woensdag 29 april 2020

De Leningrader deel 2

Sinds 12 maart heb ik mijn woning niet meer verlaten behalve enkele keren om drank en eten te kopen. Ik hou mij dus strikt aan de maatregelen om de coronacrisis te kunnen bezweren alhoewel ik zeker het schaken mis. Ik hoor dezelfde geluiden in mails bij vele andere schakers want online schaken kan nooit het gemis compenseren. Het is afkicken. Daarnaast zullen er wellicht ook schakers zijn die nu vaststellen dat ze eigenlijk perfect kunnen leven zonder schaken en dus die enorme hoeveelheid tijd die schaken opslorpt beter aan andere activiteiten kunnen spenderen. Een crisis creëert altijd nieuwe inzichten.

We zijn ondertussen week 7 en ik heb mij nog niet verveeld thuis. Behalve dat ik meer tijd nu heb voor het gezin en de huishoudelijke taken, heb ik ook enorm veel tijd gespendeerd aan het wegwerken van de opgelopen achterstand betreffende mijn partijanalyses. Op 12 maart had ik nog 12 van mijn standaard-bordpartijen niet geanalyseerd. Vandaag ben ik aan de voorlaatste bezig. Het betreft een hoofdlijn van de Franse Winawer die ik al 5 jaar niet meer serieus bestudeerd heb dus ik heb er een flinke kluif aan.

2 computers staan bijna non stop hiervoor te draaien. Op de ene werkt Leela. Op de andere Stockfish want ik dubbelcheck elke analyse. Ja mijn analyses zijn absoluut top. Trouwens ik heb het dan niet enkel over het gebruiken van de beste engines gedurende vele uren. Tablebases (t.e.m. 7 stukken) worden veelvuldig geraadpleegd voor eindspelen. Alle meesterpartijen maar ook correspondentiepartijen en computerpartijen van diverse sites worden geëvalueerd voor de opening. Zeker in die laatste groep van partijen zie ik een enorme toename aan interessante nieuwtjes. Ik doe daarom ook een oproep aan de lezers of iemand weet waar ik de (meest recente) chess.com computerpartijen kan downloaden.

Echter dit betekent ook dat ik de bar heel hoog zet voor analyses van anderen. In tegenstelling tot Richard in een reactie op het vorige artikel vind ik taal of het didactische minder belangrijk. Een schrijver moet voor mij de extra mijl willen lopen in de analyse. Als ik analyses nalees is dit om tijd te kunnen winnen en niet te verliezen door fouten te moeten corrigeren. Dit heeft ook als gevolg dat een analyse of ruimer genomen schaakboek heel snel gedateerd is. Af en toe krijg ik oude openingsboeken gratis aangeboden maar dan zeg ik steeds dat ik daar niets mee kan doen.

Spijtig stelde ik vorig jaar vast dat dit ook gold voor mijn boek over de Leningrader. Ik had al eerder vermeld dat er enkele fouten in de analyses staan zie deel 1 maar daar kan ik nog mee leven omdat het zijvarianten betreft. Echter enkele maanden later ontdekte ik dat ook de hoofdlijn serieuze gebreken had en dat kon ik niet zomaar laten passeren. De Leningrader wou ik meer dan enkel gebruiken als uitstekend verrassingswapen. Dat is slechts mogelijk wanneer de hoofdlijnen voldoende solide zijn.

