woensdag 15 juni 2016

Korchnoi chess is my life

Weinig grootmeesters hebben meer partijen gespeeld dan Korchnoi – ik zie dat er in Chessbase Mega 2016 meer dan 5.000 zitten. Op een totaal van zo’n 5 miljoen partijen betekent dat, van alle geregistreerde ooit op enig niveau gespeelde schaakpartijen, Korchnoi zelf in één op duizend verwikkeld was en meer nog, bij ongeveer één op tweehonderd als toeschouwer/mededeelnemer aan het tornooi aanwezig was. Mocht je deze statistiek beperken tot enkel grootmeesterpartijen, dan is de footprint van Korchnoi nog vele malen groter.

Hij speelde tegen Levenfish (°1889) en tegen Carlsen (°1990), hij won van alle wereldkampioenen van Botvinnik tot en met Kasparov minstens één partij – tegen Tal had hij een geweldige plusscore, tegen Karpov daarentegen een vreselijke minscore. Hij leefde voor het schaken, met een intense sturm und drang die waarschijnlijk bij geen enkele andere grootmeester aanwezig was of is. Zijn norsheid, zijn opinies waar hij aan vasthield, zijn haat tegenover de Sovjet-Unie, zijn jeugdjaren in het zwaar belegerde en uitgehongerde Leningrad tijdens WOII, zijn onverwachte uitvallen, maar ook zijn onverwachte humor, zijn heldere analyses op en naast het schaakbord, zijn anekdotes, geput uit een uitstekend geheugen. We moeten het nu allemaal missen. Eén van de allergrootsten uit de schaakwereld is heengegaan en net als bij de net overleden Mohammed Ali of Johan Cruijff, mogen we blij zijn dat we hen tijdens hun leven nog aan het werk hebben gezien.

Ik heb Korchnoi tweemaal live gezien – het was tijdens het open Lost Boys tornooi in Antwerpen in 1995 (gewonnen door Novikov en Sokolov ; Korchnoi werd gedeeld derde met nog vijf anderen). De eerste keer was wel de meest memorabele. Hij speelde in de derde ronde een partij tegen de sterke Nederlander Teun Van der Vorm en ik stond net aan zijn bord te kijken met een vijftal andere toeschouwers, toen Van der Vorm opgaf. Korchnoi leek niet al te happy en algauw bleek waarom: ‘If I come up to the board, you should stand up to shake my hand. Not because I’m a grandmaster – also for that – but because I’m older and out of respect for my age you should stand up.’ Van der Vorm hield wijselijk zijn mond, want Victor de Verschrikkelijke ging verder. ‘You play this game against my French and then you deviate from a game of Fischer. Why do you do that – do you think you’re better than Fischer ?’ Van der Vorm stamelde iets als ‘it looked playable’ maar Korchnoi was in no mood for jokes en tot een analyse kwam het niet. Het feit dat ik dit nog altijd vlot uit mijn geheugen kan opdiepen geeft ook weer wat een indruk dit maakte op mij – laat staan op Van der Vorm zelf.

De tweede keer was minder indrukwekkend, in het stadscentrum in Antwerpen, tijdens datzelfde tornooi. Ik stond – samen met Franky D. - aan het kruispunt van de Huidevetterstraat en de Meir te wachten aan de verkeerslichten om de straat te dwarsen, toen ik Korchnoi aan de overkant opmerkte. Ikzelf stak over en te beschroomd om hem aan te spreken, passeerde hem met een half binnenmonds gemompeld ‘good evening Mr Korchnoi’.  Hij merkte het half op had ik de indruk. Franky wachtte hem op aan de overkant en knoopte een korte babbel met hem aan. Jammer dat smartphones toen nog niet bestonden…

Op twitter werd een mooie reactie van Svidler gepost, waarin hij zei dat een belediging door Korchnoi een soort ereteken was (het deed me even denken aan Donner, waar je als Nederlandse schaker slechts iets betekende als Donner je had opgemerkt en … beschimpt – ‘Krabbé ? Een renner!’) – als je hem kwaad kreeg, was dat vooral omdat hij geërgerd was. En niets kon hem meer ergeren dan een gebrek aan respect of een verliespartij. Svidler won hun eerste onderlinge partij omdat Korchnoi ondanks het vervlakkende spel van Svidler op winst was blijven spelen, maar Korchnoi versloeg hem vernietigend in hun tweede partij. Hij had een uur zitten nadenken over een geforceerde voortzetting – Svidler zag in dat uur niet hoe Korchnoi kon winnen, maar na dat uur in de denktank werd hij toch in de snelle zettenwisseling die erop volgde van het bord gezet. Toen Svidler hem na de partij feliciteerde met de woorden « ik kan een sterk gespeelde partij altijd appreciëren, ook als ze tegen mij gespeeld wordt » ontdooide Korchnoi. Beide partijen zijn zeer de moeite.

