woensdag 23 september 2015

Het foute voorbeeld

Heel wat Belgische schaakclubs beschikken vandaag over lesgevers die een aantal stappen van de stappenmethode kunnen uitleggen maar daar houdt het ook mee op. Een meer doorgedreven coaching is slechts weggelegd voor een handvol spelers die bijvoorbeeld kunnen genieten van het project go for grandmaster. Voor de meerderheid en in het bijzonder volwassenen zit er niets anders op om na de stappenmethode zelf je weg te zoeken.

Het spreekt voor zich dat topschakers hierbij ongevraagd een voorbeeldfunctie vervullen. In het artikel mode vertelde ik al eerder hoe een bepaalde opening plots erg populair wordt nadat een topspeler het in zijn repertoire opnam. Als een opening standhoudt tegen spelers van + 2700 elo dan zal dit zeker het geval zijn op een veel bescheidener niveau. Hierin zit zeker een logica maar het is nogal kort door de bocht om succes te garanderen. Elke opening heeft zijn eigen karakteristieken en we hebben niet allemaal dezelfde stijl.

Het gevaar is dus dat men een opening speelt waarvoor men niet de nodige kennis noch vaardigheden heeft. Dit aspect zien we ook in het middenspel. Een topspeler speelt een riskant concept maar wint ogenschijnlijk met groot gemak.
Daarna is de verleiding natuurlijk veel groter om ook zetten zoals g5 te spelen die anti-positioneel zijn. Als een wereldkampioen er niet in slaagt om de agressie te pareren  dan zal dit zeker ook zo zijn bij iemand met veel minder schaaktalent. Dat deze vlieger zelden opgaat, wordt vaak pijnlijk duidelijk in onze praktijk.
Zwarts positie was al precair dus er waren verzachtende omstandigheden om va-banque te gaan. Vaak stelt de beste zet slechts een nederlaag uit en met het aantal gespeelde zetten koop je niets. Een objectief mindere zet kan in zulke situaties soms voldoende complicaties creƫren om het tij alsnog te doen keren. Hier mislukte het en er resteerde enkel een hopeloos eindspel.

Zelf heb ik ook al meerdere malen tot scha en schande ondervonden dat anti-positionele zetten zoals g5 erg riskant zijn. Zo herinner ik mij nog levendig hoe ik een complexe stelling tegen Geert Vanderstricht helemaal om zeep hielp met 2 keer het waanzinnig idiote g5 te spelen na elkaar.
G5 mag dan wel in de Hollandse stonewall een standaardzet zijn om de koningsaanval op te zetten maar dit was in bovenstaand voorbeeld natuurlijk veel te optimistisch. Mijn decennia ervaring stelt zelfs dat het heel vaak in het Hollands een dubbeltje op zijn kant is om g5 te spelen in tegenstelling met bijvoorbeeld het Koningsindisch.

Het naspelen van hedendaagse toppartijen is bijlange geen goede leerschool om de basisprincipes in het schaken te leren. In het artikel Knights On the Rim Are Amazing waarschuwt de Amerikaanse grootmeester Daniel Naroditsky de lezer dat succesvol breken van de regels helemaal afhangt van de sterkte van de speler. Het is daarom voor de meeste schakers niet overbodig om zich eerst toe te leggen op het goed begrijpen en implementeren van die basisprincipes. Die leer je veel makkelijker door een boek in de hand te nemen die partijen bespreekt van oude meesters zoals Capablanca, Rubinstein,....

Brabo

Geen opmerkingen:

Een reactie posten