donderdag 28 september 2017

Schadenfreude en waarom we supporteren voor de underdog

Recent was het tijd voor de wereldtop om te pieken – eerst in de World Cup, waar twee plaatsen voor de kandidatenfinale te winnen waren (en elopunten voor hen die de finale niet haalden), anderzijds de zeer sterke Island of Man open, die een tweede kans bood.

De WK-cyclus biedt nu verschillende manieren om in de kandidatenfinale te raken. Voor de wereldtop is dit misschien een pad dat meer kansen biedt om zich te plaatsen voor dit tornooi: via het regelmatigheidscriterium van de all play all Grand Prix tornooien, via het World Cup knock-out tornooi, als verliezend finalist van het vorige WK, of op rating. Slechts één sterke (+2700) speler krijgt een gratis zitje van de organisatoren – kwestie van sponsors te kunnen aantrekken natuurlijk.

Het is mijns inziens een beter – en korter – systeem dan in het verleden. Voor de FIDE koos de WK zijn uitdager, wat allerminst eerlijk was (Lasker vermeed Rubinstein en gunde Schlechter geen echte WK-match; Aljechin vermeed Capablanca en gunde Keres geen match). De FIDE stelde een structuur op, maar die groeide uit tot een vreselijk lange weg voor nieuwe uitdagers: zonale en interzonale tornooien overleven, om dan een kandidatentornooi te overleven of matchen te spelen. Pas na de WK veel extra analysemateriaal te hebben verschaft, kon de uitdager aan de finale klus beginnen. En dan hadden Tal en Smyslov (en Kasparov) nog het ongeluk dat de WK een revancherecht mocht uitoefenen…

De huidige cyclus is dus veel korter – je moet al wereldtop zijn om in aanmerking te komen. Geen verrassingen meer à la Van der Sterren, die op “latere leeftijd” vanuit het zonale tornooi kon doorstoten naar de kandidatenmatchen.

Maar hoewel je als wereldtopper (laat ons zeggen top-20 speler) in een zetel zit aan de start, ben je niet alleen. Elk tornooi op weg naar dat finaal tornooi is een moeilijk tornooi. Wie de Grand Prix rankings bekijkt (bv op FIDE Grand Prix 2017) ziet dat – hoewel er nog vier aantrekkelijke namen in aanmerking komen – toppers als Nakamura, Aronian, Nepomniachtchi, Adams, Svidler, Giri, … er niet in geslaagd zijn om zich via deze weg te plaatsen.

En met de World Cup een gigantische loterij, waarin zelfs Carlsen zich niet staande kon houden, mogen we bijna van geluk spreken dat hier twee toppers naar voor zijn gekomen, die het kandidatentornooi een heel aantrekkelijk karakter geven. Met Aronian komt er een publiekslieveling bij, met Ding Liren een onbekende joker – op dit niveau althans.

Dus voor de aspirant WK’s was er haast van meet af aan maar één echt alternatief: op gemiddelde rating proberen geselecteerd te raken. Op twitter bood Martin Bennedik (@bennedik) live gemiddelde ratings aan, zodat de spelers in kwestie het zelf niet hoefden uit te rekenen. Die service zette de toppers natuurlijk onder druk – ook in de World Cup. Wie de live ratings (2700chess) bekeek na de World Cup (en voor Isle of Man), zag dat zowat alle toppers punten verloren hadden. De reden is eenvoudig: de ratingverschillen waren van die aard dat soms een 1,5-0,5 overwinning niet genoeg was; of omdat veel toppers hun heil zochten in de rapidpartijen en een 1-1 stand lieten optekenen, wat hun rating ook al geen goed deed. Zelfs de twee finalisten hielden op het einde van de rit nauwelijks extra punten over aan de wekenlange inspanningen.

Maar de Kramniks, Nakamura’s, Anands van deze wereld moesten soms wel iets forceren, want hun gemiddelde rating was aandachtspunt nummer twee, naast een zitje in de volgende ronde. Vandaar het soms geforceerde spel (zie bv de uitschakeling van Anand, die gewoon zijn hand overspeelde tegen sensatie Kovalyov).

Vandaar dat in de Isle of Man Open, er heel wat aandacht was voor het ratingduel tussen So, Caruana en Kramnik, die zowat op een zakdoek stonden – ratinggewijs. Het belang was groot, want wie uitgeschakeld werd op dit vlak, zagen we zeker niet meer terug in Berlijn. En elke speler was een potentieel winnaar.

Dat het tornooi begon met Caruana-Kramnik in de eerste ronde, was meteen al een beslissend moment, zeker toen het duidelijk werd dat er voor het volle punt gestreden werd. Dat Kramnik aan het kortste eind trok, betekende enkel dat hij nu alles op alles moest zetten in de volgende ronden om nog iets goed te maken. Maar in ronde drie verloor hij nogmaals – tegen een geest uit het verleden: James Tarjan. Ook hier – onder druk van de omstandigheden, overspeelde Kramnik zijn hand. Tarjan, met wit, speelde rustig het schaakequivalent van Catenaccio en liet Kramnik komen. Die bouwde dan ook een mooie stelling uit, maar rekende zijn combinatie niet goed uit, Tarjan zag het gat en incasseerde gewoon met “normaal” spel het punt.