Zoals op de Chessbase-website vermeld wordt,blijft zijn (tweede) vrouw Petra nu alleen achter – een zielsverwant, want ook zij had ten volle de zwarte kant van het communisme aan den lijve ervaren. Toen ze hem voor het eerst zag wist ze dat ze voor elkaar gemaakt waren – en dat Korchnoi haar nodig had, eerst als secretaresse, later als vrouw en toeverlaat. Korchnoi leefde enkel voor het schaken en dat mag letterlijk genomen worden. Hij las geen romans of andere boeken, hij ging zelden of nooit naar culturele of sportieve manifestaties. Zijn grootste plezier – toen hij het roken had opgegeven – was het genieten van een goed stuk chocolade. Zelf had hij spijt van dat gat in zijn cultuur, dat hij bv de Russische klassieke auteurs niet gelezen had, maar het was de keuze die hij gemaakt had : alles voor het schaakspel – geen compromis.

Ik heb één boek van Korchnoi zelf (PracticalRook Endgames) – de eindspelen zijn enorm diepgravend (Hubneriaans) geanalyseerd, maar enorm leerrijk. Voor wie wil weten op welk niveau de wereldtop analyseert  - een aanrader (zie bv chessgames of chesscafe voor een bespreking), al was het maar voor de prima inleiding met elementaire toreneindspelen die hij erbij geeft.

Heeft Korchnoi indrukwekkende partijen voor het nageslacht gespeeld ? Ja. Winstpartijen van Korchnoi die in lijstjes opgenoemd worden als beste of meest memorabele partijen ? Neen. In het boekje « Legendäre Schachpartien » van Humboldt, staan meer dan 100 gedenkwaardige partijen. Twee ervan zijn verliespartijen van Korchnoi, geen enkele winstpartij van hem is opgenomen. Ter vergelijking, Tal komt zes keer voor, Kasparov acht keer. Ook in andere verzamelingen van dit kaliber staan zelden winstpartijen van Korchnoi (in Bouwmeesters 100 briljantepartijen staan er tot mijn verrassing toch twee: Korchnoi-Udovcic, Leningrad 1967, waarin hij mag aantreden tegen zijn eigen Franse verdediging en het late middenspel van Korchnoi-Yusupov, Rotterdam 1988). Korchnoi was niet ‘briljant’, hij hield van verdedigen en tegenaanval, maar zoals Spassky het eens tongue-in-cheek formuleerde : « Hij kan alles, van aanval tot verdediging, van complexe middenspelen tot technische eindspelen. Hij beheerst zijn openingstheorie en heeft een ongelofelijke werkkracht. Het is alleen jammer dat hij niet het talent heeft om wereldkampioen te worden. » En eigenlijk was dat de nagel op de kop. Net zoals Kamsky jaren later, miste ook Korchnoi die laatste sparkle inventiviteit, durf, talent, geluk, bereidheid tot risico, genialiteit – noem het zoals je wil – om die laatste horde te nemen. Alles was gebaseerd op elke dag in dag uit te werken aan zijn schaakspel. Vaak bracht hij een ‘nieuwtje’ op het bord, wat vaak in partijen van vijftig jaren eerder al geprobeerd was, onder het motto ‘everything that is forgotten is new (again)’.

Mijn zeer persoonlijke keuze van Korchnoi partijen is dan ook : Van der Vorm – Korchnoi (Fischer-Darga).
en Karpov-Korchnoi uit het tornooi van Dortmund 1994, waarin ze beiden op 50% eindigden.
Die laatste partij was één van de zeldzame winstpartijen van Korchnoi op Karpov. Na hun tweede WK-match in 1981 kwamen ze nog 32 keren tegen elkaar uit. Maar er was iets gebroken in Korchnoi, Karpov had de code gevonden en werd zijn zwart beest par excellence. Van die 32 partijen won Karpov er 16 (!), remiseerde 15 keren en verloor één keer. Maar die ene keer was dan ook een partij die Korchnoi een week of zo gelukkig moet gemaakt hebben. Het was dan ook een zeer speciale partij : in een gelijke stelling laat Korchnoi Karpov een tweede dame halen, maar dat is meteen de verliezende zet. Hoewel de partij nog meer dan tien zetten duurt, laat Korchnoi niet meer los en wint. Na deze partij gaf Korchnoi het commentaar « op één of andere manier is het bord te klein om met  twee dames te spelen».

HK5000

2 opmerkingen:

  1. Mijn Russische vrouw heeft mij ook al meermaals verteld dat ik eens de Russische klassiekers moet lezen. Volgens sommigen moet je ze zelfs meerdere malen in je leven lezen omdat je eigen levenservaring een rol speelt bij het begrijpen.
    Verder dan enkele schaakboeken geraak ik echter niet maar wakker lig ik daar zeker niet van.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. In het boek "Bobby Fischer my 60 memorable games" staat Van der Vorms 13.Te1 ook vermeld in de analyses van de partij Fischer - Darga. Fischer schrijft dat het een solide maar iets minder agressieve zet is. Dus er is niets mis mee wat trouwens bevestigd wordt door Stockfish 7 die Te1 zelfs verkiest boven La3.

    BeantwoordenVerwijderen