent in Europa ook zo’n mogelijkheden te laten krijgen – zou het passen in onze cultuur? Zou het in Europa mogelijk zijn dat een minderjarige alleen leeft in het huis dat ze mag gebruiken van haar stiefvader? Dat ze zo makkelijk aan drank en drugs geraakt? Zoals Tevis het beschrijft lijkt het allemaal aanvaardbaar, maar ik zoek misschien spijkers op laag water.

Een slotbemerking: ja, dit is een zeer goed verhaal, en ja, elke schaker zal dit in één ruk uitlezen. Het mocht van mij nog wat meer uitgewerkt zijn, maar misschien had Tevis bij succes wel een vervolg in gedachten, want het einde van het boek is zeer open. Hij overleed echter in 1984, amper een jaar na het verschijnen van dit verhaal – wat dan weer goed kan uitpakken voor Netflix, die nu de vrije hand heeft voor x vervolgafleveringen.

En net zoals er een tijdje geleden discussie was over wie nu de Mozart van het Schaken was, leefde ook nu weer de discussie op wie de real-life Beth Harmon was op wie Tevis zich gebaseerd zou hebben. Van de Polgars tot Lisa Lane, van Menchik tot Bobby Fischer, zowat elk relevant jeugdtalent werd uit de kast gehaald om toch maar aan de levensloop van Beth te voldoen. Sign of the Times? Het doet een beetje schreeuwerig aan, of misschien is dat net wat onze moderne tijd met zich meebrengt: zelfpromotie via sociale media – find your five minutes of fame…

HK5000

6 opmerkingen:

  1. Ben je zeker dat "Chess the Hard Way" van Artur Dake is? Als ik google dan bots ik op Daniel Yanofsky: https://www.bol.com/nl/p/chess-the-hard-way/9200000031290520/?country=BE

    Misschien mix je met https://www.amazon.com/Grandmaster-Oregon-life-games-Arthur/dp/B0006F1J3Q ?

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Inderdaad, Chess the Hard Way is van Yanofsky. Komt ervan als je niet eens de moeite doet om nog eens naar de cover te kijken... Goed opgemerkt. Best een leuk boekje, maar probeer het origineel te bemachtigen, niet de herdruk (van Sam Sloan).

      Verwijderen
    2. Yanofsky hoort met Torre misschien ook thuis in dat rijtje natuurtalenten, hoewel een klein trapje lager.

      Verwijderen
  2. Ik kan mij niet voorstellen hoe je deze serie in het midden op pauze kunt zetten om dan eerst het boek te lezen. Zelf heb ik bijna in 1 ruk alle episodes na elkaar gezien. Enkel omwille van noodzakelijke interrupts zoals eten klaar maken, werken,... heb ik de serie over 3 dagen bekeken.
    Je hebt toch nog het einde bekeken van de serie nadat je het boek gelezen hebt want de laatste episode vind ik persoonlijk wel de mooiste?

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Neen, nog niet. :-) ik heb geen netflix, dus kijk ik zowat om de 2 weken een aflevering bij mijn ouders.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Het boek leest trouwens als een trein, zelfs voor wie de serie gezien heeft, vind ik het nog een aanrader.

    BeantwoordenVerwijderen