Kramnik moet geestelijk door de grond gezakt zijn – een meer emotioneel speler (denk klasse Kortchnoi) zou het bord versplinterd hebben. Maar Kramnik incasseerde met waardigheid zijn nederlaag en zijn – de facto – uitschakeling voor de wereldtitel. In een “gewone” open, in de derde ronde, tegen een veteraan met 400 elopunten minder. Het moet pijn doen.

De pers smulde ervan – wat een verhaal. Een nobele “onbekende” (hoewel, dubbel Olympisch goud en in mei 1981 volgens Chessmetrics in de top 40 van de wereld), 23 jaar ouder, schakelt een ex-WK uit. Het is het klassieke David tegen Goliath syndroom. Calimero wint. The mouse that roared. Het doet denken aan de ronde van Frankrijk van 1956, gewonnen door absolute underdog Walkowiak. Of aan Rulon Gardner, die één van de beste sportmannen aller tijden, de bijna onverslaanbare worstelaar Alexander Karelin, in diens allerlaatste match versloeg – voor Olympisch goud nota bene.

We houden van kampioenen en we houden graag lijstjes en records bij. Maar op den duur is het tijd dat een tijdperk tot een einde komt. En dat willen we ook graag meemaken. Hoe groot Anand en Kramnik ook geweest zijn, hun generatie moet langzaam afscheid nemen van de superkids, die toch een versnelling hoger blijken te kunnen schakelen – en vooral een ongelofelijke taaiheid hebben, en desnoods doorspelen tot er twee koningen op het bord staan (wat en passant Fischer ook eens presteerde – en zelfs dan nog drie zetten doorspeelde).

Het is niet moeilijk om te supporteren voor Tarjan – het is ook een mooi verhaal. Oude grootmeester komt na jaren terug in de schaakarena en verslaat één van de grootste spelers van de afgelopen jaren. It’s the stuff that makes heroes. Maar zoals gezegd, het was vooral Kramnik die de partij verloor, niet Tarjan die ze won.

Een partij verliezen waarin je huizenhoog favoriet bent (op rating) is zuur – en ik kan ervan meespreken. Ik verloor ooit een partij van iemand met 450 elo minder in interclub – de manier waarop zal mijn tegenstander waarschijnlijk beschouwd hebben als zijn mooiste partij ooit:

Het toont maar al te scherp aan dat je niemand mag onderschatten. Iedereen kan een goede dag hebben en iedereen heeft wel een verborgen voorraadje grinta. De partij tegen Kramnik was voor Tarjan één van zijn mooiste schaakervaringen uit zijn carrière, maar voor Kramnik was het een bittere pil om slikken – vooral gezien de consequenties. Zijn afscheid uit de WK-cyclus (samen met dat van Anand – Topalov, Gelfand, Ivanchuk zijn we al een tijdje “kwijt”) markeert het einde van een grote generatie schakers – Kramnik was misschien de laatste telg uit de school van Botvinnik-Kasparov.

Het is nu aan de generatie die heeft leren schaken met Fritz en internet. Een generatie die inventiviteit koppelt aan doorzettingsvermogen. Spelers die hun klassiekers niet meer kennen, maar over een grote rekenkracht beschikken, en creativiteit en durf koppelen aan een ijzeren eindspeltechniek. En die tenslotte nieuwtjes op zet vijf afwisselen met nieuwtjes op zet 25 of 35…

Het schaken is veranderd, maar daarom niet ten kwade. De generatie Carlsen heeft al mooie dingen laten zien en er staan ons nog mooie dingen te wachten.

HK5000

9 opmerkingen:

  1. Reacties
    1. Ik ben heel blij dat HK5000 toch nog af en toe de tijd vindt om een artikeltje voor deze blog te schrijven. Niet alleen de kwaliteit is steeds uitstekend maar het laat ook toe om zelf eens een adempauze te nemen wat na 5,5 jaar bloggen geen overbodige luxe is. Ik moet natuurlijk niet meer herhalen dat ik nieuwe schrijvers zeker ook zou appreciëren.

      Verwijderen
  2. Reacties
    1. HK5000 stelde zichzelf voor in het artikel http://schaken-brabo.blogspot.be/2012/11/schaaktijdschriften-passe.html

      Bij deze gelegenheid wil ik de lezer ook aanraden om de blog van bij de start eens door te nemen. Sommige trouwe lezers van het eerste uur zullen dit automatisch gedaan hebben maar in de laatste jaren zijn veel nieuwe lezers bijgekomen.

      Trouwens aan mijn studenten die deze blog niet of nauwelijks kennen, heb ik begin van het nieuwe schooljaar de opdracht gegeven om 1 blogartikel per dag te lezen. Er zijn nu ongeveer 300 artikels gepubliceerd dus tegen volgend schooljaar moeten ze ermee klaar zijn. Of ze het effectief zullen doen, betwijfel ik maar ik ben wel van mening dat heel veel artikels tijdloos zijn en dus ook vandaag nog best waardevol zijn.