Het boek van Malaniuk werd uitgegeven in 2014 maar al in 2015 werden enkele belangrijke verbeteringen gevonden voor wit die eigenlijk het boek al min of meer degraderen tot geschiedenis. Ik heb mijn uiterste best gedaan om de opening nog te redden maar uiteindelijk moest ik toch erkennen dat voor zwart remise maken niet evident was. Om dit te bewijzen gebruik ik enkele recente partijen van de Poolse Internationaal Meester Piotr Nguyen die een expert is in deze opening en zelfs een boek had gepland hierover zie zijn tweet. In de jaren voor 2014 behaalde Piotr respectabele resultaten met de opening maar daarna stokte het. Ik begin met de variant die ik zelf ook vorig jaar speelde tegen de Belgische FM Adrian Roos.
Enkele recente correspondentiepartijen laten doorschijnen dat zwart het nog net kan houden maar plezierig is het zeker niet. Bovendien je moet met zwart bereid zijn om meerdere vervelende varianten te willen spelen dus dat is voor mij te veel van het goede om tegen een goed voorbereide tegenstander te doen. Net als de Poolse meester keek ik daarom naar alternatieven maar 8...Pa6 vind ik zeker geen verbetering t.o.v. 8...e5 zoals onderstaande partij mooi aantoont.
Ik heb na het maken van deze analyses contact proberen te leggen met de Nederlandse grootmeester Roeland Pruijssers omdat hij recent nog een dvd hierover had gemaakt maar zonder succes. Nu ik denk dat de kans heel klein is dat er op die dvd uitgebreide analyses vermeld staan die iets toevoegen aan bovenstaande maar opnieuw kan een lezer hierbij helpen.

Vorig jaar tegen Adrian bereikte ik met zwart een prettige stelling met deze opening en zelfs uiteindelijk de betere kansen. Dus de dvd van Roeland kan uiteraard worden bekeken om gewoon een leuk verrassingswapen toe te voegen aan je arsenaal maar het zou naïef zijn om te denken dat het meer kan zijn.

Ik heb ondertussen ook ontdekt dat de 7...De8-variant al enige tijd niet meer de meest populaire is in de Leningrader. Die rol is tegenwoordig helemaal overgenomen door de 7...c6-variant. Laatst maakte ik ook kennis met de 7...e6-variant dankzij de superfinale van TCEC seizoen 17 tussen Leela en Stockfish. Blijkbaar stuur je dan aan op een soort kruising van de Leningrader en de Stonewall die misschien wel goed aansluit op mijn repertoire daar ik de Stonewall al meer dan 2 decennia zelf speel. Zwart moet verdedigen maar beide partijen werden remise. Ik vind die van Leela met zwart de meest zuivere partij.
Er bestaat dus meer dan de 7...De8-variant. Voorlopig kan/ wil ik nog niet veel vertellen over de andere mogelijkheden. Ik ben zelf ook nog volop aan het ontdekken/ leren. Met 2 overwinningen en 3 remises met de Leningrader in standaardpartijen kan ik niet klagen vandaag maar het is twijfelachtig of ik zulke score zal kunnen vasthouden wanneer meer en meer partijen van mij met de Leningrader in de database verschijnen. Ik hoop door heel veel analyses te maken en dus talloze ideeën voor te bereiden toch telkens een stap voor te zijn op mijn toekomstige tegenstanders.

Brabo

11 opmerkingen:

  1. Het is wachten op de boeken van Marin en de De8 variant is al lang niet meer de hoofdvariant maar c6 of een variant met Pc6 Jan gert timmerman wereldkampioen CC geweest speeld al 20 jaar deze variant op het bord