      Verwijderen
  3. Persoonlijk supporter ik zeker niet altijd voor de underdog. Toen Carlsen relatief vroeg de world-cup verliet, vond ik het echt jammer.

    Er bestaan ook verschillende soorten underdog-verhalen.
    Zo schreef ik zelf in een van mijn eerste blogartikels dat ik mij niet goed voelde bij het spelen van anti-schaak zoals cattenacio zeker is, zie http://schaken-brabo.blogspot.be/2012/02/op-remise-spelen-met-wit-tegen-een.html

    Een partij zoals Ronald Facchin speelde is natuurlijk een mooi underdogverhaal. Hij kiest niet voor het laffe 16...Ta7 maar offert 2 torens alhoewel ik wel sterk vermoed dat hij het niet allemaal heeft doorgerekend.

    Het ultieme underdogverhaal is misschien wel "https://nl.wikipedia.org/wiki/Slumdog_Millionaire". Hij doet niet alleen het onmogelijke maar ook in de directe omgeving gunt niemand hem de overwinning.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. "Hoe groot Anand en Kramnik ook geweest zijn, hun generatie moet langzaam afscheid nemen van de superkids"
    Ik denk dat we ze nog niet moeten afschrijven. In de kandidaten-finales zullen ze er deze keer niet bij zijn maar ik geef ze wel nog een kans in een volgende. Trouwens wist je dat recent Nigel Short opnieuw 2700 elo haalde: https://twitter.com/nigelshortchess/status/912204724388208640. Met zijn 52 jaar werd hij hiermee de oudste + 2700 speler in de geschiedenis. Dit is toch heel dicht bij zijn absolute piek van 2712 die hij in 2004 bereikte. Natuurlijk zullen er nu weer elo-inflatie claimen waarmee elke discussie over speelsterkte gemonopoliseerd wordt.

    BeantwoordenVerwijderen
  5. "Een partij verliezen waarin je huizenhoog favoriet bent (op rating) is zuur – en ik kan ervan meespreken. Ik verloor ooit een partij van iemand met 450 elo minder in interclub"
    Ik heb een zeer goed gedocumenteerd archief dus dit soort zaken kan ik in een mum van tijd opzoeken. Mijn "slechtste resultaat" was een nederlaag tegen een tegenstander met 340 punten minder. Nu als ik vertel dat dit in 1998 was toen ik wellicht nog overgekwoteerd stond, mijn tegenstander slechts 12 jaar en later grootmeester werd dan vind ik dit eigenlijk nog best wel aanvaardbaar. Die partij werd trouwens hier op de blog gepubliceerd zie http://schaken-brabo.blogspot.be/2013/11/bart-wordt-grootmeester.html

    In de laatste 5 jaar waren mijn grootste nederlagen tegen 2100 spelers zie: http://schaken-brabo.blogspot.be/2013/09/schaakintuitie-deel-2.html en http://schaken-brabo.blogspot.be/2016/07/14-x-sos-deel-2.html Dit vind ik heel behoorlijk en ligt ook in de lijn van wat ik schreef in mijn artikel http://schaken-brabo.blogspot.be/2012/07/schaakopeningen-studeren.html waarin ik aangeef dat ik tegen (veel) lager gekwoteerde spelers goed scoor.

    Het aantal verrassende nederlagen hangt af van een aantal factoren zoals hoe vaak speel je tegen lager gekwoteerde spelers, hoe agressief is je speelstijl, ben je iemand die geregeld eens de concentratie verliest, je eigen speelsterkte...

    BeantwoordenVerwijderen
  6. Schadenfreude is een slechte karaktereigenschap veelal gebaseerd op jaloersheid. Ik tracht het bij mijn kinderen erin te hameren dat ik dit absoluut niet ok vind.

    Na de nederlaag tegen Caruana zat Kramnik al diep en dan is het zwak om te lachen met Kramnik wanneer hij verliest door te blunderen tegen James Tarjan. Trouwens een kandidatenfinale zonder Kramnik is een verlies voor de schaakwereld.

    Schadenfreude over iemand die arrogant is zoals in het vorige blogartikel, is zeer begrijpelijk maar is daarom nog niet goed.

    Schadenfreude leidt vaak ook tot dubieus gedrag. Zo herinner ik mij bijvoorbeeld Kramnik die Anand hielp met uitgebreide openingsanalyses in de wk-finale gespeeld in 2010 tegen Topalov. Door de toiletgate had Kramnik zulke afkeer van Topalov dat hij zelfs gratis Anand zou helpen om Topalov te zien falen.

    Een ander voorbeeld is uit de olympiade van 1980. Daar ging Kasparov de Griek Makropolous helpen met zijn afgebroken stelling tegen de Schot Swanson omdat dit voor het Russische team via de scheidingspunten goud zou opleveren. Hier zien we schadenfreude verweven met eigen belangen.

    BeantwoordenVerwijderen
  7. Mooi stuk. Interessant, met veel kennis van zaken & knap geschreven.

    BeantwoordenVerwijderen