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Aangezien ik in dit artikel expliciet vermeld word, kom ik even terug op mijn taalopmerking i.v.m. een vorig artikel.
    Eerst en vooral: ik maak daarbij een onderscheid tussen boeken en online materiaal.
    Ik zie drie hoofdredenen voor taalfouten in boeken: 1.de vreemde veronderstelling dat omdat iemand heel sterk schaakt, hij ook wel voldoende taalvaardig is; dat klopt natuurlijk niet. 2.de gierigheid van de uitgever om een fatsoenlijke corrector te betalen. 3.het gebrek aan nederigheid van de uitgever(s) en de arrogantie dat ze het allemaal zelf wel kunnen. Niemand bij volle verstand zal zelf een brug willen bouwen als hij daarvoor niet opgeleid is. Zelfs om een eenvoudige ontstopping te doen, zal een loodgieter worden ingeschakeld. Maar iedereen denkt taalkundig competent te zijn. Ik wil hierbij nog zeggen, dat het héél moeilijk is, om in je eigen teksten alle fouten te vinden. Fouten bij anderen vinden, is veel gemakkelijker.
    Ondanks dit alles: taalfounten van alle kaliber (spelling, woordenschat, spraakkunst, zinsbouw) storen me eigenlijk minder dan een gebrekkige presentatie in een online cursus.
    De makers van online materiaal gebruiken als uitvlucht ('argument') bij hun teksten, dat bij hen alles snel moet gaan. Enerzijds hebben ze schrik dat iemand anders met een cursus komt en hun dus vliegen afvangt en anderzijds willen ze de vinger aan de pols houden en hebben ze niet de tijd om alles taalkundig na te vlooien. Ook daarmee - met fouten in een tekst online dus - valt echter te leven. Men kan proberen ernaast te lezen, zoals men dat kan in een boek. En voor online materiaal kan men inderdaad toegeeflijker zijn, dat voor een serieuze gedrukte uitgave, die toch aan behoorlijke proofreading zou moeten onderworpen worden.
    Het allerergste zijn echter slechte videopresentaties. Gelukkig komen die niet veel voor. Ik verwacht natuurlijk geen literaire hoogstandjes of briljante lesgevers. Ik heb het echter over saaie en/of erg moeilijk verstaanbare presentaties door barslechte articulatie of heel erg storende fouten, die het plezier van het kijken vergallen. Een bepaalde GM had het bv. vroeger ( hij heeft ondertussen bijgeleerd) altijd maar over zijn 'curse' i.p.v. 'course'. Als je een uur moet kijken/luisteren naar iemand die het constant over zijn 'vloek' heeft i.p.v. zijn 'cursus', dan begint mij dat op de zenuwen te werken. Ik kan nog verscheidene voorbeelden geven, maar dit is geen taalkundige analyse, dus ik hou ermee op. Ik bedoel gewoon dat je geen taalexpert moet zijn, om je toch bij de studie te laten afleiden/storen door slecht taalgebruik, ook al besef ik volkomen dat het schaaktechnische natuurlijk primeert.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Taal was zeker niet mijn beste vak op school. Ik spendeerde vaak dubbel zoveel tijd aan een opstel om uiteindelijk toch nog minder punten te krijgen t.o.v. taalknobbels.
      Ik zal dus niet ontkennen dat er taalfouten in mijn artikels staan. Soms krijg ik ook een mailtje om er enkele te verbeteren en dat doe ik dan ook onmiddellijk. Ik vind trouwens zoiets alleen maar positief zolang het respectvol gebeurt. Aan mijn kinderen geef ik ook altijd de boodschap mee dat ze niet hard mogen zijn over het Nederlands van hun Russische mama zolang ze zelf niet perfect Russisch kunnen spreken.

      De meeste artikels van deze blog vertaal ik ook nog eens naar het Engels. Dit werd mij gevraagd door enkele niet-Nederlandstalige lezers omdat google translate tot op vandaag nog steeds verschrikkelijk lelijk klinkt. Ik ben zeker geen specialist in de Engelse taal maar gelukkig krijg ik af en toe enkele taal-correcties doorgestuurd van een Engelse schaakfan.

      Verwijderen
    2. Voor de goede orde: ik heb het niet over jouw interessante stukken, Brabo, maar in de eerste plaats over materiaal dat verkocht wordt, dus een commercieel product. Ik vind dat je daar wel meer kwaliteitseisen mag stellen, zeker aan de analyses. Nu ik ook online cursussen koop, vind ik wel dat Chessable - naar mijn gevoel - alvast zijn schaaktechnische zaakjes goed checkt. Ik vergelijk dan met bepaald materiaal van ichess, waar de analyses wel wat gaten hebben. Daarnet nog even een variant in de Najdorf die als goed wordt gegeven voor zwart, maar die ik zelf al ondeugdelijk vond nagekeken met Stockish en Komodo en mijn negatieve indruk werd bevestigd. In een commercieel product zou je je dat tegenwoordig niet mogen permitteren. Chessable biedt trouwens ook online support en discussies over de cursussen, die dan online worden aangepast.

      Verwijderen
  3. Vroeger kwamen echte verbeteringen/nieuwtjes veel trager tot stand. Je las dan over grootmeesters die een bepaald nieuwtje jaren in hun 'schuif' lieten liggen, om het eens voor een speciale gelegenheid te kunnen bovenhalen. Dat is door de invoering van (sterke) engines volkomen verleden tijd geworden. Door de informatisering kan je je het tegenwoordig ook niet meer permitteren, om dag in, dag uit dezelfde opening te spelen en binnen die opening nog eens dezelfde variant. Als je enigszins succesvol wil zijn en vermijden dat je zelfs tegen intrinsiek veel zwakkere spelers verliest of maar remise maakt, dan ben je gedwongen - ook al speel je niet op het allerhoogste niveau - om verscheidene openingen af te wisselen. Dat vergt echter veel studie en dus tijd en energie, want naast de hulp door engines verschijnen er ook enorm veel interessante boeken en cursussen. Sinds ik op mijn al veel te ver gevorderde leeftijd probeer nog wat te volgen, weet ik eigenlijk niet meer waar ik eerst moet kijken. Opvallend is ook, dat net door de elektronische hulp je ook zelf geen sterk GM meer moet zijn om toch goed studiemateriaal af te leveren. Veel belangrijker tegenwoordig is de engines goed te kunnen gebruiken.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. "Opvallend is ook, dat net door de elektronische hulp je ook zelf geen sterk GM meer moet zijn om toch goed studiemateriaal af te leveren. Veel belangrijker tegenwoordig is de engines goed te kunnen gebruiken."
      Dat klopt helemaal en vergeet niet ook databases. Ik vermeldde dit al in 2014 zie http://schaken-brabo.blogspot.com/2014/03/theorie.html.
      Ik herinner mij toen dat de aanbevolen variant neergesabeld werd als amateuristisch en compleet irrelevant. Dit kon ook niet anders daar de auteur geen titel had.
      Het recente boek van de Franse GM Adrien Demuth (The Modern Dutch) gepubliceerd in 2019 wijt bijna een half boek er aan en toont heel duidelijk aan dat het allesbehalve eenvoudig is voor zwart. Online krijg ik het systeem de laatste 2-3 jaren voortdurend op het bord door zelfs heel sterke spelers. Ik bedoel die amateur had het in 2014 al heel goed gezien wat niet betekent dat er misschien voor elk zulk positief verhaal er 10 andere slechte bestaan. Het is dus onmogelijk om vandaag op basis van iemands rating een serieus oordeel te vellen over deze persoon zijn boek/ dvd/ ...

      Verwijderen
  4. Pruijssers prefereert 8.b3 Pa6 9.La3 c6, wat ook het meest gespeeld wordt.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Wat zegt hij over 8.b3 Pa6 9.Lb2 waarop ik mij geconcentreerd heb? Mijn hoofdlijn op e5 heb ik vermeld in het blogartikel. Op c6 heb ik in mijn nota's Te1 staan. Het ziet er niet leuk uit voor zwart.

      Verwijderen
    2. In plaats van jouw 12.La3 verwijst hij met 12.Pe2 naar Stefansson,H -Pruijssers, Rogaska Slatina 2011, en geeft daarop een verbetering voor zwart. Ik heb de video nog niet gezien, dus ik weet niet of hij daarin nog iets meer over deze variant verteld. Ik geloof niet dat hij 10.Te1 noemt.

      Verwijderen
  5. Een video van Simon Williams over "The Christmas Tree Dutch": https://www.youtube.com/watch?v=5GTPhqbNVGw
    Deze variant wordt ook behandeld in Dangerous Weapons: The Dutch door Vigus, door Moskalenko in The Diamond Dutch, en in CBM 113 door Marin.

    BeantwoordenVerwijderen
  6. Zij noemen 9...Pxc3 i.p.v. 9...d5.

    BeantwoordenVerwijderen